Hoofdmenu
De Sexverhalen
- Hetero Sexverhalen
- Groepsseks Sexverhalen
- Overspel Sexverhalen
- Tiener Sexverhalen
- Familie Sexverhalen
- Extreme Sexverhalen
- Shemale Sexverhalen
- Lesbische Sexverhalen
- Homo Sexverhalen
- Biseksueel Sexverhalen
- Romantische Sexverhalen
- Fantasy Sexverhalen
- MILF Sexverhalen
- Cuckolding Sexverhalen
- Dildo Sexverhalen
- Meer Categorieën...
Doe ook mee!
- Sexverhaal Insturen
- De SchrijfService
- De Ketting Verhalen
- Nooit Eerder Verteld... - nieuw
- Verzoekjes - nieuw
- Het Laatste Nieuws - nieuw
Onze Schrijvers
Tip van de dag

Hoi,
Ik denk dat mijn Nederlandse buurman van 60 jaar mijn Hindoestaanse vriendin van 30 jaar aantrekkelijk vindt. Zij heeft het niet door, lijkt geen klik bij haar te zijn maar hij is dominant aangelegd en zij totaal niet, dus ze luistert altijd naar zijn verhalen of gaat naast hem zitten als hij dat wilt.
Wie kan een uitgebreid verhaal in meer delen schrijven waarin zij niet echt door gevoelens maar door zijn dominantie steeds meer naar hem luistert en dingen doet en uiteindelijk seksueel gehoorzaamt. Mag heel ver gaan.
Heb meer details en ideeën voor de geinteresseerden. Ook advies over deze situatie is prettig. Nooit meegemaakt maar vind het leuk.
(op zoek naar) Inspiratie
Ik denk dat mijn Nederlandse buurman van 60 jaar mijn Hindoestaanse vriendin van 30 jaar aantrekkelijk vindt. Zij heeft het niet door, lijkt geen klik bij haar te zijn maar hij is dominant aangelegd en zij totaal niet, dus ze luistert altijd naar zijn verhalen of gaat naast hem zitten als hij dat wilt.
Wie kan een uitgebreid verhaal in meer delen schrijven waarin zij niet echt door gevoelens maar door zijn dominantie steeds meer naar hem luistert en dingen doet en uiteindelijk seksueel gehoorzaamt. Mag heel ver gaan.
Heb meer details en ideeën voor de geinteresseerden. Ook advies over deze situatie is prettig. Nooit meegemaakt maar vind het leuk.
(op zoek naar) Inspiratie

👍+1
Hoi Inspiratie,
Je verzoek spreekt me aan; wil er graag een verhaal over schrijven.
Kan je me wat meer informatie vertellen over je vrouw, de buurman, hoe ze er uitzien, wat ze wel en niet leuk vinden, etc, etc.
Stuur me een berichtje (zie mijn profiel), dan kunnen we aan de slag.
Leuk!
Grtz
Mark
Je verzoek spreekt me aan; wil er graag een verhaal over schrijven.
Kan je me wat meer informatie vertellen over je vrouw, de buurman, hoe ze er uitzien, wat ze wel en niet leuk vinden, etc, etc.
Stuur me een berichtje (zie mijn profiel), dan kunnen we aan de slag.
Leuk!
Grtz
Mark

👍+1
Dank voor je reactie en extra informatie, ik ga er mee aan de slag.
Grtz Mark
Grtz Mark

👍+1
Hij zag het gebeuren, eerst onschuldig, later onverbiddelijk. Het was nooit één ogenblik geweest, geen bliksem die insloeg en alles veranderde. Het was een reeks kleine verschuivingen, nauwelijks waarneembaar, die als druppels in een stil glas gestaag het oppervlak deden stijgen. Zijn vriendin, zijn glanzende trots, de 30 jarige Hindoestaanse vrouw met de donkerbruine ogen waarin hij telkens opnieuw verdrinken kon, zat steeds vaker naast de buurman.
De zestigjarige Hollander, grijs maar met die starre, onverzettelijke ogen die geen tegenspraak duldden, beheerste de ruimte zodra hij binnentrad. En zij – zacht, conflictmijdend, haast te gewillig geboren – luisterde.
Alsof het vanzelf sprak. Alsof zijn verhalen recht hadden op haar aandacht.
In het begin had hij, de vriend, het nog grappig gevonden. Ze knikte beleefd, lachte kort, liet zich aanhoren. Maar hoe vaker het gebeurde, hoe scherper hij het mes tussen verlangen en jaloezie in zichzelf voelde. Want wat zij niet voelde, zag hij wel: het onmiskenbare genot van de buurman om gehoorzaamd te worden. Ze merkte het zelf niet, maar haar lichaam gehoorzaamde. Als hij zei: kom hier zitten, dan kwam zij. Als hij zei: luister even, hing ze aan zijn woorden.
Het was alsof de lucht steeds meer elektriciteit verzamelde.
In de avonden daarna speelde het zich telkens opnieuw af. Hij, de vriend, zat iets terzijde, bijna een observerende schaduw in zijn eigen huis. De buurman sprak, zijn stem laag en vast, en zij – zijn vriendin – zat iets voorovergebogen, alsof ze de woorden beter wilde horen dan hijzelf. Het was niet de inhoud die haar trok; verhalen over vroeger, over vrouwen, over oorlog en vrijheid. Nee, het was die toon, die vanzelfsprekende aanspraak op macht.
En elke keer als ze opstond, keek de vriend naar haar beweging: strak, gereserveerd, niet eens bewust onderworpen. Precies dat maakte het dwingender. Geen spel, geen gespeelde koketterie – puur reflex, een ingebouwde overgave die ze zelf niet door had.
Hij voelde zich verscheurd. Het was zijn vriendin, zijn trots. Maar tegelijkertijd: hoe meer hij uit haar ogen las, hoe sterker de mogelijkheid opdoemde dat dit verder zou gaan. En hoe die gedachte hem angst inboezemde én opwond, in een razende mengeling die hij niet meer uitblussen kon.
De middag dat alles kantelde, stond ze met een dienblad in de hand. Koffiekopjes, het kleingeld van hun huiselijke leven. De buurman maakte een gebaar, nauwelijks een wenk. “Zet maar hier.”
Ze zette neer waar hij aanwees, niet waar zij wilde. En hij zag hoe ze glimlachte, zacht en bescheiden, meer dan op haar plaats.
Hij besefte: dit gaat niet meer om koffie, dit gaat om iets anders. Zij begon zijn bevelen te voelen als richting. Haar zachte natuur werkte als een gemakkelijke deur waar de wilskracht van de ander zo doorheen liep.
Het ging snel vanaf die dag. Gesprekken die langer duurden. Stoelen die dichterbij schoven. Hij merkte hoe de buurman niet meer vroeg, maar simpelweg aangaf. En zij – telkens buigzaam, alsof het helemaal haar idee was.
De spanning groeide in hemzelf tot een koorts. Hij stelde zich vragen die als messen sneedden: wat is erger, dat ze het niet doorheeft, of dat ze het wél doorheeft? En wat maakte het met hém, dat hij erbij zat en niets deed?
Hij kon zich niet losmaken van de scène die zich steeds opnieuw afspeelde. Een vrouw die geen ruzie wilde. Een man die alle ruimte nam. En hijzelf, die zag hoe de wetmatigheid van macht zich langzaam voltrok, als een natuurkracht.
Het was op een avond, in de zomerhitte die muren dunner en ademhalingen luider maakte. Zij zaten in de tuin, onder het vale licht van een lamp die insecten in rondjes deed vliegen. De buurman vertelde, en zijn vriendin zat pal naast hem, handen gevouwen op haar schoot. Haar vriend keek toe, voelde de droogte in zijn mond.
“Luister,” zei de buurman. Geen verzoek, maar een bevel dat vaster klonk dan een gebrul. En zij boog haar hoofd iets, zoals een leerling haar meester. Haar ogen half geloken, alsof het haar natuurlijkste houding was.
Op dat moment wist de vriend dat er geen weg terug meer was.
De week erna kwam de overgave. Niet als storm, maar als een zachte maar onweerstaanbare bries die alles naar zich toe trok. De buurman sprak, zij gehoorzaamde. Eerst met koffie, dan met kleinen gebaren. Hij liet haar blijven zitten toen ze wilde opstaan. Hij liet haar zwijgen toen ze wilde spreken. Steeds vaker werd haar reflex “ja”.
Tot de avond dat de vriend het zag gebeuren. Niet bedachtzaam, maar in dat rauwe ogenblik waar alles samenvloeide.
De buurman sprak dicht bij haar oor, en zij knikte. Een hand op haar schouder, een lichte druk – genoeg om elk verzet weg te vagen. Ze keek niet naar haar vriend, alsof ze hem niet eens opmerkte. Alsof er alleen nog de bevelende stem was die haar lichaam leidde.
Toen hij haar zag meegaan, zag hoe zij haar trots losliet en zich liet leiden, voelde hij geen woede meer maar een hevige, onbegrijpelijke roes. Afschuw en begeerte, jaloezie en verrukking droegen samen dezelfde angel.
En ze gaf zich. Eerst in gebaren die klein leken: haar hoofd iets gebogen, haar handen nóg rustiger in haar schoot, haar ademhaling die sneller ging dan het gesprek vereiste. Maar dan verder, stap voor stap, haar hele lichaam dat die andere wil aannam, alsof ze niets meer was dan resonantie.
Hij zag het gebeuren en wist: dit is gehoorzaamheid in de meest naakte vorm. Er was geen verleiding meer nodig, geen woorden, alleen de stroom van geboden die zij slikte alsof ze plotseling haar eigen taal gevonden had.
Tot het moment waarop ze niet langer luisterde met haar oren, maar met haar hele lichaam. Ze boog zich, gehoorzaamde, maakte zich klein, opende wat eerder gesloten was. En in dat ene ogenblik, de hitte van de kamer tegen de stilte van zijn keel, was er geen twijfel meer: ze behoorde toe. Niet uit liefde. Niet uit keuze. Maar omdat dominantie een taal was die zij, ondanks zichzelf, altijd al verstond.
Hij, de vriend, bleef kijken. Zwijgend, buiten zichzelf. Er vloeide een even krachtige schaamte als dwingende begeerte door hem heen. Dit was zijn vriendin – en tegelijk was zij dat niet meer. Ze had zich gegeven, zacht, onontkoombaar, zonder strijd.
En hij wist dat het niet meer terug te draaien viel toen ze zich vooroverstaand aan de bank en in zijn volle zicht onbeschaamd langs achteren liet nemen.
De zestigjarige Hollander, grijs maar met die starre, onverzettelijke ogen die geen tegenspraak duldden, beheerste de ruimte zodra hij binnentrad. En zij – zacht, conflictmijdend, haast te gewillig geboren – luisterde.
Alsof het vanzelf sprak. Alsof zijn verhalen recht hadden op haar aandacht.
In het begin had hij, de vriend, het nog grappig gevonden. Ze knikte beleefd, lachte kort, liet zich aanhoren. Maar hoe vaker het gebeurde, hoe scherper hij het mes tussen verlangen en jaloezie in zichzelf voelde. Want wat zij niet voelde, zag hij wel: het onmiskenbare genot van de buurman om gehoorzaamd te worden. Ze merkte het zelf niet, maar haar lichaam gehoorzaamde. Als hij zei: kom hier zitten, dan kwam zij. Als hij zei: luister even, hing ze aan zijn woorden.
Het was alsof de lucht steeds meer elektriciteit verzamelde.
In de avonden daarna speelde het zich telkens opnieuw af. Hij, de vriend, zat iets terzijde, bijna een observerende schaduw in zijn eigen huis. De buurman sprak, zijn stem laag en vast, en zij – zijn vriendin – zat iets voorovergebogen, alsof ze de woorden beter wilde horen dan hijzelf. Het was niet de inhoud die haar trok; verhalen over vroeger, over vrouwen, over oorlog en vrijheid. Nee, het was die toon, die vanzelfsprekende aanspraak op macht.
En elke keer als ze opstond, keek de vriend naar haar beweging: strak, gereserveerd, niet eens bewust onderworpen. Precies dat maakte het dwingender. Geen spel, geen gespeelde koketterie – puur reflex, een ingebouwde overgave die ze zelf niet door had.
Hij voelde zich verscheurd. Het was zijn vriendin, zijn trots. Maar tegelijkertijd: hoe meer hij uit haar ogen las, hoe sterker de mogelijkheid opdoemde dat dit verder zou gaan. En hoe die gedachte hem angst inboezemde én opwond, in een razende mengeling die hij niet meer uitblussen kon.
De middag dat alles kantelde, stond ze met een dienblad in de hand. Koffiekopjes, het kleingeld van hun huiselijke leven. De buurman maakte een gebaar, nauwelijks een wenk. “Zet maar hier.”
Ze zette neer waar hij aanwees, niet waar zij wilde. En hij zag hoe ze glimlachte, zacht en bescheiden, meer dan op haar plaats.
Hij besefte: dit gaat niet meer om koffie, dit gaat om iets anders. Zij begon zijn bevelen te voelen als richting. Haar zachte natuur werkte als een gemakkelijke deur waar de wilskracht van de ander zo doorheen liep.
Het ging snel vanaf die dag. Gesprekken die langer duurden. Stoelen die dichterbij schoven. Hij merkte hoe de buurman niet meer vroeg, maar simpelweg aangaf. En zij – telkens buigzaam, alsof het helemaal haar idee was.
De spanning groeide in hemzelf tot een koorts. Hij stelde zich vragen die als messen sneedden: wat is erger, dat ze het niet doorheeft, of dat ze het wél doorheeft? En wat maakte het met hém, dat hij erbij zat en niets deed?
Hij kon zich niet losmaken van de scène die zich steeds opnieuw afspeelde. Een vrouw die geen ruzie wilde. Een man die alle ruimte nam. En hijzelf, die zag hoe de wetmatigheid van macht zich langzaam voltrok, als een natuurkracht.
Het was op een avond, in de zomerhitte die muren dunner en ademhalingen luider maakte. Zij zaten in de tuin, onder het vale licht van een lamp die insecten in rondjes deed vliegen. De buurman vertelde, en zijn vriendin zat pal naast hem, handen gevouwen op haar schoot. Haar vriend keek toe, voelde de droogte in zijn mond.
“Luister,” zei de buurman. Geen verzoek, maar een bevel dat vaster klonk dan een gebrul. En zij boog haar hoofd iets, zoals een leerling haar meester. Haar ogen half geloken, alsof het haar natuurlijkste houding was.
Op dat moment wist de vriend dat er geen weg terug meer was.
De week erna kwam de overgave. Niet als storm, maar als een zachte maar onweerstaanbare bries die alles naar zich toe trok. De buurman sprak, zij gehoorzaamde. Eerst met koffie, dan met kleinen gebaren. Hij liet haar blijven zitten toen ze wilde opstaan. Hij liet haar zwijgen toen ze wilde spreken. Steeds vaker werd haar reflex “ja”.
Tot de avond dat de vriend het zag gebeuren. Niet bedachtzaam, maar in dat rauwe ogenblik waar alles samenvloeide.
De buurman sprak dicht bij haar oor, en zij knikte. Een hand op haar schouder, een lichte druk – genoeg om elk verzet weg te vagen. Ze keek niet naar haar vriend, alsof ze hem niet eens opmerkte. Alsof er alleen nog de bevelende stem was die haar lichaam leidde.
Toen hij haar zag meegaan, zag hoe zij haar trots losliet en zich liet leiden, voelde hij geen woede meer maar een hevige, onbegrijpelijke roes. Afschuw en begeerte, jaloezie en verrukking droegen samen dezelfde angel.
En ze gaf zich. Eerst in gebaren die klein leken: haar hoofd iets gebogen, haar handen nóg rustiger in haar schoot, haar ademhaling die sneller ging dan het gesprek vereiste. Maar dan verder, stap voor stap, haar hele lichaam dat die andere wil aannam, alsof ze niets meer was dan resonantie.
Hij zag het gebeuren en wist: dit is gehoorzaamheid in de meest naakte vorm. Er was geen verleiding meer nodig, geen woorden, alleen de stroom van geboden die zij slikte alsof ze plotseling haar eigen taal gevonden had.
Tot het moment waarop ze niet langer luisterde met haar oren, maar met haar hele lichaam. Ze boog zich, gehoorzaamde, maakte zich klein, opende wat eerder gesloten was. En in dat ene ogenblik, de hitte van de kamer tegen de stilte van zijn keel, was er geen twijfel meer: ze behoorde toe. Niet uit liefde. Niet uit keuze. Maar omdat dominantie een taal was die zij, ondanks zichzelf, altijd al verstond.
Hij, de vriend, bleef kijken. Zwijgend, buiten zichzelf. Er vloeide een even krachtige schaamte als dwingende begeerte door hem heen. Dit was zijn vriendin – en tegelijk was zij dat niet meer. Ze had zich gegeven, zacht, onontkoombaar, zonder strijd.
En hij wist dat het niet meer terug te draaien viel toen ze zich vooroverstaand aan de bank en in zijn volle zicht onbeschaamd langs achteren liet nemen.
Wil jij reageren op dit verzoek?
Algemene Voorwaarden -
Contact -
FAQ -
Mobiel -
Desktop
Bezoekers Online: 628 / Copyright 2000 - 2025 Opwindend.Net
Bezoekers Online: 628 / Copyright 2000 - 2025 Opwindend.Net