Door: De Verteller22470
Datum: 17-09-2025 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 1197
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 12
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 12
De Vonk Die Bleef
De bar waar het begon
Vera (51) kende het uur waarop het kantoor verstilde: toetsenborden vielen stil, beeldschermen gingen in slaapstand, en haar team ging al lachend de lift in. Zij bleef vaak nog even hangen—papieren rechtleggen, lijstjes finetunen—maar misschien ook omdat ze hield van de echo van de dag, die aangename loomheid waarin blikken uitgesteld werden en woorden langer bleven hangen dan nodig.
Ze was mooi op de manier waarop aandacht mooi maakt: lang, donker haar dat ze nonchalant opsteek, een jurk die haar volle borsten en andere vrouwelijke rondingen liet spreken zonder te schreeuwen, handen die met vanzelfsprekende elegantie door haar agenda dansten. Officemanager, spil van het web, geliefd om haar doortastendheid én haar kwinkslagen bij de koffieautomaat. Flirterig, ja. Met mannen én vrouwen. Het spel hield haar wakker.
Die vrijdag werd het spel beantwoord.
Anja (47)—spontaan, scherpzinnig, pas gescheiden—hing in de deuropening van Vera’s kantoor. “Nog zin in één drankje? Marianne zei net dat de piano in de hoek van Bar Lumen vanavond bezet is door zo’n man die alles op gevoel speelt. Klinkt als precies wat we nodig hebben.”
Marianne (58) was al bij de lift: elegante flair, kalme stem, kinderen uit huis, die glans van recent hervonden zelfstandigheid. Ze knipoogde. “Ik heb jullie allebei al te vaak een borrel beloofd.”
Bar Lumen had zacht, honingkleurig licht. De pianist streek gehaast maar teder over toetsen, glazen klonken, de stad viel buiten als regen in witruis. Ze namen een plek halverwege de bar, waar de avond op het juiste volume sprak. Het gesprek begon luchtig: anekdotes, collega’s, grapjes over vergaderingen die ook e-mails hadden kunnen zijn. Maar ergens tussen eerste en tweede glas werd de toon trager, intiemer. Blikken bleven net te lang hangen, vingers raakten even de rug van een hand, schouders bogen dichter naar elkaar.
“Je kijkt altijd alsof je iets achterhoudt,” zei Anja, half plagend tegen Vera.
“Niet achterhoud,” antwoordde Vera. “Bewaar.”
Marianne liet haar vinger de rand van haar glas volgen. “Voor wie?”
Vera glimlachte. “Voor wie het ziet.”
De pianist speelde “Misty” alsof hij het net had uitgevonden. Het was Anja die als eerste opstond. “Nog één glas,” zei ze, “maar dan bij mij. Ik woon om de hoek, en mijn bank is beter dan deze krukken.” Marianne keek Vera aan; het was geen vraag meer, maar een keuze. Vera voelde hoe haar hart rustig en vast klopte.
“Om de hoek,” herhaalde ze, en pakte haar jas...
De eerste drempel, drie sleutels
Anja’s appartement had een open raam waar de avond doorheen ademde. Kasten met boeken, een plant die een eigen wil had, een grote bank met kussens die niet bij elkaar hoorden maar toch samen vielen. Marianne trapte haar pumps uit met de opluchting van iemand die zichzelf toestemming gaf. Vera hing haar trenchcoat aan de knop van een kast en streek, zonder na te denken, de gladde stof van haar jurk langs haar heupen omlaag.
“Water? Wijn?” Anja hield een fles omhoog. “Of willen we eerst… de muziek aanzetten?” De glimlach in haar vraag maakte duidelijk dat ‘muziek’ ook alles daartussenin kon betekenen.
Marianne zette zachte soul op—á la Sade, fluisterend zwoel. Ze nestelde zich in de hoek van de bank. Vera ging ernaast zitten, Anja tegenover hen, knieën tegen elkaar, glas in beide handen. De eerste minuten waren een zeldzaam soort stil: niet ongemakkelijk, maar geladen.
“Al jaren flirten we,” zei Marianne, en haar stem was stroperig warm. “Misschien was het altijd al de bedoeling dat we op een dag ophielden met alleen woorden.”
Vera’s wangen kleurden niet—ze opende eenvoudig haar blik. “Ik wist niet wie het eerste zetje zou geven.”
Anja zette de glazen neer. Ze kwam dichterbij, rustte een hand op de rug van de bank, zo dichtbij dat Vera haar adem voelde. “Je zien is makkelijk,” fluisterde ze. “Maar jou laten weten dat je gezien wordt… is iets wat ik al lang wilde doen.”
Vera’s hand vond Anja’s pols. “Doe maar.”
Marianne kwam dichterbij, legde haar hand op Vera’s knie, de lichte druk precies goed. “Langzaam,” zei ze. “We hebben niets te bewijzen, alleen te ontdekken.”
Het eerste kusje was niets en alles tegelijk: een zachte tik tegen een grens die al jaren poreus was. Vera proefde rode wijn, iets van citrus op Anja’s lippen. Marianne trok een plukje haar achter Vera’s oor en zette haar eigen mond aan de andere kant van dit begin. Het werd een driehoek van adem, zachte lachjes, die kleine “hm”—geluidjes die alleen ontstaan als iedereen tegelijk zeker en benieuwd is.
“Mag ik dichterbij?” vroeg Vera—een ritueel van respect dat meteen vertrouwen maakte.
“Kom,” zei Anja.
“Hier,” zei Marianne, en tikte op de ruimte tussen hen.
Vera schoof in, drie schouders die in elkaar pasten. De muziek deed net genoeg. Buiten reed een fiets voorbij; binnen voelde Vera voor het eerst in jaren niet het tekort, maar het meer...
Tastend vuur
Ze besloten niets. Ze lieten zich gebeuren.
Vera’s handen waren precies: een ruglijn volgen als een rivier, de boog van een sleutelbeen in kaart brengen, het zachte kuiltje net onder een oor waar een stil verlangen sluimert. Ze gaf, ontving, liet zich sturen en leidde terug. Anja’s lachen veranderde van licht naar laag; Marianne’s kalme zekerheid werd stroperig, haar vingers doelbewust rustig in hun tempo. De bank werd te klein op een goede manier, de kamer kneep het licht een fractie dichter.
“Je bent prachtig,” zei Marianne tegen Vera. Geen compliment dat het moment brak maar eerder een bevestiging waarvan iedereen warmer werd. Anja’s hand vond Vera’s rug, trok haar dichterbij; haar andere hand zocht Marianne’s hand. Hun vingers raakten, bleven rusten, knepen even. “Samen,” zei Anja, fluisterend.
Kussen werden dieper, langer; het soort dat de tijd vertraagt. Knoopjes gaven mee, ritsen zuchtten zacht. Er was huid, geur, het ritme van iemands borstkas tegen je eigen ribben. Ze vonden die veilige cadans waarin niemand voor hoeft te doen: hier mag je vragen, hier mag je zeggen, hier mag je loslaten.
“Langzaam,” herinnerde Marianne, terwijl ze met haar duim troostend over Vera’s hand streek.
“Langzaam,” herhaalde Vera, maar haar stem kraakte van honger. Anja lachte laag. “We hebben nacht genoeg.”
Ze verkenden elkaar alsof ze elkaars taal al spraken en toch alles wilden spellen: met lippen langs schouders, met handen die meer voelden dan eisten. Er waren kleine, gebroken zinnetjes: “hier.” “ja.” “nog even.” “zo goed.” Iemands naam in iemands hals. Een zachte uitroep. Een giechel; het soort dat intimiteit dieper maakt.
Wanneer het moment te scherp werd, vertraagde iemand anders. Wanneer het bijna te zacht werd, blies een derde net genoeg zuurstof in de vlam. Ze waren verrassend goed op elkaar afgesteld—alsof al die jaren van flirten geen spel was geweest, maar repetitie...
Samenvallen
De slaapkamer werd geen decor, maar een voortzetting. Ze bewogen erheen als in een dans zonder pasjes. Lakens die koel waren, kussens die vorm ontvingen, een raam dat een streep nacht de kamer in legde. Ze vielen in elkaar als water in water.
Wat volgde was zacht én zinderend, geduldig én gulzig. Kussen die steeds weer de weg vonden. Fluisteringen die op hun huid bleven liggen. Handen en tongen die vroegen, antwoorden die met naakte lichamen werden gegeven. Er waren momenten van pure tederheid—een hand die iemands haar uit een gezicht veegde—en momenten waarop verlangen het gesprek overnam en alles één groot ja werd.
Stijve tepels werden gestreeld, en er werd gelikt en gezogen alsof ze elkaar al jaren intiem kenden. De details werden bewust niet uitgespeld; ze waren van hen drieën, en de nacht wist wat te doen.
Ze lieten zich gaan—zó ver als drie mensen kunnen gaan die eindelijk niet meer hoeven inhouden. Niet luid, niet gejaagd; intens, volledig, met die stille oerkracht van toevertrouwd genot. Orgasmes golfden door de kamer zonder klatergoud; warm, onmiskenbaar, herhalend—tot iedereen glimlachend uitgeput lag, nog steeds met een voet of hand tegen een ander aan, omdat loslaten zonde zou zijn...
Ochtendlicht en belofte
Ze sliepen in elkaars geur. De ochtend kroop zonder schaamte de kamer in. Vera werd wakker van een zachte kus op haar schouder; Anja, slaperig. Marianne kwam terug met drie kopjes koffie—zwart voor zichzelf, melk voor de anderen. “Ik voel me twintig en honderd tegelijk,” grinnikte ze.
“Eén ding,” zei Vera, half ernstig, half verrukt. “Wat we hier doen is van ons. Geen roddel op kantoor, geen onhandigheid. Alleen de wetenschap dat er meer is.”
Anja tikte haar lichte teen tegen Vera’s enkel. “Meer, ja. Deel 2?” Marianne zette haar kopje neer met een vastbesloten tikje. “Volgende keer bij mij. Ik heb een platenspeler die smeekt om zwoele avonden. En… misschien een paar dingen in een lade, voor als we dapper willen zijn.”
Vera keek tussen hen in en voelde een vreugde die dieper was dan de spanning alleen: het begin van iets dat niet opbrande, maar gloeide. Ze trok haar donker haar in een rommelige knot en grijnsde. “Ik wil dapper zijn. Met jullie.”
Buiten klonk de stad weer, maar binnen hadden ze tijd gemaakt. Ze praatten, lachten, pikten kruimels van croissants van elkaars lip. Af en toe zweefde een hand over een knie, bleef een blik te lang hangen—dat soort beloften dat geen agenda nodig heeft.
Voor Vera voelde het alsof ze na jaren de volumeknop van haar leven hoger had gezet—niet om het te overschreeuwen, maar om meer te horen. Ze was nog steeds vrouw van, officemanager, zorgvuldig en sterk. Maar nu ook: Vera die gekozen werd, Vera die koos, Vera die weer durfde te tintelen.
Bij de deur, jassen half aan, draaide Anja zich om. “Vanavond heb ik mijn ramen open gelaten. Misschien waait er iets van jullie langs.” Marianne streek met de rug van haar hand langs Vera’s kaak. “Er waait genoeg.”
Vera sloot de deur zacht en leunde er even tegenaan. Ze glimlachte zoals ze zelden had geglimlacht: van binnenuit. Het was begonnen...
Vera (51) kende het uur waarop het kantoor verstilde: toetsenborden vielen stil, beeldschermen gingen in slaapstand, en haar team ging al lachend de lift in. Zij bleef vaak nog even hangen—papieren rechtleggen, lijstjes finetunen—maar misschien ook omdat ze hield van de echo van de dag, die aangename loomheid waarin blikken uitgesteld werden en woorden langer bleven hangen dan nodig.
Ze was mooi op de manier waarop aandacht mooi maakt: lang, donker haar dat ze nonchalant opsteek, een jurk die haar volle borsten en andere vrouwelijke rondingen liet spreken zonder te schreeuwen, handen die met vanzelfsprekende elegantie door haar agenda dansten. Officemanager, spil van het web, geliefd om haar doortastendheid én haar kwinkslagen bij de koffieautomaat. Flirterig, ja. Met mannen én vrouwen. Het spel hield haar wakker.
Die vrijdag werd het spel beantwoord.
Anja (47)—spontaan, scherpzinnig, pas gescheiden—hing in de deuropening van Vera’s kantoor. “Nog zin in één drankje? Marianne zei net dat de piano in de hoek van Bar Lumen vanavond bezet is door zo’n man die alles op gevoel speelt. Klinkt als precies wat we nodig hebben.”
Marianne (58) was al bij de lift: elegante flair, kalme stem, kinderen uit huis, die glans van recent hervonden zelfstandigheid. Ze knipoogde. “Ik heb jullie allebei al te vaak een borrel beloofd.”
Bar Lumen had zacht, honingkleurig licht. De pianist streek gehaast maar teder over toetsen, glazen klonken, de stad viel buiten als regen in witruis. Ze namen een plek halverwege de bar, waar de avond op het juiste volume sprak. Het gesprek begon luchtig: anekdotes, collega’s, grapjes over vergaderingen die ook e-mails hadden kunnen zijn. Maar ergens tussen eerste en tweede glas werd de toon trager, intiemer. Blikken bleven net te lang hangen, vingers raakten even de rug van een hand, schouders bogen dichter naar elkaar.
“Je kijkt altijd alsof je iets achterhoudt,” zei Anja, half plagend tegen Vera.
“Niet achterhoud,” antwoordde Vera. “Bewaar.”
Marianne liet haar vinger de rand van haar glas volgen. “Voor wie?”
Vera glimlachte. “Voor wie het ziet.”
De pianist speelde “Misty” alsof hij het net had uitgevonden. Het was Anja die als eerste opstond. “Nog één glas,” zei ze, “maar dan bij mij. Ik woon om de hoek, en mijn bank is beter dan deze krukken.” Marianne keek Vera aan; het was geen vraag meer, maar een keuze. Vera voelde hoe haar hart rustig en vast klopte.
“Om de hoek,” herhaalde ze, en pakte haar jas...
De eerste drempel, drie sleutels
Anja’s appartement had een open raam waar de avond doorheen ademde. Kasten met boeken, een plant die een eigen wil had, een grote bank met kussens die niet bij elkaar hoorden maar toch samen vielen. Marianne trapte haar pumps uit met de opluchting van iemand die zichzelf toestemming gaf. Vera hing haar trenchcoat aan de knop van een kast en streek, zonder na te denken, de gladde stof van haar jurk langs haar heupen omlaag.
“Water? Wijn?” Anja hield een fles omhoog. “Of willen we eerst… de muziek aanzetten?” De glimlach in haar vraag maakte duidelijk dat ‘muziek’ ook alles daartussenin kon betekenen.
Marianne zette zachte soul op—á la Sade, fluisterend zwoel. Ze nestelde zich in de hoek van de bank. Vera ging ernaast zitten, Anja tegenover hen, knieën tegen elkaar, glas in beide handen. De eerste minuten waren een zeldzaam soort stil: niet ongemakkelijk, maar geladen.
“Al jaren flirten we,” zei Marianne, en haar stem was stroperig warm. “Misschien was het altijd al de bedoeling dat we op een dag ophielden met alleen woorden.”
Vera’s wangen kleurden niet—ze opende eenvoudig haar blik. “Ik wist niet wie het eerste zetje zou geven.”
Anja zette de glazen neer. Ze kwam dichterbij, rustte een hand op de rug van de bank, zo dichtbij dat Vera haar adem voelde. “Je zien is makkelijk,” fluisterde ze. “Maar jou laten weten dat je gezien wordt… is iets wat ik al lang wilde doen.”
Vera’s hand vond Anja’s pols. “Doe maar.”
Marianne kwam dichterbij, legde haar hand op Vera’s knie, de lichte druk precies goed. “Langzaam,” zei ze. “We hebben niets te bewijzen, alleen te ontdekken.”
Het eerste kusje was niets en alles tegelijk: een zachte tik tegen een grens die al jaren poreus was. Vera proefde rode wijn, iets van citrus op Anja’s lippen. Marianne trok een plukje haar achter Vera’s oor en zette haar eigen mond aan de andere kant van dit begin. Het werd een driehoek van adem, zachte lachjes, die kleine “hm”—geluidjes die alleen ontstaan als iedereen tegelijk zeker en benieuwd is.
“Mag ik dichterbij?” vroeg Vera—een ritueel van respect dat meteen vertrouwen maakte.
“Kom,” zei Anja.
“Hier,” zei Marianne, en tikte op de ruimte tussen hen.
Vera schoof in, drie schouders die in elkaar pasten. De muziek deed net genoeg. Buiten reed een fiets voorbij; binnen voelde Vera voor het eerst in jaren niet het tekort, maar het meer...
Tastend vuur
Ze besloten niets. Ze lieten zich gebeuren.
Vera’s handen waren precies: een ruglijn volgen als een rivier, de boog van een sleutelbeen in kaart brengen, het zachte kuiltje net onder een oor waar een stil verlangen sluimert. Ze gaf, ontving, liet zich sturen en leidde terug. Anja’s lachen veranderde van licht naar laag; Marianne’s kalme zekerheid werd stroperig, haar vingers doelbewust rustig in hun tempo. De bank werd te klein op een goede manier, de kamer kneep het licht een fractie dichter.
“Je bent prachtig,” zei Marianne tegen Vera. Geen compliment dat het moment brak maar eerder een bevestiging waarvan iedereen warmer werd. Anja’s hand vond Vera’s rug, trok haar dichterbij; haar andere hand zocht Marianne’s hand. Hun vingers raakten, bleven rusten, knepen even. “Samen,” zei Anja, fluisterend.
Kussen werden dieper, langer; het soort dat de tijd vertraagt. Knoopjes gaven mee, ritsen zuchtten zacht. Er was huid, geur, het ritme van iemands borstkas tegen je eigen ribben. Ze vonden die veilige cadans waarin niemand voor hoeft te doen: hier mag je vragen, hier mag je zeggen, hier mag je loslaten.
“Langzaam,” herinnerde Marianne, terwijl ze met haar duim troostend over Vera’s hand streek.
“Langzaam,” herhaalde Vera, maar haar stem kraakte van honger. Anja lachte laag. “We hebben nacht genoeg.”
Ze verkenden elkaar alsof ze elkaars taal al spraken en toch alles wilden spellen: met lippen langs schouders, met handen die meer voelden dan eisten. Er waren kleine, gebroken zinnetjes: “hier.” “ja.” “nog even.” “zo goed.” Iemands naam in iemands hals. Een zachte uitroep. Een giechel; het soort dat intimiteit dieper maakt.
Wanneer het moment te scherp werd, vertraagde iemand anders. Wanneer het bijna te zacht werd, blies een derde net genoeg zuurstof in de vlam. Ze waren verrassend goed op elkaar afgesteld—alsof al die jaren van flirten geen spel was geweest, maar repetitie...
Samenvallen
De slaapkamer werd geen decor, maar een voortzetting. Ze bewogen erheen als in een dans zonder pasjes. Lakens die koel waren, kussens die vorm ontvingen, een raam dat een streep nacht de kamer in legde. Ze vielen in elkaar als water in water.
Wat volgde was zacht én zinderend, geduldig én gulzig. Kussen die steeds weer de weg vonden. Fluisteringen die op hun huid bleven liggen. Handen en tongen die vroegen, antwoorden die met naakte lichamen werden gegeven. Er waren momenten van pure tederheid—een hand die iemands haar uit een gezicht veegde—en momenten waarop verlangen het gesprek overnam en alles één groot ja werd.
Stijve tepels werden gestreeld, en er werd gelikt en gezogen alsof ze elkaar al jaren intiem kenden. De details werden bewust niet uitgespeld; ze waren van hen drieën, en de nacht wist wat te doen.
Ze lieten zich gaan—zó ver als drie mensen kunnen gaan die eindelijk niet meer hoeven inhouden. Niet luid, niet gejaagd; intens, volledig, met die stille oerkracht van toevertrouwd genot. Orgasmes golfden door de kamer zonder klatergoud; warm, onmiskenbaar, herhalend—tot iedereen glimlachend uitgeput lag, nog steeds met een voet of hand tegen een ander aan, omdat loslaten zonde zou zijn...
Ochtendlicht en belofte
Ze sliepen in elkaars geur. De ochtend kroop zonder schaamte de kamer in. Vera werd wakker van een zachte kus op haar schouder; Anja, slaperig. Marianne kwam terug met drie kopjes koffie—zwart voor zichzelf, melk voor de anderen. “Ik voel me twintig en honderd tegelijk,” grinnikte ze.
“Eén ding,” zei Vera, half ernstig, half verrukt. “Wat we hier doen is van ons. Geen roddel op kantoor, geen onhandigheid. Alleen de wetenschap dat er meer is.”
Anja tikte haar lichte teen tegen Vera’s enkel. “Meer, ja. Deel 2?” Marianne zette haar kopje neer met een vastbesloten tikje. “Volgende keer bij mij. Ik heb een platenspeler die smeekt om zwoele avonden. En… misschien een paar dingen in een lade, voor als we dapper willen zijn.”
Vera keek tussen hen in en voelde een vreugde die dieper was dan de spanning alleen: het begin van iets dat niet opbrande, maar gloeide. Ze trok haar donker haar in een rommelige knot en grijnsde. “Ik wil dapper zijn. Met jullie.”
Buiten klonk de stad weer, maar binnen hadden ze tijd gemaakt. Ze praatten, lachten, pikten kruimels van croissants van elkaars lip. Af en toe zweefde een hand over een knie, bleef een blik te lang hangen—dat soort beloften dat geen agenda nodig heeft.
Voor Vera voelde het alsof ze na jaren de volumeknop van haar leven hoger had gezet—niet om het te overschreeuwen, maar om meer te horen. Ze was nog steeds vrouw van, officemanager, zorgvuldig en sterk. Maar nu ook: Vera die gekozen werd, Vera die koos, Vera die weer durfde te tintelen.
Bij de deur, jassen half aan, draaide Anja zich om. “Vanavond heb ik mijn ramen open gelaten. Misschien waait er iets van jullie langs.” Marianne streek met de rug van haar hand langs Vera’s kaak. “Er waait genoeg.”
Vera sloot de deur zacht en leunde er even tegenaan. Ze glimlachte zoals ze zelden had geglimlacht: van binnenuit. Het was begonnen...
Lees verder: Vera - 2: De Nacht Van De Draaitafel
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10