Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Datum: 25-06-2025 | Cijfer: 8.6 | Gelezen: 3137
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 6 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Verlangen,
De ochtend is koud en grijs. De zon probeert door een dik wolkendek te prikken, zonder succes. Ik houd daar wel van — als het weer zich net zo weerbarstig gedraagt als ikzelf. Ik sta voor mijn fiets, mijn gravelbeest, de banden nog nat van de dauw. Vandaag is geen dag voor licht vermaak. Vandaag wil ik voelen dat ik leef.

Mijn benen zijn nog stijf van de rit van gisteren, maar dat maakt het juist goed. Ik duw mezelf op het zadel en trap weg. Het grind kraakt onder me, nat en ruw, glibberig op plekken. Mijn adem komt zwaar, in wolkjes. De wind bijt, maar ik bijt terug. Elke helling neem ik als een uitdaging. Geen genade, geen rust. Mijn dijen branden al na een half uur, maar ik geef niet toe.

Ik voel mijn kracht. Niet die oppervlakkige kracht van een sportschoollijf voor de spiegel. Nee, dit is oerkracht. Diepe, doorleefde spier. Mijn rug nat van het zweet, modder tot aan m’n heupen. Ik proef zout in mijn mond. Ik voel het stof op mijn tong, de aarde in mijn poriën. Mijn handen zitten onder de vegen van het pad. M’n hele lichaam spreekt de taal van de rit.

Na drie uur zwaar beuken, begin ik het te voelen: die heerlijke verdoving. Alsof lichaam en geest langzaam samenvloeien in pure aanwezigheid. En net dan — als mijn lijf begint te kloppen als één ademend geheel — zie ik in de verte een terras. Niets bijzonders, een paar tafeltjes, verweerde stoelen. Maar ik ruik koffie. En ik wil even gewoon zitten, voelen hoe mijn hartslag in m’n keel bonkt.

Ik rol het terras op, zet m’n fiets tegen een boom en veeg met de rug van m’n hand wat zweet van m’n voorhoofd. En dan zie ik haar.

Ze zit aan een tafeltje onder een halfopen luifel. Mager zonlicht valt net op haar gezicht. Donker haar, losjes vast, een trui die haar sleutelbeenderen bloot laat. Ze kijkt op. En het is alsof de wereld heel even stopt.

Haar ogen raken me. Niet lief. Niet flirtend. Nee, die blik is… intens. Diep. Alsof ze iets in mij ziet wat ik zelf amper durf aan te raken. Mijn adem stokt. Ik wil iets zeggen. Maar er komt niks. Er is geen woord nodig. Alleen maar dat moment.

Ze tikt met haar vingers op het kopje in haar hand. Heel klein gebaar. Maar ik voel het tot in mijn onderbuik. Ze kijkt me recht aan, en ik voel me niet bekeken — ik voel me gelezen. Ontleed. Gewild. Uitgedaagd.

Ik wil naar haar toe lopen. Iets zeggen. Gewoon iets doms. “Hoi” misschien. Maar net als ik beweeg, gebeurt het.

Een telefoon trilt op haar tafel. Ze kijkt erop, fronst, en dan ineens — alsof iets knakt — staat ze op. Geen paniek, geen haast. Maar een duidelijke beslissing. Ze pakt haar jas, gooit snel wat muntstukken neer, en loopt weg.

Ik roep haar niet. Want iets in mij zegt dat dit onvermijdelijk was. Alsof ze nooit echt mocht blijven. Maar de manier waarop ze vlak voor het weglopen nog één keer omkijkt… die blik? Die blik nestelt zich diep in mijn lijf.

Ze verdwijnt tussen de bomen. Weg. Als een windvlaag die alles optilt en daarna stilte achterlaat.

Ik blijf alleen achter. Met bonkend hart, trillende benen, en een kop koffie die bitter smaakt.

Later, thuis.

Ik sta onder de douche, het water heet. Mijn huid gloeit van de inspanning. De modder spoelt van me af, maar die blik van haar? Die blijft.

Ik droog me niet eens goed af. Loop nat naar m’n bed, nog warm van het lijf dat net zoveel gaf. Mijn huid is gevoelig. Mijn hartslag doft na, maar onderin m’n buik klopt iets anders.

Ik lig op mijn rug, m’n hand op m’n onderbuik, en ik voel het. Mijn pik is keihard. Die erectie kwam op zonder genade, als een reflex op de herinnering aan haar ogen. Aan de spanning. Aan dat wat net níet gebeurde.

Mijn vingers glijden over mijn huid. Eerst zacht. Dan steviger. Ik sluit m’n ogen. Zie haar weer. Hoe haar sleutelbeen net zichtbaar was. Hoe haar mond net iets openviel toen ze me aankeek. Alles aan haar daagde me uit. Riep iets duisters in mij wakker.

Mijn hand sluit zich stevig om mijn pik. Warm. Vol. Mijn adem stokt. Ik pomp langzaam, ritmisch. Mijn dijen spannen zich aan, mijn onderbuik trekt samen. Ik voel m’n hele lijf in dienst staan van dat ene verlangen. Naar haar. Naar contact. Naar ontlading.

Ik stoot een schorre zucht uit. Mijn hand glijdt sneller, m’n lijf kronkelt mee in het tempo. Ik voel het opkomen — dat diepe, dierlijke gevoel van moeten. Alles in mij trilt. Mijn ballen trekken strak. Mijn hele bekken bonkt.

En dan, in een korte, heftige beweging, voel ik het losbreken. M’n zaad spuit warm over m’n buik, mijn borst. Meerdere pulsen. Rauw. Diep. Alles eruit.

Ik blijf liggen. Naakt. Plakkerig. Hijgend.

Maar ook… leeg. Schoongemaakt. Niet alleen van modder. Maar van alles wat er broeide in mij.

En haar blik? Die blijft.

Als een vonk die me altijd weer aan zal zetten.
Trefwoord(en): Verlangen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...