Door: Loua98
Datum: 15-06-2025 | Cijfer: 8.3 | Gelezen: 1137
Lengte: Kort | Leestijd: 3 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Dominantie, Kort,
Lengte: Kort | Leestijd: 3 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Dominantie, Kort,
Vervolg op: Je Bent Van Mij - 6: Misschien Wil Ik Elke Nacht
Jij Hoort Hier, En Dat Weet Je Al Lang
Je bent steeds vaker hier.
Het begon met één nacht. Dan een weekend. Dan “blijf je nog even?”
En nu liggen er al twee van je truien in zijn kast. Een tandenborstel in zijn badkamer. Je favoriete mok in zijn keuken - die hij nu vaker gebruikt dan jij.
Hij zegt er niets over.
Maar je ziet het in de kleine dingen:
Zijn ademhaling verandert als hij je thuiskomt ziet.
Hij strijkt over je onderrug als je voorbijloopt, alsof hij even moet voelen dat je er nog bent.
Hij kust je voor het slapengaan, zelfs als jullie geen woord zeggen.
Op een dinsdagochtend, tussen koffie en chaos, zegt hij het.
Niet als vraag. Maar als iets wat hij allang wist.
“Je weet dat je hier hoort, toch?”
Je kijkt op. Hij leunt tegen het aanrecht, koffie in zijn hand, zijn blik zacht.
Er zit geen druk in. Geen dwang. Alleen die rust. Alsof hij zegt:
“Ik hou van je. En ik wil je hier. Elke dag.”
Je zegt niets. Je glimlacht.
Maar je blijft die avond weer slapen.
Die nacht is anders.
Geen zijden linten. Geen regels. Geen opdrachten.
Geen geruis van rollenspellen of fluisterende macht. Alleen hij. En jij. En stilte die niet leeg voelt.
Jullie raken elkaar aan zoals geliefden doen: met fluisteringen, adem, handen die niets willen bewijzen - alleen voelen.
Je vingers dwalen over zijn borst alsof je een bekend gedicht herleest. Zijn lippen vinden je hals, traag, verkennend, zonder haast. Alsof hij elk stukje van je opnieuw wil leren kennen, deze keer zonder script. Zonder scène.
Je sluit je ogen en ademt hem in.
Zijn geur. Zijn stem. Zijn warmte.
Je komt op zijn tempo, gedragen door zijn ritme.
Hij fluistert je naam alsof hij bidt. Alsof het iets kostbaars is, iets dat hij niet stuk wil maken.
“Je bent thuis hier, meisje.”
Je streelt met je tenen langs zijn been, traag en loom. Je voelt zijn hartslag onder je wang.
Hij slaat zijn arm om je heen alsof je precies daar hoort - in dat boogje onder zijn sleutelbeen.
Hij begeleidt jou bovenop hem, laat jou het tempo en de diepte bepalen. Hij blijft je aankijken en houdt jouw heupen losjes vast. Dit is zijn manier om te vertellen dat hij jou vertrouwt en respecteert.
Na afloop ligt hij met je hoofd op zijn borst. Zijn hand streelt je onderrug.
Zijn stem is schor van rust.
“Ik wil dat je blijft. Niet als spel. Niet omdat ik je wil bezitten. Maar omdat ik je wil houden.”
Zijn woorden nestelen zich onder je huid. Je ademt ze in alsof ze zuurstof zijn.
Je kijkt op. Zacht.
Met een glimlach die je zelf nauwelijks voelt ontstaan. Een glimlach die alleen hij van je ziet.
En je zegt:
“Dan moet je me elke dag blijven nemen. En liefhebben. In die volgorde.”
Hij lacht. Zijn mond zoekt de jouwe.
En hij kust je zoals iemand kust die niet wil dat het ooit stopt.
“Afgesproken.”
Je valt die nacht in slaap met zijn arm om je heen, zijn adem in je haar.
En voor het eerst - écht - voelt het alsof je niet op bezoek bent.
Niet tijdelijk. Niet tussen haakjes.
Je bent thuis.
Bij hem.
Bij jezelf.
Je wil niks anders meer, nergens anders meer zijn.
En dat wist je eigenlijk al.
Het begon met één nacht. Dan een weekend. Dan “blijf je nog even?”
En nu liggen er al twee van je truien in zijn kast. Een tandenborstel in zijn badkamer. Je favoriete mok in zijn keuken - die hij nu vaker gebruikt dan jij.
Hij zegt er niets over.
Maar je ziet het in de kleine dingen:
Zijn ademhaling verandert als hij je thuiskomt ziet.
Hij strijkt over je onderrug als je voorbijloopt, alsof hij even moet voelen dat je er nog bent.
Hij kust je voor het slapengaan, zelfs als jullie geen woord zeggen.
Op een dinsdagochtend, tussen koffie en chaos, zegt hij het.
Niet als vraag. Maar als iets wat hij allang wist.
“Je weet dat je hier hoort, toch?”
Je kijkt op. Hij leunt tegen het aanrecht, koffie in zijn hand, zijn blik zacht.
Er zit geen druk in. Geen dwang. Alleen die rust. Alsof hij zegt:
“Ik hou van je. En ik wil je hier. Elke dag.”
Je zegt niets. Je glimlacht.
Maar je blijft die avond weer slapen.
Die nacht is anders.
Geen zijden linten. Geen regels. Geen opdrachten.
Geen geruis van rollenspellen of fluisterende macht. Alleen hij. En jij. En stilte die niet leeg voelt.
Jullie raken elkaar aan zoals geliefden doen: met fluisteringen, adem, handen die niets willen bewijzen - alleen voelen.
Je vingers dwalen over zijn borst alsof je een bekend gedicht herleest. Zijn lippen vinden je hals, traag, verkennend, zonder haast. Alsof hij elk stukje van je opnieuw wil leren kennen, deze keer zonder script. Zonder scène.
Je sluit je ogen en ademt hem in.
Zijn geur. Zijn stem. Zijn warmte.
Je komt op zijn tempo, gedragen door zijn ritme.
Hij fluistert je naam alsof hij bidt. Alsof het iets kostbaars is, iets dat hij niet stuk wil maken.
“Je bent thuis hier, meisje.”
Je streelt met je tenen langs zijn been, traag en loom. Je voelt zijn hartslag onder je wang.
Hij slaat zijn arm om je heen alsof je precies daar hoort - in dat boogje onder zijn sleutelbeen.
Hij begeleidt jou bovenop hem, laat jou het tempo en de diepte bepalen. Hij blijft je aankijken en houdt jouw heupen losjes vast. Dit is zijn manier om te vertellen dat hij jou vertrouwt en respecteert.
Na afloop ligt hij met je hoofd op zijn borst. Zijn hand streelt je onderrug.
Zijn stem is schor van rust.
“Ik wil dat je blijft. Niet als spel. Niet omdat ik je wil bezitten. Maar omdat ik je wil houden.”
Zijn woorden nestelen zich onder je huid. Je ademt ze in alsof ze zuurstof zijn.
Je kijkt op. Zacht.
Met een glimlach die je zelf nauwelijks voelt ontstaan. Een glimlach die alleen hij van je ziet.
En je zegt:
“Dan moet je me elke dag blijven nemen. En liefhebben. In die volgorde.”
Hij lacht. Zijn mond zoekt de jouwe.
En hij kust je zoals iemand kust die niet wil dat het ooit stopt.
“Afgesproken.”
Je valt die nacht in slaap met zijn arm om je heen, zijn adem in je haar.
En voor het eerst - écht - voelt het alsof je niet op bezoek bent.
Niet tijdelijk. Niet tussen haakjes.
Je bent thuis.
Bij hem.
Bij jezelf.
Je wil niks anders meer, nergens anders meer zijn.
En dat wist je eigenlijk al.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10