Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: MTBFreak
Datum: 01-09-2025 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 2655
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 12 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Anaal, Collega, Fietsen, Vreemdgaan,
Hoofdstuk 1 – Vaste plek

Drie maanden geleden stapte ze ons bedrijf binnen als nieuwe office manager. Ik werk al jaren op de financiële afdeling, en onze paden kruisen elkaar vaker dan je zou verwachten – rapporten, vergaderingen, kleine logistieke kwesties. Vanaf haar eerste dag hadden we dus regelmatig contact.

Wat ons meteen bond: we waren allebei vroege vogels. Terwijl de rest van de collega's pas tegen negenen aan kwam zetten, zaten wij al om zeven uur achter ons bureau. Die rustige ochtenduren creëerden een intieme bubbel, een stilte waarin het alleen zij en ik waren. Ze had geen vaste plek toegewezen, maar al snel nestelde ze zich naast mij. Het gebeurde vanzelf, zonder woorden of afspraken.

We ontdekten meer overeenkomsten. Beiden getrouwd, beiden met twee kinderen van rond dezelfde leeftijd, en een vergelijkbaar leven buiten het werk. Misschien was dat waarom het zo vertrouwd aanvoelde – geen druk, geen verborgen agenda's, gewoon een herkenbare echo van elkaars dagelijks bestaan. Toch groeide er in een paar weken iets diepers dan pure collegialiteit. We werden vrienden, close vrienden zelfs, zoals ze het eens lachend noemde. Het soort band dat normaal jaren vergt, ontstond bij ons in een oogwenk.

Buiten kantooruren hielden we contact via appjes: grapjes, anekdotes over thuis, af en toe een klacht over het werk. Eerlijk gezegd voelde een halve dag zonder haar berichten vreemd leeg, alsof er iets ontbrak in mijn routine.

Hoofdstuk 2 – De eerste rit

Ons bedrijf stimuleert sporten met collega's: een wielrengroep, klimmers, tennissers. Ik ben zelf een fervent mountainbiker, maar had nooit iemand gevonden om mee te gaan. Toen ik dat terloops liet vallen, reageerde ze enthousiast: "Dat klinkt geweldig, mag ik eens aansluiten?"

Ze werkt vier dagen per week, ik vijf, maar met mijn overuren kon ik makkelijk een vrijdag vrijmaken. We spraken af om tien uur bij de Zandenwoud-route in Apeldoorn – geen makkelijke tocht: vijftig kilometer door bos en smalle singletracks.

Die ochtend was het fris en mistig toen ik mijn fiets uitlaadde. Terwijl ik mijn helm vastmaakte, zag ik haar auto aankomen. Ze stapte uit in een strakke wielrenoutfit, die haar figuur accentueerde op een manier die me even van mijn stuk bracht. Ik schudde het gevoel snel van me af – dit was gewoon sporten, een uitje met een collega – maar diep vanbinnen wist ik dat de setting allesbehalve alledaags was.

Ze glimlachte breed, maakte een grapje dat ze vast na vijf kilometer zou omkeren, en even later doken we het bos in. De paden slingerden scherp tussen de bomen, het tempo lag hoog, en de adrenaline pompte door ons heen. We lachten hardop als een van ons een bocht te krap nam of bijna uitgleed.

Na een kilometer of 15 pauzeerden we, fietsen tegen een boom, bidons in de hand. Het bos was doodstil, op ons hijgende ademhalen na. Onze blikken kruisten elkaar, en er hing een stilte die net te lang aanhield. Alsof we beiden beseften dat dit meer was dan zomaar een sportief uitstapje. Ik voelde een vlaag van onrust – we hadden allebei een leven thuis, een gezin – maar duwde het weg, focussend op de route.

Hoofdstuk 3 – Picknick in het bos

Na dertig kilometer besloten we te stoppen voor een hapje. Ze had een kleedje meegenomen, en we vonden een open plek waar de zon door de bomen scheen, het mos en de bladeren in een gouden gloed hullend.

Ik pakte stokbrood, kaas en ham uit mijn tas. We grinnikten om hoe huiselijk het leek: twee collega's op een kleedje in het bos, alsof het een impromptu picknick was. Maar het voelde ontspannen, zonder haast.

We zaten daar een poosje, etend, kletsend, soms gewoon starend naar hoe het licht door de takken danste. Ik merkte hoe dichtbij we zaten, hoe natuurlijk het was dat onze benen elkaar af en toe raakten. Geen van ons trok zich terug.

De lucht tussen ons was geladen, een subtiele spanning die niet in woorden gevat kon worden. Toen ze vooroverboog om een fles drinken uit haar tas te pakken – op handen en knieën, haar silhouet scherp afgetekend – ving ik mezelf op een onwillekeurige gedachte. Ik mompelde zacht iets, half tot mezelf.

Ze draaide zich om. "Wat zei je?" vroeg ze, met een nieuwsgierige glimlach.

Ik aarzelde, maar koos voor een speelse eerlijkheid: "Misschien volgende keer toch die baggy MTB-shorts?"

Ze bleef even stil, haar ogen glinsterend met een mix van amusement en iets diepers. Toen brak een brede glimlach door. Ze schudde haar hoofd, nam een slok uit haar bidon en zei niets. Maar die stilte, die blik – het was een onuitgesproken erkenning dat we een grens hadden betreden. Een vlaag van opwinding vermengde zich met een steek van schuld: wat waren we aan het doen, zo ver van onze gewone levens?

Hoofdstuk 4 – Een grens opgerekt

Het bos leek zijn adem in te houden, de wereld vervaagd tot een zachte gloed van groen en goud. Haar ogen vingen de mijne, brutaal en uitdagend, een stille uitnodiging die mijn hele lichaam deed tintelen. Ze boog voorover om iets uit haar tas te pakken, haar kontje fier omhoog, wiebelend op een manier die zowel speels als provocerend was. Met een knipoog keek ze over haar schouder en mompelde: "Oeps, sorry." Haar glimlach was plagerig, maar haar ogen verraadden iets diepers – een vonk die de spanning tussen ons aanwakkerde.

Mijn hand bewoog aarzelend naar haar knie, de warmte van haar huid verdreef mijn laatste twijfels. Mijn vingers gleden langzaam omhoog, over de ronding van haar heup, en vonden de strakke rand van haar wielrenbroekje. Met een zachte, maar vastberaden beweging trok ik het omlaag, haar huid blootleggend aan de koele boslucht. Ze hield mijn blik vast, een stille goedkeuring in haar ogen, terwijl ik het broekje langs haar benen liet glijden. Mijn hart bonkte, nog half ongelovig dat ik deze grens overschreed. De wekenlange spanning, opgebouwd in stille blikken en speelse appjes, barstte nu los, onstuitbaar en elektrisch.

Ze ademde scherp in, haar oogleden half gesloten – een teken van instemming. Ik leunde voorover, mijn lippen beroerden haar dij met lichte kusjes. Haar geur, warm en aards, vulde mijn zintuigen, terwijl mijn hart wild klopte. Mijn aanraking werd zelfverzekerder; mijn hand vond haar intiemste plek, glijdend met twee vingers, traag en behoedzaam. Ze kreunde zacht, haar hoofd achterover, haar ademhaling versnellend. Tegelijkertijd liet ik mijn tong verkennen, diep en doelgericht, haar reacties aanmoedigend. Ze reikte naar achteren, haar vingers tastend naar mijn kleding, ongeduldig trekkend aan de rand van mijn broek – een duidelijke uitnodiging voor meer.

Het kleedje leek op te lossen in de bosgrond; alleen wij bestonden nog. Haar zuchten mengden zich met het ruisen van de wind, elke beweging een instinctieve dans, vol vuur. We waren voorbij terughoudendheid, maar in mijn hoofd flitste een gedachte: dit was roekeloos, met onze huwelijken op het spel, maar het voelde ook als een bevrijding, een moment van pure connectie dat ik niet kon weerstaan.

Hoofdstuk 5 – Een grens geslecht

Het bos leek zijn adem in te houden, de stilte slechts doorbroken door ons gehijg en het zachte ruisen van de bladeren. Haar lichaam uitnodigend gebogen, een aanblik die mijn pols versnelde. Mijn vingers bewogen nog diep in haar, terwijl mijn tong haar sterretje beroerde, zacht en verkennend, haar kreunen een echo van onze gedeelde hitte. Ze duwde terug tegen mijn hand, haar rug licht gebogen, alsof ze meer verlangde.

Haar vingers hadden mijn broek omlaag getrokken, mijn verlangen blootstellend aan de koele boslucht. Ik spuugde discreet op mezelf voor soepelheid en positioneerde me achter haar, mijn eikel tegen haar sterretje drukkend, voorzichtig en aftastend. Haar adem stokte, maar toen fluisterde ze hees: "Ja…."

Dat was alles wat ik nodig had. Langzaam gleed ik naar binnen, haar lichaam me verwelkomend, onze ritmes versmeltend in een dans van urgentie en tederheid. Haar handen klemden het kleedje vast, haar knokkels bleek, terwijl ik haar heupen vasthield, stevig maar respectvol. Elke beweging bouwde op, een pulserende sensatie die door mijn hele lijf trok. Ik boog voorover, mijn borst tegen haar rug, mijn lippen in haar nek, haar naam fluisterend terwijl mijn handen haar borsten vonden, knedend en plagend, haar tepels hard onder mijn aanraking.

Ze nam het initiatief, haar heupen duwend in een sneller tempo, haar spieren aanspannend. Mijn vrije hand gleed naar voren, cirkelend over haar gevoelige plek, de dubbele stimulatie haar wild makend. Ze boog dieper, haar lichaam trillend, haar kreunen overgaand in hijgende smeekbedes. De hitte groeide, een vuur dat ons beiden opslokte. Ik voelde haar samentrekken, haar sterretje pulserend om me heen, haar climax mij dichterbij trekkend. Samen bereikten we de piek – een explosie van genot die ons liet beven, onze lichamen schokkend in een gedeeld hoogtepunt.

Uitgeput zakten we neer, zij aan zij op onze rug, starend naar de wolken die traag over de hemel dreven. Onze vingers verstrengelden zich, terwijl we nahijgden. In dat moment voelde ik een steek van schuld: hoe zou dit ons leven compliceren, met onze gezinnen thuis? Maar haar nabijheid, de warmte van haar hand in de mijne, maakte spijt onmogelijk. Dit was een herinnering die ons zou bijblijven, zowel onvermijdelijk als gevaarlijk complex.

Hoofdstuk 6 – Een stille afspraak

We lagen daar nog na te gloeien, het kleedje een zachte ondergrond tegen de aarde. Ze draaide zich naar me toe, haar wangen rozig, ogen vol voldoening en iets onuitgesprokens. Zonder woorden kuste ze me loom, teder, onze lichamen dichterbij schuivend. Haar hoofd rustte op mijn schouder, mijn vingers streelden haar haar – een kwetsbaar moment waarin de realiteit binnensijpelde.

Na een tijdje zei ze zacht: "Weet je dat we hier al bijna twee uur zijn?" met een speelse toon. Ik lachte, mijn hand op haar heup. "Tijd vliegt in goed gezelschap." Ze knikte, maar werd serieuzer, rechtop zittend. "Misschien tijd om terug te gaan. De kortste route?"

We pakten onze spullen, klaar voor de rit. Met een knipoog zei ze: "Wat in het bos gebeurt, blijft in het bos, oké?" Een stil pact, dat ons een kader gaf maar ook ruimte liet voor meer. Ik knikte grijnzend, en we fietsten terug – een gemoedelijke tocht vol gedeelde blikken en lachjes.

Bij de parkeerplaats voelde het bos als een parallelle wereld. Die avond lichtte mijn telefoon op met haar bericht: "Goede workout vandaag? 😜 Nog eens?" Ik typte terug: "Zeker. Volgende keer iets uitdagenders?" Haar reply: "Afgesproken. Tot maandag!"

Leunend op de bank voelde ik een mix van euforie en onrust. Dit was meer dan een avontuur; het was een draad die ons leven kon compliceren. Hoe lang konden we dit geheim bewaren, met onze families en werk in het spel?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...