Door: Hertogmpo
Datum: 13-06-2025 | Cijfer: 8.9 | Gelezen: 3262
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 6 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Betrapt, Buurtfeest,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 6 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Betrapt, Buurtfeest,
Betrapt
Het geluid van de rollende koffer op de grindtegels trok haar abrupt uit haar roes. Cynthia stond in de keuken, haar haar nog vochtig van de snelle douche, haar lichaam nog warm van die ochtend — van Pieter. Haar slipje plakte zacht tegen haar huid. De geur van seks zat nog in haar neus, alsof haar lijf het niet wilde loslaten.
De klok tikte. 14:03.
Marc was te vroeg.
Ze liep met beheerste pas naar de voordeur, trok deze open met een glimlach die niet bij haar hartslag paste.
“Hé,” zei ze, haar stem hoger dan normaal.
Marc lachte, gooide zijn tas naar binnen, sloeg zijn armen om haar heen en zoende haar op haar wang. “Ik heb je gemist.”
Haar hart sloeg over.
“Ik jou ook,” fluisterde ze. “Drukke vlucht?”
“Valt mee. Maar ik ben blij weer thuis te zijn.”
Zijn hand gleed over haar rug, bleef hangen op haar onderrug. “Je voelt warm.”
“Zat net in de zon,” loog ze. “Ik… eh… ga even boodschappen doen. We hadden niks in huis.”
Hij knikte. “Ik spring even onder de douche.”
Cynthia vluchtte het huis uit met kloppend hart. In haar tas zat haar telefoon, met het appje dat ze nog niet had durven openen. Pieter had het een uur geleden gestuurd:
“Ik wil je zien. Snel. Desnoods in de auto. Vijf minuten is genoeg.”
Ze wist dat het dom was. Roekeloos.
Maar haar vingers tikten toch:
“Half uurtje. Parkeerplaats bij het bos.”
De auto stond geparkeerd in een schaduwrijke hoek, ver weg van voorbijgangers. Pieter zat al achter het stuur, zijn blik scherp, hongerig. Toen Cynthia instapte, trok hij haar direct naar zich toe. Zijn mond op de hare. Zijn hand tussen haar benen.
“Ik heb je nodig,” fluisterde hij tegen haar hals.
Ze hijgde. “Het moet snel.”
“Ik weet wat ik wil.”
Ze kroop over de middenconsole, gleed op zijn schoot. Haar jurk omhoog, haar slipje opzij. Zijn broek half omlaag. Zijn pik al hard.
Ze gleed over hem heen. Stil, diep, warm.
Zijn handen op haar heupen. Haar mond tegen zijn nek.
En toen — een klop op het raam.
Ze verstijfden. Haar hart sloeg één tel niet.
Pieter keek op.
Marc.
Zijn gezicht. Zijn ogen.
Alles erin was stil.
En dat was nog het engste van alles.
De klop op het raam bleef nagalmen.
Marc stond daar. Zijn gezicht was uitdrukkingsloos. Zijn ogen verborgen niets — en tegelijk alles.
Cynthia’s hart bonsde in haar borst. Ze bewoog zich niet. Haar dijen nog gespreid over Pieter, zijn pik nog diep in haar, haar ademhaling razend en gesmoord. Pieter verstijfde onder haar, zijn handen losjes op haar heupen.
Marc bewoog langzaam. Geen explosie. Geen schreeuw.
Hij liep om de auto heen. Open deur.
Ze voelde lucht langs haar blote rug. Schaamte schoot als een mes door haar lijf.
Maar wat Marc deed…
… was gaan zitten op de achterbank.
Geen woord. Geen gebaar.
Hij zat.
En keek.
Cynthia keek hem aan. Haar mond half open.
“Marc…”
Haar stem brak.
Zijn ogen bleven koel, maar niet leeg.
“Ik ben al een tijdje niet meer blind,” zei hij zacht. “Je was weg. Lichamelijk, mentaal. Maar ik was te laf om het te erkennen.”
Ze wilde iets zeggen. Ze wist niet wat.
“Ga door,” zei hij.
Haar adem stokte.
“Wat?” fluisterde Pieter onder haar.
Marc’s stem was beheerst. “Je hebt je keuze al gemaakt. Maak hem dan volledig.”
Zijn blik was nu op haar gericht. Niet woedend. Niet gebroken. Maar… scherp.
“Of durf je niet, nu ik het zie?”
Het was het laatste dat Cynthia verwacht had. Geen vechten. Geen tranen.
Alleen dat.
De toestemming. Of de test.
Ze wist het niet.
Haar ademhaling versnelde. Pieter’s hart bonkte voelbaar tegen haar bekken.
En haar lichaam…
… maakte geen aanstalten om te stoppen.
Er hing een stilte in de auto die alles zei — en tegelijk niets toeliet.
Marc zat op de achterbank. Zijn ogen rustig, bijna onwerkelijk kalm. Alsof hij al lang had opgegeven, of zich had voorbereid op dit moment. Alsof hij haar helemaal had losgelaten... of haar juist wilde zien, zíen wat ze had gekozen.
Pieter keek op naar Cynthia. Zijn handen nog steeds op haar heupen, zijn pik diep in haar. Zijn gezicht twijfelend, maar zijn lichaam strak van spanning.
Zij keek tussen hen in. Naar Marc. Naar Pieter. Naar haarzelf.
En ze bewoog.
Langzaam, maar beslist. Haar heupen gleden omhoog, zijn lengte verliet haar lijf voor een seconde…
… en gleed toen opnieuw in haar.
Pieter zuchtte diep. Zijn vingers klemden zich steviger om haar huid.
Cynthia’s hoofd kantelde achterover. Haar haar viel los over haar rug. Haar ademhaling versnelde. Ze begon te rijden. Traag. Nat. Vol.
Marc zei niets.
Pieter keek haar aan — verwonderd, gretig, bijna dierlijk.
“Ben je zeker?” fluisterde hij.
Cynthia knikte.
“Nu er iemand kijkt… wil ik dat je doorgaat.”
Haar heupen begonnen steviger te bewegen. De auto kraakte licht. Haar borsten deinsten bij elke stoot. Haar handen op zijn borst, haar dijen strak tegen zijn. Ze kreunde — laag, rauw, zonder rem.
Marc keek. Niet om haar klein te maken. Maar om te zien wat hij nooit had begrepen. Of om te voelen wat hij had verloren. Misschien zelfs… om haar te laten gaan.
Pieter voelde haar natter worden, strakker. Zijn handen trokken haar dichter tegen zich aan.
“Ik wil dat je komt,” fluisterde hij.
Zij knikte, haar voorhoofd glinsterend van zweet. Haar bekken vingen zijn ritme op. Haar mond open. Haar stem brak in gefluisterde woorden.
“Ik ga… oh god, Pieter… ja… daar… dáár—”
Ze kwam. Schokkend. Bevend op hem. Haar vingers klemden zich in zijn schouders. Haar huid sidderde. Haar spieren trokken ritmisch samen rond zijn pik. En hij hield haar vast.
Toen begon hij zich te bewegen. Dieper. Hoger tempo. Rauw. Zonder schaamte.
Marc keek toe, stil.
Cynthia fluisterde nog één zin:
“Kom in me. Laat hem zien wat ik nodig heb.”
Pieter kreunde diep, trok haar tegen zich aan — en spoot zich leeg in haar. Warm, pulserend, ongeremd.
De auto vulde zich met stilte en ademhaling.
Cynthia bleef op hem liggen. Vol. Bewust.
En zonder spijt.
De klok tikte. 14:03.
Marc was te vroeg.
Ze liep met beheerste pas naar de voordeur, trok deze open met een glimlach die niet bij haar hartslag paste.
“Hé,” zei ze, haar stem hoger dan normaal.
Marc lachte, gooide zijn tas naar binnen, sloeg zijn armen om haar heen en zoende haar op haar wang. “Ik heb je gemist.”
Haar hart sloeg over.
“Ik jou ook,” fluisterde ze. “Drukke vlucht?”
“Valt mee. Maar ik ben blij weer thuis te zijn.”
Zijn hand gleed over haar rug, bleef hangen op haar onderrug. “Je voelt warm.”
“Zat net in de zon,” loog ze. “Ik… eh… ga even boodschappen doen. We hadden niks in huis.”
Hij knikte. “Ik spring even onder de douche.”
Cynthia vluchtte het huis uit met kloppend hart. In haar tas zat haar telefoon, met het appje dat ze nog niet had durven openen. Pieter had het een uur geleden gestuurd:
“Ik wil je zien. Snel. Desnoods in de auto. Vijf minuten is genoeg.”
Ze wist dat het dom was. Roekeloos.
Maar haar vingers tikten toch:
“Half uurtje. Parkeerplaats bij het bos.”
De auto stond geparkeerd in een schaduwrijke hoek, ver weg van voorbijgangers. Pieter zat al achter het stuur, zijn blik scherp, hongerig. Toen Cynthia instapte, trok hij haar direct naar zich toe. Zijn mond op de hare. Zijn hand tussen haar benen.
“Ik heb je nodig,” fluisterde hij tegen haar hals.
Ze hijgde. “Het moet snel.”
“Ik weet wat ik wil.”
Ze kroop over de middenconsole, gleed op zijn schoot. Haar jurk omhoog, haar slipje opzij. Zijn broek half omlaag. Zijn pik al hard.
Ze gleed over hem heen. Stil, diep, warm.
Zijn handen op haar heupen. Haar mond tegen zijn nek.
En toen — een klop op het raam.
Ze verstijfden. Haar hart sloeg één tel niet.
Pieter keek op.
Marc.
Zijn gezicht. Zijn ogen.
Alles erin was stil.
En dat was nog het engste van alles.
De klop op het raam bleef nagalmen.
Marc stond daar. Zijn gezicht was uitdrukkingsloos. Zijn ogen verborgen niets — en tegelijk alles.
Cynthia’s hart bonsde in haar borst. Ze bewoog zich niet. Haar dijen nog gespreid over Pieter, zijn pik nog diep in haar, haar ademhaling razend en gesmoord. Pieter verstijfde onder haar, zijn handen losjes op haar heupen.
Marc bewoog langzaam. Geen explosie. Geen schreeuw.
Hij liep om de auto heen. Open deur.
Ze voelde lucht langs haar blote rug. Schaamte schoot als een mes door haar lijf.
Maar wat Marc deed…
… was gaan zitten op de achterbank.
Geen woord. Geen gebaar.
Hij zat.
En keek.
Cynthia keek hem aan. Haar mond half open.
“Marc…”
Haar stem brak.
Zijn ogen bleven koel, maar niet leeg.
“Ik ben al een tijdje niet meer blind,” zei hij zacht. “Je was weg. Lichamelijk, mentaal. Maar ik was te laf om het te erkennen.”
Ze wilde iets zeggen. Ze wist niet wat.
“Ga door,” zei hij.
Haar adem stokte.
“Wat?” fluisterde Pieter onder haar.
Marc’s stem was beheerst. “Je hebt je keuze al gemaakt. Maak hem dan volledig.”
Zijn blik was nu op haar gericht. Niet woedend. Niet gebroken. Maar… scherp.
“Of durf je niet, nu ik het zie?”
Het was het laatste dat Cynthia verwacht had. Geen vechten. Geen tranen.
Alleen dat.
De toestemming. Of de test.
Ze wist het niet.
Haar ademhaling versnelde. Pieter’s hart bonkte voelbaar tegen haar bekken.
En haar lichaam…
… maakte geen aanstalten om te stoppen.
Er hing een stilte in de auto die alles zei — en tegelijk niets toeliet.
Marc zat op de achterbank. Zijn ogen rustig, bijna onwerkelijk kalm. Alsof hij al lang had opgegeven, of zich had voorbereid op dit moment. Alsof hij haar helemaal had losgelaten... of haar juist wilde zien, zíen wat ze had gekozen.
Pieter keek op naar Cynthia. Zijn handen nog steeds op haar heupen, zijn pik diep in haar. Zijn gezicht twijfelend, maar zijn lichaam strak van spanning.
Zij keek tussen hen in. Naar Marc. Naar Pieter. Naar haarzelf.
En ze bewoog.
Langzaam, maar beslist. Haar heupen gleden omhoog, zijn lengte verliet haar lijf voor een seconde…
… en gleed toen opnieuw in haar.
Pieter zuchtte diep. Zijn vingers klemden zich steviger om haar huid.
Cynthia’s hoofd kantelde achterover. Haar haar viel los over haar rug. Haar ademhaling versnelde. Ze begon te rijden. Traag. Nat. Vol.
Marc zei niets.
Pieter keek haar aan — verwonderd, gretig, bijna dierlijk.
“Ben je zeker?” fluisterde hij.
Cynthia knikte.
“Nu er iemand kijkt… wil ik dat je doorgaat.”
Haar heupen begonnen steviger te bewegen. De auto kraakte licht. Haar borsten deinsten bij elke stoot. Haar handen op zijn borst, haar dijen strak tegen zijn. Ze kreunde — laag, rauw, zonder rem.
Marc keek. Niet om haar klein te maken. Maar om te zien wat hij nooit had begrepen. Of om te voelen wat hij had verloren. Misschien zelfs… om haar te laten gaan.
Pieter voelde haar natter worden, strakker. Zijn handen trokken haar dichter tegen zich aan.
“Ik wil dat je komt,” fluisterde hij.
Zij knikte, haar voorhoofd glinsterend van zweet. Haar bekken vingen zijn ritme op. Haar mond open. Haar stem brak in gefluisterde woorden.
“Ik ga… oh god, Pieter… ja… daar… dáár—”
Ze kwam. Schokkend. Bevend op hem. Haar vingers klemden zich in zijn schouders. Haar huid sidderde. Haar spieren trokken ritmisch samen rond zijn pik. En hij hield haar vast.
Toen begon hij zich te bewegen. Dieper. Hoger tempo. Rauw. Zonder schaamte.
Marc keek toe, stil.
Cynthia fluisterde nog één zin:
“Kom in me. Laat hem zien wat ik nodig heb.”
Pieter kreunde diep, trok haar tegen zich aan — en spoot zich leeg in haar. Warm, pulserend, ongeremd.
De auto vulde zich met stilte en ademhaling.
Cynthia bleef op hem liggen. Vol. Bewust.
En zonder spijt.
Lees verder: Cynthia Op Het Buurtfeest - 8: De Herverdeling
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10