Door: Loua98
Datum: 20-05-2025 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 2275
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 7 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Dominantie,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 7 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Dominantie,
Vervolg op: Je Bent Van Mij - 3: Jij Brak De Regel...
Jij Hoort Bij Mij
Een aantal dagen later krijg je een bericht.
Vrijdag. 18:00. Ik haal je op. Eén tas. Geen ondergoed. Je bent van mij dit weekend.
Je staart naar je telefoon, je hart bonkt.
Je voelt de warmte opkomen, als een vlaag van verwachting tussen je benen.
Het is niet de vraag of je gaat.
Je wist allang dat dit eraan zat te komen.
Je zegt niets terug. Alleen:
Oké. Ik wacht.
Vrijdagavond. Hij haalt je op in een donkere auto. Rustige muziek. Hij kijkt opzij als je instapt. Zijn ogen glanzen.
"Goed zo" zegt hij zacht, en zijn hand rust even op je dij — warm, stevig, geruststellend.
Jullie rijden ver, buiten de stad. Hij heeft een huis gehuurd. Modern. Hout. Grote ramen. Open haard.
Hij opent de deur voor je. Laat je binnenlopen.
Het ruikt naar hem. Alles voelt meteen… veilig. Intiem. Spannend.
Hij neemt je tas aan.
“Je hoeft niets te doen dit weekend. Alleen aanwezig zijn. En gehoorzaam.”
Je knikt.
Hij pakt je jas aan, hangt hem op. Dan loopt hij achter je langs, zijn hand glijdt subtiel over je rug, je heup, je zij.
“Je hebt je aan mijn opdracht gehouden?”
Je stem is zacht.
“Ja. Geen ondergoed.”
Hij sluit zijn ogen even, alsof die gedachte hem fysiek raakt.
Dan opent hij ze weer. Diep. Donker.
“Braaf meisje.”
’s Avonds kookt hij voor je. Jullie eten bij kaarslicht. Hij laat je lachen. Hij raakt je alleen af en toe aan — een hand op je nek, je dij, je haar — maar verder niets.
Hij houdt zich in.
En juist dat maakt je gek.
Zijn ogen rusten steeds weer op je benen, je hals, je lippen. Maar hij doet niets.
Tijdens het eten glijdt zijn duim even over de rand van je glas als hij het aanreikt. Zijn knie raakt per ongeluk die van jou — en blijft net iets te lang.
Hij zegt niets over wat je wel of niet draagt onder je jurk, maar jij weet dat hij het zich voorstelt. Je vóélt het in de spanning tussen jullie in.
Na het eten ruimt hij af. Jij blijft aan tafel zitten. Zijn vingers strijken vluchtig over je rug als hij langs je loopt.
Je huid tintelt.
Je laat expres je been kruisen, zodat je jurk iets opschuift.
Hij ziet het.
Zijn kaak spant zich kort, maar hij blijft beheerst.
Totdat hij achter je gaat staan, zijn handen op de leuning naast jouw schouders. Hij buigt zich naar je oor.
Zijn adem raakt je nek.
“Jij wil spelen,” fluistert hij, “maar je weet wat het betekent als je verliest.”
Zijn lippen raken je huid heel even.
“En jij gaat verliezen.”
Dan loopt hij weg.
Je hart bonkt in je keel. Je benen trillen onder de tafel.
Je weet het al: dit weekend… is nog lang niet voorbij.
Later, als je samen op de bank zit, legt hij zijn arm om je heen en trekt je zacht tegen zich aan.
Je hoofd rust op zijn borst. Zijn vingers glijden langzaam langs je bovenarm.
"Wil je het?" vraagt hij plots.
Zijn stem is kalm, maar zwaar.
"Wil je me weer?"
Hij kijkt je intens aan met zijn donkere glimmende ogen.
Jij knikt, zonder twijfel.
“Ja.”
Hij staat op, steekt zijn hand naar je uit.
Je legt de jouwe erin.
Hij leidt je naar de slaapkamer en kleedt je langzaam uit. Niet gehaast. Zijn handen strelen, ontkleden, bewonderen.
Je staat daar, naakt, en hij kust je schouders, je buik, je heupen.
“Ik ben verslaafd aan je,” fluistert hij.
Hij trekt zijn shirt over zijn hoofd, zijn broek los. Dan neemt hij je mee naar het bed.
De eerste minuten zijn stil.
Hij komt bovenop je. Zijn borst tegen de jouwe. Zijn mond vindt de jouwe, zacht. Warm.
Zijn hand ligt op je hart, alsof hij wil voelen dat je er echt bent.
Als hij in je glijdt, doe je je ogen dicht.
Niet omdat je je wil afsluiten. Maar omdat je alles voelt. "Kijk mij aan." Fluistert hij zacht.
Hij beweegt langzaam. Ritmisch. Alsof hij je wil vullen met meer dan alleen zijn lichaam.
Hij streelt je haar terwijl je lijf beeft.
"Ik hou je vast," zegt hij, "ik laat je niet los." Terwijl jij klaar komt op zijn ritme.
Maar daarna… verandert het.
Hij draait je om. Jij op je knieën. Zijn handen grijpen je heupen, trekken je achteruit.
Hij vult je opnieuw — dieper. Harder.
"Je lichaam is zó van mij. Jij weet het. Jij voelt het."
Je kreunt luid. Alles in je bonkt. "Je wil mij."
Hij trekt je overeind, houdt je tegen zijn borst terwijl hij je blijft nemen.
Zijn hand op je buik, zijn adem in je nek.
“Kom nog een keer voor me. Laat me horen hoe graag je van mij bent.”
Je komt. Dieper dan ooit. En hij komt vlak daarna, met je naam op zijn lippen.
Wanneer jij de volgende ochtend wakker wordt zie je dat hij naar je kijkt. Hij zit op de stoel in de kamer.
De hele ochtend wacht je tot hij je weer aanraakt zoals gister, je naam noemt en je weer beet pakt.
Hij ziet wanneer jij de gedachte los laat en pakt zijn kans.
Je schrikt even wanneer hij je kin optilt en je dwingt hem weer aan te kijken. Zijn blik is scherp — niet boos, maar geladen met iets anders. Iets dat je zenuwen laat tintelen.
“Kleed je uit en ga liggen in bed met je ogen gesloten.”
Je doet het meteen. Nog trillend. Je ogen zijn gesloten. Je hoort het geritsel van stof, het openen van een lade.
Even later voel je het: zijde. Een blinddoek, strak maar zacht, over je ogen getrokken.
Dan iets kouds — leer — dat sluit rond je polsen.
“Je hoeft niet bang te zijn,” zegt hij kalm.
“Ik weet wat je aankunt.”
Hij tilt je polsen boven je hoofd en bevestigt de riem ergens aan het bed. Je ligt nu op je buik, gebonden, blind. Je adem stokt — niet van angst, maar van het rauwe besef dat jij jezelf zojuist volledig hebt weggegeven.
Dan voel je hem weer. Zijn vingers. Zijn mond. Zijn stem, vlakbij je oor:
“Dit is nog maar het begin.”
Wat volgt, is traag en diep. Hij speelt met je lichaam alsof hij elk snijvlak ervan kent. Soms is hij zacht. Soms bijt hij zacht in je schouder, laat zijn vingers strelen tot je huilt van verlangen. En dan ineens — één ruk, één stoot — en je bent wéér verloren.
Je weet niet hoelang je hier ligt. Het lijkt een roes. Een opeenvolging van fluisteringen, bevelen, aanrakingen. Je telt je orgasmes niet meer. Alleen de keren dat hij je naam zegt. Alleen de keren dat hij je vasthoudt als je beeft.
En telkens weer zegt hij het, fluistert het in je huid:
“Van mij. Van mij. Van mij.”
Na afloop veegt hij je haren uit je gezicht en geeft hij je een kus.
Trekt je tegen zich aan. Hij ligt achter je, hand op je buik.
“Ik wil meer dan één weekend,” fluistert hij.
“Ik wil elke nacht.”
Vrijdag. 18:00. Ik haal je op. Eén tas. Geen ondergoed. Je bent van mij dit weekend.
Je staart naar je telefoon, je hart bonkt.
Je voelt de warmte opkomen, als een vlaag van verwachting tussen je benen.
Het is niet de vraag of je gaat.
Je wist allang dat dit eraan zat te komen.
Je zegt niets terug. Alleen:
Oké. Ik wacht.
Vrijdagavond. Hij haalt je op in een donkere auto. Rustige muziek. Hij kijkt opzij als je instapt. Zijn ogen glanzen.
"Goed zo" zegt hij zacht, en zijn hand rust even op je dij — warm, stevig, geruststellend.
Jullie rijden ver, buiten de stad. Hij heeft een huis gehuurd. Modern. Hout. Grote ramen. Open haard.
Hij opent de deur voor je. Laat je binnenlopen.
Het ruikt naar hem. Alles voelt meteen… veilig. Intiem. Spannend.
Hij neemt je tas aan.
“Je hoeft niets te doen dit weekend. Alleen aanwezig zijn. En gehoorzaam.”
Je knikt.
Hij pakt je jas aan, hangt hem op. Dan loopt hij achter je langs, zijn hand glijdt subtiel over je rug, je heup, je zij.
“Je hebt je aan mijn opdracht gehouden?”
Je stem is zacht.
“Ja. Geen ondergoed.”
Hij sluit zijn ogen even, alsof die gedachte hem fysiek raakt.
Dan opent hij ze weer. Diep. Donker.
“Braaf meisje.”
’s Avonds kookt hij voor je. Jullie eten bij kaarslicht. Hij laat je lachen. Hij raakt je alleen af en toe aan — een hand op je nek, je dij, je haar — maar verder niets.
Hij houdt zich in.
En juist dat maakt je gek.
Zijn ogen rusten steeds weer op je benen, je hals, je lippen. Maar hij doet niets.
Tijdens het eten glijdt zijn duim even over de rand van je glas als hij het aanreikt. Zijn knie raakt per ongeluk die van jou — en blijft net iets te lang.
Hij zegt niets over wat je wel of niet draagt onder je jurk, maar jij weet dat hij het zich voorstelt. Je vóélt het in de spanning tussen jullie in.
Na het eten ruimt hij af. Jij blijft aan tafel zitten. Zijn vingers strijken vluchtig over je rug als hij langs je loopt.
Je huid tintelt.
Je laat expres je been kruisen, zodat je jurk iets opschuift.
Hij ziet het.
Zijn kaak spant zich kort, maar hij blijft beheerst.
Totdat hij achter je gaat staan, zijn handen op de leuning naast jouw schouders. Hij buigt zich naar je oor.
Zijn adem raakt je nek.
“Jij wil spelen,” fluistert hij, “maar je weet wat het betekent als je verliest.”
Zijn lippen raken je huid heel even.
“En jij gaat verliezen.”
Dan loopt hij weg.
Je hart bonkt in je keel. Je benen trillen onder de tafel.
Je weet het al: dit weekend… is nog lang niet voorbij.
Later, als je samen op de bank zit, legt hij zijn arm om je heen en trekt je zacht tegen zich aan.
Je hoofd rust op zijn borst. Zijn vingers glijden langzaam langs je bovenarm.
"Wil je het?" vraagt hij plots.
Zijn stem is kalm, maar zwaar.
"Wil je me weer?"
Hij kijkt je intens aan met zijn donkere glimmende ogen.
Jij knikt, zonder twijfel.
“Ja.”
Hij staat op, steekt zijn hand naar je uit.
Je legt de jouwe erin.
Hij leidt je naar de slaapkamer en kleedt je langzaam uit. Niet gehaast. Zijn handen strelen, ontkleden, bewonderen.
Je staat daar, naakt, en hij kust je schouders, je buik, je heupen.
“Ik ben verslaafd aan je,” fluistert hij.
Hij trekt zijn shirt over zijn hoofd, zijn broek los. Dan neemt hij je mee naar het bed.
De eerste minuten zijn stil.
Hij komt bovenop je. Zijn borst tegen de jouwe. Zijn mond vindt de jouwe, zacht. Warm.
Zijn hand ligt op je hart, alsof hij wil voelen dat je er echt bent.
Als hij in je glijdt, doe je je ogen dicht.
Niet omdat je je wil afsluiten. Maar omdat je alles voelt. "Kijk mij aan." Fluistert hij zacht.
Hij beweegt langzaam. Ritmisch. Alsof hij je wil vullen met meer dan alleen zijn lichaam.
Hij streelt je haar terwijl je lijf beeft.
"Ik hou je vast," zegt hij, "ik laat je niet los." Terwijl jij klaar komt op zijn ritme.
Maar daarna… verandert het.
Hij draait je om. Jij op je knieën. Zijn handen grijpen je heupen, trekken je achteruit.
Hij vult je opnieuw — dieper. Harder.
"Je lichaam is zó van mij. Jij weet het. Jij voelt het."
Je kreunt luid. Alles in je bonkt. "Je wil mij."
Hij trekt je overeind, houdt je tegen zijn borst terwijl hij je blijft nemen.
Zijn hand op je buik, zijn adem in je nek.
“Kom nog een keer voor me. Laat me horen hoe graag je van mij bent.”
Je komt. Dieper dan ooit. En hij komt vlak daarna, met je naam op zijn lippen.
Wanneer jij de volgende ochtend wakker wordt zie je dat hij naar je kijkt. Hij zit op de stoel in de kamer.
De hele ochtend wacht je tot hij je weer aanraakt zoals gister, je naam noemt en je weer beet pakt.
Hij ziet wanneer jij de gedachte los laat en pakt zijn kans.
Je schrikt even wanneer hij je kin optilt en je dwingt hem weer aan te kijken. Zijn blik is scherp — niet boos, maar geladen met iets anders. Iets dat je zenuwen laat tintelen.
“Kleed je uit en ga liggen in bed met je ogen gesloten.”
Je doet het meteen. Nog trillend. Je ogen zijn gesloten. Je hoort het geritsel van stof, het openen van een lade.
Even later voel je het: zijde. Een blinddoek, strak maar zacht, over je ogen getrokken.
Dan iets kouds — leer — dat sluit rond je polsen.
“Je hoeft niet bang te zijn,” zegt hij kalm.
“Ik weet wat je aankunt.”
Hij tilt je polsen boven je hoofd en bevestigt de riem ergens aan het bed. Je ligt nu op je buik, gebonden, blind. Je adem stokt — niet van angst, maar van het rauwe besef dat jij jezelf zojuist volledig hebt weggegeven.
Dan voel je hem weer. Zijn vingers. Zijn mond. Zijn stem, vlakbij je oor:
“Dit is nog maar het begin.”
Wat volgt, is traag en diep. Hij speelt met je lichaam alsof hij elk snijvlak ervan kent. Soms is hij zacht. Soms bijt hij zacht in je schouder, laat zijn vingers strelen tot je huilt van verlangen. En dan ineens — één ruk, één stoot — en je bent wéér verloren.
Je weet niet hoelang je hier ligt. Het lijkt een roes. Een opeenvolging van fluisteringen, bevelen, aanrakingen. Je telt je orgasmes niet meer. Alleen de keren dat hij je naam zegt. Alleen de keren dat hij je vasthoudt als je beeft.
En telkens weer zegt hij het, fluistert het in je huid:
“Van mij. Van mij. Van mij.”
Na afloop veegt hij je haren uit je gezicht en geeft hij je een kus.
Trekt je tegen zich aan. Hij ligt achter je, hand op je buik.
“Ik wil meer dan één weekend,” fluistert hij.
“Ik wil elke nacht.”
Trefwoord(en): Dominantie,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10