Door: Sletje Lisa
Datum: 29-04-2025 | Cijfer: 7 | Gelezen: 335
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 8 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Middeleeuwen, Slet, Tiener, Tijdreizen, Zonder Slipje,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 8 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Middeleeuwen, Slet, Tiener, Tijdreizen, Zonder Slipje,
De Rode Ridder En De Taveerne


Lisa grinnikte terwijl ze een jurk van de lijn plukte. “Ik hoop het niet. Ik heb genoeg van die dingen gezien voor een tijdje.” Ze keek naar de jurk, een eenvoudige, bruine stof met lange mouwen. “Niet echt mijn stijl, maar het is beter dan naakt rondlopen.” James koos een tuniek en broek, en samen trokken ze de gestolen kleren aan, proberend niet te lachen om hun eigen absurditeit.
“Waar denk je dat we nu zijn?” vroeg Lisa, haar ogen scannend over de drukke straat. Mensen in kleurige gewaden liepen heen en weer, en er klonk het geluid van hamers op metaal uit een nabijgelegen smidse.
James haalde zijn schouders op. “Geen idee. Maar het ziet eruit alsof we in de middeleeuwen zijn, ergens in Europa. Misschien Duitsland of Frankrijk?”
Lisa knikte, haar gedachten al afdwalend naar de mogelijkheden. “Wie zullen we hier tegenkomen? Een ridder? Een koning? Of misschien…” Ze liet haar zin onafgemaakt, haar ogen glinsterend van anticipatie.
“Of misschien Le Danger,” onderbrak James haar, zijn stem serieuzer. “We moeten voorzichtig zijn. Hij is nog steeds op ons pad, en hij wordt steeds slimmer.”
Lisa’s glimlach verdween. “Ik weet het. Maar ik ben niet van plan me te laten vangen. Ik heb te veel geleerd om me nu te laten verslaan.” Ze rechtte haar schouders, vastbesloten. “Laten we gaan kijken wat deze tijd ons te bieden heeft.”
Ze liepen verder, zich mengend tussen de menigte. Lisa voelde zich als een vis in het water, haar verlegenheid verdwenen na alles wat ze had meegemaakt. Ze observeerde de mensen om haar heen, op zoek naar iets of iemand die haar aandacht trok. En toen zag ze hem: een knappe man in een leren tuniek, met een zwaard aan zijn zijde en een ondeugende blik in zijn ogen. Hij stond bij een kraam, waar hij met de verkoopster flirtte.
“Kijk eens wie we daar hebben,” fluisterde Lisa, haar ogen glinsterend. “Een ridder, of misschien een rover. Het maakt niet uit. Hij ziet er… interessant uit.”
James rolde met zijn ogen. “Lisa, we zijn hier niet voor een avontuurtje. We moeten Le Danger vinden en stoppen.”
“En wie zegt dat dit niet deel kan uitmaken van het plan?” Lisa grijnsde ondeugend. “Misschien kan hij ons helpen. Of misschien… kan ik hem helpen.”
Voordat James kon protesteren, was Lisa al op weg naar de man. Ze bewoog gracieus, haar heupen wiegend in de gestolen jurk. De man merkte haar op en zijn blik werd donker van interesse. “Wel, wel,” zei hij met een diepe stem. “Wie hebben we hier? Een engel die uit de hemel is gevallen?”
Lisa lachte zachtjes, haar wangen kleurend. “Iets dergelijks. Ik ben Lisa. En jij bent…?”
“Rolf,” antwoordde hij, zijn hand uitstekend. “Maar je kunt me ook wel de Rode Ridder noemen. Ik ben op zoek naar avontuur. En jij, mooie dame, ziet eruit alsof je ook wel wat opwinding kunt gebruiken.”
Lisa voelde een kriebel in haar buik. Rolf was charmant, en zijn blik beloofde meer dan alleen maar een gesprek. “Misschien wel,” gaf ze toe. “Maar ik ben niet alleen. Mijn vriend is hier ook.” Ze gebaarde naar James, die met gekruiste armen stond toe te kijken, een mengeling van vermaak en bezorgdheid op zijn gezicht.
Rolf volgde haar blik en knikte respectvol. “Een knappe man. Maar ik zie dat hij je niet kan geven wat je nodig hebt.” Hij leunde dichterbij, zijn stem een fluistering. “Kom vanavond naar de taveerne aan de rand van de stad. Ik zal je laten zien wat echt avontuur is.”
Lisa’s hart sloeg over. Ze wist dat ze voorzichtig moest zijn, maar de verleiding was te groot. “Ik zal er zijn,” fluisterde ze terug, voordat ze zich omdraaide en terugliep naar James.
“Wat was dat?” vroeg James, zijn wenkbrauwen opgetrokken.
Lisa grijnsde. “Een afspraakje. Vanavond, in de taveerne. Rolf de Rode Ridder wil me laten zien wat avontuur is.”
James zuchtte. “Lisa, dit is geen spel. Le Danger is nog steeds daarbuiten.”
“En ik ben van plan hem te vinden,” zei Lisa vastbesloten. “Maar eerst… een beetje plezier. Het is goed voor de ziel.”
Die avond, toen de zon onderging en de stad werd verlicht door fakkels, stond Lisa voor de taveerne, haar hart bonkend van opwinding. Ze had zich omgekleed in een meer uitdagende jurk, die ze van een andere waslijn had gepikt, en haar haar losgelaten, zodat het in golven over haar schouders viel. Rolf stond bij de deur, zijn ogen glinsterend toen hij haar zag.
“Je ziet er prachtig uit,” zei hij, zijn hand uitstekend om de hare te pakken. “Kom, laten we naar binnen gaan.”
Binnen was het druk en lawaaierig, de lucht zwaar van rook en bier. Rolf leidde haar naar een tafeltje in een donker hoekje, waar hij haar een beker wijn aanbood. “Op avontuur,” zei hij, zijn beker tegen de hare tikkend.
Lisa nam een slok, haar ogen nooit van hem afwendend. “Op avontuur,” echode ze.
Ze praatten en lachten, de spanning tussen hen bijna voelbaar. Rolf was charmant en grappig, en Lisa voelde zich steeds meer tot hem aangetrokken. Maar net toen ze dacht dat de avond niet beter kon worden, hoorde ze een bekende stem achter zich.
“Wel, wel, wel. Kijk wie we hier hebben.”
Lisa’s bloed stolde in haar aderen. Ze draaide zich om en daar stond hij: Le Danger, zijn ogen koud en berekenend. “Lisa,” zei hij, zijn stem een fluistering. “Ik dacht dat je slimmer was. Maar hier ben je dan, recht in mijn val.”
Rolf stond op, zijn hand op zijn zwaard. “Wie ben jij? En wat wil je van haar?”
Le Danger glimlachte, een griezelige uitdrukking. “Dat gaat je niets aan, ridder. Dit is tussen mij en haar.”
Lisa’s gedachten raceten. Ze moest iets doen, snel. Ze keek naar Rolf, haar ogen smekend. “Help me,” fluisterde ze.
Rolf knikte, zijn blik vastbesloten. “Niemand raakt haar aan. Niet zolang ik leef.”
Le Danger lachte, een kil geluid. “Dapper, maar dwaas. Je kunt niet tegen me op.”
Voordat Rolf kon reageren, greep Lisa zijn hand. “We moeten gaan. Nu.”
Ze trokken zich terug, Le Danger op hun hielen. De taveerne veranderde in chaos, stoelen en tafels vlogen door de lucht terwijl Rolf en Le Danger vochten. Lisa keek toe, haar hart bonkend, terwijl ze probeerde te bedenken wat ze kon doen.
En toen zag ze het: een open raam, hoog boven de grond. Zonder na te denken, greep ze Rolfs hand. “Spring!” schreeuwde ze.
Hij aarzelde, maar volgde haar voorbeeld. Samen sprongen ze naar beneden, de nacht in, landend in een hoop hooi achter de taveerne. Ze lagen hijgend naast elkaar, de adrenaline door hun aderen stromend.
“Wat nu?” hijgde Rolf, zijn ogen op Lisa gericht.
Lisa glimlachte, ondanks de gevaarlijke situatie. “Nu… nu gaan we verder met ons avontuur.”
Maar voordat ze iets kon zeggen, hoorden ze voetstappen naderen. Le Danger was hen gevolgd. Lisa’s glimlach verdween, en ze keek Rolf aan, haar ogen vol vastberadenheid.
“We zijn nog niet klaar,” fluisterde ze.
En terwijl Le Danger dichterbij kwam, wisten ze dat dit pas het begin was van een nieuw, gevaarlijk hoofdstuk in hun reis door de tijd.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10