Door: Hertogmpo
Datum: 16-06-2025 | Cijfer: 8.9 | Gelezen: 1421
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 9 minuten | Lezers Online: 43
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 9 minuten | Lezers Online: 43
Vervolg op: De Avond In Kamer 214 - 1: Onschuldig Begin
De Stilte
“Janneke?”
Zijn stem klonk zachter dan hij bedoeld had. Maarten klopte opnieuw. Twee tikken, aarzelend.
Hij keek op het kamernummer: 214. Waarom juist deze deur hem aantrok wist hij niet precies. Iets in zijn onderbuik had hem hierheen geleid.
Nog een klop.
“Ben je daar?”
Geen reactie.
Achter de deur: stilte.
Maar net daarachter — wás er niet toch een doffe, ritmische beweging hoorbaar? Of verbeeldde hij zich dat?
Binnen – Verloren in Lust
Janneke hoorde het kloppen vaag, ergens in de verte, als door een dikke laag mist. Maar Lars stopte niet. Integendeel — hij hield haar steviger vast, zijn vingers in haar heupen gehaakt, zijn stoten diep en onafgebroken.
“Laat hem maar kloppen,” fluisterde hij hijgend in haar oor. “Je bent nu van mij.”
Ze kreunde hard, haar gezicht half in het dekbed gedrukt, haar vingers verkrampt in het laken. Zijn lul gleed met volle kracht in haar, nat en glijdend, haar kut zo ontvankelijk dat elke beweging haar dichter bij het breekpunt bracht.
Het kloppen op de deur werd nog één keer herhaald — kort, twijfelend — en toen… verdween het.
Ze wist dat het Maarten was. Ze wist het.
En tóch duwde ze haar billen harder tegen Lars aan, draaide haar hoofd naar de spiegel en keek zichzelf aan. Haar make-up wat uitgelopen, haar mond open, haar lichaam in volle overgave.
Hij trok zich even terug — liet haar leeg en hijgend achter — en draaide haar toen ruw op haar rug.
“Wil je me aankijken terwijl ik in je klaarkom?”
Ze knikte. Haar benen automatisch wijd.
Hij gleed opnieuw in haar, deze keer met een gefocust, doordringend tempo. Ze voelde zijn eikel tegen haar diepste punt, zijn buik tegen haar clit, haar lichaam dat zich er compleet aan overgaf.
Zijn ademhaling versnelde. Zijn gezicht verstrakte.
“Nu,” gromde hij. En met een laatste, diepe stoot, spoot hij alles in haar — warm, krachtig, diep.
Janneke kromde haar rug, haar hele lichaam trilde.
Hij bleef in haar liggen, zwaar hijgend, zijn ogen gericht op de hare.
Buiten in de gang liep Maarten langzaam weg, met een frons op zijn gezicht, en een knagend gevoel in zijn buik.
Het was stil in kamer 214.
Lars lag nog even naast haar, zijn hand losjes op haar buik, zijn ademhaling langzaam kalmerend. Janneke staarde naar het plafond. Haar benen voelden zwaar, haar kut nog dof van de diepe stoten. Ze voelde zich leeg. Warm. Schuldig. Levend.
Lars draaide zich naar haar toe, streek een pluk haar uit haar gezicht.
“Je hoeft je nergens voor te schamen,” zei hij rustig. “Je hebt gewoon gedaan wat je lichaam allang wist.”
Ze antwoordde niet. Haar blik gleed naar de klok aan de muur. Tien over twaalf. Ze was te lang weg. Veel te lang.
Ze kwam overeind, haar benen trillend toen ze opstond. Haar slipje was ze kwijt. Lars gaf haar een ondeugende grijns toen hij het stukje natte stof uit zijn zak haalde.
“Ik hou deze,” zei hij droog.
Zonder iets terug te zeggen trok ze haar jurk recht, streek snel haar haar glad en liep de kamer uit. Haar benen wiebelden nog licht, haar binnenste voelde vol, bedrogen — letterlijk.
Beneden – Zijn Ogen Zoeken
Maarten zat weer aan de bar. Zijn glas was half leeg. Zijn gezicht gespannen. Hij keek op toen hij haar zag.
“Waar wás je?” vroeg hij meteen, zijn stem vlak.
Ze slikte.
“Ik liep even naar buiten, en ik… kwam een collega van jou tegen. Lars. We zijn aan de praat geraakt, en…”
Ze liet de zin open.
Maarten knikte langzaam.
“Ik zocht je overal. Zelfs boven. Stond voor een willekeurige deur te kloppen…”
Haar hart sloeg een slag over.
Hij stond bij de deur.
Ze dwong zichzelf te glimlachen. “Sorry. Echt. Ik had mijn telefoon niet gehoord.”
Hij keek haar aan. Lang. Zijn blik bleef hangen op haar hals, haar lippen, haar iets te rode wangen.
“Ik geloof je,” zei hij.
Maar zijn ogen zeiden iets anders.
Later die Nacht – De Stilte van het Laken
Ze lagen in bed. In hun eigen kamer. Janneke had zich gewassen. Dacht ze. Maar in haar hoofd voelde ze nog altijd Lars’ handen, zijn gewicht, zijn zaad dat langzaam uit haar gleed toen ze zich omdraaide.
Maarten lag met zijn rug naar haar toe.
Zwijgend. Stil.
En Janneke?
Die voelde voor het eerst in jaren dat ze écht geleefd had.
Het ontbijt de volgende ochtend was in een lichte zaal met uitzicht op het parkeerterrein. De geur van verse koffie en roerei hing boven de tafels. Janneke zat tegenover Maarten. Ze droeg een lichtgroene blouse, haar haar in een losse knot. Ze glimlachte, maakte een praatje, maar haar blik schoot telkens kort naar zijn gezicht — op zoek naar tekenen.
Maarten was stil. Té stil. Zijn vingers draaiden traag aan zijn koffielepel.
Toen Lars binnenkwam, voelde Janneke het voor ze hem zag. Zijn energie vulde de ruimte — ontspannen, dominant, zelfverzekerd. Hij liep rechtstreeks naar het buffet, pakte een kopje, en alsof het toeval was, kwam hij aan hun tafeltje staan.
“Goedemorgen, jullie twee,” zei hij met een grijns. “Heerlijk geslapen, Janneke?”
Maarten keek op.
Niet direct naar Lars. Eerst naar haar.
Dat ene moment.
Haar blik schoot weg. Kort. Vals.
Toen pas richtte Maarten zich tot Lars.
“Goed geslapen, zeg je?”
Hij zei het kalm. Maar zijn ogen stonden donker.
“Waar zat je eigenlijk gisteravond na elf uur? Je was ineens verdwenen.”
Lars glimlachte. Zijn ogen fonkelden.
“Ik had een bijzonder gesprek. Een erg mooie avond.”
Maarten’s kaak verstrakte.
“Met iemand van het werk?”
“Laten we zeggen: met iemand die beter verdiende dan ze kreeg.”
Bam.
Een zin met een mespunt. Niet voor Janneke — voor Maarten.
De stilte die volgde, was ijl.
Janneke wilde opstaan. Iets zeggen. Weglopen. Maar haar lichaam weigerde.
Maarten nam een slok van zijn koffie, zette het kopje neer met een doffe tik.
“Lars,” zei hij langzaam, “als je iets wil zeggen… zeg het dan recht in mijn gezicht.”
Lars boog iets naar voren.
“Ik denk dat je diep vanbinnen allang weet wat er is gebeurd. Je voelt het. Je hebt het misschien zelfs gehoord, op die gang. Maar je wilt het niet wéten.”
Zijn stem was laag. Glijdend als olie.
“En eerlijk? Ze was fantastisch. Wild. Hunkerend. Alsof ze zichzelf eindelijk mocht zijn.”
Maarten’s hand klemde zich om het koffiekopje. Witte knokkels.
Janneke fluisterde: “Stop… alsjeblieft…”
Maar het was te laat.
Maarten stond op. Zijn stoel schoof ruw achteruit.
“Ik kom hierop terug,” zei hij. Kort. Fel. En hij liep weg.
Lars bleef staan. Zijn blik volgde hem niet. Hij keek alleen naar Janneke.
En glimlachte.
Ze vond Maarten buiten, op het bankje achter het hotel. Zijn rug recht, armen over elkaar, starend naar de grijze ochtendlucht. Ze liep langzaam naar hem toe, haar hakken zacht op het grind.
“Maarten…”
Hij zei niets.
Ze ging naast hem zitten. Niet te dicht.
“Ik wilde het niet zo laten lopen. Gisteravond… het liep uit de hand.”
Hij draaide zich eindelijk naar haar toe. Zijn ogen waren donker, vochtig van woede en vernedering.
“Hoe lang al?” vroeg hij.
“Het was één keer,” zei ze zacht. “Ik weet niet waarom… het ging vanzelf.”
Zijn vuist balde zich op zijn bovenbeen.
“Je liet me zoeken. Je wíst dat ik daar stond. En je bleef gewoon liggen… onder hem.”
Ze slikte.
“Het spijt me.”
Hij lachte kort, hard.
“Het spijt je? Jij wist precies wat je deed. En het ergste is: ik denk dat je het opnieuw zou doen.”
Ze wilde iets zeggen, maar zijn blik kapte alles af.
“Laat me met rust, Janneke,” zei hij. “Ik moet ademen.”
Ze stond langzaam op, haar hart in stukken, haar benen zwaar.
In de Gang – Het Gevaar opzoeken
Lars stond bij de lift, met zijn telefoon in zijn hand. Hij keek op toen ze verscheen.
Ze liep recht op hem af.
“Wat je deed net… aan die tafel… dat had je niet mogen doen.”
“Hij verdiende de waarheid,” zei Lars koeltjes.
Ze keek hem fel aan. “Laat ons met rust. Jij hebt genoeg kapotgemaakt.”
Hij deed een stap dichterbij.
“Ik heb niets kapotgemaakt. Ik heb alleen blootgelegd wat er al lang niet meer werkte.”
Ze wilde hem slaan. Of weglopen. Of allebei. Maar hij stond zo dichtbij. Zijn geur. Zijn warmte. Die blik in zijn ogen — die haar niet verweet, niet oordeelde… alleen zag.
Haar stem trilde.
“Waarom voel ik me bij jou levend, en bij hem leeg?”
Hij boog zich naar haar toe.
“Omdat jij een vrouw bent die dorst heeft, en ik ben de enige die je laat drinken.”
Ze sloeg haar ogen neer.
“Ik haat dit…”
“Maar je wilt me.”
Ze knikte.
Heel klein.
En dat was genoeg.
In de Lift – Geen Weg Terug
Hij drukte op het knopje. De deuren sloten.
Zijn hand gleed naar haar nek, trok haar naar zich toe. Hun monden vonden elkaar rauw, hongerig, vol overgave. Haar handen grepen zijn borst, zijn schouders, zijn nek. Alles wat ze de afgelopen 12 uur probeerde te onderdrukken, barstte los.
Toen de lift stopte op zijn verdieping, hadden ze elkaar al half uitgekleed.
Zijn stem klonk zachter dan hij bedoeld had. Maarten klopte opnieuw. Twee tikken, aarzelend.
Hij keek op het kamernummer: 214. Waarom juist deze deur hem aantrok wist hij niet precies. Iets in zijn onderbuik had hem hierheen geleid.
Nog een klop.
“Ben je daar?”
Geen reactie.
Achter de deur: stilte.
Maar net daarachter — wás er niet toch een doffe, ritmische beweging hoorbaar? Of verbeeldde hij zich dat?
Binnen – Verloren in Lust
Janneke hoorde het kloppen vaag, ergens in de verte, als door een dikke laag mist. Maar Lars stopte niet. Integendeel — hij hield haar steviger vast, zijn vingers in haar heupen gehaakt, zijn stoten diep en onafgebroken.
“Laat hem maar kloppen,” fluisterde hij hijgend in haar oor. “Je bent nu van mij.”
Ze kreunde hard, haar gezicht half in het dekbed gedrukt, haar vingers verkrampt in het laken. Zijn lul gleed met volle kracht in haar, nat en glijdend, haar kut zo ontvankelijk dat elke beweging haar dichter bij het breekpunt bracht.
Het kloppen op de deur werd nog één keer herhaald — kort, twijfelend — en toen… verdween het.
Ze wist dat het Maarten was. Ze wist het.
En tóch duwde ze haar billen harder tegen Lars aan, draaide haar hoofd naar de spiegel en keek zichzelf aan. Haar make-up wat uitgelopen, haar mond open, haar lichaam in volle overgave.
Hij trok zich even terug — liet haar leeg en hijgend achter — en draaide haar toen ruw op haar rug.
“Wil je me aankijken terwijl ik in je klaarkom?”
Ze knikte. Haar benen automatisch wijd.
Hij gleed opnieuw in haar, deze keer met een gefocust, doordringend tempo. Ze voelde zijn eikel tegen haar diepste punt, zijn buik tegen haar clit, haar lichaam dat zich er compleet aan overgaf.
Zijn ademhaling versnelde. Zijn gezicht verstrakte.
“Nu,” gromde hij. En met een laatste, diepe stoot, spoot hij alles in haar — warm, krachtig, diep.
Janneke kromde haar rug, haar hele lichaam trilde.
Hij bleef in haar liggen, zwaar hijgend, zijn ogen gericht op de hare.
Buiten in de gang liep Maarten langzaam weg, met een frons op zijn gezicht, en een knagend gevoel in zijn buik.
Het was stil in kamer 214.
Lars lag nog even naast haar, zijn hand losjes op haar buik, zijn ademhaling langzaam kalmerend. Janneke staarde naar het plafond. Haar benen voelden zwaar, haar kut nog dof van de diepe stoten. Ze voelde zich leeg. Warm. Schuldig. Levend.
Lars draaide zich naar haar toe, streek een pluk haar uit haar gezicht.
“Je hoeft je nergens voor te schamen,” zei hij rustig. “Je hebt gewoon gedaan wat je lichaam allang wist.”
Ze antwoordde niet. Haar blik gleed naar de klok aan de muur. Tien over twaalf. Ze was te lang weg. Veel te lang.
Ze kwam overeind, haar benen trillend toen ze opstond. Haar slipje was ze kwijt. Lars gaf haar een ondeugende grijns toen hij het stukje natte stof uit zijn zak haalde.
“Ik hou deze,” zei hij droog.
Zonder iets terug te zeggen trok ze haar jurk recht, streek snel haar haar glad en liep de kamer uit. Haar benen wiebelden nog licht, haar binnenste voelde vol, bedrogen — letterlijk.
Beneden – Zijn Ogen Zoeken
Maarten zat weer aan de bar. Zijn glas was half leeg. Zijn gezicht gespannen. Hij keek op toen hij haar zag.
“Waar wás je?” vroeg hij meteen, zijn stem vlak.
Ze slikte.
“Ik liep even naar buiten, en ik… kwam een collega van jou tegen. Lars. We zijn aan de praat geraakt, en…”
Ze liet de zin open.
Maarten knikte langzaam.
“Ik zocht je overal. Zelfs boven. Stond voor een willekeurige deur te kloppen…”
Haar hart sloeg een slag over.
Hij stond bij de deur.
Ze dwong zichzelf te glimlachen. “Sorry. Echt. Ik had mijn telefoon niet gehoord.”
Hij keek haar aan. Lang. Zijn blik bleef hangen op haar hals, haar lippen, haar iets te rode wangen.
“Ik geloof je,” zei hij.
Maar zijn ogen zeiden iets anders.
Later die Nacht – De Stilte van het Laken
Ze lagen in bed. In hun eigen kamer. Janneke had zich gewassen. Dacht ze. Maar in haar hoofd voelde ze nog altijd Lars’ handen, zijn gewicht, zijn zaad dat langzaam uit haar gleed toen ze zich omdraaide.
Maarten lag met zijn rug naar haar toe.
Zwijgend. Stil.
En Janneke?
Die voelde voor het eerst in jaren dat ze écht geleefd had.
Het ontbijt de volgende ochtend was in een lichte zaal met uitzicht op het parkeerterrein. De geur van verse koffie en roerei hing boven de tafels. Janneke zat tegenover Maarten. Ze droeg een lichtgroene blouse, haar haar in een losse knot. Ze glimlachte, maakte een praatje, maar haar blik schoot telkens kort naar zijn gezicht — op zoek naar tekenen.
Maarten was stil. Té stil. Zijn vingers draaiden traag aan zijn koffielepel.
Toen Lars binnenkwam, voelde Janneke het voor ze hem zag. Zijn energie vulde de ruimte — ontspannen, dominant, zelfverzekerd. Hij liep rechtstreeks naar het buffet, pakte een kopje, en alsof het toeval was, kwam hij aan hun tafeltje staan.
“Goedemorgen, jullie twee,” zei hij met een grijns. “Heerlijk geslapen, Janneke?”
Maarten keek op.
Niet direct naar Lars. Eerst naar haar.
Dat ene moment.
Haar blik schoot weg. Kort. Vals.
Toen pas richtte Maarten zich tot Lars.
“Goed geslapen, zeg je?”
Hij zei het kalm. Maar zijn ogen stonden donker.
“Waar zat je eigenlijk gisteravond na elf uur? Je was ineens verdwenen.”
Lars glimlachte. Zijn ogen fonkelden.
“Ik had een bijzonder gesprek. Een erg mooie avond.”
Maarten’s kaak verstrakte.
“Met iemand van het werk?”
“Laten we zeggen: met iemand die beter verdiende dan ze kreeg.”
Bam.
Een zin met een mespunt. Niet voor Janneke — voor Maarten.
De stilte die volgde, was ijl.
Janneke wilde opstaan. Iets zeggen. Weglopen. Maar haar lichaam weigerde.
Maarten nam een slok van zijn koffie, zette het kopje neer met een doffe tik.
“Lars,” zei hij langzaam, “als je iets wil zeggen… zeg het dan recht in mijn gezicht.”
Lars boog iets naar voren.
“Ik denk dat je diep vanbinnen allang weet wat er is gebeurd. Je voelt het. Je hebt het misschien zelfs gehoord, op die gang. Maar je wilt het niet wéten.”
Zijn stem was laag. Glijdend als olie.
“En eerlijk? Ze was fantastisch. Wild. Hunkerend. Alsof ze zichzelf eindelijk mocht zijn.”
Maarten’s hand klemde zich om het koffiekopje. Witte knokkels.
Janneke fluisterde: “Stop… alsjeblieft…”
Maar het was te laat.
Maarten stond op. Zijn stoel schoof ruw achteruit.
“Ik kom hierop terug,” zei hij. Kort. Fel. En hij liep weg.
Lars bleef staan. Zijn blik volgde hem niet. Hij keek alleen naar Janneke.
En glimlachte.
Ze vond Maarten buiten, op het bankje achter het hotel. Zijn rug recht, armen over elkaar, starend naar de grijze ochtendlucht. Ze liep langzaam naar hem toe, haar hakken zacht op het grind.
“Maarten…”
Hij zei niets.
Ze ging naast hem zitten. Niet te dicht.
“Ik wilde het niet zo laten lopen. Gisteravond… het liep uit de hand.”
Hij draaide zich eindelijk naar haar toe. Zijn ogen waren donker, vochtig van woede en vernedering.
“Hoe lang al?” vroeg hij.
“Het was één keer,” zei ze zacht. “Ik weet niet waarom… het ging vanzelf.”
Zijn vuist balde zich op zijn bovenbeen.
“Je liet me zoeken. Je wíst dat ik daar stond. En je bleef gewoon liggen… onder hem.”
Ze slikte.
“Het spijt me.”
Hij lachte kort, hard.
“Het spijt je? Jij wist precies wat je deed. En het ergste is: ik denk dat je het opnieuw zou doen.”
Ze wilde iets zeggen, maar zijn blik kapte alles af.
“Laat me met rust, Janneke,” zei hij. “Ik moet ademen.”
Ze stond langzaam op, haar hart in stukken, haar benen zwaar.
In de Gang – Het Gevaar opzoeken
Lars stond bij de lift, met zijn telefoon in zijn hand. Hij keek op toen ze verscheen.
Ze liep recht op hem af.
“Wat je deed net… aan die tafel… dat had je niet mogen doen.”
“Hij verdiende de waarheid,” zei Lars koeltjes.
Ze keek hem fel aan. “Laat ons met rust. Jij hebt genoeg kapotgemaakt.”
Hij deed een stap dichterbij.
“Ik heb niets kapotgemaakt. Ik heb alleen blootgelegd wat er al lang niet meer werkte.”
Ze wilde hem slaan. Of weglopen. Of allebei. Maar hij stond zo dichtbij. Zijn geur. Zijn warmte. Die blik in zijn ogen — die haar niet verweet, niet oordeelde… alleen zag.
Haar stem trilde.
“Waarom voel ik me bij jou levend, en bij hem leeg?”
Hij boog zich naar haar toe.
“Omdat jij een vrouw bent die dorst heeft, en ik ben de enige die je laat drinken.”
Ze sloeg haar ogen neer.
“Ik haat dit…”
“Maar je wilt me.”
Ze knikte.
Heel klein.
En dat was genoeg.
In de Lift – Geen Weg Terug
Hij drukte op het knopje. De deuren sloten.
Zijn hand gleed naar haar nek, trok haar naar zich toe. Hun monden vonden elkaar rauw, hongerig, vol overgave. Haar handen grepen zijn borst, zijn schouders, zijn nek. Alles wat ze de afgelopen 12 uur probeerde te onderdrukken, barstte los.
Toen de lift stopte op zijn verdieping, hadden ze elkaar al half uitgekleed.
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10