Door: Hertogmpo
Datum: 19-06-2025 | Cijfer: 8.9 | Gelezen: 3280
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 8 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Parijs, Weddenschap,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 8 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Parijs, Weddenschap,
De Weddenschap
De bedrijfskantine was omgetoverd tot een feestzaal. Lichtslingers bungelden langs het systeemplafond, de stoelen waren opzijgeschoven en iemand had geprobeerd met kerstkleedjes en waxinelichtjes sfeer te maken. Het werkte verrassend goed. Er hing een warme buzz in de lucht — de alcohol vloeide, de kersthapjes gingen rond en de gesprekken waren losser dan op een gewone werkdag.
Klaas stond aan de andere kant van de zaal. Elise herkende zijn houding meteen: iets naar voren geleund, zijn ene hand in zijn broekzak, die typische schuine grijns op zijn gezicht. Zijn sportieve postuur was recht, zelfverzekerd. Typisch Klaas. Overtuigd van zichzelf. Soms iets té.
Tegenover hem stond Jan — zijn baas. Groter dan Klaas, breder ook. Niet lomp, maar strak. Zijn lichaamstaal was rustiger, beheerster, maar Elise zag aan zijn wenkbrauw en halfgeloken ogen dat hij zich niet zomaar uit het veld liet slaan.
Toen Elise dichterbij liep, ving ze een stuk van het gesprek op.
“…je weet zelf ook dat ik de laatste week altijd piek,” zei Klaas grijnzend.
“Jij piekt in woorden, Klaas. Maar omzet is iets anders.” Jan nam een slok van zijn glas rode wijn en liet zijn blik kort door de zaal glijden. “Weet je wat? Laten we er iets op zetten.”
“Oh?” Klaas keek op, ogen helder. “Wat stel je voor?”
Jan dacht even na. “De winnaar mag de klantpresentatie in Parijs doen. Begin januari. Onze grootste nieuwe lead. Inclusief verblijf, diners, alles.”
Klaas snoof. “En de verliezer betaalt?”
“Hotel, vervoer, restaurants. Alles.” Jan’s stem bleef vriendelijk. Maar Elise hoorde de ondertoon. Hij meende het.
“Deal,” zei Klaas direct. “Dat wordt een makkelijke week voor me.”
Op dat moment kwam Elise dichterbij. Ze voelde het, hoe Klaas in zijn element was. Die blik in zijn ogen… dat was waarom ze ooit op hem gevallen was. Maar ook waarom ze hem af en toe achter het behang wilde plakken.
Ze keek van Jan naar Klaas. “Wat gebeurt hier?”
Klaas draaide zich naar haar om, grijns breder dan ooit. “Wedstrijdje. Wie de meeste omzet draait volgende week. Winnende pitch in Parijs. Verliezer betaalt alles.”
Elise keek naar Jan. Die glimlachte beleefd, maar zijn blik gleed heel even naar haar. Vriendelijk. Maar aanwezig.
“Niet spannend genoeg,” zei Elise, voor ze zich kon bedenken. “De winnaar krijgt mij er ook bij. Een week lang. Als partner. ‘Vrouw van.’ Waar hij gaat, ga ik.”
Het werd even stil.
Klaas trok een wenkbrauw op, keek haar aan met die twinkeling in zijn ogen. “Zeker weten?”
“Als jij zo overtuigd bent van jezelf…”
Hij lachte. “Komt goed.” Hij knikte haar toe en hief zijn glas.
Jan zei niets. Hij dronk alleen zijn wijn leeg, zette zijn glas neer, en stak zijn hand uit.
Klaas sloeg erin.
De maandag na de borrel voelde als een kater. Niet vanwege de wijn, maar door de realiteit die nu zachtjes aan de voordeur klopte. Elise dacht terug aan haar eigen woorden — "De winnaar krijgt mij erbij. Als vrouw van." Het had luchtig geklonken, uitdagend, speels. Precies zoals ze het bedoelde. Maar nu ze op de bank zat met haar laptop op schoot en een espresso in haar hand, klonken die woorden als iets anders.
Klaas, die aan de keukentafel zijn mail scande, was nog steeds overtuigd. “Ik ga dit winnen. Je had m’n planning moeten zien. Dit wordt een sluitstuk van het jaar waar Jan nog van opkijkt.”
“Dat hoop ik,” zei Elise zonder op te kijken. Maar er zat iets in haar stem dat hij niet hoorde. Of niet wilde horen.
De dagen vlogen voorbij. De laatste week van het jaar was altijd gekkenwerk — telefoontjes, deals, laatste-moment-afspraken. Elise zag hoe fanatiek Klaas werkte. Maar ze hoorde ook zijn gevloek, zijn korte antwoorden als hij ’s avonds zijn laptop dichtsloeg.
Vrijdagmiddag, 15:47. Klaas kwam binnen, telefoon nog in zijn hand, zijn gezicht strak.
“En?” vroeg Elise voorzichtig.
Hij zei niets. Legde zijn telefoon op tafel. Ging zitten.
Toen, met tegenzin:
“Jan heeft gewonnen. Nipt.”
Ze zweeg. Alles in haar verstijfde een fractie.
Hij keek haar aan. “Het is één deal, Elise. Één verdomde deal die niet door is gegaan.”
Ze knikte langzaam. “Maar een afspraak is een afspraak.”
Zijn blik gleed langs haar gezicht. “Je had het niet hoeven zeggen. Daar, die avond. Dat je meeging.”
“Ik weet het,” zei ze. “Maar ik zei het wel.”
Ze dronken wijn die avond. Zwijgend, elk met hun eigen gedachten.
De volgende ochtend kwam de bevestiging per mail:
"Beste Klaas, zoals afgesproken verzorg ik de klant in Parijs. Jij regelt de kosten. En Elise – zoals beloofd – is mijn partner voor die week. Tot maandag."
Er zat geen knipoog bij. Geen emoji. Alleen zijn naam.
Elise las het op zijn scherm. Ze zei niets.
Tot ze opstond, haar glas pakte, en naar de gang liep.
“Wat ga je doen?” riep Klaas.
“Mijn koffer pakken,” zei ze.
Het was zaterdagochtend toen haar telefoon trilde.
Jan:
“Ik haal je straks op. We moeten nog wat dingen regelen voordat we naar Frankrijk vertrekken. En je hebt vast niet alles mee wat je nodig hebt.”
Elise fronste even. Ze zat in haar joggingbroek, haar haar opgestoken, nog maar half in de realiteit. Haar koffer stond open aan het voeteneind van het bed. De afspraak was duidelijk: ze zou meegaan als de ‘vrouw van’. Voor één week. Officieel. Zakelijk.
Maar dit voelde niet als zakelijk.
Toch antwoordde ze:
“Prima. Hoe laat?”
“Half elf. Trek iets makkelijks aan.”
Jan stond op tijd voor hun deur. Geen sportieve hoodie, geen jeans — maar een colbert over een smalle donkerblauwe coltrui, donkere wollen jas. Stijlvol. Doordacht. Hij glimlachte toen ze naar buiten kwam.
“Elise,” zei hij warm, “je ziet er... wakkerder dan ik had verwacht.”
“Dat maakt één van ons,” grapte ze.
Ze reden in stilte richting het centrum. Na een paar stops bij chique boetieks — waar Jan haar hielp kiezen tussen blazers en rokken alsof hij al jaren vrouwen kleedde — bleven ze uiteindelijk stilstaan voor een onopvallende maar dure etalage met zwarte marmeren tegels en discreet gouden belettering.
“Wat is dit?” vroeg Elise.
“Lingerie,” zei Jan, alsof hij haar vroeg of ze koffie wilde.
Ze keek hem aan.
“Ik geloof in het totaalplaatje,” zei hij rustig. “Een vrouw die zich laat zien... mag eronder ook iets bijzonders dragen.”
Elise slikte. “En jij vindt dat belangrijk.”
Hij keek haar recht aan. “Ik vind het aantrekkelijk. En eerlijk gezegd — als jij komende week als mijn vrouw meegaat... wil ik dat je je ook zo voelt.”
Ze zei niets. De winkelbel klingelde toen hij de deur voor haar opende.
Binnen hing er een zachte geur van poeder en leer. Elise gleed met haar vingers langs het rek. Kant. Zijde. Kleuren van champagne tot bloedrood.
Een verkoopster kwam glimlachend op hen af. Jan was beleefd, charmant, kalm.
“Ze zoekt iets voor een formeel diner. En iets voor daarna.”
Elise keek hem aan, haar wangen licht rood.
Hij glimlachte. Geen knipoog. Geen grap. Alleen die blik — waarderend. Beheerst.Maar onmiskenbaar mannelijk.
Ze liet zich kleden, meten, adviseren. En koos uiteindelijk drie setjes. Eén voor comfort. Eén voor verrassing. En één… voor als ze zou besluiten nergens meer iets onder te dragen.
Bij het afrekenen weigerde Jan haar pinpas.“De man zorgt voor zijn vrouw,” zei hij eenvoudig.
En toen, voordat ze naar de uitgang liepen, draaide hij zich nog even naar haar toe.
“Oh,” zei hij terloops. “Dinsdagavond is er een bal. Diner, dans, formeel. Daar moet je ook nog iets voor passen. Ik wil dat je opvalt.”
Klaas stond aan de andere kant van de zaal. Elise herkende zijn houding meteen: iets naar voren geleund, zijn ene hand in zijn broekzak, die typische schuine grijns op zijn gezicht. Zijn sportieve postuur was recht, zelfverzekerd. Typisch Klaas. Overtuigd van zichzelf. Soms iets té.
Tegenover hem stond Jan — zijn baas. Groter dan Klaas, breder ook. Niet lomp, maar strak. Zijn lichaamstaal was rustiger, beheerster, maar Elise zag aan zijn wenkbrauw en halfgeloken ogen dat hij zich niet zomaar uit het veld liet slaan.
Toen Elise dichterbij liep, ving ze een stuk van het gesprek op.
“…je weet zelf ook dat ik de laatste week altijd piek,” zei Klaas grijnzend.
“Jij piekt in woorden, Klaas. Maar omzet is iets anders.” Jan nam een slok van zijn glas rode wijn en liet zijn blik kort door de zaal glijden. “Weet je wat? Laten we er iets op zetten.”
“Oh?” Klaas keek op, ogen helder. “Wat stel je voor?”
Jan dacht even na. “De winnaar mag de klantpresentatie in Parijs doen. Begin januari. Onze grootste nieuwe lead. Inclusief verblijf, diners, alles.”
Klaas snoof. “En de verliezer betaalt?”
“Hotel, vervoer, restaurants. Alles.” Jan’s stem bleef vriendelijk. Maar Elise hoorde de ondertoon. Hij meende het.
“Deal,” zei Klaas direct. “Dat wordt een makkelijke week voor me.”
Op dat moment kwam Elise dichterbij. Ze voelde het, hoe Klaas in zijn element was. Die blik in zijn ogen… dat was waarom ze ooit op hem gevallen was. Maar ook waarom ze hem af en toe achter het behang wilde plakken.
Ze keek van Jan naar Klaas. “Wat gebeurt hier?”
Klaas draaide zich naar haar om, grijns breder dan ooit. “Wedstrijdje. Wie de meeste omzet draait volgende week. Winnende pitch in Parijs. Verliezer betaalt alles.”
Elise keek naar Jan. Die glimlachte beleefd, maar zijn blik gleed heel even naar haar. Vriendelijk. Maar aanwezig.
“Niet spannend genoeg,” zei Elise, voor ze zich kon bedenken. “De winnaar krijgt mij er ook bij. Een week lang. Als partner. ‘Vrouw van.’ Waar hij gaat, ga ik.”
Het werd even stil.
Klaas trok een wenkbrauw op, keek haar aan met die twinkeling in zijn ogen. “Zeker weten?”
“Als jij zo overtuigd bent van jezelf…”
Hij lachte. “Komt goed.” Hij knikte haar toe en hief zijn glas.
Jan zei niets. Hij dronk alleen zijn wijn leeg, zette zijn glas neer, en stak zijn hand uit.
Klaas sloeg erin.
De maandag na de borrel voelde als een kater. Niet vanwege de wijn, maar door de realiteit die nu zachtjes aan de voordeur klopte. Elise dacht terug aan haar eigen woorden — "De winnaar krijgt mij erbij. Als vrouw van." Het had luchtig geklonken, uitdagend, speels. Precies zoals ze het bedoelde. Maar nu ze op de bank zat met haar laptop op schoot en een espresso in haar hand, klonken die woorden als iets anders.
Klaas, die aan de keukentafel zijn mail scande, was nog steeds overtuigd. “Ik ga dit winnen. Je had m’n planning moeten zien. Dit wordt een sluitstuk van het jaar waar Jan nog van opkijkt.”
“Dat hoop ik,” zei Elise zonder op te kijken. Maar er zat iets in haar stem dat hij niet hoorde. Of niet wilde horen.
De dagen vlogen voorbij. De laatste week van het jaar was altijd gekkenwerk — telefoontjes, deals, laatste-moment-afspraken. Elise zag hoe fanatiek Klaas werkte. Maar ze hoorde ook zijn gevloek, zijn korte antwoorden als hij ’s avonds zijn laptop dichtsloeg.
Vrijdagmiddag, 15:47. Klaas kwam binnen, telefoon nog in zijn hand, zijn gezicht strak.
“En?” vroeg Elise voorzichtig.
Hij zei niets. Legde zijn telefoon op tafel. Ging zitten.
Toen, met tegenzin:
“Jan heeft gewonnen. Nipt.”
Ze zweeg. Alles in haar verstijfde een fractie.
Hij keek haar aan. “Het is één deal, Elise. Één verdomde deal die niet door is gegaan.”
Ze knikte langzaam. “Maar een afspraak is een afspraak.”
Zijn blik gleed langs haar gezicht. “Je had het niet hoeven zeggen. Daar, die avond. Dat je meeging.”
“Ik weet het,” zei ze. “Maar ik zei het wel.”
Ze dronken wijn die avond. Zwijgend, elk met hun eigen gedachten.
De volgende ochtend kwam de bevestiging per mail:
"Beste Klaas, zoals afgesproken verzorg ik de klant in Parijs. Jij regelt de kosten. En Elise – zoals beloofd – is mijn partner voor die week. Tot maandag."
Er zat geen knipoog bij. Geen emoji. Alleen zijn naam.
Elise las het op zijn scherm. Ze zei niets.
Tot ze opstond, haar glas pakte, en naar de gang liep.
“Wat ga je doen?” riep Klaas.
“Mijn koffer pakken,” zei ze.
Het was zaterdagochtend toen haar telefoon trilde.
Jan:
“Ik haal je straks op. We moeten nog wat dingen regelen voordat we naar Frankrijk vertrekken. En je hebt vast niet alles mee wat je nodig hebt.”
Elise fronste even. Ze zat in haar joggingbroek, haar haar opgestoken, nog maar half in de realiteit. Haar koffer stond open aan het voeteneind van het bed. De afspraak was duidelijk: ze zou meegaan als de ‘vrouw van’. Voor één week. Officieel. Zakelijk.
Maar dit voelde niet als zakelijk.
Toch antwoordde ze:
“Prima. Hoe laat?”
“Half elf. Trek iets makkelijks aan.”
Jan stond op tijd voor hun deur. Geen sportieve hoodie, geen jeans — maar een colbert over een smalle donkerblauwe coltrui, donkere wollen jas. Stijlvol. Doordacht. Hij glimlachte toen ze naar buiten kwam.
“Elise,” zei hij warm, “je ziet er... wakkerder dan ik had verwacht.”
“Dat maakt één van ons,” grapte ze.
Ze reden in stilte richting het centrum. Na een paar stops bij chique boetieks — waar Jan haar hielp kiezen tussen blazers en rokken alsof hij al jaren vrouwen kleedde — bleven ze uiteindelijk stilstaan voor een onopvallende maar dure etalage met zwarte marmeren tegels en discreet gouden belettering.
“Wat is dit?” vroeg Elise.
“Lingerie,” zei Jan, alsof hij haar vroeg of ze koffie wilde.
Ze keek hem aan.
“Ik geloof in het totaalplaatje,” zei hij rustig. “Een vrouw die zich laat zien... mag eronder ook iets bijzonders dragen.”
Elise slikte. “En jij vindt dat belangrijk.”
Hij keek haar recht aan. “Ik vind het aantrekkelijk. En eerlijk gezegd — als jij komende week als mijn vrouw meegaat... wil ik dat je je ook zo voelt.”
Ze zei niets. De winkelbel klingelde toen hij de deur voor haar opende.
Binnen hing er een zachte geur van poeder en leer. Elise gleed met haar vingers langs het rek. Kant. Zijde. Kleuren van champagne tot bloedrood.
Een verkoopster kwam glimlachend op hen af. Jan was beleefd, charmant, kalm.
“Ze zoekt iets voor een formeel diner. En iets voor daarna.”
Elise keek hem aan, haar wangen licht rood.
Hij glimlachte. Geen knipoog. Geen grap. Alleen die blik — waarderend. Beheerst.Maar onmiskenbaar mannelijk.
Ze liet zich kleden, meten, adviseren. En koos uiteindelijk drie setjes. Eén voor comfort. Eén voor verrassing. En één… voor als ze zou besluiten nergens meer iets onder te dragen.
Bij het afrekenen weigerde Jan haar pinpas.“De man zorgt voor zijn vrouw,” zei hij eenvoudig.
En toen, voordat ze naar de uitgang liepen, draaide hij zich nog even naar haar toe.
“Oh,” zei hij terloops. “Dinsdagavond is er een bal. Diner, dans, formeel. Daar moet je ook nog iets voor passen. Ik wil dat je opvalt.”
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10