De Wegloper - 3

Uitgeteld lagen ze naast elkaar. Pete streelde Dio over z’n hele lichaam en Dio pakte Pete’s pik die ook in slappe toestand erg groot was en z’n ballen waren zo groot als eieren. Ze draaiden zich naar elkaar toe, kusten elkaar en glimlachten. In elkaars armen vielen ze in slaap.

Een paar uur later zat Pete weer achter het stuur, er moest ten slotte ook gewerkt worden. Hoe verder ze reden, hoe warmer het werd en Dio kroop naar het bed. Spiernaakt kwam hij na een tijdje de cabine weer in en tijdens de rit legde hij zich zo neer dat Pete z’n zaakje kon betasten. Dio was in de zevende hemel en Pete ook. Hij vingerde de jongen, die lag te kreunen van genot.
Een paar kilometer verderop kwamen ze in een file terecht. Ze stonden minutenlang helemaal stil en Pete nam de gelegenheid te baat Dio te pijpen. Toen het verkeer weer enigszins op gang kwam draaide Dio zich naar Pete toe, maakte diens broek open en vereffende de rekening. Weer een eerste keer en wat voor één. Hij kreeg geen genoeg van die enorme paal en Pete liet zich leegzuigen. Dio slikte het sap door en genoot.

Tegen de avond stopten ze bij een wegrestaurant. Aan tafel zaten ze als een jong verliefd stel te eten. Dio vroeg zich af hoe oud Pete eigenlijk was en stelde de vraag. “36” was het antwoord. Dio zei desgevraagd dat hij 16 was en vertelde Pete in brak-engels z’n hele wegloopverhaal en ook over z’n avontuur in Antwerpen. Dio zei niet te snappen waarom een getrouwde man het met een jongen wilde doen. Pete keek ietwat verlegen weg, maar Dio merkte het niet. Toen ze terugliepen naar de auto viel het Dio op dat achter het voorraam twee nummerborden zaten geplakt. Eén met de naam ‘Cindy’ en één met ‘Kelly’ er op.

Pete pakte z’n douche-spullen uit de truck en liep naar de achterkant van het restaurant. Dio volgde hem naar de douche-ruimtes. Het was er druk, er werd gelachen en geschreeuwd. Hier en daar was ook gekreun te horen.
Pete kleedde zich zonder schaamte geheel uit tussen al die mannen en zei Dio hetzelfde te doen. Dio zag dit niet zo zitten, hij schaamde zich. Niet zo zeer om bloot te zijn, maar wel als er zoveel naakte mannen waren, die allemaal een veel grotere hadden dan hij en veel meer schaamhaar. Bij hem groeide er nog maar een paar losse haartjes die te ver van elkaar afstonden om van een bos te kunnen spreken.
Toen hij echter zag dat sommige mannen van onderen helemaal geen haar hadden, kleedde hij zich toch ook maar uit. Mannen zonder schaamhaar? Weer wat geleerd.

Pete nam Dio mee de douche-ruimte in, geen hokjes, maar één grote ruimte. Ze liepen wel langs een paar hokjes, maar die waren allemaal bezet. Allemaal door meerdere mannen en die waren zich niet aan het wassen. Vreemd vond Dio “zouden al die mannen geen vrouw hebben,” vroeg hij zich af.
In de grote douche-ruimte was het ook dringen geblazen, er werd bijna gevochten om een straaltje water. Dio bleef dicht bij Pete die er sterk genoeg uitzag om water te bemachtigen. Ze zeepten zich in en kregen inderdaad de ruimte om zich af te spoelen. Toen ze naar hun kleren wilden lopen en Dio achter Pete aanliep, werd de jongen tegengehouden door 2 mannen. Dio riep Pete, maar door de herrie hoorde die niets. Dio werd opgepakt en snel naar één van de hokjes gebracht. Z’n mond werd gesnoerd, z’n handen vastgebonden met een riem en hij werd betast. Z’n ballen en zijn snikkeltje werden stevig gekneed en er ging een vinger in z’n jongenskutje. Liggend op zijn rug zag hij meerdere mannen met stijve palen op hem afkomen. Hij werd ermee in het gezicht geslagen en nu werd z’n neus dichtgeknepen. Hij opende z’n mond om naar adem te happen en kreeg er vrijwel meteen een lul in. Als de mannen van plaats wisselden kon hij even ademhalen.
Nu werd hij opgetild en naar de grote douche-ruimte gebracht waar hij op z’n hondjes op de grond werd gezet. Het was wat rustiger geworden daar, maar z’n belagers stonden om hem heen zich af te rukken terwijl hij zonder pardon door één van hen geneukt werd, terwijl hij aan de voorkant opgevuld werd met een andere staaf. Iedereen die er zin in had ging er op en zo werd hij verkracht door vele kerels.
Toen ‘het feest’ was afgelopen bleef hij alleen en vastgebonden achter. Naakt liet hij zich op z’n zij vallen en viel ondanks de angst die hij voelde in slaap.

Fluitend kwamen ze naar hun weekend-job; twee jongens met emmer en zwabber.
Geld verdienen om op zaterdagavond hun vriendinnen mee uit te kunnen nemen, hopend op een geil toetje.
Terwijl de ene de WC’s schoongemaakte ging de ander de douche-ruimte in. Hij begon zoals altijd met de kleedruimte en toen hij de douches instapte en de nog slapende Dio aantrof, liep hij naar buiten om z’n collega te roepen. Samen liepen ze naar binnen om te kijken of er nog leven in de jongen zat. Bij het losmaken werd Dio wakker en keek verschrikt naar z’n helpers op. Ze merkten dat hij besmeurd was met opgedroogd zaad en ze zetten hem onder de douche. Een van de jongens kleedde zich uit en waste Dio liefdevol schoon. Daarna werd hij teder afgedroogd en zittend op de bank begon Dio te huilen. De inmiddels weer geklede wasser sloeg z’n arm om hem heen, trok hem naar zich toe en troostte hem. Beide jongens hielpen hem vervolgens in z’n kleren en namen hem mee naar een kennis van hun.
Er was geen woord gewisseld, geen vragen gesteld, geen uitleg verlangd, geen gedoe ondergaan, alleen onbaatzuchtige hulp was Dio ten deel gevallen en hij werd weer emotioneel toen hij afscheid nam van die knullen.

De oom, die zich voorstelde als Jean, was snel van begrip en zag dat Dio wel een opkikkertje kon gebruiken. Hij liet een bad vollopen en liet de jongen alleen achter.
Even later kwam Jean met een bord eten aanzetten. Het smaakte vreemd, maar Dio at of z’n leven ervan afhing. De man bleef nu wel bij hem zitten, maar dat deed hij misschien alleen voor de gezelligheid. Dio zocht er niets achter. Toen hij uitgegeten was, bracht Jean de vaat naar beneden, terwijl Dio uit het water stapte en zich afdroogde. Net toen hij z’n kleren weer wilde aantrekken, kwam Jean terug en nam hem de kleren af. Dio voelde meteen nattigheid, maar dat was niet nodig. Jean wilde de vuile kleren slechts wassen en Dio kreeg een kamerjas als kledingstuk. Na een rustige nacht alleen in een bed werd Dio vroeg wakker door het geblaf van honden. Veel honden zo te horen. Hij stond op, rekte z’n naakte lichaam uit en keek naar buiten. Het huis bleek ver van de bewoonde wereld te staan en er was geen hond te zien. Vreemd!

Beneden aangekomen in de kamerjas was Jean druk in de weer, grote stukken vlees in bakken te doen. Toen hij achter Jean aan naar buiten liep zag hij een kennel die deel uitmaakte van het huis met wel 20 grote honden, voornamelijk herders en bouviers. Het vlees werd in de kennel gezet en de honden vielen erop aan. Het ging er wild aan toe. Daarna gingen de deuren van de kennel open en konden de beesten zich uitleven op de grote met gras begroeide binnenplaats. Dio had een zwak voor honden. Hij had er graag één gehad, maar dat mocht natuurlijk niet van z’n ouders.
Hier liep hij meteen op de honden af en speelde met ze. Het ging er wild, maar niet gemeen aan toe. Wel werd Dio omver geduwd door een herder, maar hij zag geen gevaar. Zelfs toen de honden met hun kop onder z’n kledingstuk doken speelde hij rustig verder. Maar toen ze de jas van hem af scheurden werd hij toch wat bang.