Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Hertogmpo
Datum: 07-06-2025 | Cijfer: 9.1 | Gelezen: 13257
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Buurtfeest,
De Ontmoeting
De lucht was nog warm van de zomerse dag toen de eerste lampionnen boven de straat begonnen te gloeien. Het jaarlijkse buurtfeest had iets kneuterigs – plastic stoelen, papieren borden, zelfgemaakte salades – maar ook iets knus en dorps. Iedereen kende elkaar, of deed alsof. Marc stond al met een groepje buren te praten, glas wijn in de hand, ontspannen, zoals altijd.

Ik had een wit jurkje aan, kort genoeg om benen te laten zien, los genoeg om de warmte toe te laten. Mijn borsten, zwaar en stevig, tekenden zich zichtbaar af onder de stof. Niet overdreven, maar ik zag de blikken. Zoals altijd. Ik voelde me bekeken, maar op een manier die me opwond. Zachtjes streelde ik mijn vingers langs het glas in mijn hand en liet mijn blik over het plein glijden.

En toen zag ik hem.

Hij stond iets verderop, alleen, handen in zijn zakken, het soort zelfverzekerde houding dat niets hoefde te bewijzen. Hij was groot, donker haar, zijn blik scherp. Hij glimlachte toen onze ogen elkaar vonden – niet vriendelijk, maar een beetje te zelfverzekerd. Alsof hij me al kende. Alsof hij al wist wat er ging gebeuren.

Hij liep op me af, langzaam, geen haast. “Cynthia, toch?”

Ik knikte, mijn wenkbrauwen licht gefronst. “Kennen wij elkaar?”

“Niet direct,” zei hij met een schuine grijns. “Ik ben Pieter. Een oude bekende van Marc.”

Ik keek over mijn schouder. Marc stond met zijn rug naar ons toe, verdiept in een gesprek over voetbal of zonnepanelen. “Grappig, hij heeft het nooit over je gehad.”

Pieter lachte. “Dat verbaasd me niets.” Zijn stem was laag, beheerst. “Marc en ik... delen wat geschiedenis. Ik ben benieuwd of hij me nog herkent.”

Er zat iets onder die woorden. Iets dat ik niet meteen kon plaatsen. Ik lachte ongemakkelijk, wilde wegkijken, maar zijn ogen hielden me vast.

“En jij,” zei hij, “bent dus zijn vrouw.”

Ik knikte.

“Dat verbaasd me dan weer wél niet,” zei hij zacht.

Mijn wangen werden warm. Er hing spanning in de lucht, alsof hij iets wist wat ik niet wist. Iets wat hij me niet vertelde.

Er begon een opzwepend nummer te spelen. Mensen klapten mee, dansten. Pieter boog iets naar me toe. “Kom je dansen?”

Ik aarzelde. “Ik... ik weet niet of dat gepast is.”

Zijn ogen gleden over me. “Wat is daar ongepast aan? Het is een buurtfeest. Niemand kijkt.”

Zijn hand gleed onder mijn elleboog, warm, zeker. Hij trok me zachtjes mee naar het midden van het plein. En ik liet me trekken. De muziek ging sneller, we draaiden om elkaar heen. Hij was soepel, zelfverzekerd. Zijn hand op mijn onderrug, net iets te laag om nog onschuldig te zijn. Zijn ogen op mijn lippen als ik lachte.

Marc zag niets. Stond meters verderop. Keek een andere kant op.

Toen veranderde de muziek. Een langzaam, zwoel nummer, een cover van een oude klassieker. Het soort nummer waarbij lichamen dichterbij komen. Waarbij handen niet meer luchtig zweven, maar rusten. Vingers glijden.

Ik wilde zeggen dat ik terug moest. Dat ik even wilde drinken. Maar zijn hand pakte de mijne. Zijn andere hand gleed stevig op mijn heup. “Blijf nog even,” fluisterde hij.

En ik bleef.

Mijn lichaam tegen het zijne. Zijn adem vlak bij mijn hals. Zijn vingers bewogen zich over mijn rug, klein, subtiel, maar dwingend. Mijn hart sloeg sneller. Niet van angst. Van iets anders.

“Je ruikt lekker,” zei hij.

“Pieter...”

“Zeg als ik moet stoppen,” fluisterde hij in mijn oor.

Maar ik zei niets.

De muziek leek alles om ons heen weg te duwen. Geen buren, geen gesprekken, geen stoelen en plastic bekertjes. Alleen zijn ademhaling, mijn hartslag, en de zachte frictie van onze lichamen tegen elkaar.

Zijn hand rustte nog steeds op mijn rug, maar ik voelde hoe zijn vingers zich langzaam verplaatsten. Niet abrupt. Niet brutaal. Maar met die zelfverzekerde kalmte die nog gevaarlijker is dan haast. Alsof hij wist dat ik hem niet zou tegenhouden. Alsof hij mij al gelezen had.

Zijn vingers gleden omlaag.

Van mijn rug...

Naar mijn onderrug...

Langs de curve van mijn jurk...

Tot hij de rand van mijn kont bereikte.

Hij hield me dicht tegen zich aan, zijn hand nu volledig op mijn rechterbil, stevig, maar niet grof. Zijn duim bewoog klein, cirkelend, net onder de rand van mijn slipje. Ik voelde mijn ademhaling versnellen. Mijn huid tintelde onder de stof, mijn benen voelden licht.

“Dit is niet slim,” fluisterde ik. Het klonk als protest, maar ik hoorde mijn eigen stem. Hees. Verlangend.

“Maar je laat het toe,” antwoordde hij zacht, zijn lippen nauwelijks van mijn oor verwijderd. “Je lichaam liegt niet, Cynthia.”

Ik slikte. Mijn handen rustten nog steeds op zijn schouders. Ik had ze kunnen gebruiken om hem weg te duwen. Maar ik deed het niet.

In plaats daarvan trok hij me een halve stap dichter tegen zich aan. Zijn bovenbeen gleed tussen de mijne. De stof van mijn jurk schoof iets omhoog. Onze bewegingen waren nauwelijks zichtbaar voor een buitenstaander — wie ons zag, zag alleen een langzaam dansend stel in het schemerlicht van lampionnen.

Maar ik voelde alles.

Zijn dij tegen mijn binnenkant. Zijn hand, die nu met zijn vingertoppen over de bolling van mijn bil streelde. Mijn eigen lichaam, dat warmer werd, natter zelfs. Ik haatte hoe duidelijk het was, hoe opgewonden ik raakte — en hoe weinig ik eraan wilde doen.

“Waarom doe je dit?” fluisterde ik.

Hij glimlachte tegen mijn huid. “Omdat jij me niet gestopt hebt.”

Zijn duim gleed nu langzaam langs de naad van mijn bil, een zachte druk die bijna te subtiel was om op te merken, maar juist daardoor des te intiemer. Ik moest mijn lippen op elkaar drukken om niet hoorbaar uit te ademen.

Toen ging de muziek langzaam over in stilte. Het nummer was voorbij.

We stonden stil. Nog steeds dicht bij elkaar. Zijn hand verplaatste zich langzaam weer omhoog, alsof er niets gebeurd was. Maar zijn vingers lieten een spoor na op mijn huid, onzichtbaar maar onuitwisbaar.

Ik keek op.

Marc stond nog steeds aan de andere kant van het plein. Hij lachte met iemand, een biertje in zijn hand. Hij had niets gezien.

Pieter boog zich naar me toe. “Kom je zo nog even bij de buitenkeuken?” vroeg hij zacht.

“Waarom?” vroeg ik terug, mijn stem een fractie van wat ze was.

“Om even te praten. Alleen jij en ik.”

Ik wilde nee zeggen.

Maar wat ik zei was: “Ik moet nog even iets pakken uit de tuin.”

Hij knikte. Keek me nog één keer aan.

En liep weg, richting de overkapping.

Mijn benen voelden licht. Mijn borstkas gespannen. Mijn slipje... klam.

De tuin achter het huis lag half in het donker. Alleen het zachte schijnsel van de buitenkeuken en de smeulende gloed van de openhaard verlichtten de overkapping. De muziek van het buurtfeest klonk nog vaag op de achtergrond, vervormd door stemmen, gelach en geroezemoes.

Ik liep langzaam. Bewust. Niet te haastig, alsof ik gewoon iets vergeten was. Maar vanbinnen denderde mijn hart als een op hol geslagen trein. Mijn slipje plakte zacht tegen mijn huid. Mijn benen voelden licht, maar gespannen.

Pieter stond al bij de buitenkeuken. Hij had een glas in zijn hand, maar nam geen slok. Zijn ogen waren op mij gericht vanaf het moment dat ik om de hoek kwam.

Hij zei niets.

En ik ook niet.

Ik bleef een halve meter bij hem vandaan staan, alsof die ruimte nog iets betekende. Alsof ik mezelf zo kon vertellen dat ik nog niets fout had gedaan. Dat het alleen maar dansen was geweest. Dat zijn hand op mijn kont niet echt tellen kon.

Maar Pieter stapte naar voren. Langzaam. Geen haast.

“Waarom ben je gekomen?” vroeg hij.

“Je vroeg het,” antwoordde ik.

“Dat is geen antwoord.”

Hij stond nu vlak voor me. Zijn blik lag op mijn gezicht, maar zijn ogen schoten steeds kort naar mijn hals, mijn borsten. Mijn jurk. Hij kon me lezen. Elke trilling in mijn stem, elk tikje onzekerheid in mijn houding — hij wist het al.

Zijn hand reikte naar voren en streek een haarlok van mijn schouder. Zijn vingers raakten terloops mijn sleutelbeen. Langzaam. Zijn vingertoppen bleven rusten, net iets te lang.

Ik deed een stap achteruit.

Maar mijn rug raakte direct de houten pilaar van de overkapping. Hij was warm van de zon.

Pieter stapte met me mee. Geen afstand meer.

Zijn hand ging niet meer naar mijn haar. Hij streek langs mijn arm, naar mijn zij, en rustte ten slotte op mijn heup. Stevig. Zijn duim duwde tegen de rand van mijn jurk, alsof hij mijn huid zocht.

“Je speelt geen spel,” fluisterde hij. “Je bent alleen vergeten dat je het lekker vindt als iemand anders de touwtjes in handen neemt.”

Ik slikte. Mijn lippen voelden droog.

Zijn andere hand gleed omhoog, langs mijn ribbenkast, tot net onder de onderkant van mijn borst. Hij bleef daar hangen. Mijn ademhaling versnelde. Ik voelde de hitte tussen mijn benen groeien — een diepe, hongerige druk.

“Pieter…” begon ik.

Hij boog zich naar me toe, zijn lippen amper een centimeter van de mijne.

“Je hoeft alleen maar te zeggen dat ik moet stoppen.”

Ik keek hem aan. Lang. Diep.

Maar ik zei het niet.

En toen kuste hij me.

Zijn mond was warm, dwingend. Zijn tong gleed tussen mijn lippen alsof hij er altijd thuis hoorde. Mijn handen, zonder dat ik het besefte, gleden naar zijn schouders, hielden zich daar vast terwijl zijn lijf zich tegen het mijne drukte. Zijn dij tussen mijn benen. Mijn lichaam versmolt met het zijne — het voelde alsof ik al weken op dit moment had gewacht.

Zijn hand gleed omhoog naar mijn borst, zijn duim over mijn tepel die zich onder de stof hard en gevoelig had gemaakt. Ik kreunde zacht tegen zijn mond aan. Hij beet op mijn onderlip. Niet hard. Maar net genoeg.

Plots klonk er gelach, ergens aan de andere kant van de tuin. We verstijfden.

Pieter trok zich langzaam terug, zijn ademhaling zwaar.

Ik hoorde mijn eigen stem nauwelijks. “Straks… straks hoort iemand ons.”

Hij lachte zacht, donker. “Dan moeten we stiller zijn.”

En hij boog zich weer naar me toe, zijn hand nu onder mijn jurk, over mijn bovenbeen, stijgend — richting de plek waar ik hem het meeste voelde.
Trefwoord(en): Buurtfeest, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...