Door: Poppy89
Datum: 28-11-2025 | Cijfer: 0 | Gelezen: 55
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 9 minuten | Lezers Online: 2
Trefwoord(en): Meesteres, Slet, Submission, Vingeren, Voeten,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 9 minuten | Lezers Online: 2
Trefwoord(en): Meesteres, Slet, Submission, Vingeren, Voeten,
Ik zit in mijn fauteuil als een koningin op haar troon, benen over elkaar, mijn blote voet licht wiegend in de lucht. De kamer is schemerdonker, alleen een enkele lamp achter mij die mijn schaduw reusachtig over de vloer laat vallen. Voor me, op haar knieën, zit Emma. Vroeger liep ze hier binnen met die hautaine blik, schouders naar achteren, kin omhoog, alsof ze mij een gunst bewees door haar aanwezigheid. Nu is haar hoofd gebogen, haar ademhaling onregelmatig, haar handen trillen op haar dijen. Ze durft niet op te kijken. Ze weet dat ze dat recht heeft verspeeld.
Ik laat de stilte rekken tot ze eronder breekt. Ik tel de seconden in mijn hoofd. Vijftien. Dertig. Veertig. Een minuut. Ik zie haar keel bewegen als ze slikt, zie hoe ze vecht tegen de drang om te smeken. Mooi. Laat haar maar voelen hoe klein ze is.
“Kom hier,” zeg ik uiteindelijk, zacht en verveeld.
Ze kruipt. Geen aarzeling meer, geen greintje trots. Alleen een hongerig, vernederd dier dat over de vloer schuift tot haar lippen mijn tenen raken. Een zachte, smekende zucht ontsnapt haar als ze haar hoofd buigt en een kus drukt op mijn voet, alsof het de huid van mijn tenen heiliger is dan welke kerk dan ook.
“Kijk me aan,” beveel ik.
Ze tilt haar hoofd op. Haar ogen zijn rood, nat, vol schaamte en iets wat verdacht veel op aanbidding lijkt. Ik kijk dwars door haar heen. Ik zie de vrouw die ooit dacht dat ze boven mij stond, en ik glimlach langzaam.
“Begin,” zeg ik.
Haar tong glijdt onmiddellijk naar buiten. Ze begint mijn tenen te likken alsof haar leven ervan afhangt. Langzaam, diep, vol overgave. Ze zuigt mijn grote teen in haar mond alsof het een pik is, kreunt erbij alsof ze nog nooit iets lekkerders heeft geproefd. Haar handen blijven op haar dijen, nagels diep in haar eigen vlees, want ze weet: aanraken mag alleen als ik het zeg.
Ik kijk toe hoe ze zichzelf volledig vernedert. Hoe ze haar eigen waardigheid met elke lik verder weggeeft. En ik voel niets dan kille voldoening.
“Je bent walgelijk,” zeg ik zacht. “Kijk naar jezelf. Een volwassen vrouw, op haar knieën, likkend aan mijn voeten alsof het haar laatste maaltijd is. Voel je hoe laag je bent gezakt?”
Ze kreunt, dieper, en knikt bijna onmerkbaar, haar tong nooit stoppend.
“Zeg het.”
“Ik… ik ben walgelijk, meesteres,” fluistert ze tegen mijn huid, haar stem gebroken.
“Lager dan vuil.”
Ik trek mijn voet terug. Ze jammert, een zacht, smekend geluid, alsof ik haar iets heb afgenomen dat haar toebehoort.
“Je mag neuken,” zeg ik kalm. “Met mijn voet. Laat maar zien hoe wanhopig een mens kan worden.”
Haar ogen worden groot. Dan schuift ze naar voren, brengt haar druipnatte kut boven mijn grote teen. Ik voel hoe ze trilt, hoe haar dijen al trillen van uitputting en toch hoe haar lichaam onmiddellijk reageert op mijn woorden. Ze laat zich zakken.
Ik voel haar hitte, haar nattigheid, de manier waarop haar schaamlippen zich om mijn teen klemmen alsof haar kut gemaakt is om mijn voet te dienen. Ze begint te bewegen. Langzaam eerst, dan sneller, wanhopiger. Haar handen grijpen mijn enkel vast, nagels zetten zich in mijn vlees. Haar borsten deinen op en neer, haar tepels hard en smekend.
Ik kijk neer op haar, mijn gezicht uitdrukkingloos.
“Je bent een voetneukende slet,” zeg ik. “Een kut die niet goed genoeg is voor een echte pik, dus je moet het doen met mijn tenen. Voel je hoe zielig dat is?”
Ze kreunt harder, haar heupen stoten nu woest. “Ja… meesteres… ik ben zielig… een voetneukende hoer…”
Ik laat haar begaan tot ik zie dat ze dichtbij is. Dan trek ik mijn voet weg.
Ze jammert, een hoog, gebroken geluid. Haar heupen blijven in de lucht stoten, op zoek naar iets dat er niet meer is.
“Bedelen,” zeg ik.
“Alstublieft… meesteres… laat me komen… ik smeek u… ik ben niets zonder uw voet…”
Ik wacht. Tien seconden. Twintig. Dan duw ik mijn teen weer naar binnen. Ze schreeuwt het uit van dankbaarheid en begint meteen weer te rijden, harder, sneller, wanhopiger.
Ik herhaal het. Telkens als ze dichtbij is, trek ik weg. Telkens moet ze harder smeken, zichzelf nog dieper vernederen. Na de vijfde keer huilt ze openlijk, snot en tranen over haar gezicht, haar stem rauw van het schreeuwen.
“Alsjeblieft… ik ben uw vieze voetenslet… uw waardeloze kut… gebruik me… breek me… ik verdien niet beter…”
Pas dan laat ik haar komen. Ze schreeuwt alsof ze sterft, haar hele lichaam schokt, haar kut spuit over mijn voet en de vloer. Ze zakt half in elkaar, maar ik geef haar geen rust.
“Andere voet,” zeg ik. “En lik deze schoon. Proef hoe walgelijk je zelf bent.”
Ze schuift meteen, nog na hijgend, en begint mijn besmeurde voet te likken. Haar tong glijdt over mijn huid, zuigt haar eigen sappen op, kreunt erbij alsof het het lekkerste is dat ze ooit heeft geproefd. Tegelijkertijd laat ze zich zakken op mijn andere voet en begint weer te rijden.
Ik kijk toe hoe ze zichzelf nog dieper vernedert. Hoe ze haar eigen smaak oplikt terwijl ze mijn teen neukt. En ik voel een koude, diepe vreugde.
“Je bent geen mens meer,” zeg ik zacht. “Je bent een ding. Een gebruiksvoorwerp. Een voetenkut. Zeg het.”
“Ik ben geen mens meer,” hijgt ze tegen mijn huid. “Ik ben uw ding… uw voetenkut… uw gebruikte slet…”
Ik grijp haar haar, ruk haar hoofd omhoog tot ze me aankijkt. Haar ogen zijn leeg, vol tranen, vol totale overgave.
“Je bent lager dan de vloer waar je op kruipt,” zeg ik. “Je bent lager dan het vuil onder mijn schoenen. En toch ben je dankbaar, hè?”
“Ja… meesteres… dank u… dank u dat u me zo laag laat zijn…”
Ik laat haar weer zakken. Ze begint meteen weer te rijden, te likken, te kreunen, te smeken.
Ik begin haar billen te slaan. Hard. Ritmisch. Elke klap laat een rode afdruk achter. Ze schreeuwt, maar haar heupen bewegen alleen maar harder.
“Vraag om meer straf.”
“Sla me… alsjeblieft… harder… ik ben een waardeloze slet… straf me… maak me kapot…”
Ik geef haar wat ze vraagt. Mijn hand landt keer op keer, tot haar billen vuurrood zijn, tot ze alleen nog maar kan huilen en kreunen.
En nog steeds blijft ze rijden. Nog steeds likt ze mijn voet schoon. Nog steeds bedankt ze me voor elke klap, elke vernedering, elke traan.
Ik dwing haar door. Laat haar komen, trek dan weer weg. Laat haar smeken tot haar stem breekt. Laat haar zichzelf haten en aanbidden tegelijk.
Op een gegeven moment ligt ze op haar rug, mijn hiel op haar keel, mijn tenen in haar mond. Ze zuigt eraan alsof het haar laatste adem is. Haar hand tussen haar benen, rukken aan zichzelf omdat ik het haar heb bevolen.
“Kijk naar jezelf,” zeg ik. “Een gebroken, huilend hoopje dat zichzelf afrukt aan mijn voeten. Dit is wat je bent. Dit is wat je altijd al was. Je hebt het alleen nooit durven toegeven.”
Ze knikt, tranen stromend, en komt nog een keer, schreeuwend, haar hele lichaam schokkend onder mijn voet.
Daarna blijft ze liggen. Volledig stil. Alleen haar borstkas die hijgt, haar kut die nog natrilt, haar ogen dicht.
Ik hurk naast haar, til haar kin op mijn vinger. Ze opent haar ogen, kijkt me aan met een blik die ik heb nog nooit gezien: totale, onherroepelijke overgave. Geen greintje trots meer. Geen greintje eigenwaarde. Alleen dankbaarheid.
“Dank u, meesteres,” fluistert ze gebroken. “Dank u dat u me hebt laten zien… wie ik echt ben.”
Ik veeg een traan van haar wang met mijn hand.
“Je bent precies waar je hoort,” zeg ik zacht. “Onder mij. Voor altijd.”
Ze sluit haar ogen weer, drukt een kus op mijn voet, en blijft liggen.
Een perfect, gebroken, gewillig ding.
Mijn ding.
En ik? Ik leun achterover, mijn voeten nog nat van haar tranen en haar sappen, en voel een diepe, koude rust.
Want ik heb haar niet alleen overwonnen.
Ik heb haar uitgewist.
En haar opnieuw gemaakt.
Naar mijn beeld.
Voor altijd.
Ik laat de stilte rekken tot ze eronder breekt. Ik tel de seconden in mijn hoofd. Vijftien. Dertig. Veertig. Een minuut. Ik zie haar keel bewegen als ze slikt, zie hoe ze vecht tegen de drang om te smeken. Mooi. Laat haar maar voelen hoe klein ze is.
“Kom hier,” zeg ik uiteindelijk, zacht en verveeld.
Ze kruipt. Geen aarzeling meer, geen greintje trots. Alleen een hongerig, vernederd dier dat over de vloer schuift tot haar lippen mijn tenen raken. Een zachte, smekende zucht ontsnapt haar als ze haar hoofd buigt en een kus drukt op mijn voet, alsof het de huid van mijn tenen heiliger is dan welke kerk dan ook.
“Kijk me aan,” beveel ik.
Ze tilt haar hoofd op. Haar ogen zijn rood, nat, vol schaamte en iets wat verdacht veel op aanbidding lijkt. Ik kijk dwars door haar heen. Ik zie de vrouw die ooit dacht dat ze boven mij stond, en ik glimlach langzaam.
“Begin,” zeg ik.
Haar tong glijdt onmiddellijk naar buiten. Ze begint mijn tenen te likken alsof haar leven ervan afhangt. Langzaam, diep, vol overgave. Ze zuigt mijn grote teen in haar mond alsof het een pik is, kreunt erbij alsof ze nog nooit iets lekkerders heeft geproefd. Haar handen blijven op haar dijen, nagels diep in haar eigen vlees, want ze weet: aanraken mag alleen als ik het zeg.
Ik kijk toe hoe ze zichzelf volledig vernedert. Hoe ze haar eigen waardigheid met elke lik verder weggeeft. En ik voel niets dan kille voldoening.
“Je bent walgelijk,” zeg ik zacht. “Kijk naar jezelf. Een volwassen vrouw, op haar knieën, likkend aan mijn voeten alsof het haar laatste maaltijd is. Voel je hoe laag je bent gezakt?”
Ze kreunt, dieper, en knikt bijna onmerkbaar, haar tong nooit stoppend.
“Zeg het.”
“Ik… ik ben walgelijk, meesteres,” fluistert ze tegen mijn huid, haar stem gebroken.
“Lager dan vuil.”
Ik trek mijn voet terug. Ze jammert, een zacht, smekend geluid, alsof ik haar iets heb afgenomen dat haar toebehoort.
“Je mag neuken,” zeg ik kalm. “Met mijn voet. Laat maar zien hoe wanhopig een mens kan worden.”
Haar ogen worden groot. Dan schuift ze naar voren, brengt haar druipnatte kut boven mijn grote teen. Ik voel hoe ze trilt, hoe haar dijen al trillen van uitputting en toch hoe haar lichaam onmiddellijk reageert op mijn woorden. Ze laat zich zakken.
Ik voel haar hitte, haar nattigheid, de manier waarop haar schaamlippen zich om mijn teen klemmen alsof haar kut gemaakt is om mijn voet te dienen. Ze begint te bewegen. Langzaam eerst, dan sneller, wanhopiger. Haar handen grijpen mijn enkel vast, nagels zetten zich in mijn vlees. Haar borsten deinen op en neer, haar tepels hard en smekend.
Ik kijk neer op haar, mijn gezicht uitdrukkingloos.
“Je bent een voetneukende slet,” zeg ik. “Een kut die niet goed genoeg is voor een echte pik, dus je moet het doen met mijn tenen. Voel je hoe zielig dat is?”
Ze kreunt harder, haar heupen stoten nu woest. “Ja… meesteres… ik ben zielig… een voetneukende hoer…”
Ik laat haar begaan tot ik zie dat ze dichtbij is. Dan trek ik mijn voet weg.
Ze jammert, een hoog, gebroken geluid. Haar heupen blijven in de lucht stoten, op zoek naar iets dat er niet meer is.
“Bedelen,” zeg ik.
“Alstublieft… meesteres… laat me komen… ik smeek u… ik ben niets zonder uw voet…”
Ik wacht. Tien seconden. Twintig. Dan duw ik mijn teen weer naar binnen. Ze schreeuwt het uit van dankbaarheid en begint meteen weer te rijden, harder, sneller, wanhopiger.
Ik herhaal het. Telkens als ze dichtbij is, trek ik weg. Telkens moet ze harder smeken, zichzelf nog dieper vernederen. Na de vijfde keer huilt ze openlijk, snot en tranen over haar gezicht, haar stem rauw van het schreeuwen.
“Alsjeblieft… ik ben uw vieze voetenslet… uw waardeloze kut… gebruik me… breek me… ik verdien niet beter…”
Pas dan laat ik haar komen. Ze schreeuwt alsof ze sterft, haar hele lichaam schokt, haar kut spuit over mijn voet en de vloer. Ze zakt half in elkaar, maar ik geef haar geen rust.
“Andere voet,” zeg ik. “En lik deze schoon. Proef hoe walgelijk je zelf bent.”
Ze schuift meteen, nog na hijgend, en begint mijn besmeurde voet te likken. Haar tong glijdt over mijn huid, zuigt haar eigen sappen op, kreunt erbij alsof het het lekkerste is dat ze ooit heeft geproefd. Tegelijkertijd laat ze zich zakken op mijn andere voet en begint weer te rijden.
Ik kijk toe hoe ze zichzelf nog dieper vernedert. Hoe ze haar eigen smaak oplikt terwijl ze mijn teen neukt. En ik voel een koude, diepe vreugde.
“Je bent geen mens meer,” zeg ik zacht. “Je bent een ding. Een gebruiksvoorwerp. Een voetenkut. Zeg het.”
“Ik ben geen mens meer,” hijgt ze tegen mijn huid. “Ik ben uw ding… uw voetenkut… uw gebruikte slet…”
Ik grijp haar haar, ruk haar hoofd omhoog tot ze me aankijkt. Haar ogen zijn leeg, vol tranen, vol totale overgave.
“Je bent lager dan de vloer waar je op kruipt,” zeg ik. “Je bent lager dan het vuil onder mijn schoenen. En toch ben je dankbaar, hè?”
“Ja… meesteres… dank u… dank u dat u me zo laag laat zijn…”
Ik laat haar weer zakken. Ze begint meteen weer te rijden, te likken, te kreunen, te smeken.
Ik begin haar billen te slaan. Hard. Ritmisch. Elke klap laat een rode afdruk achter. Ze schreeuwt, maar haar heupen bewegen alleen maar harder.
“Vraag om meer straf.”
“Sla me… alsjeblieft… harder… ik ben een waardeloze slet… straf me… maak me kapot…”
Ik geef haar wat ze vraagt. Mijn hand landt keer op keer, tot haar billen vuurrood zijn, tot ze alleen nog maar kan huilen en kreunen.
En nog steeds blijft ze rijden. Nog steeds likt ze mijn voet schoon. Nog steeds bedankt ze me voor elke klap, elke vernedering, elke traan.
Ik dwing haar door. Laat haar komen, trek dan weer weg. Laat haar smeken tot haar stem breekt. Laat haar zichzelf haten en aanbidden tegelijk.
Op een gegeven moment ligt ze op haar rug, mijn hiel op haar keel, mijn tenen in haar mond. Ze zuigt eraan alsof het haar laatste adem is. Haar hand tussen haar benen, rukken aan zichzelf omdat ik het haar heb bevolen.
“Kijk naar jezelf,” zeg ik. “Een gebroken, huilend hoopje dat zichzelf afrukt aan mijn voeten. Dit is wat je bent. Dit is wat je altijd al was. Je hebt het alleen nooit durven toegeven.”
Ze knikt, tranen stromend, en komt nog een keer, schreeuwend, haar hele lichaam schokkend onder mijn voet.
Daarna blijft ze liggen. Volledig stil. Alleen haar borstkas die hijgt, haar kut die nog natrilt, haar ogen dicht.
Ik hurk naast haar, til haar kin op mijn vinger. Ze opent haar ogen, kijkt me aan met een blik die ik heb nog nooit gezien: totale, onherroepelijke overgave. Geen greintje trots meer. Geen greintje eigenwaarde. Alleen dankbaarheid.
“Dank u, meesteres,” fluistert ze gebroken. “Dank u dat u me hebt laten zien… wie ik echt ben.”
Ik veeg een traan van haar wang met mijn hand.
“Je bent precies waar je hoort,” zeg ik zacht. “Onder mij. Voor altijd.”
Ze sluit haar ogen weer, drukt een kus op mijn voet, en blijft liggen.
Een perfect, gebroken, gewillig ding.
Mijn ding.
En ik? Ik leun achterover, mijn voeten nog nat van haar tranen en haar sappen, en voel een diepe, koude rust.
Want ik heb haar niet alleen overwonnen.
Ik heb haar uitgewist.
En haar opnieuw gemaakt.
Naar mijn beeld.
Voor altijd.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10

Bezoek ook eens mijn profiel pagina om meer over mij te weten te komen, een overzicht te zien van mijn verhalen of om een berichtje achter te laten! Ook kun je jezelf aanmelden om een mail te ontvangen als ik een nieuw verhaal heb geplaatst!
