Dit verhaal breekt met de schaduwen van mijn eerdere vertellingen. Waar ik voorheen haar ogen liet spreken, haar lichaam liet dansen onder mijn leiding, is dit mijn rauwe waarheid, mijn eigen vuur. Ik ben Sophie, de architecte van lust, de meesteres van verlangen, en vannacht vertel ik mijn verhaal – niet vanuit haar zachte overgave, maar vanuit mijn eigen razernij. Dit is een duik in mijn duisternis, een extremer-dan-extreem ritueel waarin ik alleen sta, mijn lichaam een slagveld, mijn ziel een storm. Bereid je voor op een nacht waarin ik de stad breek, waar geen tederheid is, alleen mijn honger.

***

De nacht is een gapende muil, en ik ben de oerschreeuw die eruit barst. Mijn Amsterdamse appartement is een vergulde kooi, de hoge ramen vangen het flikkeren van straatlantaarns, maar de kaarsen binnen werpen grillige schaduwen, een woeste dans van vlam en leegte. Ik sta naakt voor de spiegel, mijn volle borsten zwaar, donkere tepels hard als gesmeed staal, mijn gladgeschoren kut glanzend van zweet en rauw verlangen, mijn clit bonzend als een oorlogstrom, mijn schaamlippen druipend, gezwollen, schreeuwend om bevrijding. Mijn vanille-muskusgeur verstikt de lucht, vermengd met de scherpe, zilte stank van mijn geilheid, een parfum dat mijn zintuigen verscheurt. Vannacht is van mij, alleen, een rauw, extremer-dan-extreem ritueel om het beest in mij los te rukken, een duik in mijn eigen afgrond waar ik mezelf kapot zal neuken. De stad wacht, pulserend, en ik ben klaar om haar mijn slagveld te maken.

Ik denk aan haar, die jonge vrouw met haar kleine, stevige tieten, lichtroze tepels die verstijven onder mijn blik, haar schaamlippen glanzend terwijl ze schreeuwde in Azzurra’s schommel, Rogier’s dikke 18-centimeter pik diep in haar, mijn tanden knabbelend aan haar tepels. Ik zie de gang, haar lippen om zijn lul, zijn zoute zaad inslikkend, Samara’s vinger in haar strakke kontgaatje, haar kreunen echoënd door de menigte. De tuin, waar ik drie keer klaarkwam onder de zon, haar tong op mijn clit, mijn kut knijpend om Samara’s vingers, mijn schreeuwen een triomfkreet. En Elise, dat 18-jarige blondje met haar perzik-jasmijngeur, vastgebonden op mijn bed, haar roze schaamlippen pulserend onder mijn vingers. Maar vannacht is zij er niet. Niemand is er. Alleen ik, mijn honger, mijn razernij, en de stad die smeekt om mijn slachtoffer te worden.

Ik kleed me als een wapen, niet als verleidster. Een strakke, zwarte leren catsuit, zo dun dat mijn harde tepels erdoor steken, mijn schaamlippen afgetekend als een obscene belofte, geen slipje, geen bh, alleen leer dat mijn rondingen wurgt. Hoge, stalen hakken snijden in de vloer, mijn donkere krullen wild, mijn ogen brandend als kolen. In mijn tas: een 22-centimeter zwarte dildo, geaderd en bruut; een stalen buttplug met een bloedrode robijn; een leren zweep met vlijmscherpe metalen punten; een vibrerende clitklem met gekartelde randen; een fles gloeiend hete, jasmijngeurende olie; en tepelklemmen met puntige tanden. Ik glijd in mijn Mercedes SLK 300 cabrio, de zwarte lak glinstert als een roofdier, de crèmekleurige leren stoelen stinken naar mijn vanille-muskus en de polsslag van de stad. De motor brult, ik scheur Amsterdam in, de wind snijdt door mijn haar, mijn clit bonst tegen de zitting, mijn schaamlippen doorweken het leer, de nacht mijn prooi.

De stad is een kloppende ader, en ik stuur naar haar zwartste hart: een ondergrondse club, een etterende wond van zonde verscholen in een steeg. De stalen deur gloeit onder bloedrood neon, technobassen beuken als een stervend hart. De uitsmijter, een reus met littekens en vergeelde tanden, bekijkt mijn tepels, mijn afgetekende kut, zijn pik schokt in zijn broek. Ik duw een verkreukeld briefje in zijn hand, mijn nagels schrapen zijn huid, een druppel bloed verschijnt, en hij gromt, stapt opzij. Binnen is het een maalstroom van zweet, rook en vlees, de lucht stikt van muskus, metaal en zaad. De dansvloer kronkelt, halfnaakte lichamen schuren, neuken in hoeken, kreunen verdrinken in het ritme. Ik ben alleen, maar ik ben een fucking supernova, mijn clit schreeuwt, mijn tepels snijden door het leer, mijn geur een mes dat door de waas snijdt.

Ik been naar de bar, bestel een dubbele absint, het groene vuur schroeit mijn keel, mijn ogen vlammen in de spiegelwand. Een vrouw, kaal, tatoeages kronkelend over haar schedel, tepelpiercings glinsterend, loert naar me, haar tong schiet over gebarsten lippen. Een man, gespierd, zijn pik halfhard in gescheurde jeans, zijn adem zuur van whisky, leunt te dichtbij. Ik snauw, mijn blik een scheermes, en ze deinzen terug. Mijn lust is van mij, niet van hen. Ik sla de absint achterover, mijn clit brult, en ik sluip naar de achterkant, waar het echte hart van de club ettert: een doolhof van betonnen gangen, kamers met kettingen, kruisen en bebloede bedden, de muren trillen van kreten.

Ik kies een cel, een betonnen graf met een enorm, rond bed bedekt met zwarte latex, een stalen kruis aan de muur, kettingen bungelen als slangen, een spiegelwand weerspiegelt mijn waanzin. Ik laat de deur wijd open, de gang een zwarte keel, schaduwen verschuiven, ogen glanzen. Ze komen, de voyeurs, aangetrokken als motten door mijn vlam, dringen samen in de deuropening, hun adem hijgend, hun ogen gulzig, maar ze durven de drempel niet over. Ik wil ze dichtbij, hun blikken zijn brandstof, hun fluisteringen een gezang, maar ze blijven toeschouwers, geen spelers, hun aanwezigheid stuwt mijn razernij naar een breekpunt.

De menigte is een tableau van verdorvenheid, centimeters van de deuropening, hun lichamen dringen tegen het frame, hun geuren – zweet, goedkope parfum, zaad – vermengen zich met de mijne. Een vrouw, halverwege de dertig, met ravenzwart haar in een strakke vlecht, lippen gitzwart gestift, haar leren korset knellend om haar massieve tieten, gepiercete tepels zichtbaar door kant, haar hand om een gespijkerde halsband, ogen groot, pupillen verwijd, zweet parelend tussen haar borsten, haar adem snel, lippen trillend van opwinding. Een man, eind veertig, kaal, een rafelig litteken over zijn wang, zijn blote borst glanzend, tatoeages van schedels en slangen kronkelend over zijn borstspieren, zijn pik lekkend in een leren string, vuisten gebald, knokkels wit, zijn adem een lage grom, ogen gefixeerd op mijn tepels. Een jonge vrouw, amper twintig, met kort, neonroze haar, gezicht besmeurd met glitter, haar tengere lijf in gescheurd visnet, kleine borsten bloot, tepels hard, haar gepiercete tong flitst, vingers klauwen in haar dijen, nagels afgebeten, haar adem een zachte jammerkreet. Een stel, beiden rond de dertig, haar rode krullen kletsnat van zweet, groene ogen glinsterend, haar doorschijnende jurk onthult geschoren schaamlippen, zijn geschoren kop en scherpe kaak gespannen, zijn pik bonzend in strakke shorts, hun handen verstrengeld, haar nagels boren bloed uit zijn handpalm, hun kreunen zacht, ogen brandend. Ze staan zo dichtbij dat ik hun hitte voel, hun zweet ruik, hun lust proef, maar ze bewegen niet, gebonden door mijn onuitgesproken bevel: kijk, maar raak niet aan.

Ik ruk de catsuit open, de rits scheurt, mijn borsten barsten vrij, tepels bloeden verlangen, mijn kut bloot, schaamlippen druipend, clit gezwollen als een rijpe wond. Ik giet de gloeiend hete jasmijnolie over mijn lijf, de hitte schroeit, olie stroomt over mijn tepels, langs mijn buik, verzamelt in mijn kut, een glanzende hel. Mijn vingers vallen mijn clit aan, wrijven hard, genadeloos, mijn schreeuw snijdt door de techno, mijn schaamlippen pulseren, mijn ogen vlammen in de spiegel. Ik grijp de zweep, sla mijn dij, de metalen punten snijden, bloed sijpelt, de pijn een bliksemschicht, mijn kut knijpt, een tsunami van lust raast door me. “Godverdomme!” brul ik, mijn stem een oerkreet, en ik gesel mijn borsten, mijn tepels schreeuwen, rode striemen bloeien, mijn clit huilt.

De dildo is een monster, 22 centimeter brute kracht, en ik ram hem in mijn kut, de dikte scheurt me open, mijn schaamlippen rekken, mijn schreeuw versplintert de lucht, mijn heupen stoten, de dildo ramt mijn g-plek, mijn lijf beeft. De buttplug, koud staal, de robijn glinstert als een demonenoog, drukt tegen mijn kontgaatje, strak en weerbarstig. Ik grom, duw harder, de pijn snijdt, dan glijdt hij erin, mijn kont pulseert, de volheid obsceen, mijn kut klemt de dildo, mijn clit brandt. De vibrerende klem bijt mijn clit, de gekartelde randen knijpen, de trillingen een aardbeving, mijn schaamlippen druipen, mijn tepels vlammen, mijn kont gevuld, mijn kut gapend. Ik gesel mijn buik, mijn dijen, mijn borsten, de metalen punten trekken bloed, de pijn een hymne, mijn kreunen een oorlogskreet, de menigte hijgt, hun ogen wijd.

Ze zijn zo dichtbij, ik ruik hun zweet, voel hun adem, de ravenharige vrouw’s korset kraakt, haar gepiercete tepels harden, haar zwarte lippen vaneen, zweet druipt tussen haar tieten, haar hand trilt, maar blijft stil. De littekenman’s tatoeages glanzen, zijn pik lekt voorvocht, zijn litteken pulseert, zijn grom laag, vuisten trillen, ogen op mijn bloedende tepels. Het neonroze meisje’s visnet scheurt, haar kleine borsten trillen, haar tong flitst, glitter op haar wangen glanst, haar vingers klauwen, haar kreet zacht. Het stel’s ogen branden, haar rode krullen plakken, haar schaamlippen glinsteren, zijn pik bonkt, hun handen bloeden, hun kreunen smeken, maar ze blijven staan, hun lust een offer aan mijn altaar.

Ik zit op mijn knieën, de dildo beukt mijn kut, de plug rekt mijn kont, de klem martelt mijn clit, mijn lijf een oven. Ik gesel mijn rug, mijn kont, de metalen punten scheuren, bloed druipt, de pijn mijn god, mijn clit explodeert, mijn kut spuit, een hete straal doordrenkt de latex, mijn schreeuw een oerkreet. Ik ruk de dildo eruit, prop hem in mijn mond, proef mijn muskus, zout en rauw, kokhals hard, de sensatie een mes, mijn keel brandt, mijn ogen tranen. De plug pulseert, de klem trilt, mijn tepels bloeden, mijn huid een landkaart van striemen. Een tweede orgasme scheurt door me, mijn kut gutst, mijn clit stuiptrekt, mijn kont knijpt, mijn schreeuw splijt de lucht, de menigte kreunt, hun ogen wijd, hun lichamen beven, maar ze raken niet.

Ik val op het bed, mijn borsten hijgen, tepels rauw, schaamlippen gezwollen, kont gevuld, huid opengescheurd, clit nog trillend. Ik lach, een rauwe, triomfantelijke brul, mijn stem breekt, mijn lijf een wrak, mijn ziel in brand. De menigte blijft, hun ogen vlammen, de ravenharige vrouw’s lippen beven, de littekenman’s pik druipt, het neonroze meisje’s dijen trillen, het stel’s handen bloeden, maar ze steken niet over, hun verering compleet. De techno beukt, de nacht slokt me op, en ik ben Sophie, een godin van vuur en bloed, een beest dat de afgrond neukte en won. Zij, mijn meisje, zal morgen mijn canvas zijn, haar schaamlippen glanzend onder mijn tong, haar kreunen mijn lied. Maar vannacht was ik alleen, extremer dan extreem, een razernij die de stad liet beven, en ik ben vrij.