Door: Maarten Van Achteren
Datum: 10-08-2025 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 1976
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 12 minuten | Lezers Online: 4
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 12 minuten | Lezers Online: 4
Vervolg op: Cryptogod In Azië - 1
Maarten had iets raars gevoeld toen hij haar vroeg hoe haar week eruitzag. Ze noemde dagen, uren, shifts. Ze werkte meer in één week dan hij in drie maanden. Hij had het gelachen weggezet. Nuchter, cool, luchtig, maar toen hij alleen was, bleef het knagen. Iets beet zich vast in z’n onderbuik, niet geilheid dit keer, maar schuld.
Die avond zat hij op z’n balkon, laptop open, camera aan, en zijn stem begon anders te klinken dan anders. Serieuzer. Rustiger. Hij legde uit wat ‘passief inkomen’ echt betekende. Niet als slogan, niet als trucje. Hij praatte over rendementen, beleggingshorizon, risicospreiding. En toen hij klaar was met opnemen, uploadde hij alles gratis. Voor iedereen die zijn cursus eerder had gekocht. Zonder aankondiging. Geen upsell. Geen “nieuwe versie”. Gewoon: omdat het moest.
Hij verhoogde z’n prijzen niet.
Toch verkochten de cursussen opnieuw als warme broodjes.
---
Voor de video’s had hij een pak nodig. Iets strakker dan die oude dingen thuis in z’n kast. Iets wat niet stonk naar champagne of de vorige leugen. Hij dacht aan Thiên-Lan. Ze had gezegd dat ze soms ook bij een kledingwinkel werkte.
Een week later vond hij de winkel. Klein, koel binnen, houten vloer, een rij mannequins in het raam met glanzende pakken. Hij was nog geen twee minuten binnen of hij hoorde haar stem: “Maarten?”
Ze stond daar in een grijze blouse en een zwarte rok, een lintmeter om haar hals, een glimlach op haar gezicht die niet uit werkbestemming leek te komen.
“Ik wist niet dat jij…” begon hij.
Ze haalde haar schouders op. “Vier dagen per week, ochtenddienst. De rest van de tijd leer ik. Of slaap ik niet.”
Ze nam hem mee naar een paskamer. Hij trok zijn shirt uit, zij stond klaar met notitieboekje en meetlint. Haar handen waren koel, nauwkeurig. Geen trilling, geen aarzeling. Tot ze op haar knieën ging.
“Voeten iets uit elkaar,” zei ze.
Hij voelde haar vingers om zijn enkel, dan langs zijn kuit, dan zijn binnenbeen. Ze was geconcentreerd, professioneel. Maar toen haar blik omhoog gleed, bleef ze een fractie langer hangen. Precies daar, bij zijn kruis.
Ze merkte het.
Zijn pik reageerde. Onmiskenbaar.
Ze knipperde. Keek hem aan. Een halve glimlach.
“Je bent groter dan de meeste Vietnamese mannen,” zei ze met zachte stem. “Ik bedoel—lichamelijk.”
Zijn kaak verstrakte.
Zij bleef daar, op haar knieën. De meetlint slap tussen haar vingers. Toen stond ze op, langzaam, haar blik geen seconde brekend met de zijne.
“Het wordt een maatpak. Volledig. Moet besteld. Duurt acht weken.”
Hij slikte. Vroeg of ze zo klaar was met werken en ook terug naar her hotel ging. "Eerst wat eten, ik rammel".
---
Ze zaten op plastic stoelen onder een neonbord dat flikkerde als een haperend hart. Het Vietnamees eettentje was openlucht, met kippenbotten op de grond en biertjes in plastic bekers. Thiên-Lan at met stokjes alsof ze ermee geboren was, wat natuurlijk ook zo was. Hij klungelde ermee. Zij lachte. Hij vond het prachtig.
Ze vertelde over haar familie. Over haar moeder die kleding repareerde aan huis. Over haar vader die lang geleden verdwenen was, ergens in China, misschien Korea. Niemand wist het. Ze woonde in het hotel bij haar tante. Vandaar dat ze in een leeg bed mocht slapen of op de slaapzaal als het vol zat. En dus werkte ze, leerde ze, sliep ze kort en bleef ze rechtop staan op wilskracht.
“Ik wil niet voor toeristen werken mijn hele leven,” zei ze. “Ik wil zelf iets opzetten. Een winkel, misschien. Of iets met export.”
Hij knikte langzaam. “Dan moet je je tentamens halen.”
Ze lachte weer. “Ik faalde er een laatst. Business English. Erg slecht, moet nu een hertentamen doen.”
“Ik help je.”
Ze keek op. “Echt?”
“Ik heb economie gestudeerd,” zei hij. “Bachelor. Lang geleden.”
Ze keek hem aan alsof hij zojuist een verborgen deur had geopend. “Morgen?”
---
Ze zaten op bed. Zij met haar aantekeningen, hij met een notitieblok. Het hotel was stil. De ventilator tikte ritmisch. Buiten floten krekels. Binnen draaide de lucht om hun lichamen heen, warm en geladen.
Hij legde dingen uit. Zij vroeg door. Soms pakte hij haar boek over, en hun handen raakten elkaar. Haar huid was zacht. Warm. Echt.
Ze zat dicht tegen hem aan. Haar schouder tegen zijn bovenarm. Haar knie bijna tussen de zijne. Haar geur was zacht, iets van mango, iets van huid.
Zijn stem werd lager. Haar blik langzamer.
Ze stelde geen vragen meer.
Ze keek hem aan. Ogen donker, lippen iets geopend. Ze ademde anders. Haar benen verschoven een fractie. Hij voelde de warmte van haar dij tegen zijn kuit.
En hij wist: nog één blik, nog één beweging, en hij zou haar kussen. Haar pakken. Haar onder zich voelen, warm, hijgend, onhoudbaar.
Maar hij bleef zitten.
Voor nu.
---
Hanoi had hem vast. Niet door luxe, vrouwen of avontuur, maar door iets veel kleiners. Stilte. Structuur. Doel. Elke ochtend werkte Maarten aan nieuwe content, niet de flitsende bullshit die zijn oude team hem ooit had voorgeschoteld, maar echte lessen. In duidelijke taal, rustig uitgelegd. Over compound interest, over spreiding, over ETF’s en cashflowanalyse. Dingen die hij zelf op z’n achttiende had moeten weten.
En hij kreeg er lol in. Soms zette hij z’n camera aan voor een livestream, een Q&A. De eerste keer belden er drie mensen in. Een jongen van 16 die zijn eerste spaargeld had. Een vrouw van 48 met schulden. Een gepensioneerde man die wilde weten of crypto nog iets was.
Hij praatte met ze.
Geen show.
Geen verkoop.
Gewoon: uitleggen, luisteren, advies geven waar hij geen cent voor terugvroeg.
Het werd een vast ritueel. Iedere woensdag livestream. Hij kocht een microfoon. Bouwde een gratis Discord-server. In Nederland begonnen mensen te praten. Eerst mondjesmaat. Toen harder. Sneller.
En toen kwam die aflevering.
BOOS. Nederland in rep en roer. Finfluencers werden gefileerd. Arrogante types in snelle auto's. Manipulatieve video’s. Lokkende verkooptrucs. “Dit is je kans op vrijheid!” gevolgd door 997 euro in één klik.
Maarten zat ernaar te kijken op zijn telefoon, met een bak dampende noedelsoep op schoot, op het dak van het hotel. Hij herkende ze allemaal. Hij kende sommigen persoonlijk. Had met ze gelachen op events. Geklonken op “conversiepercentages”.
En toen kwam het mailtje van de redactie van BOOS. Of hij wilde reageren. Niet verdedigend, gewoon praten. Zijn kant.
Hij dacht na.
En stemde toe.
---
Ze deden het via Zoom. Tim Hofman strak in beeld. Direct, zonder poespas.
"Waarom werkte je eerst met die clickbait video’s?"
Maarten knikte. "Omdat het werkte. Omdat ik jong was en dacht: geld is het doel. Niet het middel."
"En wat was dan het kantelpunt?"
Hij glimlachte. Niet gemaakt. Echt.
"De kleine dingen hier," zei hij. "Een meisje dat twaalf uur werkt en dan lacht omdat iemand haar koffie trakteert. Mensen die blij zijn als ze één euro besparen. Ik zag mensen met niks, en voelde me leger dan ooit. Dat sneed."
"En nu?"
"Nu wil ik dat de juiste mensen financieel vooruitkomen. Niet alleen de lucky few met geld en tijd, maar ook mensen met schuld, met stress. Ik verkoop nog steeds cursussen, maar ik het is daarna gewoon gratis verder, geen abonnement. Omdat niet iedereen in dezelfde race begint."
De uitzending kwam een maand later.
Hij lag in bed toen het online ging. Zijn telefoon ontplofte. Instagram vol DM’s. YouTube abonnees schoten omhoog. Op Reddit noemden ze hem "de enige eerlijke finfluencer". Iemand maakte een meme van hem op slippers achter zijn laptop: Maarten in Hanoi: rijk met rust.
---
Twee dagen later kwam Thiên-Lan zijn kamer binnen met twee koppen koffie. Ze liep op blote voeten, haar haar los, een ochtendblik in haar ogen.
“Ik weet wie je bent,” zei ze.
Hij keek op, knipperend.
Ze hield haar telefoon omhoog. “Mijn tante wilde weten wie jij bent. Ze heeft je opgezocht.”
Hij lachte ongemakkelijk. “En wat vond ze?”
“Ze denkt dat jij beroemd bent.”
“Dat valt wel mee.”
“Er staat: Maarten de eerlijke finfluencer. Die man die Nederland redt van crypto-idioten.” Ze grijnsde breed. “Ze wil nu ook beleggen.”
Hij lachte. “Ik maak een Excel voor haar.”
Ze ging op het bed zitten, benen gekruist, haar koffie op de grond naast zich.
“Waarom zei je het nooit?”
“Omdat jij me aankeek alsof ik gewoon Maarten was. Niet een fucking merk.”
Ze knikte.
“Dan ben ik blij dat ik te druk ben voor al die sociaal media.”
Ze raakte zijn knie aan. Kort. Terloops.
Maar haar vingers bleven net te lang hangen.
Zijn hart bonsde.
---
Het was alweer acht weken geleden dat ze op haar knieën voor hem had gezeten met die meetlint in haar vingers, haar blik even haperend bij zijn zwellende kruis. Acht weken van lessen geven, praten, stiltes vol spanning. Nu stond hij weer voor haar, in een koel verlichte kleedruimte met spiegels van muur tot muur.
Het pak hing klaar. Donkerblauw. Italiaans gesneden. Subtiel, strak. Iets waar zijn oude zelf zich mee zou hebben uitgesloofd op een rode loper, maar nu voelde het vreemd ceremonieel. Hij trok het aan, liet haar hem helpen met de revers, de mouwen, zijn rug gladstrijken.
Haar vingers bewogen secuur over zijn schouders, langs zijn nek, gleden traag over zijn zij.
Naast haar stond een collega, een Vietnamees meisje met scherpe ogen, net iets te nieuwsgierig. Ze fluisterden met elkaar in hun taal. Giechelden. En ineens lachte Thiên-Lan luidop, keek hem aan.
“We hebben je opgezocht,” zei ze, ondeugend.
“Oh?”
“Je oude Instagram. Je oude leven. Foto’s met je ex, al die auto’s, die klok om je pols. Wát een leven had jij.”
Haar collega tikte haar schouder, mompelde iets in het Vietnamees.
Thiên-Lan grijnsde. “Je ex is nu fitgirl. Heel... plastisch.”
“Ze heeft tegenwoordig neptieten,” voegde ze droog toe.
Maarten trok zijn wenkbrauwen op. “Serieus?”
“Ja,” zei ze, hoofd schuin. “En jij... zat met haar op het strand in Dubai, champagne in je hand. Eén klik, allemaal foto’s. Bikini’s. Haar kont in je gezicht.”
Hij keek haar aan. “Dat leven ligt achter me.”
Ze keek hem op dat moment recht aan. Iets in haar blik veranderde. Zachter. Vragend. Alsof ze het wílde geloven, maar haar twijfels nog vastklemde.
Ze knikte langzaam. “Er moet nog een naadje versteld. Ik breng het straks naar je kamer.”
Een paar uur later klopte ze aan. Haar blouse was anders. Luchtig, losjes, een beetje doorzichtig in het warme licht van de gang. Ze had haar haar opgestoken, een lok los gevallen bij haar oor. Het pak hing over haar arm.
Hij opende in een T-shirt en linnen broek. Blootvoets.
Ze stapte binnen. Legde het pak over een stoel. Bleef staan.
“Past nu perfect,” zei ze.
Hij keek haar aan. “Je had nog een vraag.”
Ze aarzelde.
Toen: “Is zij... jouw type?”
“Wie?”
“Je ex. Nepborsten. Fitgirl. Dubai.”
Hij lachte. “Waarom?”
Ze trok haar schouders op, keek opzij. “Omdat ik dat niet ben. En ook nooit zal zijn.”
Hij stapte naar haar toe.
Dicht.
Heel dicht.
Zijn vingertoppen raakten haar wang, haar kaaklijn, gleden naar achter, duwden haar haar zachtjes opzij.
“Ik wil geen plastiek,” zei hij zacht. “Ik wil geen façade.”
“Wat wil je dan?” vroeg ze, nauwelijks hoorbaar.
Hij boog zijn hoofd.
Z’n mond raakte de hare. Eerst subtiel, dan zwaarder, voller, dieper.
Geen haast. Geen gretigheid.
Een kus die haar door de knieën liet zakken als hij dat had gewild.
Zijn hand gleed naar haar heup, trok haar dichter. Haar lichaam spande onder zijn aanraking, haar adem stokte. Ze wilde het. Ze stond daar in zijn kamer, geankerd in het moment, met het pak tussen hen in als laatste barrière tussen oud en nieuw.
Zijn lippen proefden haar.
Zacht.
Zwoel.
Verleidend.
En zij gaf zich over zonder woorden.
Wordt vervolgd...
Die avond zat hij op z’n balkon, laptop open, camera aan, en zijn stem begon anders te klinken dan anders. Serieuzer. Rustiger. Hij legde uit wat ‘passief inkomen’ echt betekende. Niet als slogan, niet als trucje. Hij praatte over rendementen, beleggingshorizon, risicospreiding. En toen hij klaar was met opnemen, uploadde hij alles gratis. Voor iedereen die zijn cursus eerder had gekocht. Zonder aankondiging. Geen upsell. Geen “nieuwe versie”. Gewoon: omdat het moest.
Hij verhoogde z’n prijzen niet.
Toch verkochten de cursussen opnieuw als warme broodjes.
---
Voor de video’s had hij een pak nodig. Iets strakker dan die oude dingen thuis in z’n kast. Iets wat niet stonk naar champagne of de vorige leugen. Hij dacht aan Thiên-Lan. Ze had gezegd dat ze soms ook bij een kledingwinkel werkte.
Een week later vond hij de winkel. Klein, koel binnen, houten vloer, een rij mannequins in het raam met glanzende pakken. Hij was nog geen twee minuten binnen of hij hoorde haar stem: “Maarten?”
Ze stond daar in een grijze blouse en een zwarte rok, een lintmeter om haar hals, een glimlach op haar gezicht die niet uit werkbestemming leek te komen.
“Ik wist niet dat jij…” begon hij.
Ze haalde haar schouders op. “Vier dagen per week, ochtenddienst. De rest van de tijd leer ik. Of slaap ik niet.”
Ze nam hem mee naar een paskamer. Hij trok zijn shirt uit, zij stond klaar met notitieboekje en meetlint. Haar handen waren koel, nauwkeurig. Geen trilling, geen aarzeling. Tot ze op haar knieën ging.
“Voeten iets uit elkaar,” zei ze.
Hij voelde haar vingers om zijn enkel, dan langs zijn kuit, dan zijn binnenbeen. Ze was geconcentreerd, professioneel. Maar toen haar blik omhoog gleed, bleef ze een fractie langer hangen. Precies daar, bij zijn kruis.
Ze merkte het.
Zijn pik reageerde. Onmiskenbaar.
Ze knipperde. Keek hem aan. Een halve glimlach.
“Je bent groter dan de meeste Vietnamese mannen,” zei ze met zachte stem. “Ik bedoel—lichamelijk.”
Zijn kaak verstrakte.
Zij bleef daar, op haar knieën. De meetlint slap tussen haar vingers. Toen stond ze op, langzaam, haar blik geen seconde brekend met de zijne.
“Het wordt een maatpak. Volledig. Moet besteld. Duurt acht weken.”
Hij slikte. Vroeg of ze zo klaar was met werken en ook terug naar her hotel ging. "Eerst wat eten, ik rammel".
---
Ze zaten op plastic stoelen onder een neonbord dat flikkerde als een haperend hart. Het Vietnamees eettentje was openlucht, met kippenbotten op de grond en biertjes in plastic bekers. Thiên-Lan at met stokjes alsof ze ermee geboren was, wat natuurlijk ook zo was. Hij klungelde ermee. Zij lachte. Hij vond het prachtig.
Ze vertelde over haar familie. Over haar moeder die kleding repareerde aan huis. Over haar vader die lang geleden verdwenen was, ergens in China, misschien Korea. Niemand wist het. Ze woonde in het hotel bij haar tante. Vandaar dat ze in een leeg bed mocht slapen of op de slaapzaal als het vol zat. En dus werkte ze, leerde ze, sliep ze kort en bleef ze rechtop staan op wilskracht.
“Ik wil niet voor toeristen werken mijn hele leven,” zei ze. “Ik wil zelf iets opzetten. Een winkel, misschien. Of iets met export.”
Hij knikte langzaam. “Dan moet je je tentamens halen.”
Ze lachte weer. “Ik faalde er een laatst. Business English. Erg slecht, moet nu een hertentamen doen.”
“Ik help je.”
Ze keek op. “Echt?”
“Ik heb economie gestudeerd,” zei hij. “Bachelor. Lang geleden.”
Ze keek hem aan alsof hij zojuist een verborgen deur had geopend. “Morgen?”
---
Ze zaten op bed. Zij met haar aantekeningen, hij met een notitieblok. Het hotel was stil. De ventilator tikte ritmisch. Buiten floten krekels. Binnen draaide de lucht om hun lichamen heen, warm en geladen.
Hij legde dingen uit. Zij vroeg door. Soms pakte hij haar boek over, en hun handen raakten elkaar. Haar huid was zacht. Warm. Echt.
Ze zat dicht tegen hem aan. Haar schouder tegen zijn bovenarm. Haar knie bijna tussen de zijne. Haar geur was zacht, iets van mango, iets van huid.
Zijn stem werd lager. Haar blik langzamer.
Ze stelde geen vragen meer.
Ze keek hem aan. Ogen donker, lippen iets geopend. Ze ademde anders. Haar benen verschoven een fractie. Hij voelde de warmte van haar dij tegen zijn kuit.
En hij wist: nog één blik, nog één beweging, en hij zou haar kussen. Haar pakken. Haar onder zich voelen, warm, hijgend, onhoudbaar.
Maar hij bleef zitten.
Voor nu.
---
Hanoi had hem vast. Niet door luxe, vrouwen of avontuur, maar door iets veel kleiners. Stilte. Structuur. Doel. Elke ochtend werkte Maarten aan nieuwe content, niet de flitsende bullshit die zijn oude team hem ooit had voorgeschoteld, maar echte lessen. In duidelijke taal, rustig uitgelegd. Over compound interest, over spreiding, over ETF’s en cashflowanalyse. Dingen die hij zelf op z’n achttiende had moeten weten.
En hij kreeg er lol in. Soms zette hij z’n camera aan voor een livestream, een Q&A. De eerste keer belden er drie mensen in. Een jongen van 16 die zijn eerste spaargeld had. Een vrouw van 48 met schulden. Een gepensioneerde man die wilde weten of crypto nog iets was.
Hij praatte met ze.
Geen show.
Geen verkoop.
Gewoon: uitleggen, luisteren, advies geven waar hij geen cent voor terugvroeg.
Het werd een vast ritueel. Iedere woensdag livestream. Hij kocht een microfoon. Bouwde een gratis Discord-server. In Nederland begonnen mensen te praten. Eerst mondjesmaat. Toen harder. Sneller.
En toen kwam die aflevering.
BOOS. Nederland in rep en roer. Finfluencers werden gefileerd. Arrogante types in snelle auto's. Manipulatieve video’s. Lokkende verkooptrucs. “Dit is je kans op vrijheid!” gevolgd door 997 euro in één klik.
Maarten zat ernaar te kijken op zijn telefoon, met een bak dampende noedelsoep op schoot, op het dak van het hotel. Hij herkende ze allemaal. Hij kende sommigen persoonlijk. Had met ze gelachen op events. Geklonken op “conversiepercentages”.
En toen kwam het mailtje van de redactie van BOOS. Of hij wilde reageren. Niet verdedigend, gewoon praten. Zijn kant.
Hij dacht na.
En stemde toe.
---
Ze deden het via Zoom. Tim Hofman strak in beeld. Direct, zonder poespas.
"Waarom werkte je eerst met die clickbait video’s?"
Maarten knikte. "Omdat het werkte. Omdat ik jong was en dacht: geld is het doel. Niet het middel."
"En wat was dan het kantelpunt?"
Hij glimlachte. Niet gemaakt. Echt.
"De kleine dingen hier," zei hij. "Een meisje dat twaalf uur werkt en dan lacht omdat iemand haar koffie trakteert. Mensen die blij zijn als ze één euro besparen. Ik zag mensen met niks, en voelde me leger dan ooit. Dat sneed."
"En nu?"
"Nu wil ik dat de juiste mensen financieel vooruitkomen. Niet alleen de lucky few met geld en tijd, maar ook mensen met schuld, met stress. Ik verkoop nog steeds cursussen, maar ik het is daarna gewoon gratis verder, geen abonnement. Omdat niet iedereen in dezelfde race begint."
De uitzending kwam een maand later.
Hij lag in bed toen het online ging. Zijn telefoon ontplofte. Instagram vol DM’s. YouTube abonnees schoten omhoog. Op Reddit noemden ze hem "de enige eerlijke finfluencer". Iemand maakte een meme van hem op slippers achter zijn laptop: Maarten in Hanoi: rijk met rust.
---
Twee dagen later kwam Thiên-Lan zijn kamer binnen met twee koppen koffie. Ze liep op blote voeten, haar haar los, een ochtendblik in haar ogen.
“Ik weet wie je bent,” zei ze.
Hij keek op, knipperend.
Ze hield haar telefoon omhoog. “Mijn tante wilde weten wie jij bent. Ze heeft je opgezocht.”
Hij lachte ongemakkelijk. “En wat vond ze?”
“Ze denkt dat jij beroemd bent.”
“Dat valt wel mee.”
“Er staat: Maarten de eerlijke finfluencer. Die man die Nederland redt van crypto-idioten.” Ze grijnsde breed. “Ze wil nu ook beleggen.”
Hij lachte. “Ik maak een Excel voor haar.”
Ze ging op het bed zitten, benen gekruist, haar koffie op de grond naast zich.
“Waarom zei je het nooit?”
“Omdat jij me aankeek alsof ik gewoon Maarten was. Niet een fucking merk.”
Ze knikte.
“Dan ben ik blij dat ik te druk ben voor al die sociaal media.”
Ze raakte zijn knie aan. Kort. Terloops.
Maar haar vingers bleven net te lang hangen.
Zijn hart bonsde.
---
Het was alweer acht weken geleden dat ze op haar knieën voor hem had gezeten met die meetlint in haar vingers, haar blik even haperend bij zijn zwellende kruis. Acht weken van lessen geven, praten, stiltes vol spanning. Nu stond hij weer voor haar, in een koel verlichte kleedruimte met spiegels van muur tot muur.
Het pak hing klaar. Donkerblauw. Italiaans gesneden. Subtiel, strak. Iets waar zijn oude zelf zich mee zou hebben uitgesloofd op een rode loper, maar nu voelde het vreemd ceremonieel. Hij trok het aan, liet haar hem helpen met de revers, de mouwen, zijn rug gladstrijken.
Haar vingers bewogen secuur over zijn schouders, langs zijn nek, gleden traag over zijn zij.
Naast haar stond een collega, een Vietnamees meisje met scherpe ogen, net iets te nieuwsgierig. Ze fluisterden met elkaar in hun taal. Giechelden. En ineens lachte Thiên-Lan luidop, keek hem aan.
“We hebben je opgezocht,” zei ze, ondeugend.
“Oh?”
“Je oude Instagram. Je oude leven. Foto’s met je ex, al die auto’s, die klok om je pols. Wát een leven had jij.”
Haar collega tikte haar schouder, mompelde iets in het Vietnamees.
Thiên-Lan grijnsde. “Je ex is nu fitgirl. Heel... plastisch.”
“Ze heeft tegenwoordig neptieten,” voegde ze droog toe.
Maarten trok zijn wenkbrauwen op. “Serieus?”
“Ja,” zei ze, hoofd schuin. “En jij... zat met haar op het strand in Dubai, champagne in je hand. Eén klik, allemaal foto’s. Bikini’s. Haar kont in je gezicht.”
Hij keek haar aan. “Dat leven ligt achter me.”
Ze keek hem op dat moment recht aan. Iets in haar blik veranderde. Zachter. Vragend. Alsof ze het wílde geloven, maar haar twijfels nog vastklemde.
Ze knikte langzaam. “Er moet nog een naadje versteld. Ik breng het straks naar je kamer.”
Een paar uur later klopte ze aan. Haar blouse was anders. Luchtig, losjes, een beetje doorzichtig in het warme licht van de gang. Ze had haar haar opgestoken, een lok los gevallen bij haar oor. Het pak hing over haar arm.
Hij opende in een T-shirt en linnen broek. Blootvoets.
Ze stapte binnen. Legde het pak over een stoel. Bleef staan.
“Past nu perfect,” zei ze.
Hij keek haar aan. “Je had nog een vraag.”
Ze aarzelde.
Toen: “Is zij... jouw type?”
“Wie?”
“Je ex. Nepborsten. Fitgirl. Dubai.”
Hij lachte. “Waarom?”
Ze trok haar schouders op, keek opzij. “Omdat ik dat niet ben. En ook nooit zal zijn.”
Hij stapte naar haar toe.
Dicht.
Heel dicht.
Zijn vingertoppen raakten haar wang, haar kaaklijn, gleden naar achter, duwden haar haar zachtjes opzij.
“Ik wil geen plastiek,” zei hij zacht. “Ik wil geen façade.”
“Wat wil je dan?” vroeg ze, nauwelijks hoorbaar.
Hij boog zijn hoofd.
Z’n mond raakte de hare. Eerst subtiel, dan zwaarder, voller, dieper.
Geen haast. Geen gretigheid.
Een kus die haar door de knieën liet zakken als hij dat had gewild.
Zijn hand gleed naar haar heup, trok haar dichter. Haar lichaam spande onder zijn aanraking, haar adem stokte. Ze wilde het. Ze stond daar in zijn kamer, geankerd in het moment, met het pak tussen hen in als laatste barrière tussen oud en nieuw.
Zijn lippen proefden haar.
Zacht.
Zwoel.
Verleidend.
En zij gaf zich over zonder woorden.
Wordt vervolgd...
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10