Door: Melle
Datum: 14-05-2025 | Cijfer: 8.2 | Gelezen: 3240
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 5 minuten | Lezers Online: 4
Trefwoord(en): haak In Anusje,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 5 minuten | Lezers Online: 4
Trefwoord(en): haak In Anusje,
“Wacht ik kom naar je toe.” We, Von en ik, nemen Von haar auto’tje. Wanneer ik bij Jenny’s huis aan kom zie ik dat Xandra’s fiets nog bij Jenny tegen de gevel staat.
“Hoe kan dat nu?” zegt Von, “wat is er gebeurt?”
Ik vertel haar dat ik Xandra van school heb gehaald omdat haar vader haar stond op te wachten. Von kent de vreselijke verhalen van hoe haar vader haar geëxploiteerd heeft. “Heeft hij haar ontvoerd?” zegt ze met afgrijzen.
“Daar ben ik bang voor,” zeg ik. “Xandra heeft me de garagebox wel eens laten zien waarheen ze gebracht werd om verkracht te worden. Ze heeft me ook de flat van haar vader gewezen maar laten we eerst de garagebox controleren.
“Ik ga mee,” beslist Jenny, “ik kan nu niet meer slapen.”
Het is een stukje rijden. De garages staan rond een pleintje op een verlaten plek aan de rand van de stad. Het is er slecht verlicht. Het is volledig verlaten. Het is nu wel zo’n beetje middernacht geweest. Von parkeert de auto en we haasten ons naar de garagebox die Xandra me ooit gewezen heeft. We kloppen op de deur. Wanneer we goed luisteren horen we een onderdrukt gekreun. >Bingo<
Ik probeer de deur open te krijgen maar dat lukt natuurlijk niet omdat de deur op slot zit. “Er ligt een koevoet in de laadklep van de auto, geloof ik,” mompel ik. “Von doe de klep van je auto eens open.
Met de koevoet weet ik het slot te forceren. Ratelend in de nachtelijke stilte trek ik de garagedeur naar boven. We kijken in een donker gat. Hier moet ze zijn, ga ik vanuit. Op de tast schuifel ik naar binnen. Er hangt een vage petroleum lucht. M’n voet stoot tegen een kussen of zo. Ik schuifel er omheen en voel een soort werkbank of zo. Die volg ik diepen de garage in. Met een tastende hand voel ik opeens een blote huid. Ik voel naar onder en naar boven. Mijn hand strijkt langs haar flanken. Ik voel blote armen die op haar rug vast zitten. Ik voel aan haar gezicht. Ze heeft een blinddoek die ik eerst verwijder. Ik voel aan haar gezicht dat ze iets in haar mond heeft dat met een soort riempje op haar achterhoofd vast gegespt is. Dat maak ik ook los.
“Melle,” snikt Xandra. “Je hebt me gevonden. Help me. Ik zit vast gebonden en er zit iets in m’n gat.”
“D’r zit iets in je gat? Is er licht in dit hok?”
“Naast de deur is een lichtknopje.”
Het licht floept aan. Jenny, die geluisterd heeft, heeft het licht aan gedaan. We staan in een rommelige ruimte. Een werkbank langs de muur waarop ook een petroleumstel staat. Een vuil pannetje staat er naast en er ligt een lepel. Er is een koelkastje. Er is een smalle verveloze kast. Er ligt een kale matras op de grond en langs de muren staat allerlei rommel, kratten met troep, een oude fiets met lekke banden, een schep en dergelijke. Ook op de werkbank ligt van alles. Xandra staat rechtop, spiernaakt, met de handen op de rug. Er is een touw dat achter haar rug naar een katrol aan het plafond loopt en vast gebonden is aan een bankschroef aan de werkbank. Achter haar rug zit het touw vast aan een oog boven aan een staaf die naar onder loopt en ombuigt tussen haar benen. Ik vind een tang waarmee ik de tie-wrap door knip waarmee haar polsen op haar rug vast zaten. Ze wijst naar de bankschroef. “Maak dat touw los,” vraagt ze. Von en Jenny zijn inmiddels binnen gekomen. Jenny heeft de garagedeur weer dicht gedaan. Von maakt het touw los. De staaf die op Xandra’s rug zat blijkt een haak te zijn. In een bocht gaat de staaf zo’n twintig centimeter weer recht omhoog en dat stuk zat in haar anus waarna het touw omhoog gehesen is. Xandra gaat zo gauw ze vrij is naar de kast en rukt die open. Daar liggen haar kleren tussen allerlei zooi. Onderdelen en gereedschappen.“Kom, we gaan zo snel mogelijk naar huis,” dring ik aan.
“Zeker,” zegt Xandra, “maar eerst dit.” Ze gooit het petroleumstel om. Met driftige bewegingen graait ze in de kast en brengt een jerrycan petroleum te voorschijn. Die giet ze gedeeltelijk over de werkbank en leegt ze boven het matras. Het is duidelijk waar ze mee bezig is. Ze vindt een aansteker in de kast.
“Er uit jullie, start de motor maar vast. Jenny trekt de roldeur weer omhoog. We haasten ons naar de auto. Niet lang daarna schuift Xandra op de lege vierde stoel. “Rijden,” roept ze, “wegwezen hier!”
Een felle vuurgloed laait op achter ons.
“Hoe kan dat nu?” zegt Von, “wat is er gebeurt?”
Ik vertel haar dat ik Xandra van school heb gehaald omdat haar vader haar stond op te wachten. Von kent de vreselijke verhalen van hoe haar vader haar geëxploiteerd heeft. “Heeft hij haar ontvoerd?” zegt ze met afgrijzen.
“Daar ben ik bang voor,” zeg ik. “Xandra heeft me de garagebox wel eens laten zien waarheen ze gebracht werd om verkracht te worden. Ze heeft me ook de flat van haar vader gewezen maar laten we eerst de garagebox controleren.
“Ik ga mee,” beslist Jenny, “ik kan nu niet meer slapen.”
Het is een stukje rijden. De garages staan rond een pleintje op een verlaten plek aan de rand van de stad. Het is er slecht verlicht. Het is volledig verlaten. Het is nu wel zo’n beetje middernacht geweest. Von parkeert de auto en we haasten ons naar de garagebox die Xandra me ooit gewezen heeft. We kloppen op de deur. Wanneer we goed luisteren horen we een onderdrukt gekreun. >Bingo<
Ik probeer de deur open te krijgen maar dat lukt natuurlijk niet omdat de deur op slot zit. “Er ligt een koevoet in de laadklep van de auto, geloof ik,” mompel ik. “Von doe de klep van je auto eens open.
Met de koevoet weet ik het slot te forceren. Ratelend in de nachtelijke stilte trek ik de garagedeur naar boven. We kijken in een donker gat. Hier moet ze zijn, ga ik vanuit. Op de tast schuifel ik naar binnen. Er hangt een vage petroleum lucht. M’n voet stoot tegen een kussen of zo. Ik schuifel er omheen en voel een soort werkbank of zo. Die volg ik diepen de garage in. Met een tastende hand voel ik opeens een blote huid. Ik voel naar onder en naar boven. Mijn hand strijkt langs haar flanken. Ik voel blote armen die op haar rug vast zitten. Ik voel aan haar gezicht. Ze heeft een blinddoek die ik eerst verwijder. Ik voel aan haar gezicht dat ze iets in haar mond heeft dat met een soort riempje op haar achterhoofd vast gegespt is. Dat maak ik ook los.
“Melle,” snikt Xandra. “Je hebt me gevonden. Help me. Ik zit vast gebonden en er zit iets in m’n gat.”
“D’r zit iets in je gat? Is er licht in dit hok?”
“Naast de deur is een lichtknopje.”
Het licht floept aan. Jenny, die geluisterd heeft, heeft het licht aan gedaan. We staan in een rommelige ruimte. Een werkbank langs de muur waarop ook een petroleumstel staat. Een vuil pannetje staat er naast en er ligt een lepel. Er is een koelkastje. Er is een smalle verveloze kast. Er ligt een kale matras op de grond en langs de muren staat allerlei rommel, kratten met troep, een oude fiets met lekke banden, een schep en dergelijke. Ook op de werkbank ligt van alles. Xandra staat rechtop, spiernaakt, met de handen op de rug. Er is een touw dat achter haar rug naar een katrol aan het plafond loopt en vast gebonden is aan een bankschroef aan de werkbank. Achter haar rug zit het touw vast aan een oog boven aan een staaf die naar onder loopt en ombuigt tussen haar benen. Ik vind een tang waarmee ik de tie-wrap door knip waarmee haar polsen op haar rug vast zaten. Ze wijst naar de bankschroef. “Maak dat touw los,” vraagt ze. Von en Jenny zijn inmiddels binnen gekomen. Jenny heeft de garagedeur weer dicht gedaan. Von maakt het touw los. De staaf die op Xandra’s rug zat blijkt een haak te zijn. In een bocht gaat de staaf zo’n twintig centimeter weer recht omhoog en dat stuk zat in haar anus waarna het touw omhoog gehesen is. Xandra gaat zo gauw ze vrij is naar de kast en rukt die open. Daar liggen haar kleren tussen allerlei zooi. Onderdelen en gereedschappen.“Kom, we gaan zo snel mogelijk naar huis,” dring ik aan.
“Zeker,” zegt Xandra, “maar eerst dit.” Ze gooit het petroleumstel om. Met driftige bewegingen graait ze in de kast en brengt een jerrycan petroleum te voorschijn. Die giet ze gedeeltelijk over de werkbank en leegt ze boven het matras. Het is duidelijk waar ze mee bezig is. Ze vindt een aansteker in de kast.
“Er uit jullie, start de motor maar vast. Jenny trekt de roldeur weer omhoog. We haasten ons naar de auto. Niet lang daarna schuift Xandra op de lege vierde stoel. “Rijden,” roept ze, “wegwezen hier!”
Een felle vuurgloed laait op achter ons.
Trefwoord(en): haak In Anusje,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10