Het was een gewone dinsdag in oktober, de zon scheen mild en warm, een graad of zeventien die in de luwte van de duinen als een streling voelde. Geen bijtende wind hier, in de zuidduinen van Katwijk, waar de zee zachtjes gromde en het zand nog knisperde van de opgeslagen hitte. Rogier en ik hadden een stuk over het strand gelopen, voorbij de wandelaars en die paar families die zich schrap zetten tegen de herfstbries bij de waterlijn. Mijn hart klopte al een tikje sneller toen we onze half koepeltent opzette in een verborgen duinpan – een knusse kuil, omringd door wuivend gras en zanderige wanden die ons afschermden als een
geheim. Maar diep vanbinnen hoopte ik dat het geheim niet te goed verborgen zou blijven. Dat exhibitionistische vuur in me brandde; de gedachte aan ogen op ons, een glimp van verboden genot, maakte me al vochtig voordat we zelfs maar begonnen. En ja, Rogier had zijn telefoon bij zich – hij zou de foto's maken, op verzoek, dacht ik
ondeugend, klaar om elk moment vast te leggen als de kans zich voordeed, of om later te delen met wie durfde te vragen.We nestelden ons erin, nog helemaal gekleed, mijn rug tegen de tentwand, benen uitgestrekt in het zonovergoten zand. Ver weg, bij de zee, liepen mensen: een stelletje hand in hand, een jogger die voorbijflitste, een eenzame fietser die zijn fiets langs het water parkeerde. Ik tuurde naar hen, stelde me voor hoe ze plotseling omhoog zouden kijken, hoe een nieuwsgierige blik onze kant op zou dwalen. Maar nee, ze liepen door, onwetend van de duinpan die ons opslokte. Hier, in ons plekje, voelden we ons onzichtbaar, veilig – en tegelijkertijd zo kwetsbaar. Ik leunde tegen Rogiers schouder, mijn hoofd genietend achterover, ogen half dichtgeknepen tegen het licht. "Lekker zo," mompelde ik, mijn hand lui over zijn dij strijkend, al voelde ik de hitte in mezelf oplaaien bij elke voorbijganger die niet kwam. De warmte kroop onder mijn kleren, een stille belofte die mijn huid deed tintelen, maar het was die afwezigheid van blikken die me gek maakte – de frustrerende tease van wat had kunnen zijn. Rogier viste zijn telefoon uit zijn tas, hield hem even omhoog met een sluwe grijns: "Foto's op verzoek," zei hij zacht, en ik bloosde bij de gedachte.Hij bewoog als eerste. Met een luie grijns trok hij zijn shirt over zijn hoofd, zijn borst bloot aan de zon, spieren glanzend als gesmolten goud. De koele lucht beet even in zijn huid, maar de stralen maakten het snel goed. Ik keek toe, mijn lippen krullend in een glimlach, mijn blik glijdend over de lijnen van zijn lichaam – die schouders, die buik waar ik zo van hield. Ik wachtte nog even, genietend van het zicht, en wierp een snelle blik over de duinrand. Nog steeds niemand. Geen wandelaar die afdwaalde, geen hond die snuffelend dichterbij kwam. Het maakte me rusteloos, dat uitblijven; ik wilde gezien worden, blootgesteld in mijn
lust, maar de duinen hielden ons vast als een jaloerse minnaar. Uiteindelijk deed ik hetzelfde. Mijn dunne trui over mijn hoofd, mijn bh die mijn borsten omhelsde, mijn huid blozend in de zon, tepels prikkend tegen de stof. Het voelde bevrijdend, die eerste stap – en tegelijkertijd een provocatie naar de lege horizon. Kom op, dacht ik, kijk eens deze kant op. Rogier richtte zijn telefoon, maakte een snelle foto van me half ontbloot, zijn ogen vol honger: "Perfect," mompelde hij.Zijn opwinding groeide zichtbaar, een harde bobbel in zijn spijkerbroek die ik niet kon negeren. Met een hese lach ritste hij open, schoof de broek omlaag, en daar sprong hij tevoorschijn – hard, kloppend, de top al glinsterend van anticipatie. Naakt van onderen zat hij daar, benen wijd in het zand, en hij trok me naar zich toe. Ik liet me op mijn knieën zakken voor hem, in plaats van op zijn schoot, mijn handen op zijn dijen, mijn mond al waterend bij de gedachte. "Wacht," fluisterde ik, mijn stem hees van
verlangen, en ik boog voorover, begon met pijpen – traag, plagend, mijn lippen omsluitend zijn hardheid, tong cirkelend over de eikel, proevend van dat zoute
voorspel. Hij kreunde diep, zijn vingers in mijn haar verstrengeld, terwijl ik hem dieper nam, mijn hoofd op en neer bewegend, mijn wangen hol trekkend. De zon warmde mijn rug, het zand kriebelde onder mijn knieën, en ik keek op naar hem, ogen vol vuur. Rogier hield zijn telefoon vast, maakte foto's van bovenaf – mijn mond vol van hem, bloot in het daglicht, een serie shots die mijn exhibitionistische hart sneller deed kloppen. "God, Samara, je bent zo
geil," hijgde hij, de camera klikkend als een hartslag.Ik gluurde weer over zijn schouder, naar de zee, waar een groepje tieners nu lachend stenen in het water gooide. Zo dichtbij, maar zo ver weg. Mijn exhibitionistische kant gilde het uit: zie ons, betrap ons, deel in dit vuur – zie hoe ik hem pijp, naakt en gulzig in de duinen. Maar ze draaiden zich om, liepen noordwaarts, en de teleurstelling mengde zich met een scherpe opwinding, maakte me nog natter. Ik liet hem los met een plop, likte mijn lippen, en zijn handen gleden onder mijn rok, vingers vindend de rand van mijn slipje. Hij haakte het opzij, en o god, ik was al zo nat. Zijn vingers gleden moeiteloos in me, cirkelend, strelend, voelend hoe ik me om hem sloot, pulserend van verlangen. Ik hijgde tegen zijn pik, mijn heupen wiegend op zijn hand, en al snel drupte mijn vocht op het zand onder ons – donkere vlekjes die in de zon opdroogden, een stille getuige van mijn honger. "God, Rogier," fluisterde ik, mijn nagels in zijn dijen gravend. We hoopten op toeschouwers, op een nieuwsgierige wandelaar die onze pan zou ontdekken, een glimp zou opvangen van dit verboden spel – mijn lippen nog glanzend van hem, zijn vingers diep in me, onze lichamen half ontbloot in het daglicht. Rogier maakte er foto's van, close-ups van zijn hand in mij, van mijn gezicht vertrokken in genot. Mijn hart bonsde bij de gedachte, een mengeling van schaamte en opwinding die mijn binnenste deed samentrekken. Maar er kwam niemand. Alleen een paar meeuwen scheerden over, hun kreten een spottend koor boven het ruisen van de zee, alsof zelfs zij meden wat we deden. Elke minuut zonder interruptie bouwde de frustratie op, maakte het exhibitionisme bitterzoet: ik wilde die blikken, die schok van ontdekking, maar de stilte dreef me dieper in het moment, maakte elke aanraking intenser, urgenter.De spanning werd te veel, een vuur dat smeulde en nu oplaaide. Ik stond op, pelde mijn rok en slipje af, mijn bh volgde, tot ik naakt voor hem stond – borsten vol en uitnodigend, huid goudkleurig in het daglicht, mijn lichaam bloot en kwetsbaar in de zon. Ik draaide me even om, scande de duinrand nog één keer: een eenzame visser in de verte, maar hij tuurde naar de horizon, niet naar ons. De afwezigheid prikte als een naald, voedde mijn lust op een rare, masochistische manier. Rogier schoof zijn onderbroek helemaal uit, en ik klom op hem, knieën in het zand aan weerszijden van zijn heupen. Langzaam zonk ik neer, hem nemend in één vloeiende beweging, mijn warmte hem omsluitend tot aan de basis. We kreunden synchroon, mijn handen op zijn borst, zijn greep op mijn billen, leidend mijn ritme. Terwijl ik op en neer bewoog, mijn borsten deinend in de zon, fantaseerde ik over die toeschouwers die niet kwamen – hoe ze ons zouden zien, naakt en verloren in extase, hoe dat de climax zou verhevigen. Rogier legde zijn telefoon neer, maar greep hem later weer, maakte foto's van ons samengevoegd, van mijn rug gekromd, van zijn handen op mijn huid: een serie intieme shots die de hitte vasthielden.Ik bewoog bovenop hem, traag en diep, de zon warm op onze verstrengelde lichamen. Mijn borsten deinden met elke stoot, zijn pik glijdend in en uit mijn natte hitte, vullend me helemaal. De duinpan vulde zich met onze geluiden: mijn hijgen, zachte kreten, het zachte klappen van huid op huid. Mijn climax bouwde snel, mijn binnenwanden knijpend om hem, gevoed door die onbevredigde honger naar ogen op ons. Tot ik kwam met een onderdrukte schreeuw, trillend bovenop hem, golven van genot die door me heen raasden – harder, wilder door het uitblijven, alsof de afwezigheid zelf me duwde over de rand. Rogier volgde kort erna, diep in me stotend, zijn
sperma pulserend en warm. Toen ik me even lostrok, drupte het uit me – witte draden vermengd met mijn eigen vocht, vallend in het zand als ons onopgemerkte geheim. Hij maakte nog een foto daarvan, een close-up van het zand dat getuigde: ruw, echt, perfect voor later.We bleven even liggen, na hijgend, mijn lichaam glinsterend van zweet en zon, mijn hoofd op zijn borst. Maar de honger was nog niet gestild; dat exhibitionistische vuur smeulde door. "Kom," zei ik, opstaand, mijn naakte lichaam nog trillend van de naschokken. Rogier grijnsde, pakte zijn telefoon weer, en we klommen de duinrand op voor een korte shoot aan het einde – ik liet me zien aan het strand, poseerde uitdagend op de rand, borsten fier vooruit, heupen wiegend, mijn hand glijdend over mijn vochtige dijen als een laatste provocatie. De zee lag daar, uitgestorven nu, de wandelaars verdwenen in de verte, geen ziel om te zien hoe ik mezelf blootstelde, hoe de zon mijn huid deed glanzen, hoe ik me omdraaide en bukte, wetend dat Rogier elke hoek vastlegde: foto's van mij tegen de horizon, kwetsbaar en fier, een solo-optreden voor de lege branding. Maar er was niemand. Geen jogger die struikelde over het zicht, geen stel dat
stiekem gluurde. Alleen de golven die applaudisseerden, en de meeuwen die wegvlogen. De teleurstelling was zoet, een tease die beloofde meer, en Rogiers laatste foto ving het perfect: mijn lach, half triomfantelijk, half gefrustreerd.De meeuwen vlogen weg, de wandelaars bij de zee waren allang verdwenen, onwetend. Die middag had ons exhibitionisme geen publiek gevonden, en toch voelde het als de meest intense tease ooit – een belofte voor de volgende keer, als de duinen misschien minder genadig zouden zijn. "Dinsdagmiddaggeheim," grinnikte ik, terwijl we terugzakten in de pan, mijn vinger over zijn lippen strijkend, al borrelde de teleurstelling nog na. Rogier kuste mijn voorhoofd, zijn hand lui over mijn rug, de telefoon veilig in zijn zak. In de zuidduinen van Katwijk was onze wereld perfect, al was het maar voor even – en al miste ik die blikken die nooit kwamen. En de foto's? Op verzoek, altijd, gemaakt door hem.