Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Hertogmpo
Datum: 21-06-2025 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 4891
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 13 minuten | Lezers Online: 17
De keuken was gevuld met het geluid van een pruttelend koffiezetapparaat en het kraken van een broodrooster. Esther stond aan het aanrecht, haar gezicht iets bleker dan normaal, haar ogen net iets te vermoeid. Ze droeg een eenvoudige grijze trui en een joggingbroek. Haar haar los, maar niet slordig. Geen mascara.

Willem zat aan tafel met een mok koffie in zijn handen. Zijn blik was gericht op het raam, maar zijn aanwezigheid vulde de kamer. Niet luid, niet dominant — maar voelbaar.

Peter kwam binnen met een geeuw, in zijn ochtendjas. Hij gaf Esther een vluchtige kus op haar wang.

“Goed geslapen, lief?” vroeg hij.

Ze knikte. “Ging wel.”

Haar stem was rustig. Te rustig. Peter merkte het niet.

Hij draaide zich naar Willem. “Jij ook een beetje kunnen slapen op dat harde matras van ons?”

Willem glimlachte, kort. “Prima hoor. Dikker dekbed en ik red me wel.”

Peter schonk zichzelf koffie in en begon te praten over de wedstrijd van gisteren, de blessure van de rechtsback, dat de trainer misschien wat moest schuiven. Esther luisterde nauwelijks. Haar blik bleef op haar handen rusten, die zenuwachtig een theelepel ronddraaiden in haar lege mok.

Willem zei weinig. Maar zijn ogen vonden de hare. Heel even.

Er was geen glimlach. Geen knipoog. Alleen dat blikveld vol geladen stilte. En daarin voelde zij álles opnieuw: de nacht, haar kreunen, zijn hand op haar heupen, zijn adem in haar nek, haar orgasme dat haar huwelijk had gespleten zonder een woord te zeggen.

Na het ontbijt ruimde ze de tafel op. Peter ging douchen. De trap kraakte. Toen hij uit het zicht was, bleef ze even staan. Haar rug naar Willem. Zijn stoel schoof zacht naar achteren. Ze voelde hem dichterbij komen.

“Was het echt?” vroeg hij zacht. “Of een moment?”

Ze ademde langzaam in. “Ik weet het nog niet.”

“Wil je dat ik het vergeet?” vroeg hij. Zijn stem was kalm, maar zijn ogen waren scherp. Oprecht.

Ze draaide zich om. “Ik wil... dat je even niets vraagt.”

Hij knikte. “Dan wacht ik.”

Toen liep hij de kamer uit, rustig, zonder drama. Alsof ze elkaar gewoon gegroet hadden.

Maar Esther wist: dit was geen einde. Het was een pauze. En hij wachtte op haar — daar, aan de rand van alles wat ze tot nu toe had durven voelen.

De weken die volgden leken van buitenaf ongecompliceerd.

Willem gedroeg zich voorbeeldig. Hij sportte, werkte, ruimde zijn spullen op. Hij was beleefd tegen Esther, niet flirterig, niet plagerig. Hij at mee als het uitkwam, sloeg over als het niet paste. Peter merkte niets.

Esther daarentegen voelde elke dag als een wankel evenwicht. Ze had besloten het niet opnieuw te laten gebeuren. Ze was niet dom. Wat er tussen haar en Willem was gebeurd, was echt — en gevaarlijk. Ze moest haar huwelijk beschermen, zei ze tegen zichzelf. De nacht kon een vergissing blijven, als ze maar bleef volhouden dat het dat was.

Maar vergissingen blijven geen vergissingen als je ze blijft herbeleven.

’s Nachts lag ze wakker. Dacht ze aan zijn handen. Zijn stem. Zijn lichaam. Zijn ogen, die haar zagen zoals Peter haar nooit had aangekeken.

Overdag keek ze hem soms stiekem aan — en trof dan zijn blik, alsof hij al naar haar keek voordat zij hem opzocht. Dan knikte hij alleen. Niet triomfantelijk, maar geduldig. Hij wist dat verlangen zich niet laat ontkennen. Alleen uitstellen.

Op een vrijdagavond kwam Peter later thuis van een vergadering. Esther stond net in de woonkamer toen Willem thuiskwam van training. Hij liep langs haar naar de keuken om een flesje water te pakken. Zijn shirt kleefde aan zijn lijf, nat van het zweet.

Ze wilde weglopen. Echt. Maar haar voeten bleven staan.

Hij draaide zich om. Zijn blik gleed even over haar heen. “Nieuwe blouse?” vroeg hij.

Ze knikte, te snel. “Ja. Zomaar.”

Hij liep dichterbij. Niet opdringerig. Gewoon... te dichtbij. Haar hart bonsde.

“Ik heb je gemist,” zei hij zacht. “Niet je lichaam. Jij.”

Ze slikte. Alles in haar spande zich aan. “Niet zeggen,” fluisterde ze. “Ik probeer... normaal te doen.”

Hij knikte. Zijn hand raakte haar bovenarm. “En hoe gaat dat?”

Ze keek op. Haar ademhaling versnelde. Zijn hand gleed langzaam over haar arm naar haar hand. Vingers die haar vingerkootjes streelden. Zo klein, zo achteloos — maar intiemer dan elke kus.

“Ik weet dat je vecht,” zei hij. “Maar vechten kost kracht. En ik geef je liever iets terug.”

Ze schudde haar hoofd. Haar ogen glansden. “Dit kan niet. Peter…”

“Peter verdient eerlijkheid,” zei Willem. “Maar jij verdient jezelf.”

Ze wilde iets zeggen. Wist niet wat. En in dat moment, die seconde van twijfel, boog Willem voorover en kuste haar — niet op haar mond, maar op haar handrug. Zacht. Respectvol. Verwoestend.

Ze deed niets. Ze liet het toe. En dat was genoeg.

Het huis was stil. Te stil.

Esther zat rechtop in bed, het dekbed over haar schoot, haar rug recht als een snaar. Peter lag naast haar, op zijn zij, zijn ademhaling langzaam en zwaar. In de duisternis klonken zijn rustige snurkjes als de bevestiging van alles wat zij probeerde te vergeten.

Maar haar lichaam was wakker. Elke zenuw in haar lijf stond gespannen, alert — niet van angst, maar van verlangen. Het was alsof haar huid zijn huid nog steeds voelde. Zijn geur. Zijn gewicht. De herinnering aan hoe hij haar had laten trillen.

Ze schoof haar benen geruisloos uit bed. De vloer was koud, maar dat temperde haar vastberadenheid niet. Haar hand rustte nog even op Peters rug — een ritueel gebaar, zonder betekenis. Daarna verliet ze de kamer.

Op blote voeten liep ze door de gang. De kier in Willems deur was er nog. De uitnodiging was stil, maar onmiskenbaar.

Ze duwde de deur open.

Willem lag wakker. Hij had zijn hoofd op zijn arm, zijn bovenlijf bloot. Zijn blik trof haar meteen. Geen verbaasde reactie. Geen vragen. Alleen dat rustige, zekere weten.

Ze liep naar hem toe. Ging naast hem op bed zitten, haar hand op zijn buik.

“Ik kon niet slapen,” fluisterde ze.

“Dan moet ik je helpen,” antwoordde hij zacht.

Ze boog zich naar hem toe en kuste hem. Warm, diep. Zijn hand gleed onder haar shirt, over haar blote huid, haar borst, haar zij. Zijn ademhaling versnelde.

Esther trok haar slip uit, zijn hand volgde direct haar beweging, gleed tussen haar benen. Hij vond haar nat — zonder twijfel. Ze kreunde zacht toen zijn vingers haar beroerden. Geen gezoek, geen onzekerheid. Hij kende haar al — haar ritme, haar spanning, haar verlangen.

Hij duwde de deken opzij, trok haar bovenop hem. Ze voelde zijn erectie tegen haar huid, hard, dik, warm. Ze keek hem aan, haar ademhaling snel, haar lichaam trillend van anticipatie.

“Ben je zeker?” vroeg hij nog.

Ze knikte. Geen woorden nodig. Ze liet haar hand over zijn pik glijden — lang, stevig, pulserend van leven. Ze richtte zich op, nam hem in haar hand, en positioneerde zichzelf boven hem.

Toen zakte ze langzaam omlaag.

Zijn eikel gleed tegen haar opening, warm en vochtig. Ze duwde haar heupen langzaam naar beneden, haar mond open van de spanning. Hij vulde haar centimeter voor centimeter — dik, stevig, onvermijdelijk. Haar adem stokte.

“Oh god…”

Hij gleed dieper, tot ze hem helemaal in zich voelde. Geen ruimte meer. Alleen hem. Zijn handen gleden over haar heupen, hielden haar stil terwijl ze aan hem gewend raakte.

Toen bewoog ze.

Langzaam, zoekend naar het ritme dat haar lichaam zo lang gemist had. Ze reed hem — langzaam eerst, dan sneller, haar handen op zijn borst, haar haren los om haar gezicht. Hij kreunde onder haar, zijn handen nu steviger op haar billen.

Willem duwde zijn heupen op, vulde haar bij elke stoot. Harder. Dieper. Esther hapte naar adem. Haar tepels strak, haar benen trillend. Het bed kraakte zacht onder hun beweging.

Hij draaide haar plots om, nam de controle over. Hij lag nu boven haar, dreef langzaam maar krachtig in haar. Elke stoot diep. Elke duw doordacht. Zijn buik tegen de hare. Zijn adem in haar hals.

Ze kwam. Lang, intens, met een schok die haar hele lichaam doorrolde. Haar vingers grepen de lakens, haar mond opengesperd in een stille gil.

Willem fluisterde haar naam, zijn heupen nog dieper tegen haar aangedrukt. En toen — met een onderdrukt kreunen — kwam hij.

Hij spoot diep in haar. Warm. Vol. Zijn lichaam verstrakte. Esther voelde het — de stoten, de warmte, de zinderende stilte waarin het gebeurde.

Daarna bleef hij boven haar hangen, zijn voorhoofd tegen het hare.

“Ik wil dit niet één keer,” fluisterde hij. “En jij ook niet.”

Ze zei niets.

Maar haar hand streelde zijn rug.

En ze wist: dit was geen uitschieter. Geen zonde. Dit was begonnen. En het hield niet op

Het huis voelde leeg toen Esther thuiskwam. Peter had haar die ochtend verteld dat hij na zijn werk door zou rijden naar zijn ouders om de administratie van zijn moeder te helpen ordenen. “Ik ben pas laat thuis,” had hij gezegd. “Maak het jezelf makkelijk vanavond.”

Dat had ze opgevat als een uitnodiging.

Toen Willem die avond thuiskwam — sporttas over zijn schouder, zijn overhemd nog open bij de hals — stond ze al in de gang.

Geen woorden.

Ze liep op hem af, haar blik vast, haar lichaam gespannen. Haar handen vonden zijn borst, zijn nek, zijn gezicht. Hij reageerde meteen: zijn mond op de hare, zijn tong die de hare vond, zijn handen die haar rug grepen.

Zonder aarzeling trok ze hem mee naar de woonkamer, duwde hem zacht achterover op de bank en klom op zijn schoot. Hun monden bleven verstrengeld, hun ademhaling gejaagd. Ze duwde zijn shirt omhoog, kuste zijn borst. Hij liet zijn hoofd achterover vallen, zijn handen onder haar trui.

Toen tilde hij haar op, alsof ze niets woog, en droeg haar naar zijn kamer. Haar hart bonkte. Zijn armen om haar heen voelden als veiligheid én gevaar tegelijk.

In zijn kamer legde hij haar op bed. Hij trok haar broek langzaam omlaag, haar slip erachteraan. Zijn blik gleed over haar heen — bewonderend, gretig, beheerst.

Zijn mond vond haar binnenste. Warm. Trefzeker. Esther kromde haar rug, haar vingers in het laken. Zijn tong bewoog langzaam, cirkelend, zuigend. Ze kreunde. Haar benen trilden. Haar ademhaling stokte.

Toen kwam ze. Lang. Steeds weer samentrekkend. Stil — op één fluisterende uitroep na: “Jezus, Willem…”

Hij kwam overeind. Ging op zijn rug liggen. Zij kroop bovenop hem, haar hand vond zijn erectie. Groot, hard, warm.

Ze richtte zich op, plaatste zich boven hem, en liet zich langzaam omlaag zakken. Zijn eikel gleed naar binnen, zijn handen op haar heupen. Ze zuchtte diep terwijl hij haar vulde, traag en volledig.

Ze begon te bewegen — langzaam eerst, dan sneller. Haar handen op zijn borst, haar hoofd achterover, haar haren nat van het zweet. Ze voelde zich vrij. Krachtig. Overgenomen door haar eigen lust.

Ze kwam opnieuw, terwijl ze hem voelde kloppen diep in haar. Ze kreunde, haar vingers op zijn dijen.

Toen pakte hij haar heupen steviger vast. “Mag ik… achter?” vroeg hij.

Ze opende haar ogen. Twijfelde. Haar wangen kleurden. “Voorzichtig,” fluisterde ze. “Het is m’n eerste keer.”

Hij knikte. “Altijd.”

Ze draaide zich om, ging op handen en knieën. Hij streek langs haar rug, kuste haar onderrug. Ze voelde zijn eikel tegen haar, langzaam drukkend.

Hij ging traag naar binnen. Centimeter voor centimeter. Ze kneep haar ogen dicht, haar adem vast. Het was intens, maar niet pijnlijk. Nieuw. Diep.

Toen hij volledig in haar zat, begon hij te bewegen. Langzaam. Beheerst. Ze voelde hem diep in haar buik. Haar hand greep de rand van het bed. Haar ademhaling stokte, maar ze duwde haar heupen iets achteruit.

Hij kwam diep. Harder. Maar altijd in controle.

En toen spoot hij.

Ze voelde het. Warm. Pulsend. Zijn handen op haar heupen, zijn adem zwaar. Hij bleef nog even in haar, langzaam terugtrekkend.

Ze zakte neer op het bed. Hij kwam naast haar liggen, trok haar tegen zich aan.

Ze lagen zwijgend. Verstrengeld. Warm. Hij kuste haar schouder.

En toen hoorden ze het: een auto. Een portier. Sleutels.

Esther schoot overeind. “Peter.”

In een razendsnel moment schoten ze overeind, kleding werd gegrepen, deuren zacht dichtgetrokken. Esther glipte net op tijd de gang op, haar haar nog los, haar hart bonkend.

Ze stond in de keuken, een glas water in haar hand, toen Peter binnenkwam.

“Wat een avond,” zuchtte hij. “Alles was een rommeltje daar.”

Ze glimlachte flauwtjes. “Fijn dat je thuis bent.”

Haar knieën trilden nog.

En Willem, achter zijn gesloten deur, ademde langzaam uit.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...