Door: Dakon
Datum: 10-07-2025 | Cijfer: 9 | Gelezen: 1654
Lengte: Kort | Leestijd: 4 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Kort, Onderdanig, Zweep,
Lengte: Kort | Leestijd: 4 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Kort, Onderdanig, Zweep,
Vervolg op: Ontmoeting Met Een Jonge Vrouw - 3
Het was Zoë die de grenzen had gedefinieerd.
“Ze mag blijven,” had ze gezegd, liggend naast Thomas. “Maar alleen als ik jouw anker blijf. Niet haar spiegel.”
Thomas had geknikt. “Zij zal geen plek innemen. Alleen je pad verbreden.”
Ze hadden erover gesproken, drieën. Lang. Open. Geen maskers. En vooral: geen verborgen intenties.
Lise had geluisterd. Ze had het geaccepteerd. “Ik wil geen liefde,” had ze gezegd. “Alleen de roes. De plek waar mijn hoofd stil wordt en mijn lichaam luid.”
Thomas had daarop slechts één antwoord: “Dan ben je welkom in mijn spel.”
De avond van het eerste gedeelde ritueel was strak geregisseerd. Thomas had instructies gegeven aan beide vrouwen — gescheiden.
Zoë droeg zwart kant. Kousen tot halverwege haar dijen. Rode halsband. Lippen ongestift, ogen vrij.
Lise droeg wit. Doorzichtig tule. Een enkelbandje van zilver, geen halsband.
Het verschil was duidelijk. Zoë was bezit. Lise was speeltijd.
In het midden van de loft stond een houten bank, laag bij de grond. Twee kussens. Een kruisvormige paal. En naast het geheel: een kist.
De inhoud daarvan kenden ze nog niet.
Thomas stond tussen hen in, handen op hun schouders.
“Vanavond,” zei hij, “zoeken we geen liefde. Geen zachtheid. Alleen grenzen. Jullie strijden niet om mij. Jullie strijden met jezelf.”
Zoë was als eerste aan de beurt. Gebonden aan het kruis, gezicht naar voren, rug bloot. De leren zweep zwiepte strak en beheerst. Elke slag liet een spoor na dat dieper leek dan huid.
Lise zat op haar knieën aan de zijkant, ogen wijd. Ze hield een stopwatch vast. Thomas had haar die gegeven. “Jij telt. En jij beslist wanneer ze een pauze krijgt. Maar je mag pas stoppen bij twintig.”
Zoë hoorde het. Ze voelde Lise’s ogen op haar brandende rug. En ergens… vond ze het opwindend.
De twintigste slag viel. Lise ademde zwaar. “Stop.”
Thomas legde de zweep neer. “Goed. Nu zij.”
Zoë werd losgemaakt. Ze nam plaats op het kussen. Warm, pijnlijk, levend.
Lise nam de plaats op het kruis in. Haar knieën trilden. Ze was tenger, maar haar blik vastberaden.
Thomas fluisterde: “Je moet niets. Maar alles wat je toelaat, geeft kracht.”
De eerste slag was zachter dan bij Zoë. Thomas keek naar Zoë. “Jij telt.”
Ze glimlachte. “Dertig.”
Lise keek op, verrast. Maar ze zei niets.
De slagen kwamen ritmisch. Thomas dreef haar langzaam omhoog in een trance van pijn, warmte en overgave. Bij vijfentwintig begon ze te huilen. Niet van verdriet. Van loslaten.
Bij dertig zei Zoë zacht: “Genoeg.”
Thomas boog zich naar Lise. Kuste haar schouder. “Je groeit snel. Maar je bent nog in de schaduw.”
Na de slagen kwam het vuur.
Kaarsvet. Eerst over Zoë’s buik, dan haar borsten. Haar kreunen klonken diep en gedragen — als een gebed. Lise hield haar hand vast. “Je bent sterker dan ik dacht.”
Zoë grijnsde, ogen half dicht. “Jij bent net begonnen.”
Toen werd Lise gevraagd te knielen. Kaarsvet op haar dijen, haar onderrug, haar heupen. Ze sidderde. Niet uit angst. Uit honger.
Thomas stond tussen hen in. Twee onderdanigen. Eén spel. Geen jaloezie, alleen echo’s van dezelfde brand.
En uiteindelijk — stilte. Twee lichamen, naakt en dampend. Thomas die hen omwikkelde met dekens. Zijn stem kalm.
“Vandaag hebben jullie bewezen dat grenzen niet vastliggen. Ze ademen.”
Een week later kreeg Zoë een envelop. Handgeschreven brief.
“Volgende keer test ik jullie met stilte.
Eén van jullie spreekt. De ander zwijgt.
Wie de stilte breekt… krijgt het zwaar.”
Ondertekend: T.
Zoë glimlachte. Lise keek haar aan, wenkbrauwen omhoog.
“Ik hoop dat jij het bent die het breekt,” fluisterde Lise.
Zoë keek terug.
“Dan hoop ik dat jij het bent. Want ik wil zien wat hij met je doet.”
“Ze mag blijven,” had ze gezegd, liggend naast Thomas. “Maar alleen als ik jouw anker blijf. Niet haar spiegel.”
Thomas had geknikt. “Zij zal geen plek innemen. Alleen je pad verbreden.”
Ze hadden erover gesproken, drieën. Lang. Open. Geen maskers. En vooral: geen verborgen intenties.
Lise had geluisterd. Ze had het geaccepteerd. “Ik wil geen liefde,” had ze gezegd. “Alleen de roes. De plek waar mijn hoofd stil wordt en mijn lichaam luid.”
Thomas had daarop slechts één antwoord: “Dan ben je welkom in mijn spel.”
De avond van het eerste gedeelde ritueel was strak geregisseerd. Thomas had instructies gegeven aan beide vrouwen — gescheiden.
Zoë droeg zwart kant. Kousen tot halverwege haar dijen. Rode halsband. Lippen ongestift, ogen vrij.
Lise droeg wit. Doorzichtig tule. Een enkelbandje van zilver, geen halsband.
Het verschil was duidelijk. Zoë was bezit. Lise was speeltijd.
In het midden van de loft stond een houten bank, laag bij de grond. Twee kussens. Een kruisvormige paal. En naast het geheel: een kist.
De inhoud daarvan kenden ze nog niet.
Thomas stond tussen hen in, handen op hun schouders.
“Vanavond,” zei hij, “zoeken we geen liefde. Geen zachtheid. Alleen grenzen. Jullie strijden niet om mij. Jullie strijden met jezelf.”
Zoë was als eerste aan de beurt. Gebonden aan het kruis, gezicht naar voren, rug bloot. De leren zweep zwiepte strak en beheerst. Elke slag liet een spoor na dat dieper leek dan huid.
Lise zat op haar knieën aan de zijkant, ogen wijd. Ze hield een stopwatch vast. Thomas had haar die gegeven. “Jij telt. En jij beslist wanneer ze een pauze krijgt. Maar je mag pas stoppen bij twintig.”
Zoë hoorde het. Ze voelde Lise’s ogen op haar brandende rug. En ergens… vond ze het opwindend.
De twintigste slag viel. Lise ademde zwaar. “Stop.”
Thomas legde de zweep neer. “Goed. Nu zij.”
Zoë werd losgemaakt. Ze nam plaats op het kussen. Warm, pijnlijk, levend.
Lise nam de plaats op het kruis in. Haar knieën trilden. Ze was tenger, maar haar blik vastberaden.
Thomas fluisterde: “Je moet niets. Maar alles wat je toelaat, geeft kracht.”
De eerste slag was zachter dan bij Zoë. Thomas keek naar Zoë. “Jij telt.”
Ze glimlachte. “Dertig.”
Lise keek op, verrast. Maar ze zei niets.
De slagen kwamen ritmisch. Thomas dreef haar langzaam omhoog in een trance van pijn, warmte en overgave. Bij vijfentwintig begon ze te huilen. Niet van verdriet. Van loslaten.
Bij dertig zei Zoë zacht: “Genoeg.”
Thomas boog zich naar Lise. Kuste haar schouder. “Je groeit snel. Maar je bent nog in de schaduw.”
Na de slagen kwam het vuur.
Kaarsvet. Eerst over Zoë’s buik, dan haar borsten. Haar kreunen klonken diep en gedragen — als een gebed. Lise hield haar hand vast. “Je bent sterker dan ik dacht.”
Zoë grijnsde, ogen half dicht. “Jij bent net begonnen.”
Toen werd Lise gevraagd te knielen. Kaarsvet op haar dijen, haar onderrug, haar heupen. Ze sidderde. Niet uit angst. Uit honger.
Thomas stond tussen hen in. Twee onderdanigen. Eén spel. Geen jaloezie, alleen echo’s van dezelfde brand.
En uiteindelijk — stilte. Twee lichamen, naakt en dampend. Thomas die hen omwikkelde met dekens. Zijn stem kalm.
“Vandaag hebben jullie bewezen dat grenzen niet vastliggen. Ze ademen.”
Een week later kreeg Zoë een envelop. Handgeschreven brief.
“Volgende keer test ik jullie met stilte.
Eén van jullie spreekt. De ander zwijgt.
Wie de stilte breekt… krijgt het zwaar.”
Ondertekend: T.
Zoë glimlachte. Lise keek haar aan, wenkbrauwen omhoog.
“Ik hoop dat jij het bent die het breekt,” fluisterde Lise.
Zoë keek terug.
“Dan hoop ik dat jij het bent. Want ik wil zien wat hij met je doet.”
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10