Door: Bart Rodenrijs
Datum: 06-10-2025 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 2786
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 53 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Erotisch,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 53 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Erotisch,
Aicha
Elke ochtend, stipt om zeven uur, duwde André de deur van het sportcentrum open. Om 7:00 uur opent de gym. De hal ruikt naar rubber en industrieel schoonmaakmiddel en de kleedkamer van de mannen ruikt naar zweet. Hij groet de vaste bezoekers met een knikje. Vooral ouderen maar ook een incidendele jongere. De mannen zijn in de meerderheid maar een paar oudere dames en een paar jonge meiden. De meisjes meestal in een strakke legging. De boodschap daarvan is duidelijk: ik ben zo strak! En dan is er één jonge dame, begin 20, die altijd ruime kleren draagt. Een verademing.
Ze is er altijd vroeg, discreet, geconcentreerd. Getinte huid, steil zwart haar tot op haar schouders. Ze draagt een ruime sweater en een lange, ruime sportbroek die niets accentueert.
Haar make-up is subtiel, beheerst. Een fijne lijn op de oogleden, een zachte rode tint op de lippen. Een heel knap meisje. Ze spreekt met niemand. Ze warmt op, traint, en verdwijnt dan in de kleedkamers. Om acht uur is ze weer weg.
André weet niets van haar. Hij heeft nooit met haar gesproken. Maar hij merkt op: hoe ze haar oortjes aanpast, andere muziek kiest, het moment waarop ze van de fietstraining, cardio, naar de krachttraining gaat, de netjes gevouwen handdoek op haar tas.
Ze kijkt niemand aan, maar ze weet dat ze bekeken wordt.
Er was iets intrigerends aan haar aanwezigheid. Geen provocatie, geen kilheid. Gewoon een rustige schoonheid, bijna onbereikbaar. De uitstraling van een sfynx. Een zachte vreemdheid, als een raadsel dat je niet durft op te lossen.
Hij wil haar niet aanstaren. Maar elke ochtend vinden zijn ogen haar, bijna tegen wil en dank. Ze doet niets bijzonders: ze doet rek en strek oefeningen, fietst, loopt, tilt lichte gewichten. Toch is er in haar bewegingen een precisie, een terughoudendheid, die hem fascineert. Ze is gericht op haar been -en bilspieren, biceps/ triceps en borstspieren
Ze kijkt nooit om zich heen. Geen enkele blik naar anderen. Alsof ze een onzichtbare lijn trekt tussen zichzelf en de wereld.
Soms stelt hij zich een ontmoeting voor. Niets spectaculairs. Gewoon een woord bij de lockers. Een glimlach, misschien. Een banale zin, die een opening kan creëren. Hij betrapt zich erop dat hij aan haar denkt buiten het centrum, zich afvraagt wat ze na acht uur doet. Student? Werknemer? Kunstenaar? Hij weet niets, maar bouwt hypotheses, een fantasie. Gewoon uit nieuwsgierigheid. Ze is mooi, ja, maar het is iets anders. Een soort mysterie. Een aanwezigheid die hem volgt.
En elke dag, om acht uur, verdwijnt ze. Zonder een woord. Zonder een blik. Alsof ze er nooit is geweest. Heel soms ziet hij haar lopen, naar huis. Ze woont duidelijk niet ver.
Hij heeft dus een hypothese. Niets bewezen, gewoon een idee. Ze heeft die manier van bewegen, die discrete elegantie, die controle in elk gebaar. Geen klassieke sporter. Eerder een vrouw die zich voorbereidt op iets anders. Een beroep in de beeldwereld, misschien. Modellenwerk? Niet iets opzichtig. Eerder verfijnd. Mode, reclame, of iets artistieks.
Maar hij weet niets zeker. En zij laat niets merken.
Wat zijn vermoeden versterkt, is het soort oefeningen dat ze doet. Ze blijft nooit hangen bij zware halters of krachtmachines. Ze onderhoudt haar figuur. Hij heeft dansers zo zien trainen. Maar bij haar is er iets anders. Een soort esthetische discipline. Dat trekt hem aan. Niet alleen omdat ze mooi is. Maar omdat ze lijkt te behoren tot een parallelle wereld, een wereld van precieze gebaren en beheerst stilzwijgen.
En hij bevindt hij zich elke ochtend aan de rand van die wereld, zonder ooit durven te binnen stappen.
Die ochtend had André zijn sessie iets eerder beëindigd. Hij steekt de straat over naar het winkelcentrum, waar hij zijn auto heeft geparkeerd. Het trottoir is nog vochtig van de nacht, en de zon begint tussen de gebouwen door te breken.
Hij ziet haar voor zich uitlopen
Ze steekt net als hij de straat over. Niet naar het winkelcentrum, maar verder, naar de woonwijken. Ze draagt haar zwarte tas, zoals altijd, en loopt met een rechte, maar soepele pas. Ze kijkt niet naar de etalages, niet naar de voorbijgangers. Haar blik is recht vooruit, alsof niets om haar heen bestaat.
André vertraagt. Hij wil haar niet volgen, gewoon nog even kijken. Hij vraagt zich af waar ze heen gaat. Misschien naar haar ouders. Misschien woont ze alleen, in een klein studiootje. Hij weet niets.
André begrijpt niet meteen wat hij ziet. Een bruusk gebaar, een doffe klap, en dan ligt ze daar, uitgestrekt op de straat, onbeweeglijk. Haar tas is weggegleden, haar haar bedekt deels haar gezicht.
Hij rent naar haar toe, knielt neer.
— Gaat het? Kun je me horen?
Ze opent haar ogen. Ze lijkt verward, bang. Een traan glijdt langzaam over haar wang. Ze zegt niets, maar knikt.
— Kun je opstaan? Heb je ergens pijn?
Ze probeert zich op te richten. André helpt haar voorzichtig, ondersteunt haar arm. Ze komt overeind, wankelend. Haar rechtervoet lijkt zwak, instabiel. Ze kan er niet goed op staan. Ze lijkt te zijn uitgegleden en haar voet stevig verzwikt.
— Kun je lopen?
— Ja… maar het is moeilijk.
Haar stem is zacht, bijna fluisterend. Ze kijkt naar de grond, vermijdt zijn blik.
— Moet je nog ver?
— Niet heel ver… maar zo duurt het lang.
André aarzelt even, zegt dan eenvoudig:
— Ik help je. Leg je arm op mijn schouder. Steun maar op mij.
Ze kijkt hem eindelijk aan. Een korte, verraste blik, maar zonder afwijzing. Ze legt haar arm voorzichtig neer. Haar parfum is subtiel, nauwelijks merkbaar. Ze beginnen te lopen, langzaam, in stilte.
Het trottoir lijkt breder dan anders. Voorbijgangers werpen vluchtige blikken, maar niemand stopt. André voelt haar lichte gewicht op zijn schouder, haar aarzelende pas, haar iets versnelde ademhaling.
Hij weet niet wat er is gebeurd. Een val, een flauwte? Hij stelt geen vragen. Hij loopt, geconcentreerd op zijn stappen en op de hare.
En voor het eerst is ze even geen mysterieuze verschijning meer. Ze is daar, echt, kwetsbaar, leunend op hem.
Ze lopen enkele meters, stoppen dan. Ze ademt zwaarder, haar voet nog onzeker. André zegt niets. Hij wacht gewoon, tot ze weer op adem komt.
— Gaat het? fluistert hij.
Ze knikt. Ze lopen verder, langzaam, over het nog warme trottoir van de ochtend. De stilte tussen hen is niet ongemakkelijk. Het is nodig. Ze leunt op zijn schouder, licht maar aanwezig. Hij voelt haar arm tegen de zijne, haar aarzelende ritme.
Ze staan na een poosje voor een gebouw van elf verdiepingen. Eenvoudig, met lichte bakstenen en een glazen ingang. Ze wijst kort:
— Daar, op zeven.
Ze gaan naar binnen. De lift is leeg. André drukt op de knop voor de zevende verdieping. Ze staat rechtop, haar blik gericht op de cijfers die één voor één oplichtten. Geen woord. Alleen een subtiele spanning in haar kaak.
Op de verdieping is de galerij lang, met identieke deuren. Ze lopen langzaam verder, zij nog steeds steunend op hem. André vertraagt bij elke stap, aandachtig voor haar evenwicht.
Voor een deur blijft ze staan. Ze haalt een sleutel uit haar tas, haar hand trilt licht. Hij ondersteunt haar terwijl ze opent. De deur gaat open naar een klein appartement. Licht, netjes. Een geur van thee en schone was.
Ze doet een stap naar binnen, zet nog twee stappen, draait zich dan naar hem om.
— Dank je.
Haar stem is zacht, bijna breekbaar. Ze glimlacht niet, maar haar blik is veranderd. Minder afstandelijk. Menselijker.
André antwoordt niet meteen. Hij kijkt rond en dan naar haar.
— Rust goed uit. En als je iets nodig hebt… ik ben er morgen. Zoals gewoonlijk.
Ze knikt en dan sluit ze zachtjes de deur.
André blijft even staan voor de gesloten deur. Hij hoort nauwelijks geluiden van binnen, misschien haar stappen. Hij haalt een klein papiertje uit zijn portefeuille, een pen. Hij schrijft zijn nummer en een korte zin:
Als je me nodig hebt, voor wat dan ook.
Hij vouwt het papier, stopt het stilletjes in de brievenbus. Dan loopt hij terug over de galerij en neemt de lift. Buiten staat de zon al wat hoger. Het trottoir lijkt hetzelfde, maar iets is veranderd.
Thuis legt hij zijn sleutels op tafel, maakt koffie, gaat op de bank zitten. Hij kijkt uit het raam, zonder echt te kijken. Hij denkt aan haar. Aan haar val, haar blik, die traan. Haar arm op zijn schouder.
Hij weet niet precies wat er is gebeurd. Een zwakte? Een moment van leegte? Hij heeft niets gevraagd. En nu fraagt hij zich af of dat goed is. Misschien wil ze geen contact. Misschien heeft hij een grens overschreden.
Maar hij heeft niets gevraagd. Hij heeft gewoon zijn hand uitgestoken. En nu zit hij daar in verwarring, dat beeld van haar, wankelend, steunend op hem, maar ook dat beeld van dat isolement, strak voor zich uitkijkend bezig met haar oefeningen.
Hij schudt zijn hoofd. Dat zijn mijn zaken niet, denkt hij. Ze heeft haar leven en haar regels. Ik heb daar niets mee te maken.
Maar het papiertje ligt daar. In de brievenbus. En misschien is ze morgen weer in het sportcentrum. Of niet.
’s Avonds, na het avondeten, zit André op zijn bank met een kop koffie. De dag vervaagt langzaam. Hij heeft aan haar gedacht, natuurlijk. Het beeld van haar val, haar arm op zijn schouder, het papiertje in de brievenbus… het blijft ergens in zijn hoofd hangen, als een herinnering maar ook als verwachting.
Zijn telefoon trilt. Een korte, herkenbare toon. Hij haalt hem uit zijn zak, het scherm licht op: WhatsApp. Een bericht. Hij opent het.
Het is van haar.
Goedenavond. Ik heet Aïcha. Ik ben het meisje van het sportcentrum. Ik wil je bedanken voor vanmorgen. Ik heb je briefje gezien. Ik heb niemand anders. Morgen moet ik naar een fotoshoot. Zou je me kunnen helpen?
André blijft stil zitten. Het bericht is eenvoudig, direct. Geen versiering. Gewoon een vraag.
Hij leest het opnieuw. Ik heb niemand anders. Die zin klinkt luider dan de rest in zijn hoofd na.
Hij zet zijn kopje neer, denkt even na. Dan antwoordt hij:
Natuurlijk. Ik ben André. Zeg me het uur en de plaats. Ik ben er.
Hij drukt op “verzenden” en legt zijn telefoon neer. Hij kijkt uit het raam. De nacht is stil. En iets in hem is veranderd.
Het bericht komt enkele minuten later.
Kun je op de parking van mijn flat op me wachten om negen uur?
André leest de zin twee keer. Het is direct, zonder omweg. Hij antwoordt eenvoudig:
Ik ben er om negen uur.
Als hij zijn eigen antwoord herleest, vindt hij de toon wat droog. Hij voegt toe:
Gaat het al een beetje beter?
Het antwoord komt snel:
Niet echt, maar het gaat. Tot morgen.
Het was duidelijk. Ze wilde niet uitweiden. Geen geklets, geen overdreven dankbaarheid. Alleen het essentiële. Net zoals hij haar altijd zag sporten.
André legde zijn telefoon op de salontafel. Hij stond op, haalde een glas, schonk een beetje whisky in. Hij koos een oude jazz-cd, schoof die in de speler. De eerste noten stegen op, gedempt, een beetje melancholisch.
Hij ging op de bank zitten, staarde in het niets. Hij dacht aan haar. Aan Aïcha. Aan haar stem, haar manier van lopen, haar arm op zijn schouder. En nu, aan dat bericht. Die vraag, dat vertrouwen.
Hij dacht ook aan zichzelf. Aan wat hij deed in dit verhaal. Hij had niets gezocht. Niets gevraagd. Maar hij was er. En iets in hem was veranderd.
De jazz speelde zachtjes. De whisky verwarmde zijn keel. En in de stilte van de woonkamer vroeg André zich af wat morgen zou brengen
Na zijn sportsessie in het sportcentrum parkeerde André op de parking van Aïcha’s flat. Hij stuurde een bericht: Ik ben er. Zal ik naar boven komen om je te helpen?
Maar op dat moment zag hij haar verschijnen in de deuropening van de benedenverdieping. Ze liep langzaam, de tas over haar schouder, haar gezicht geconcentreerd. Hij stapte uit de auto, liep naar haar toe.
— Goedemorgen, Aïcha.
Ze keek op, een discrete glimlach op haar lippen.
— Goedemorgen. En bedankt. Dat is echt vriendelijk van je.
— Het is niets, echt. Graag gedaan.
Ze liepen samen naar de auto. Ze leunde licht op zijn arm om in te stappen. Eenmaal geïnstalleerd, haalde ze haar telefoon boven, toonde hem een adres. Hij voerde het in op de navigatie en vertrok.
De auto gleed zachtjes door de nog rustige straten. Na enkele minuten draaide André zich licht naar haar toe.
— Wat voor soort fotoshoot is het vandaag?
Ze aarzelde even, antwoordde toen zonder omweg:
— Mode. Voor een merk dat sobere, elegante kleding maakt. Niet te opzichtig.
Ze keek uit het raam, haar handen rustten op haar knieën.
— Ze hebben me op Instagram gevonden. Ik heb al twee sessies gedaan. Deze is iets belangrijker.
André knikte. Hij zei niet meteen iets. Toen:
— Het past goed bij je, vind ik. Die stijl. Die terughoudendheid.
Ze draaide haar hoofd naar hem toe, een beetje verrast.
— Dank je.
Ze gingen samen het studio binnen. De ontvangst was professioneel, rustig. André bleef staan bij de balie, aarzelend.
— Mag ik hier blijven? Ik ben nieuwsgierig naar dit alles.
Aïcha keek hem aan, een beetje verrast, glimlachte toen zachtjes.
— Als je wilt. En als zij het ook goed vinden, is het prima. Je bent zo vriendelijk.
Hij vroeg aan een vrouw, waarschijnlijk de coördinator, of het toegestaan was om toe te kijken. Ze glimlachte, wees hem een aangrenzende ruimte met een grote spiegelruit.
— U kunt van hieruit kijken. Het is rustig. We brengen u een koffie.
Hij ging zitten op een stoel, in het zachte licht van de kamer. Er kwam een koffie, met een klein bordje en twee viennoiseries. Hij bedankte met een knikje, concentreerde zich op wat er achter het glas gebeurde.
Aïcha stond daar, omringd door twee stylisten en een fotograaf. Ze wisselde van outfit, ging onder de spots staan, nam poses aan. Niets spectaculairs. Maar ze werkte hard. Geconcentreerd, precies, bijna stil.
André keek toe. Hij zag de gebaren, de blikken, de aanpassingen. Hij begreep het nu beter. Het was geen spel. Het was discipline. Een eis.
Na twee uur was de sessie voorbij. Aïcha kwam naar buiten, haar gezicht vermoeid, haar schouders wat laag. Hij stond op, wachtte bij de deur.
— Ging het goed?
— Ja. Maar ik ben uitgeput.
Ze legde haar arm op zijn schouder, zoals de dag ervoor. Ze liepen langzaam naar de auto.
— Ik zou je graag op lunch trakteren… maar ik denk dat je eerder je bed nodig hebt.
Ze glimlachte, een beetje geamuseerd.
— Ja, inderdaad. Zo’n sessie is vermoeiend.
Ze stapten in de auto. Voor hij vertrok, vroeg André:
— Mag ik je morgen meenemen voor een lunch?
Ze keek hem aan, dit keer langer. Haar glimlach was oprecht.
— Ja. Dat zou ik echt heel fijn vinden.
— Ik help je tot aan je deur.
Ze knikte zonder een woord. Ze stappen uit, lopen zwijgend over de parking. Ze loopt langzaam, nog steeds steunend op zijn arm. Voor de deur pakt ze haar sleutel, steekt hem in het slot.
— Tot morgen. Ik ben om twaalf uur op de parking.
— Dank je. Tot morgen.
Dan, onverwacht, buigt ze zich naar hem toe. Een snelle kus op de wang. Licht, precies. En in dezelfde beweging stapt ze over de drempel, maakt een klein gebaar met haar hand — een discrete handkus — en sluit de deur.
André bleef staan, onbeweeglijk. Voor de gesloten deur. De gang was stil, de lucht wat lauw. Hij bewoog niet. De kus was niet intiem, niet romantisch. Maar ook niet neutraal. Hij droeg iets. Een erkenning? Een vertrouwen? Hij wist het niet.
Na enkele seconden liep hij naar zijn auto. De motor zoemde zacht. Hij reed naar huis, zijn handen rustig op het stuur, maar zijn geest onrustig.
’s Avonds zat hij op zijn bank, een glas whisky in de hand. De jazz speelde op de achtergrond, zoals de dag ervoor. Hij dacht aan haar. Aan dat gebaar. Aan die handkus. Aan de manier waarop ze meteen verdween.
Hij wist niet wat het betekende. Hij wilde het niet interpreteren. Maar hij voelde dat er iets was opengegaan. Een kier. Een mogelijkheid.
En hij vroeg zich af wat morgen, om twaalf uur, echt zou beginnen.
Vlak voor hij naar bed wilde gaan hoorde hij een bericthje binnenkomen.
Dank je voor vandaag. Ik kijk uit naar morgen.
André reageerde: Zeker voor jou heel graag gedaan. Ik kijk ook uit naar onze lunch samen.
André reed langzaam naar de parking van het gebouw. De lucht was helder, de ochtend nog fris. Hij parkeerde, zette de motor uit, stapte uit. Toen hij de ingang naderde, zag hij Aïcha in de hal staan, al klaar, rechtop zoals altijd.
Hij hield de deur voor haar open, bood haar zijn arm aan. Ze leunde erop, lichter dan de vorige dagen. Hij voelde dat het beter ging.
— Goed geslapen? vroeg hij.
— Ja. Ik was uitgeput!
Ze liepen samen naar de auto, stapten in, en André reed richting het platteland. Hij had niets gezegd over de bestemming. Zij keek naar het landschap dat voorbij gleed — vlakke velden, rijtjes bomen, rustige landwegen.
— Ik ken deze plek helemaal niet, zei ze terwijl ze rondkeek. Het is mooi hier.
André glimlachte, blij met haar verrassing. Ze kwamen aan bij een klein houten restaurant, omringd door groen. Binnen was de sfeer rustig, bijna intiem. Ze kozen een tafel bij het raam. Het licht viel zacht naar binnen, op het witte tafellaken.
Hij keek haar even aan en zei toen:
— Ik vind het zo fijn om hier met jou te zijn. Zo’n mooie jonge vrouw als jij. Ik hoop dat het voor jou net zo fijn is als voor mij.
Ze keek hem aan, een beetje verrast. Niet verlegen, maar aandachtig. Ze glimlachte zachtjes.
— Ja. Het is mooi. En rustig. Fijn! Dank je.
De maaltijd was eenvoudig, maar lekker. Ze praatten over van alles, zonder moeite. Aïcha vertelde over haar werk, de eisen, de beperkingen. Wat ze moest doen — en vooral laten — om haar lichaam binnen de normen van de sector te houden. Ze at langzaam, precies. Een salade, een stukje vis, niets overdadigs. André keek toe zonder oordeel. Hij zag de discipline, de strengheid.
— Het is niet makkelijk, zei ze. Mensen denken dat het gewoon poseren is, glimlachen. Maar het is werk. En soms voel je je alleen.
Hij knikte. Hij begreep het. Toen durfde hij een persoonlijkere vraag te stellen.
— En relaties? Heb je iemand?
Ze glimlachte, een beetje schuin.
— Nee. Ik heb er altijd voor gekozen om alleen te zijn. Te veel te regelen. Te veel druk. Maar nu… ik word wat ouder. Ik sta meer open. Ben meer beschikbaar.
Ze zei het zonder omweg, zonder schaamte. André voelde een opening. Niets zeker, maar een mogelijkheid. Hij antwoordde niet meteen. Hij keek haar gewoon aan.
Daarna spraken ze over hem. Over zijn werk. Leraar. Ze was nieuwsgierig, stelde vragen. Over de leerlingen, de lessen, de routines. Ze luisterde echt.
— Ik hou van mensen die iets doorgeven, zei ze. Die de tijd nemen.
Na de koffie gingen ze naar buiten. De zon was zacht, de velden rondom stil. Ze liepen langzaam naar de auto.
André aarzelde, vroeg toen:
— Zou je het fijn vinden om elkaar nog eens te zien? Een nieuwe afspraak?
Ze bleef even staan, keek hem aan.
— Ja. Dat zou ik ook fijn vinden.
Haar glimlach was oprecht. Niet verleidelijk. Gewoon echt.
Ze liepen langzaam naar de auto, de zon nog hoog aan de hemel. De lunch was eenvoudig geweest, maar er was iets gezegd. Niet in woorden, maar in blikken, in stiltes.
André hield de deur voor haar open, en voordat hij instapte, draaide hij zich naar haar toe.
— Wat zou je graag samen doen, de volgende keer? Dineren, naar de film, een wandeling in de natuur… naar het strand… of misschien een avond bij mij, of bij jou?
Aïcha keek hem aan, een beetje verrast door de lijst, maar niet verlegen. Ze glimlachte zachtjes.
— Ik weet het nog niet. Maar het idee van een wandeling vind ik denk ik wel leuk. Of een rustige maaltijd. Niet te veel mensen.
Ze ging in de auto zitten en deed haar gordel om. André stapte ook in en startte de motor.
De motor zoemde zacht. Hij zei niet meteen iets. Hij respecteerde haar tempo. Hij wist dat niets bij haar gehaast ging. En dat was goed zo.
— We kunnen het combineren. Een wandeling ergens, en daarna een diner in een restaurant. Lijkt je dat een goed idee?
Aïcha knikte, haar blik op hem gericht.
— Ja, dat lijkt me fijn. Ik denk dat ik het echt prettig vind om soms samen met jou te zijn.
André glimlachte, geraakt door de eenvoud van haar woorden.
— Ik ook. Je bent een mooie en vooral bijzondere vrouw. En het is meer dan aangenaam om samen te zijn.
Ze sloeg haar ogen even neer, keek hem toen weer aan.
— Ja… dat geldt voor mij ook. Ik vind het niet makkelijk om dingen te doen met anderen, vooral met mannen. Maar met jou gaat het zo vanzelf.
Ze reden in stilte naar haar flat. De lucht begon van kleur te veranderen, het licht werd zachter. André parkeerde, stapte uit en hielp haar tot aan de deur. Ze liep beter, maar nam zijn arm zonder aarzeling.
Voor de deur draaide ze zich naar hem toe. Een snelle kus op de wang, zoals de dag ervoor. Maar deze keer was er iets meer. Een langere blik. Een stille warmte.
Toen ging ze naar binnen en sloot zachtjes de deur.
André bleef nog even staan, zijn hart licht. Daarna liep hij naar zijn auto, reed naar huis.
’s Avonds, zoals een ritueel, schonk hij zichzelf een glas whisky in en ging op de bank zitten. Maar deze keer had hij een brede, rustige, bijna ongelovige glimlach.
Er was iets begonnen. En hij wist niet waar het naartoe ging. Maar hij wist dat het goed zat.
André had niet te lang willen wachten. Hij had een plek gevonden die hem beviel: de duinen tussen Monster en Hoek van Holland. Een rustige, open omgeving, met zanderige paden en verderop de zee. Aan het strand enkele rustige restaurants. Niets toeristisch. Gewoon precies goed.
Hij had Aïcha gebeld, een beetje aarzelend.
— Twee dagen later… is dat niet te snel voor je?
Zij had zonder aarzeling geantwoord:
— Nee, dat is perfect. Ik kijk uit naar ons uitje.
Haar stem was helder, bijna vrolijk. Ze had eraan toegevoegd:
— Ik wil je graag weer zien. Tijd met jou doorbrengen.
André was even stil gebleven. Hij had dit enthousiasme niet verwacht. Hij glimlachte, alleen in zijn woonkamer, de telefoon nog aan zijn oor.
Hij hing op, legde de telefoon neer, en bleef daar staan, een beetje verbaasd. Het was niet alleen het antwoord. Het was de toon. Het uitgesproken verlangen. En die vanzelfsprekendheid: ze wilde bij hem zijn.
Hij maakte koffie, ging op de bank zitten. Hij keek uit het raam, maar zijn gedachten waren elders. Naar de duinen, naar de zee, naar haar.
Twee dagen. Dat was niet lang. Maar het wachten had al een bijzondere smaak.
André had haar niet durven contacteren. Hij was bang om te veel druk te zetten, iets te overhaasten dat tijd nodig had. Hij wilde het ritme respecteren, het fragiele evenwicht van hun band niet verstoren.
Dus toen het bericht kwam, de avond voor hun uitje, was hij verrast. En geraakt.
Ik ben een beetje gespannen, jij ook? Mijn verlangen maakt me aan het lachen. Ik voel me als een kind. Ik vind het fijn om samen met jou te zijn. Het is zo bijzonder.
Hij las het bericht meerdere keren. Hij voelde een warmte opkomen, een emotie die hij niet had voorzien. Het waren niet alleen de woorden. Het was de toon. De bekentenis. De eenvoud.
Hij antwoordde zonder aarzeling:
Ik ook. Ik wil je weer zien. Ik wil naar je luisteren. Ik wil met je praten. Ik wil je voelen.
Hij wist niet of hij het goed had verwoord. Maar hij had gezegd wat hij voelde. Zonder omweg. Zonder berekening.
Daarna legde hij zijn telefoon neer, bleef zitten in de stilte van de kamer. Hij glimlachte niet. Hij was ontroerd. En gelukkig.
Er was iets opengegaan. Geen belofte. Geen zekerheid. Maar een gedeelde waarheid. Een emotie die stroomde. En dat was genoeg.
Hij was vroeg naar bed gegaan. Niet om meteen te slapen, maar om te rusten, zijn lichaam te laten ontspannen. Hij had een paar bladzijden gelezen, het licht uitgedaan, zijn ogen gesloten.
Tien minuten later trilde zijn telefoon zachtjes op het nachtkastje. Hij opende hem, nog half in rust.
Het was Aïcha.
Goede nacht, tot morgen. Ik denk aan jou.
André bleef stil liggen. Hij las het bericht opnieuw. Drie zinnen. Kort. Maar helder. En onverwacht.
Hij antwoordde zonder nadenken:
Dank je. Ik denk de hele tijd aan jou. Goede nacht en tot morgen.
Daarna legde hij de telefoon neer, bleef liggen, ogen open. Hij dacht aan haar. Aan wat ze net had geschreven. Aan die verandering.
Aïcha, altijd zo gereserveerd, zo discreet, werd ineens eerlijk, open. Ze zei wat ze voelde. Zonder omweg. Zonder masker.
Wat was er gebeurd in haar leven? Wat had haar naar hem gebracht, naar dit vertrouwen, naar dit uitgesproken verlangen?
André wist het niet. Hij wilde het niet analyseren. Hij wilde het gewoon ontvangen.
En terwijl hij aan haar dacht, aan haar stem, haar blik, haar bericht, viel hij in slaap. Zachtjes. Met een nieuw soort rust.
De volgende ochtend werd André wakker met de zachte, zoete nasmaak van Aïcha’s berichten nog in zijn geheugen. Hij voelde iets sterks voor haar. Nog geen liefde, maar iets dat er dichtbij kwam. Een warmte, een verwachting, een stille vreugde.
Dat gevoel steeg in hem op als een trage golf. Hij bleef nog even liggen, ogen open, denkend aan haar woorden: Ik denk aan jou. Het is zo bijzonder. Zijn hand lag in zijn onderbroek en kneedde zijn penis. Hij had een erectie, hij dacht aan haar. Haar billen en kleine borsten. Zachtjes, bijna onnadenkend trok hij zich af. Stelde zich voor hoe hij zijn hand in haar slipje had en tussen haar schaamlippen haar clitoris vond. Hoe hij door haar natte spleetje op en neer gleed, en … toen kwam hij klaar.
Hij stond op, maakte koffie, kleedde zich zonder haast. Vandaag zouden ze elkaar weer zien. Een wandeling in de duinen, een diner aan zee. Niets spectaculairs, maar voor hem was het al veel.
Hij keek op de klok, pakte zijn sleutels en ging naar buiten. De lucht was helder, de wind zacht. En in zijn hart een rustige zekerheid: er was iets begonnen.
Hij reed en merkte dat hij een liefdesliedje van Jacques Brel neuriede. Een brede glimlach verscheen op zijn gezicht.
Aïcha stond al bij de deur en rende naar de auto. Ze opende het portier met een vrolijk “bonjour mon amour”.
Ze ging zitten en gaf hem een lange kus op de mond.
— Ik wil bij jou zijn en samen een fijne dag beleven.
— En ik ben zo gelukkig om je “mon amour” te horen zeggen. Het brandt in mijn borst! En je loopt weer veel beter.
- Ja, de pijn is weg. Viel allemaal gelukkig wel mee.
Aïcha lachte een klein lachje, en ze vertrokken.
De auto gleed zachtjes richting de kust. De lucht was helder, de wind nog fris. André keek af en toe naar haar, zonder iets te zeggen. Zij keek naar buiten, haar gezicht ontspannen, haar handen op haar knieën.
Ze kwamen aan bij de duinen, tussen Monster en Hoek van Holland. André parkeerde op een kleine zanderige plek. Ze stapten uit, liepen langzaam richting de paden.
De wind waaide zacht. Aïcha nam zijn arm, zoals altijd. Maar deze keer voelde hij een nieuwe warmte in dat contact. Een vanzelfsprekendheid.
— Het is mooi hier, zei ze. En rustig. Ik vind het fijn.
Ze liepen zonder haast, spraken weinig. Het zand onder hun voeten, de hoge grassen, het verre geluid van de golven. En toen, na een bocht, verscheen de zee.
— Het lijkt alsof ze op ons wacht, fluisterde André.
Aïcha glimlachte, legde haar hoofd even tegen zijn schouder.
Ze bleven daar staan, tegenover de horizon, zonder iets te zeggen.
Ze liepen langzaam door de duinen, de lichte wind op hun gezicht. André stopte even, draaide zich naar haar toe.
— Hoe ben je zo veranderd? In het sportcentrum sloot je je echt af. Er was… afstand. Een soort kilte. En nu ben je zo open, zo dichtbij. En dat in twee weken.
Aïcha lachte zachtjes, zonder schaamte.
— Ja, dat klopt. Maar ik voel meer dan vriendschap voor jou. En ik heb besloten daar iets mee te doen.
André nam haar hand, keek haar in de ogen.
— Ik voel ook meer dan vriendschap. En daarom raakte je me vanmorgen met je “bonjour mon amour”. Want als ik iets wil zijn… dan is het jouw geliefde.
Ze antwoordde niet meteen. Ze draaide zich naar hem toe, legde haar handen op zijn schouders, en kuste hem op de mond. Een open, zachte kus, zonder aarzeling. Hij likte met zijn tong haar lippen zij opende haar lippen en hun tongen vonden elkaar. Een warme natte, volle zoen.
Daarna sloeg ze haar armen om hem heen. En daar, in de stilte van de duinen, zoenden ze elkaar voor het eerst. Als geliefden.
De wind bleef zachtjes waaien. Maar voor hen stond de wereld even stil.
Later liepen ze langzaam, dicht tegen elkaar aan, richting het restaurant. De zeewind streelde hun gezichten, en hun stappen vonden vanzelf een gemeenschappelijk ritme.
Voor de deur kusten ze elkaar opnieuw. André boog zich naar haar toe en fluisterde:
— Ik hou van je.
Ze antwoordde niet meteen, maar haar blik zei alles. Ze gingen naar binnen en kozen een tafel bij het raam, met uitzicht op de duinen en de zee.
Ze spraken over liefde, over hun vroegere relaties. Over wat ze ooit als een begin hadden gezien, als een belofte. Maar niets leek op dit.
— Ik heb relaties gehad, zei Aïcha. Maar nooit zoals deze. Het was vaak een coup de foudre… niet zo diep. En nooit zo snel.
André knikte.
— Ik ook. Er was aantrekkingskracht, soms tederheid. Maar dit… is iets anders.
Ze legde haar hand op de zijne. Zo bleven ze zitten, in de rust van het restaurant, met het verre geluid van de golven en het zachte gemurmel van de andere gasten.
Er was iets ontstaan.
Na het afrekenen liepen ze langzaam naar de auto. Onderweg zagen ze een houten bank, een beetje afgelegen, met uitzicht op de duinen. Ze gingen zitten, dicht tegen elkaar aan, in de stilte van de namiddag.
Ze spraken zacht, intiem. Bij elke zin volgde een kleine kus. Ze vertelden elkaar hoeveel ze van elkaar hielden. Niet met grote woorden, maar met oprechtheid.
Na een paar minuten stelde Aïcha zachtjes een vraag:
— Hoe gaan we nu verder?
André haalde diep adem. Hij wist dat deze vraag belangrijk was.
— Ja, dat is een belangrijke vraag. Ik denk dat we niet te snel moeten gaan. Niet omdat ik twijfel — helemaal niet. Ik ben heel zeker van mijn liefde. Maar ik geloof dat we liefde moeten opbouwen… stap voor stap.
Aïcha knikte.
— Ja, je hebt gelijk. We gaan niet meteen samenwonen. Maar ik wil wel veel tijd met jou doorbrengen. En jij?
— Ik ook. Daarom stel ik voor: zullen we vanmiddag samen zijn? Bij mij… of bij jou? Past dat voor jou?
Ze keek hem aan, een zachte glimlach op haar lippen.
— Ja. Dat past heel goed.
Ze stonden op, hand in hand, en liepen terug naar de auto. De wind waaide nog steeds, maar hij voelde niet meer onzeker.
Onderweg naar Aïcha’s appartement legde André zijn hand op haar dij. Zij legde de hare erop, zonder woorden. Hij kneep zachtjes in haar huid, een speels gebaar. Hij streelde zacht de binnenkant van haar dij. Ze knikte licht, een brede glimlach op haar gezicht.
Zo reden ze langzaam, zonder haast. De stilte in de auto was zacht, bijna zwevend. Je hoorde Aïcha’s ademhaling, rustig, diep. André’s hand lag daar, intiem, zonder spanning.
Zijn gedachten waren ook intiem. Zij ademde iets zwaarder, alsof elke ademhaling een emotie droeg. André zei niets. Hij voelde. Hij begreep.
Ze waren nog niet aangekomen, maar er was al iets tussen hen ontstaan. Vertrouwen. Tederheid. En verwachting.
Bij Aïcha thuis gingen ze op de bank zitten. André legde een arm op de leuning, naar haar toe gedraaid. Aïcha draaide zich ook naar hem. Ze raakten elkaar af en toe aan, zachtjes, en praatten over van alles.
Na een tijdje begon Aïcha te vertellen. Haar stem was rustig, maar haar blik werd dieper.
— Een jaar geleden heb ik iets heel moeilijks meegemaakt. Een man stelde zich voor als mijn vriend. Hij leek aardig. Maar hij bleek een verkrachter te zijn.
André bewoog niet. Hij luisterde, aandachtig, zonder haar te onderbreken.
— Hij dwong me tot seks. Het was een verkrachting. Meteen daarna heb ik hem buitengezet. Ik heb mijn zus in Tunesië gebeld. Ik heb haar alles verteld, schreeuwend, huilend. Het was vernederend. Pijnlijk.
Ze sloeg haar ogen even neer, keek hem toen weer aan.
— Daarom is deze liefde, zo snel, zo bijzonder. En ik hoop dat je geduldig met me zult zijn.
André nam haar hand, zachtjes. Hij gaf haar een warme zoen op haar hand als teken van genegenheid.
— Ik heb alle tijd. Jij bepaalt het tempo. Ik wil nooit jouw grenzen overschrijden. Jij moet duidelijk zijn. En ik moet respecteren.
Ze knikte, ontroerd. Hij zei niet te veel. Precies genoeg.
En in die stilte groeide iets. Vertrouwen. Een belofte.
Ze nestelde zich in zijn armen, haar lichaam tegen het zijne, haar hoofd op zijn schouder. André fluisterde:
— Het was moeilijk om dit te vertellen, denk ik? Zo’n belangrijke ervaring in je leven. De vernedering, de woede, de pijn… alles in jou. En laten we de angst niet vergeten die je misschien nog voelt.
Hij pauzeerde even.
— Je hebt meer nodig dan alleen dit verhaal aan mij te vertellen.
Met zijn arm om haar heen voelde hij kleine schokken. Ze huilde stilletjes. Hij zei niets. Hij liet haar huilen, natuurlijk. Maar ondertussen streelde hij haar zachtjes met zijn vingertoppen — over haar schouder, over haar rug.
Hij probeerde haar niet te troosten. Hij was er gewoon.
Na een tijdje voelde André dat ze rustiger werd. De tranen waren gestopt, er bleef alleen stilte, af en toe onderbroken door een discrete snik.
Toen, na een paar minuten, fluisterde Aïcha:
— Ja… ik moet dit verwerken… maar hoe?
Ze bleven even stil, en André reageert dan:
— Misschien met een professional. Iemand die weet hoe je iemand helpt met zo’n trauma. Er zijn organisaties. Ik kan contact opnemen en om advies voor je te vragen.
Hij trok zijn arm iets steviger om haar heen, alsof hij wilde zeggen: ik ben er, zonder voorwaarden.
— Ja, zei zij uiteindelijk. Dat is een goed idee.
— En ik ben er, wat je ook beslist. Je hoeft dit niet alleen te dragen.
Ze knikte, haar ogen nog vochtig, maar haar blik helderder.
— Dank je.
Ze bleven zo zitten, in de stilte van het appartement, zonder woorden nodig te hebben. Gewoon aanwezigheid. Luisterend. En al een stap richting wat komt.
Ze nam zijn hand en legde die op haar borst. Hij voelde haar borsten, het voelde zacht en warm. Hij kneep er een beetje in en ze glimlachte.
Hij vond haar tepel en kneep er zachtjes in.
Hij hoorde een lichte kreun. Daar liet hij het bij. Hoewel zijn penis hem iets anders vertelde, wist hij het: geduld!
Twee dagen later had André een organisatie gevonden die Aïcha kon helpen. Sindsdien zagen ze elkaar elke dag. Hun band was sterker geworden, en het voelde vanzelfsprekend dat André bij haar binnenkwam — als een stille, aanwezige metgezel.
De aanrakingen werden steeds intiemer. Aïcha had haar hand een keer onder zijn broeksband door geschoven en aan zijn penis gevoeld. Hij had door haar geleid ook zijn hand in haar slipje laten glijden en zachtjes over haar clitoris gewreven. Daar was het bij gebleven. Ze wisten allebei wat ze wilden, maar nu nog niet.
Die dag zaten ze samen in de woonkamer, elk met een kop thee. Ze spraken over mogelijke hulp, over de stappen die ze konden zetten. André gaf haar een briefje met een telefoonnummer en een naam.
— Het wordt een vrouw, zei hij. Iemand die je hele verhaal kan aanhoren, zonder oordeel. En die je kan helpen manieren te vinden om met het trauma te leven.
Aïcha knikte.
— Dat idee spreekt me aan.
Toen nam ze zonder aarzeling haar telefoon. Ze belde het nummer dat André haar had gegeven. Ze nam het heft in handen.
André luisterde mee, zittend naast haar. Haar stem was rustig, helder. Ze legde uit, ze vroeg
En terwijl hij luisterde, voelde hij iets in zich groeien. Vertrouwen. Niet alleen in haar. Maar in hen samen.
Toen ze haar telefoon neerlegde, draaide Aïcha zich naar hem toe.
— Ik ben heel blij dat je dit voor mij hebt gedaan.
André gaf haar een kus op de wang.
— En ik ben blij dat jij zo hebt gereageerd. Om van zo’n groot trauma te herstellen, moet je veel doen, denk ik. En jij bent begonnen. Dat maakt me gelukkig… en geeft me vertrouwen voor de toekomst.
Hij nam haar gezicht tussen zijn handen en kuste haar lang. Een rustige, diepe kus, zonder haast.
Na een paar minuten ging ze op zijn schoot zitten, één been aan elke kant. Ze nestelde zich tegen hem aan, haar blik zacht, en gaf hem kleine kusjes op zijn wangen, op zijn hals.
Heel zachtjes fluisterde ze:
— Ik hou zo veel van jou.
André sloot even zijn ogen. Hij antwoordde niet meteen. Hij hield haar gewoon vast. En in die stilte was alles gezegd.
— Ik heb morgen een afspraak met die vrouw, zei Aïcha. Het gaat snel. Ik hoop dat ze me kan helpen.
André knikte zwijgend. Ze vervolgde:
— Ik weet nu dat ik me moet bevrijden van alles. Ik kan dat niet alleen. Zelfs met jou… is het niet genoeg. Wat ik heb meegemaakt… ik moet het verwerken, transformeren. En daarvoor heb ik hulp nodig.
Hij antwoordde niet meteen. Hij keek haar gewoon aan. Hij voelde een nieuwe kracht in haar. Een wil.
— Je doet wat nodig is, zei hij uiteindelijk. En ik ben er. Niet om jou te genezen. Maar om je te begeleiden.
Ze legde haar hand op de zijne. De stilte tussen hen was niet zwaar. Ze was vol.
Een week later had Aïcha al drie gesprekken gehad. Ze had zichzelf een opdracht gegeven: haar verhaal opschrijven. Niet om te publiceren. Gewoon om woorden te geven aan wat haar belastte.
André had alles gelezen. Langzaam, met respect. Hij was vol bewondering. Voor haar openheid. Voor haar moed. Voor haar vermogen om zonder omweg te zeggen wat ze had meegemaakt.
— Zo open durven zijn, fluisterde hij, en zo’n ernstig iets zo eerlijk vertellen… dat is indrukwekkend.
Aïcha haalde haar schouders op, maar haar ogen glansden.
— Maar ik moet moeite doen om te genezen van wat die smeerlap me heeft aangedaan.
Ze had dat woord gezegd zonder te trillen. Niet met haat. Met helderheid.
André antwoordde niet meteen. Hij legde zijn hand op de hare. En in dat gebaar zat alles: respect, tederheid, en de belofte om te blijven.
Ze nestelde zich in zijn armen, haar lichaam ontspannen, haar ademhaling rustig.
— Bij jou voel ik me veilig, fluisterde ze. Je geeft me een gevoel van warmte. Misschien zelfs een seksuele aantrekkingskracht. En dat is bijzonder. Na dat incident heb ik zulke gevoelens niet meer gehad. Jij hebt me mijn leven teruggegeven. Dat klinkt misschien overdreven… maar het is waar.
André antwoordde niet. Hij keek haar gewoon aan, zijn ogen rustig, open.
Ze draaide haar gezicht naar hem toe, en ze kusten elkaar enkele minuten lang. Een trage, diepe kus, zonder haast. Tongen die elkaar bevoelden, hun monden vulden. Traag en met een volkomen concentratie. Ze waren bij deze zoen zonder andere gedachten.
Toen nam ze zijn hand en legde die op haar borst. Een zacht, bewust gebaar. Stap voor stap raakte ze gewend aan deze intieme aanrakingen. Niet als verplichting. Als herovering van haar lichaam.
André bewoog niet. Hij keek haar aan, aandachtig, aanwezig. En in die stilte was er geen verwachting, geen druk. Alleen een groeiend vertrouwen.
Hij knoopt de bovenste twee knoopjes van haar bloes los en zijn hand glijdt over haar bh. Hij kijkt haar vragend aan en ze knikt. Zijn hand glijdt in een cup en hij voelt haar kleine borst in zijn hand met een tepel die licht kietelt tegen zijn handpalm. Na de borst even gekneed te hebben, pakt hij de tepel tussen zijn vingers en knijpt er zachtjes in. Hij voelt haar lichaam met een schokje reageren. Met zijn andere hand trekt hij haar dichter tegen zich aan. Hij likt langs haar oor en even in haar oor.
— Zo fijn, fluistert ze.
— Zeker, antwoordt André
Zijn vrije hand streelt haar nek terwijl hij haar kleine kusjes geeft. Zo blijven ze een tijd lang verstrengeld. Dan glijdt Aïcha iets naar achter en legt haar hand op zijn penis.
— Deze komt wel erg tekort.
— Dat komt vast wel weer goed. Jij geeft het tempo aan. Niet ik en zeker niet die daar.
— Mag ik hem toch wel helpen?
— Jij geeft het tempo en doe wat jij wil en niet wat je denkt dat ik wil.
Ze opent zijn broeksband en haalt zijn penis tevoorschijn. Ze trekt zijn voorhuid iets naar beneden en ziet een klein druppeltje voorvocht glinsteren. Ze glimlacht en smeert het met een vinger over zijn eikel.
— Heb je thuis als je alleen was …
André knikt en geeft haar een klein kusje.
— erg? Vraagt hij?
— Nee, gezond.
Ze pakt zijn penis beet en trekt hem langzaam af.
— Kom je snel?, vraagt ze
— Ja, zeker nu.
En ze blijft hem verder aftrekken. Al snel voelt hij dat hij komt en zegt dat ook. Zij geeft een zoen terwijl ze verder trekt. Hij komt heel zacht kreunend klaar. Het zaad op zijn broek en haar handen. Ze likt haar handen af.
— lekker!
— En jij? Vraagt hij.
— Later.
Zoals gewoonlijk brachten ze het weekend samen door, één of twee dagen. Die zaterdag waren ze bij André. ’s Avonds, na het diner dat hij voor hen had klaargemaakt, zette Aïcha haar kopje neer en zei:
— Ik heb een opdracht. Ik wil en ik moet gaan slapen en een nacht met jou doorbrengen. Ik wil hier blijven vannacht. Is dat een goed idee?
André reageerde meteen, met een rustige glimlach:
— Ik ben blij dat je hier vannacht bij me bent.
Ze gingen vroeg naar bed, naakt en tegen elkaar aan, in André’s bed. Ze nestelde zich tegen hem aan. Kusjes in haar nek, handen die haar zacht streelden. Het was liefde. Niet gehaast. Niet luid. Gewoon aanwezig.
— Hoe is dit voor jou? vroeg André. Is het niet te intiem?
Aïcha was duidelijk, zonder aarzeling:
— Nee. Ik vind het fijn om je te voelen.
— Dit is de eerste keer dat ik je bloot zie. Wat ben je mooi.
Aïcha glimlacht
— Dat geldt omgekeerd precies net zo!
Andrés hand glijdt over haar buik.
— Zeg je stop als ik moet stoppen. Denk je goed aan jezelf.
— Sssst
Andrés hand glijdt naar vagina. Hij voelt dat zich pas weer geschoren heeft. Een teken? Zijn volle hand streelt haar venusheuvel en haar dijbenen. Haar ademhaling wordt iets dieper.
Zijn vinger glijdt tussen haar schaamlippen. Ze is al een beetje vochtig. Als zijn vinger wat langer over haar clitoris wrijft wordt de ademhaling sneller. Hij glijdt met zijn vinger even in haar vagina om wat vocht op te halen. Heerlijk warm en strak omvat haar vagina zijn vinger. Daarna wrijft hij gerichter en steviger over haar clitoris. Hij voelt hoe haar lijf zich aantrekt voordat ze even daarna klaarkomt. Heel zacht hoort hij haar hijgen en een beetje kreunen. Heel zachtjes terwijl haar lichaam kleine schokjes maakt.
Hij blijft haar heel licht door haar poesje strelen tot ze de hand weghaalt.
— Dit was de eerste keer dat ik klaar ben gekomen. Dank je voor dit prachtige cadeau.
— Dan ben ik blij.
André likt zijn vingers af. Je smaakt heerlijk!
— Wel te rusten.
Ze draait zich om en pakt zijn penis beet.
— Nu wil ik je alleen aftrekken. Maar ik beloof je dat het helemaal goed komt.
Haar handen glijden over zijn penis. Ze haalt wat vocht op uit haar vagina. Ze trekt hem langzaam maar stevig af. Hij komt kreunend klaar over haar been. Met haar hand maakt ze haar been schoon en likt haar vingers af
— Jij smaakt ook lekker.
Ze sluit haar ogen, haar hoofd tegen zijn schouder. En in die stilte is er geen angst, geen twijfel meer. Alleen twee lichamen, twee ademhalingen, en een nacht die begint.
De volgende ochtend heeft André een ontbijt klaargemaakt. Er is een doosje croissants die hij oprolt in de oven bakt en gekookt ei, vruchtensap, en een zachtgekookt ei. Het is eenvoudig, maar perfect.
— Heb je goed geslapen? Vraagt hij terwijl hij haar kopje neerzette.
— Ja… Het was een goede ervaring, antwoordde Aïcha met een glimlach. Ik wil hier graag nog een nacht blijven. Ik hoop dat ik je zo niet stoor.
André schudde zachtjes zijn hoofd.
— Je stoort me niet, nooit. Integendeel. Je maakt me intens gelukkig
Ze aten rustig, in het zachte ochtendlicht. De stilte tussen hen is vredig, zonder spanning.
Hun relatie heeft zich echt gevormd. Niet door spectaculaire gebaren, cadeaus of spannende uitjes, maar door die eenvoudige, gedeelde momenten. Een nacht samen. Een ontbijt.
En in dat alles ligt een vanzelfsprekendheid: ze zijn iets aan het opbouwen. Stap voor stap. Samen.
Die middag halen ze kleren voor Aïcha op bij haar thuis en wandelen ze weer in de duinen. Een lange wandeling. Als ze thuisskomen zijn ze bezweet. Ze besluiten te douchen. Samen staan ze onder de douche. Hun handen glijden over elkaars lijf. Maar ook hun lippen, monden proeven elkaar. Ze voelen en onderzoeken. Ze genieten van de nabijheid. Ze drogen elkaar af. Daarna liggen ze samen naast elkaar op bed.
Met zijn vingers glijdt hij langs haar hals naar haar mond. Zij sabbelt op zijn vinger dan glijdt de vinger naar haar borsten. Plagerig trekt hij cirkels om haar tepel. Steeds dichterbij. Tot hij zachtjes over het topje streelt. Hij voelt heel licht hoe haar lichaam reageert. Hij knijpt in beide tepels en neemt de linker tepel dan in zijn mond. Ze kreunt.
Terwijl hij zacht op haar tepel zuigt en er soms even in bijt, glijdt haar hand over zijn benen, streelt de binnenkant van zijn benen. Ze voelt zijn penis even opwippen als ze dichterbij komt. Ze speelt met zijn ballen. Neemt ze in de hand en kietelt ze. Hij laat haar tepel los en drukt zich dichter tegen haar en een tongzoen begint, eerst zacht dan steeds heftiger. Hij drukt zijn penis tegen haar zij en legt een been over het hare.
Dan draait hij haar op haar buik en begint haar te strelen,. Al gauw strelen zijn vingers haar billen en tussen haar billen. Op zijn knieën spreidt hij haar benen zodat haar anus en de onderkant van haar vagina zichtbaar worden. Zachtjes likt hij haar anus. Een goedkeurend kreuntje is hoorbaar. Hij gaat lekker door en even dringt zijn tong bij haar anus binnen. Ze genieten allebei hoorbaar.
Hij draait haar weer op haar rug en zijn hoofd vindt zijn weg tussen haar benen en hij likt haar vagina. Hij likt haar heerlijke sap op en richt zich dan op haar clitoris. Een vinger doet hij in haar vagina. Dat is voor hem een ultiem, dubbel plezier: haar natte warme plekje vindt hij heerlijk, en zo voelt hij ook haar vagina pulseren en reageren als een soort feedback op wat zijn tong bij haar teweeg brengt. Vrij snel komt ze daarna klaar. Haar vagina knelt zich om zijn vinger. Langzaam bouwt hij het likken af. De vinger houdt hij nog even in haar natte, warme holletje. Hij gaat weer naast haar liggen en met een tongzoen proeft zij zacht en warm vol liefde haar eigen sapjes.
Ze pakt zijn penis. En trekt er even aan. En dan richt ze zich op en neemt hem eerst in haar mond en zuigt en likt. Hij kreunt, geniet van die warme geilheid. Dan spreidt ze haar benen en gaat op hem zitten. Ze neem zijn penis en laat die langzaam in haar vagina glijden. Een heerlijk strakke omsluiting. Als ze helemaal gevuld is, blijft ze even zitten. Buigt dan voorover en zoent hem zacht met een tong die rustig in zijn mond beweegt. Heel rustig begint ze hem te neuken.
— Ik hou dit niet lang vol fluistert hij
— Kom maar lekker in me. Ik wil je zaad in me hebben.
— Maar ….
— Kom maar lekker
En zo komt hij op haar tempo klaar in haar vagina. Hij spuit met een paar stralen vol met zijn zaad.
Het begin van een levenslange relatie waarin twee mensen van elkaar genieten.
Elke ochtend, stipt om zeven uur, duwde André de deur van het sportcentrum open. Om 7:00 uur opent de gym. De hal ruikt naar rubber en industrieel schoonmaakmiddel en de kleedkamer van de mannen ruikt naar zweet. Hij groet de vaste bezoekers met een knikje. Vooral ouderen maar ook een incidendele jongere. De mannen zijn in de meerderheid maar een paar oudere dames en een paar jonge meiden. De meisjes meestal in een strakke legging. De boodschap daarvan is duidelijk: ik ben zo strak! En dan is er één jonge dame, begin 20, die altijd ruime kleren draagt. Een verademing.
Ze is er altijd vroeg, discreet, geconcentreerd. Getinte huid, steil zwart haar tot op haar schouders. Ze draagt een ruime sweater en een lange, ruime sportbroek die niets accentueert.
Haar make-up is subtiel, beheerst. Een fijne lijn op de oogleden, een zachte rode tint op de lippen. Een heel knap meisje. Ze spreekt met niemand. Ze warmt op, traint, en verdwijnt dan in de kleedkamers. Om acht uur is ze weer weg.
André weet niets van haar. Hij heeft nooit met haar gesproken. Maar hij merkt op: hoe ze haar oortjes aanpast, andere muziek kiest, het moment waarop ze van de fietstraining, cardio, naar de krachttraining gaat, de netjes gevouwen handdoek op haar tas.
Ze kijkt niemand aan, maar ze weet dat ze bekeken wordt.
Er was iets intrigerends aan haar aanwezigheid. Geen provocatie, geen kilheid. Gewoon een rustige schoonheid, bijna onbereikbaar. De uitstraling van een sfynx. Een zachte vreemdheid, als een raadsel dat je niet durft op te lossen.
Hij wil haar niet aanstaren. Maar elke ochtend vinden zijn ogen haar, bijna tegen wil en dank. Ze doet niets bijzonders: ze doet rek en strek oefeningen, fietst, loopt, tilt lichte gewichten. Toch is er in haar bewegingen een precisie, een terughoudendheid, die hem fascineert. Ze is gericht op haar been -en bilspieren, biceps/ triceps en borstspieren
Ze kijkt nooit om zich heen. Geen enkele blik naar anderen. Alsof ze een onzichtbare lijn trekt tussen zichzelf en de wereld.
Soms stelt hij zich een ontmoeting voor. Niets spectaculairs. Gewoon een woord bij de lockers. Een glimlach, misschien. Een banale zin, die een opening kan creëren. Hij betrapt zich erop dat hij aan haar denkt buiten het centrum, zich afvraagt wat ze na acht uur doet. Student? Werknemer? Kunstenaar? Hij weet niets, maar bouwt hypotheses, een fantasie. Gewoon uit nieuwsgierigheid. Ze is mooi, ja, maar het is iets anders. Een soort mysterie. Een aanwezigheid die hem volgt.
En elke dag, om acht uur, verdwijnt ze. Zonder een woord. Zonder een blik. Alsof ze er nooit is geweest. Heel soms ziet hij haar lopen, naar huis. Ze woont duidelijk niet ver.
Hij heeft dus een hypothese. Niets bewezen, gewoon een idee. Ze heeft die manier van bewegen, die discrete elegantie, die controle in elk gebaar. Geen klassieke sporter. Eerder een vrouw die zich voorbereidt op iets anders. Een beroep in de beeldwereld, misschien. Modellenwerk? Niet iets opzichtig. Eerder verfijnd. Mode, reclame, of iets artistieks.
Maar hij weet niets zeker. En zij laat niets merken.
Wat zijn vermoeden versterkt, is het soort oefeningen dat ze doet. Ze blijft nooit hangen bij zware halters of krachtmachines. Ze onderhoudt haar figuur. Hij heeft dansers zo zien trainen. Maar bij haar is er iets anders. Een soort esthetische discipline. Dat trekt hem aan. Niet alleen omdat ze mooi is. Maar omdat ze lijkt te behoren tot een parallelle wereld, een wereld van precieze gebaren en beheerst stilzwijgen.
En hij bevindt hij zich elke ochtend aan de rand van die wereld, zonder ooit durven te binnen stappen.
Die ochtend had André zijn sessie iets eerder beëindigd. Hij steekt de straat over naar het winkelcentrum, waar hij zijn auto heeft geparkeerd. Het trottoir is nog vochtig van de nacht, en de zon begint tussen de gebouwen door te breken.
Hij ziet haar voor zich uitlopen
Ze steekt net als hij de straat over. Niet naar het winkelcentrum, maar verder, naar de woonwijken. Ze draagt haar zwarte tas, zoals altijd, en loopt met een rechte, maar soepele pas. Ze kijkt niet naar de etalages, niet naar de voorbijgangers. Haar blik is recht vooruit, alsof niets om haar heen bestaat.
André vertraagt. Hij wil haar niet volgen, gewoon nog even kijken. Hij vraagt zich af waar ze heen gaat. Misschien naar haar ouders. Misschien woont ze alleen, in een klein studiootje. Hij weet niets.
André begrijpt niet meteen wat hij ziet. Een bruusk gebaar, een doffe klap, en dan ligt ze daar, uitgestrekt op de straat, onbeweeglijk. Haar tas is weggegleden, haar haar bedekt deels haar gezicht.
Hij rent naar haar toe, knielt neer.
— Gaat het? Kun je me horen?
Ze opent haar ogen. Ze lijkt verward, bang. Een traan glijdt langzaam over haar wang. Ze zegt niets, maar knikt.
— Kun je opstaan? Heb je ergens pijn?
Ze probeert zich op te richten. André helpt haar voorzichtig, ondersteunt haar arm. Ze komt overeind, wankelend. Haar rechtervoet lijkt zwak, instabiel. Ze kan er niet goed op staan. Ze lijkt te zijn uitgegleden en haar voet stevig verzwikt.
— Kun je lopen?
— Ja… maar het is moeilijk.
Haar stem is zacht, bijna fluisterend. Ze kijkt naar de grond, vermijdt zijn blik.
— Moet je nog ver?
— Niet heel ver… maar zo duurt het lang.
André aarzelt even, zegt dan eenvoudig:
— Ik help je. Leg je arm op mijn schouder. Steun maar op mij.
Ze kijkt hem eindelijk aan. Een korte, verraste blik, maar zonder afwijzing. Ze legt haar arm voorzichtig neer. Haar parfum is subtiel, nauwelijks merkbaar. Ze beginnen te lopen, langzaam, in stilte.
Het trottoir lijkt breder dan anders. Voorbijgangers werpen vluchtige blikken, maar niemand stopt. André voelt haar lichte gewicht op zijn schouder, haar aarzelende pas, haar iets versnelde ademhaling.
Hij weet niet wat er is gebeurd. Een val, een flauwte? Hij stelt geen vragen. Hij loopt, geconcentreerd op zijn stappen en op de hare.
En voor het eerst is ze even geen mysterieuze verschijning meer. Ze is daar, echt, kwetsbaar, leunend op hem.
Ze lopen enkele meters, stoppen dan. Ze ademt zwaarder, haar voet nog onzeker. André zegt niets. Hij wacht gewoon, tot ze weer op adem komt.
— Gaat het? fluistert hij.
Ze knikt. Ze lopen verder, langzaam, over het nog warme trottoir van de ochtend. De stilte tussen hen is niet ongemakkelijk. Het is nodig. Ze leunt op zijn schouder, licht maar aanwezig. Hij voelt haar arm tegen de zijne, haar aarzelende ritme.
Ze staan na een poosje voor een gebouw van elf verdiepingen. Eenvoudig, met lichte bakstenen en een glazen ingang. Ze wijst kort:
— Daar, op zeven.
Ze gaan naar binnen. De lift is leeg. André drukt op de knop voor de zevende verdieping. Ze staat rechtop, haar blik gericht op de cijfers die één voor één oplichtten. Geen woord. Alleen een subtiele spanning in haar kaak.
Op de verdieping is de galerij lang, met identieke deuren. Ze lopen langzaam verder, zij nog steeds steunend op hem. André vertraagt bij elke stap, aandachtig voor haar evenwicht.
Voor een deur blijft ze staan. Ze haalt een sleutel uit haar tas, haar hand trilt licht. Hij ondersteunt haar terwijl ze opent. De deur gaat open naar een klein appartement. Licht, netjes. Een geur van thee en schone was.
Ze doet een stap naar binnen, zet nog twee stappen, draait zich dan naar hem om.
— Dank je.
Haar stem is zacht, bijna breekbaar. Ze glimlacht niet, maar haar blik is veranderd. Minder afstandelijk. Menselijker.
André antwoordt niet meteen. Hij kijkt rond en dan naar haar.
— Rust goed uit. En als je iets nodig hebt… ik ben er morgen. Zoals gewoonlijk.
Ze knikt en dan sluit ze zachtjes de deur.
André blijft even staan voor de gesloten deur. Hij hoort nauwelijks geluiden van binnen, misschien haar stappen. Hij haalt een klein papiertje uit zijn portefeuille, een pen. Hij schrijft zijn nummer en een korte zin:
Als je me nodig hebt, voor wat dan ook.
Hij vouwt het papier, stopt het stilletjes in de brievenbus. Dan loopt hij terug over de galerij en neemt de lift. Buiten staat de zon al wat hoger. Het trottoir lijkt hetzelfde, maar iets is veranderd.
Thuis legt hij zijn sleutels op tafel, maakt koffie, gaat op de bank zitten. Hij kijkt uit het raam, zonder echt te kijken. Hij denkt aan haar. Aan haar val, haar blik, die traan. Haar arm op zijn schouder.
Hij weet niet precies wat er is gebeurd. Een zwakte? Een moment van leegte? Hij heeft niets gevraagd. En nu fraagt hij zich af of dat goed is. Misschien wil ze geen contact. Misschien heeft hij een grens overschreden.
Maar hij heeft niets gevraagd. Hij heeft gewoon zijn hand uitgestoken. En nu zit hij daar in verwarring, dat beeld van haar, wankelend, steunend op hem, maar ook dat beeld van dat isolement, strak voor zich uitkijkend bezig met haar oefeningen.
Hij schudt zijn hoofd. Dat zijn mijn zaken niet, denkt hij. Ze heeft haar leven en haar regels. Ik heb daar niets mee te maken.
Maar het papiertje ligt daar. In de brievenbus. En misschien is ze morgen weer in het sportcentrum. Of niet.
’s Avonds, na het avondeten, zit André op zijn bank met een kop koffie. De dag vervaagt langzaam. Hij heeft aan haar gedacht, natuurlijk. Het beeld van haar val, haar arm op zijn schouder, het papiertje in de brievenbus… het blijft ergens in zijn hoofd hangen, als een herinnering maar ook als verwachting.
Zijn telefoon trilt. Een korte, herkenbare toon. Hij haalt hem uit zijn zak, het scherm licht op: WhatsApp. Een bericht. Hij opent het.
Het is van haar.
Goedenavond. Ik heet Aïcha. Ik ben het meisje van het sportcentrum. Ik wil je bedanken voor vanmorgen. Ik heb je briefje gezien. Ik heb niemand anders. Morgen moet ik naar een fotoshoot. Zou je me kunnen helpen?
André blijft stil zitten. Het bericht is eenvoudig, direct. Geen versiering. Gewoon een vraag.
Hij leest het opnieuw. Ik heb niemand anders. Die zin klinkt luider dan de rest in zijn hoofd na.
Hij zet zijn kopje neer, denkt even na. Dan antwoordt hij:
Natuurlijk. Ik ben André. Zeg me het uur en de plaats. Ik ben er.
Hij drukt op “verzenden” en legt zijn telefoon neer. Hij kijkt uit het raam. De nacht is stil. En iets in hem is veranderd.
Het bericht komt enkele minuten later.
Kun je op de parking van mijn flat op me wachten om negen uur?
André leest de zin twee keer. Het is direct, zonder omweg. Hij antwoordt eenvoudig:
Ik ben er om negen uur.
Als hij zijn eigen antwoord herleest, vindt hij de toon wat droog. Hij voegt toe:
Gaat het al een beetje beter?
Het antwoord komt snel:
Niet echt, maar het gaat. Tot morgen.
Het was duidelijk. Ze wilde niet uitweiden. Geen geklets, geen overdreven dankbaarheid. Alleen het essentiële. Net zoals hij haar altijd zag sporten.
André legde zijn telefoon op de salontafel. Hij stond op, haalde een glas, schonk een beetje whisky in. Hij koos een oude jazz-cd, schoof die in de speler. De eerste noten stegen op, gedempt, een beetje melancholisch.
Hij ging op de bank zitten, staarde in het niets. Hij dacht aan haar. Aan Aïcha. Aan haar stem, haar manier van lopen, haar arm op zijn schouder. En nu, aan dat bericht. Die vraag, dat vertrouwen.
Hij dacht ook aan zichzelf. Aan wat hij deed in dit verhaal. Hij had niets gezocht. Niets gevraagd. Maar hij was er. En iets in hem was veranderd.
De jazz speelde zachtjes. De whisky verwarmde zijn keel. En in de stilte van de woonkamer vroeg André zich af wat morgen zou brengen
Na zijn sportsessie in het sportcentrum parkeerde André op de parking van Aïcha’s flat. Hij stuurde een bericht: Ik ben er. Zal ik naar boven komen om je te helpen?
Maar op dat moment zag hij haar verschijnen in de deuropening van de benedenverdieping. Ze liep langzaam, de tas over haar schouder, haar gezicht geconcentreerd. Hij stapte uit de auto, liep naar haar toe.
— Goedemorgen, Aïcha.
Ze keek op, een discrete glimlach op haar lippen.
— Goedemorgen. En bedankt. Dat is echt vriendelijk van je.
— Het is niets, echt. Graag gedaan.
Ze liepen samen naar de auto. Ze leunde licht op zijn arm om in te stappen. Eenmaal geïnstalleerd, haalde ze haar telefoon boven, toonde hem een adres. Hij voerde het in op de navigatie en vertrok.
De auto gleed zachtjes door de nog rustige straten. Na enkele minuten draaide André zich licht naar haar toe.
— Wat voor soort fotoshoot is het vandaag?
Ze aarzelde even, antwoordde toen zonder omweg:
— Mode. Voor een merk dat sobere, elegante kleding maakt. Niet te opzichtig.
Ze keek uit het raam, haar handen rustten op haar knieën.
— Ze hebben me op Instagram gevonden. Ik heb al twee sessies gedaan. Deze is iets belangrijker.
André knikte. Hij zei niet meteen iets. Toen:
— Het past goed bij je, vind ik. Die stijl. Die terughoudendheid.
Ze draaide haar hoofd naar hem toe, een beetje verrast.
— Dank je.
Ze gingen samen het studio binnen. De ontvangst was professioneel, rustig. André bleef staan bij de balie, aarzelend.
— Mag ik hier blijven? Ik ben nieuwsgierig naar dit alles.
Aïcha keek hem aan, een beetje verrast, glimlachte toen zachtjes.
— Als je wilt. En als zij het ook goed vinden, is het prima. Je bent zo vriendelijk.
Hij vroeg aan een vrouw, waarschijnlijk de coördinator, of het toegestaan was om toe te kijken. Ze glimlachte, wees hem een aangrenzende ruimte met een grote spiegelruit.
— U kunt van hieruit kijken. Het is rustig. We brengen u een koffie.
Hij ging zitten op een stoel, in het zachte licht van de kamer. Er kwam een koffie, met een klein bordje en twee viennoiseries. Hij bedankte met een knikje, concentreerde zich op wat er achter het glas gebeurde.
Aïcha stond daar, omringd door twee stylisten en een fotograaf. Ze wisselde van outfit, ging onder de spots staan, nam poses aan. Niets spectaculairs. Maar ze werkte hard. Geconcentreerd, precies, bijna stil.
André keek toe. Hij zag de gebaren, de blikken, de aanpassingen. Hij begreep het nu beter. Het was geen spel. Het was discipline. Een eis.
Na twee uur was de sessie voorbij. Aïcha kwam naar buiten, haar gezicht vermoeid, haar schouders wat laag. Hij stond op, wachtte bij de deur.
— Ging het goed?
— Ja. Maar ik ben uitgeput.
Ze legde haar arm op zijn schouder, zoals de dag ervoor. Ze liepen langzaam naar de auto.
— Ik zou je graag op lunch trakteren… maar ik denk dat je eerder je bed nodig hebt.
Ze glimlachte, een beetje geamuseerd.
— Ja, inderdaad. Zo’n sessie is vermoeiend.
Ze stapten in de auto. Voor hij vertrok, vroeg André:
— Mag ik je morgen meenemen voor een lunch?
Ze keek hem aan, dit keer langer. Haar glimlach was oprecht.
— Ja. Dat zou ik echt heel fijn vinden.
— Ik help je tot aan je deur.
Ze knikte zonder een woord. Ze stappen uit, lopen zwijgend over de parking. Ze loopt langzaam, nog steeds steunend op zijn arm. Voor de deur pakt ze haar sleutel, steekt hem in het slot.
— Tot morgen. Ik ben om twaalf uur op de parking.
— Dank je. Tot morgen.
Dan, onverwacht, buigt ze zich naar hem toe. Een snelle kus op de wang. Licht, precies. En in dezelfde beweging stapt ze over de drempel, maakt een klein gebaar met haar hand — een discrete handkus — en sluit de deur.
André bleef staan, onbeweeglijk. Voor de gesloten deur. De gang was stil, de lucht wat lauw. Hij bewoog niet. De kus was niet intiem, niet romantisch. Maar ook niet neutraal. Hij droeg iets. Een erkenning? Een vertrouwen? Hij wist het niet.
Na enkele seconden liep hij naar zijn auto. De motor zoemde zacht. Hij reed naar huis, zijn handen rustig op het stuur, maar zijn geest onrustig.
’s Avonds zat hij op zijn bank, een glas whisky in de hand. De jazz speelde op de achtergrond, zoals de dag ervoor. Hij dacht aan haar. Aan dat gebaar. Aan die handkus. Aan de manier waarop ze meteen verdween.
Hij wist niet wat het betekende. Hij wilde het niet interpreteren. Maar hij voelde dat er iets was opengegaan. Een kier. Een mogelijkheid.
En hij vroeg zich af wat morgen, om twaalf uur, echt zou beginnen.
Vlak voor hij naar bed wilde gaan hoorde hij een bericthje binnenkomen.
Dank je voor vandaag. Ik kijk uit naar morgen.
André reageerde: Zeker voor jou heel graag gedaan. Ik kijk ook uit naar onze lunch samen.
André reed langzaam naar de parking van het gebouw. De lucht was helder, de ochtend nog fris. Hij parkeerde, zette de motor uit, stapte uit. Toen hij de ingang naderde, zag hij Aïcha in de hal staan, al klaar, rechtop zoals altijd.
Hij hield de deur voor haar open, bood haar zijn arm aan. Ze leunde erop, lichter dan de vorige dagen. Hij voelde dat het beter ging.
— Goed geslapen? vroeg hij.
— Ja. Ik was uitgeput!
Ze liepen samen naar de auto, stapten in, en André reed richting het platteland. Hij had niets gezegd over de bestemming. Zij keek naar het landschap dat voorbij gleed — vlakke velden, rijtjes bomen, rustige landwegen.
— Ik ken deze plek helemaal niet, zei ze terwijl ze rondkeek. Het is mooi hier.
André glimlachte, blij met haar verrassing. Ze kwamen aan bij een klein houten restaurant, omringd door groen. Binnen was de sfeer rustig, bijna intiem. Ze kozen een tafel bij het raam. Het licht viel zacht naar binnen, op het witte tafellaken.
Hij keek haar even aan en zei toen:
— Ik vind het zo fijn om hier met jou te zijn. Zo’n mooie jonge vrouw als jij. Ik hoop dat het voor jou net zo fijn is als voor mij.
Ze keek hem aan, een beetje verrast. Niet verlegen, maar aandachtig. Ze glimlachte zachtjes.
— Ja. Het is mooi. En rustig. Fijn! Dank je.
De maaltijd was eenvoudig, maar lekker. Ze praatten over van alles, zonder moeite. Aïcha vertelde over haar werk, de eisen, de beperkingen. Wat ze moest doen — en vooral laten — om haar lichaam binnen de normen van de sector te houden. Ze at langzaam, precies. Een salade, een stukje vis, niets overdadigs. André keek toe zonder oordeel. Hij zag de discipline, de strengheid.
— Het is niet makkelijk, zei ze. Mensen denken dat het gewoon poseren is, glimlachen. Maar het is werk. En soms voel je je alleen.
Hij knikte. Hij begreep het. Toen durfde hij een persoonlijkere vraag te stellen.
— En relaties? Heb je iemand?
Ze glimlachte, een beetje schuin.
— Nee. Ik heb er altijd voor gekozen om alleen te zijn. Te veel te regelen. Te veel druk. Maar nu… ik word wat ouder. Ik sta meer open. Ben meer beschikbaar.
Ze zei het zonder omweg, zonder schaamte. André voelde een opening. Niets zeker, maar een mogelijkheid. Hij antwoordde niet meteen. Hij keek haar gewoon aan.
Daarna spraken ze over hem. Over zijn werk. Leraar. Ze was nieuwsgierig, stelde vragen. Over de leerlingen, de lessen, de routines. Ze luisterde echt.
— Ik hou van mensen die iets doorgeven, zei ze. Die de tijd nemen.
Na de koffie gingen ze naar buiten. De zon was zacht, de velden rondom stil. Ze liepen langzaam naar de auto.
André aarzelde, vroeg toen:
— Zou je het fijn vinden om elkaar nog eens te zien? Een nieuwe afspraak?
Ze bleef even staan, keek hem aan.
— Ja. Dat zou ik ook fijn vinden.
Haar glimlach was oprecht. Niet verleidelijk. Gewoon echt.
Ze liepen langzaam naar de auto, de zon nog hoog aan de hemel. De lunch was eenvoudig geweest, maar er was iets gezegd. Niet in woorden, maar in blikken, in stiltes.
André hield de deur voor haar open, en voordat hij instapte, draaide hij zich naar haar toe.
— Wat zou je graag samen doen, de volgende keer? Dineren, naar de film, een wandeling in de natuur… naar het strand… of misschien een avond bij mij, of bij jou?
Aïcha keek hem aan, een beetje verrast door de lijst, maar niet verlegen. Ze glimlachte zachtjes.
— Ik weet het nog niet. Maar het idee van een wandeling vind ik denk ik wel leuk. Of een rustige maaltijd. Niet te veel mensen.
Ze ging in de auto zitten en deed haar gordel om. André stapte ook in en startte de motor.
De motor zoemde zacht. Hij zei niet meteen iets. Hij respecteerde haar tempo. Hij wist dat niets bij haar gehaast ging. En dat was goed zo.
— We kunnen het combineren. Een wandeling ergens, en daarna een diner in een restaurant. Lijkt je dat een goed idee?
Aïcha knikte, haar blik op hem gericht.
— Ja, dat lijkt me fijn. Ik denk dat ik het echt prettig vind om soms samen met jou te zijn.
André glimlachte, geraakt door de eenvoud van haar woorden.
— Ik ook. Je bent een mooie en vooral bijzondere vrouw. En het is meer dan aangenaam om samen te zijn.
Ze sloeg haar ogen even neer, keek hem toen weer aan.
— Ja… dat geldt voor mij ook. Ik vind het niet makkelijk om dingen te doen met anderen, vooral met mannen. Maar met jou gaat het zo vanzelf.
Ze reden in stilte naar haar flat. De lucht begon van kleur te veranderen, het licht werd zachter. André parkeerde, stapte uit en hielp haar tot aan de deur. Ze liep beter, maar nam zijn arm zonder aarzeling.
Voor de deur draaide ze zich naar hem toe. Een snelle kus op de wang, zoals de dag ervoor. Maar deze keer was er iets meer. Een langere blik. Een stille warmte.
Toen ging ze naar binnen en sloot zachtjes de deur.
André bleef nog even staan, zijn hart licht. Daarna liep hij naar zijn auto, reed naar huis.
’s Avonds, zoals een ritueel, schonk hij zichzelf een glas whisky in en ging op de bank zitten. Maar deze keer had hij een brede, rustige, bijna ongelovige glimlach.
Er was iets begonnen. En hij wist niet waar het naartoe ging. Maar hij wist dat het goed zat.
André had niet te lang willen wachten. Hij had een plek gevonden die hem beviel: de duinen tussen Monster en Hoek van Holland. Een rustige, open omgeving, met zanderige paden en verderop de zee. Aan het strand enkele rustige restaurants. Niets toeristisch. Gewoon precies goed.
Hij had Aïcha gebeld, een beetje aarzelend.
— Twee dagen later… is dat niet te snel voor je?
Zij had zonder aarzeling geantwoord:
— Nee, dat is perfect. Ik kijk uit naar ons uitje.
Haar stem was helder, bijna vrolijk. Ze had eraan toegevoegd:
— Ik wil je graag weer zien. Tijd met jou doorbrengen.
André was even stil gebleven. Hij had dit enthousiasme niet verwacht. Hij glimlachte, alleen in zijn woonkamer, de telefoon nog aan zijn oor.
Hij hing op, legde de telefoon neer, en bleef daar staan, een beetje verbaasd. Het was niet alleen het antwoord. Het was de toon. Het uitgesproken verlangen. En die vanzelfsprekendheid: ze wilde bij hem zijn.
Hij maakte koffie, ging op de bank zitten. Hij keek uit het raam, maar zijn gedachten waren elders. Naar de duinen, naar de zee, naar haar.
Twee dagen. Dat was niet lang. Maar het wachten had al een bijzondere smaak.
André had haar niet durven contacteren. Hij was bang om te veel druk te zetten, iets te overhaasten dat tijd nodig had. Hij wilde het ritme respecteren, het fragiele evenwicht van hun band niet verstoren.
Dus toen het bericht kwam, de avond voor hun uitje, was hij verrast. En geraakt.
Ik ben een beetje gespannen, jij ook? Mijn verlangen maakt me aan het lachen. Ik voel me als een kind. Ik vind het fijn om samen met jou te zijn. Het is zo bijzonder.
Hij las het bericht meerdere keren. Hij voelde een warmte opkomen, een emotie die hij niet had voorzien. Het waren niet alleen de woorden. Het was de toon. De bekentenis. De eenvoud.
Hij antwoordde zonder aarzeling:
Ik ook. Ik wil je weer zien. Ik wil naar je luisteren. Ik wil met je praten. Ik wil je voelen.
Hij wist niet of hij het goed had verwoord. Maar hij had gezegd wat hij voelde. Zonder omweg. Zonder berekening.
Daarna legde hij zijn telefoon neer, bleef zitten in de stilte van de kamer. Hij glimlachte niet. Hij was ontroerd. En gelukkig.
Er was iets opengegaan. Geen belofte. Geen zekerheid. Maar een gedeelde waarheid. Een emotie die stroomde. En dat was genoeg.
Hij was vroeg naar bed gegaan. Niet om meteen te slapen, maar om te rusten, zijn lichaam te laten ontspannen. Hij had een paar bladzijden gelezen, het licht uitgedaan, zijn ogen gesloten.
Tien minuten later trilde zijn telefoon zachtjes op het nachtkastje. Hij opende hem, nog half in rust.
Het was Aïcha.
Goede nacht, tot morgen. Ik denk aan jou.
André bleef stil liggen. Hij las het bericht opnieuw. Drie zinnen. Kort. Maar helder. En onverwacht.
Hij antwoordde zonder nadenken:
Dank je. Ik denk de hele tijd aan jou. Goede nacht en tot morgen.
Daarna legde hij de telefoon neer, bleef liggen, ogen open. Hij dacht aan haar. Aan wat ze net had geschreven. Aan die verandering.
Aïcha, altijd zo gereserveerd, zo discreet, werd ineens eerlijk, open. Ze zei wat ze voelde. Zonder omweg. Zonder masker.
Wat was er gebeurd in haar leven? Wat had haar naar hem gebracht, naar dit vertrouwen, naar dit uitgesproken verlangen?
André wist het niet. Hij wilde het niet analyseren. Hij wilde het gewoon ontvangen.
En terwijl hij aan haar dacht, aan haar stem, haar blik, haar bericht, viel hij in slaap. Zachtjes. Met een nieuw soort rust.
De volgende ochtend werd André wakker met de zachte, zoete nasmaak van Aïcha’s berichten nog in zijn geheugen. Hij voelde iets sterks voor haar. Nog geen liefde, maar iets dat er dichtbij kwam. Een warmte, een verwachting, een stille vreugde.
Dat gevoel steeg in hem op als een trage golf. Hij bleef nog even liggen, ogen open, denkend aan haar woorden: Ik denk aan jou. Het is zo bijzonder. Zijn hand lag in zijn onderbroek en kneedde zijn penis. Hij had een erectie, hij dacht aan haar. Haar billen en kleine borsten. Zachtjes, bijna onnadenkend trok hij zich af. Stelde zich voor hoe hij zijn hand in haar slipje had en tussen haar schaamlippen haar clitoris vond. Hoe hij door haar natte spleetje op en neer gleed, en … toen kwam hij klaar.
Hij stond op, maakte koffie, kleedde zich zonder haast. Vandaag zouden ze elkaar weer zien. Een wandeling in de duinen, een diner aan zee. Niets spectaculairs, maar voor hem was het al veel.
Hij keek op de klok, pakte zijn sleutels en ging naar buiten. De lucht was helder, de wind zacht. En in zijn hart een rustige zekerheid: er was iets begonnen.
Hij reed en merkte dat hij een liefdesliedje van Jacques Brel neuriede. Een brede glimlach verscheen op zijn gezicht.
Aïcha stond al bij de deur en rende naar de auto. Ze opende het portier met een vrolijk “bonjour mon amour”.
Ze ging zitten en gaf hem een lange kus op de mond.
— Ik wil bij jou zijn en samen een fijne dag beleven.
— En ik ben zo gelukkig om je “mon amour” te horen zeggen. Het brandt in mijn borst! En je loopt weer veel beter.
- Ja, de pijn is weg. Viel allemaal gelukkig wel mee.
Aïcha lachte een klein lachje, en ze vertrokken.
De auto gleed zachtjes richting de kust. De lucht was helder, de wind nog fris. André keek af en toe naar haar, zonder iets te zeggen. Zij keek naar buiten, haar gezicht ontspannen, haar handen op haar knieën.
Ze kwamen aan bij de duinen, tussen Monster en Hoek van Holland. André parkeerde op een kleine zanderige plek. Ze stapten uit, liepen langzaam richting de paden.
De wind waaide zacht. Aïcha nam zijn arm, zoals altijd. Maar deze keer voelde hij een nieuwe warmte in dat contact. Een vanzelfsprekendheid.
— Het is mooi hier, zei ze. En rustig. Ik vind het fijn.
Ze liepen zonder haast, spraken weinig. Het zand onder hun voeten, de hoge grassen, het verre geluid van de golven. En toen, na een bocht, verscheen de zee.
— Het lijkt alsof ze op ons wacht, fluisterde André.
Aïcha glimlachte, legde haar hoofd even tegen zijn schouder.
Ze bleven daar staan, tegenover de horizon, zonder iets te zeggen.
Ze liepen langzaam door de duinen, de lichte wind op hun gezicht. André stopte even, draaide zich naar haar toe.
— Hoe ben je zo veranderd? In het sportcentrum sloot je je echt af. Er was… afstand. Een soort kilte. En nu ben je zo open, zo dichtbij. En dat in twee weken.
Aïcha lachte zachtjes, zonder schaamte.
— Ja, dat klopt. Maar ik voel meer dan vriendschap voor jou. En ik heb besloten daar iets mee te doen.
André nam haar hand, keek haar in de ogen.
— Ik voel ook meer dan vriendschap. En daarom raakte je me vanmorgen met je “bonjour mon amour”. Want als ik iets wil zijn… dan is het jouw geliefde.
Ze antwoordde niet meteen. Ze draaide zich naar hem toe, legde haar handen op zijn schouders, en kuste hem op de mond. Een open, zachte kus, zonder aarzeling. Hij likte met zijn tong haar lippen zij opende haar lippen en hun tongen vonden elkaar. Een warme natte, volle zoen.
Daarna sloeg ze haar armen om hem heen. En daar, in de stilte van de duinen, zoenden ze elkaar voor het eerst. Als geliefden.
De wind bleef zachtjes waaien. Maar voor hen stond de wereld even stil.
Later liepen ze langzaam, dicht tegen elkaar aan, richting het restaurant. De zeewind streelde hun gezichten, en hun stappen vonden vanzelf een gemeenschappelijk ritme.
Voor de deur kusten ze elkaar opnieuw. André boog zich naar haar toe en fluisterde:
— Ik hou van je.
Ze antwoordde niet meteen, maar haar blik zei alles. Ze gingen naar binnen en kozen een tafel bij het raam, met uitzicht op de duinen en de zee.
Ze spraken over liefde, over hun vroegere relaties. Over wat ze ooit als een begin hadden gezien, als een belofte. Maar niets leek op dit.
— Ik heb relaties gehad, zei Aïcha. Maar nooit zoals deze. Het was vaak een coup de foudre… niet zo diep. En nooit zo snel.
André knikte.
— Ik ook. Er was aantrekkingskracht, soms tederheid. Maar dit… is iets anders.
Ze legde haar hand op de zijne. Zo bleven ze zitten, in de rust van het restaurant, met het verre geluid van de golven en het zachte gemurmel van de andere gasten.
Er was iets ontstaan.
Na het afrekenen liepen ze langzaam naar de auto. Onderweg zagen ze een houten bank, een beetje afgelegen, met uitzicht op de duinen. Ze gingen zitten, dicht tegen elkaar aan, in de stilte van de namiddag.
Ze spraken zacht, intiem. Bij elke zin volgde een kleine kus. Ze vertelden elkaar hoeveel ze van elkaar hielden. Niet met grote woorden, maar met oprechtheid.
Na een paar minuten stelde Aïcha zachtjes een vraag:
— Hoe gaan we nu verder?
André haalde diep adem. Hij wist dat deze vraag belangrijk was.
— Ja, dat is een belangrijke vraag. Ik denk dat we niet te snel moeten gaan. Niet omdat ik twijfel — helemaal niet. Ik ben heel zeker van mijn liefde. Maar ik geloof dat we liefde moeten opbouwen… stap voor stap.
Aïcha knikte.
— Ja, je hebt gelijk. We gaan niet meteen samenwonen. Maar ik wil wel veel tijd met jou doorbrengen. En jij?
— Ik ook. Daarom stel ik voor: zullen we vanmiddag samen zijn? Bij mij… of bij jou? Past dat voor jou?
Ze keek hem aan, een zachte glimlach op haar lippen.
— Ja. Dat past heel goed.
Ze stonden op, hand in hand, en liepen terug naar de auto. De wind waaide nog steeds, maar hij voelde niet meer onzeker.
Onderweg naar Aïcha’s appartement legde André zijn hand op haar dij. Zij legde de hare erop, zonder woorden. Hij kneep zachtjes in haar huid, een speels gebaar. Hij streelde zacht de binnenkant van haar dij. Ze knikte licht, een brede glimlach op haar gezicht.
Zo reden ze langzaam, zonder haast. De stilte in de auto was zacht, bijna zwevend. Je hoorde Aïcha’s ademhaling, rustig, diep. André’s hand lag daar, intiem, zonder spanning.
Zijn gedachten waren ook intiem. Zij ademde iets zwaarder, alsof elke ademhaling een emotie droeg. André zei niets. Hij voelde. Hij begreep.
Ze waren nog niet aangekomen, maar er was al iets tussen hen ontstaan. Vertrouwen. Tederheid. En verwachting.
Bij Aïcha thuis gingen ze op de bank zitten. André legde een arm op de leuning, naar haar toe gedraaid. Aïcha draaide zich ook naar hem. Ze raakten elkaar af en toe aan, zachtjes, en praatten over van alles.
Na een tijdje begon Aïcha te vertellen. Haar stem was rustig, maar haar blik werd dieper.
— Een jaar geleden heb ik iets heel moeilijks meegemaakt. Een man stelde zich voor als mijn vriend. Hij leek aardig. Maar hij bleek een verkrachter te zijn.
André bewoog niet. Hij luisterde, aandachtig, zonder haar te onderbreken.
— Hij dwong me tot seks. Het was een verkrachting. Meteen daarna heb ik hem buitengezet. Ik heb mijn zus in Tunesië gebeld. Ik heb haar alles verteld, schreeuwend, huilend. Het was vernederend. Pijnlijk.
Ze sloeg haar ogen even neer, keek hem toen weer aan.
— Daarom is deze liefde, zo snel, zo bijzonder. En ik hoop dat je geduldig met me zult zijn.
André nam haar hand, zachtjes. Hij gaf haar een warme zoen op haar hand als teken van genegenheid.
— Ik heb alle tijd. Jij bepaalt het tempo. Ik wil nooit jouw grenzen overschrijden. Jij moet duidelijk zijn. En ik moet respecteren.
Ze knikte, ontroerd. Hij zei niet te veel. Precies genoeg.
En in die stilte groeide iets. Vertrouwen. Een belofte.
Ze nestelde zich in zijn armen, haar lichaam tegen het zijne, haar hoofd op zijn schouder. André fluisterde:
— Het was moeilijk om dit te vertellen, denk ik? Zo’n belangrijke ervaring in je leven. De vernedering, de woede, de pijn… alles in jou. En laten we de angst niet vergeten die je misschien nog voelt.
Hij pauzeerde even.
— Je hebt meer nodig dan alleen dit verhaal aan mij te vertellen.
Met zijn arm om haar heen voelde hij kleine schokken. Ze huilde stilletjes. Hij zei niets. Hij liet haar huilen, natuurlijk. Maar ondertussen streelde hij haar zachtjes met zijn vingertoppen — over haar schouder, over haar rug.
Hij probeerde haar niet te troosten. Hij was er gewoon.
Na een tijdje voelde André dat ze rustiger werd. De tranen waren gestopt, er bleef alleen stilte, af en toe onderbroken door een discrete snik.
Toen, na een paar minuten, fluisterde Aïcha:
— Ja… ik moet dit verwerken… maar hoe?
Ze bleven even stil, en André reageert dan:
— Misschien met een professional. Iemand die weet hoe je iemand helpt met zo’n trauma. Er zijn organisaties. Ik kan contact opnemen en om advies voor je te vragen.
Hij trok zijn arm iets steviger om haar heen, alsof hij wilde zeggen: ik ben er, zonder voorwaarden.
— Ja, zei zij uiteindelijk. Dat is een goed idee.
— En ik ben er, wat je ook beslist. Je hoeft dit niet alleen te dragen.
Ze knikte, haar ogen nog vochtig, maar haar blik helderder.
— Dank je.
Ze bleven zo zitten, in de stilte van het appartement, zonder woorden nodig te hebben. Gewoon aanwezigheid. Luisterend. En al een stap richting wat komt.
Ze nam zijn hand en legde die op haar borst. Hij voelde haar borsten, het voelde zacht en warm. Hij kneep er een beetje in en ze glimlachte.
Hij vond haar tepel en kneep er zachtjes in.
Hij hoorde een lichte kreun. Daar liet hij het bij. Hoewel zijn penis hem iets anders vertelde, wist hij het: geduld!
Twee dagen later had André een organisatie gevonden die Aïcha kon helpen. Sindsdien zagen ze elkaar elke dag. Hun band was sterker geworden, en het voelde vanzelfsprekend dat André bij haar binnenkwam — als een stille, aanwezige metgezel.
De aanrakingen werden steeds intiemer. Aïcha had haar hand een keer onder zijn broeksband door geschoven en aan zijn penis gevoeld. Hij had door haar geleid ook zijn hand in haar slipje laten glijden en zachtjes over haar clitoris gewreven. Daar was het bij gebleven. Ze wisten allebei wat ze wilden, maar nu nog niet.
Die dag zaten ze samen in de woonkamer, elk met een kop thee. Ze spraken over mogelijke hulp, over de stappen die ze konden zetten. André gaf haar een briefje met een telefoonnummer en een naam.
— Het wordt een vrouw, zei hij. Iemand die je hele verhaal kan aanhoren, zonder oordeel. En die je kan helpen manieren te vinden om met het trauma te leven.
Aïcha knikte.
— Dat idee spreekt me aan.
Toen nam ze zonder aarzeling haar telefoon. Ze belde het nummer dat André haar had gegeven. Ze nam het heft in handen.
André luisterde mee, zittend naast haar. Haar stem was rustig, helder. Ze legde uit, ze vroeg
En terwijl hij luisterde, voelde hij iets in zich groeien. Vertrouwen. Niet alleen in haar. Maar in hen samen.
Toen ze haar telefoon neerlegde, draaide Aïcha zich naar hem toe.
— Ik ben heel blij dat je dit voor mij hebt gedaan.
André gaf haar een kus op de wang.
— En ik ben blij dat jij zo hebt gereageerd. Om van zo’n groot trauma te herstellen, moet je veel doen, denk ik. En jij bent begonnen. Dat maakt me gelukkig… en geeft me vertrouwen voor de toekomst.
Hij nam haar gezicht tussen zijn handen en kuste haar lang. Een rustige, diepe kus, zonder haast.
Na een paar minuten ging ze op zijn schoot zitten, één been aan elke kant. Ze nestelde zich tegen hem aan, haar blik zacht, en gaf hem kleine kusjes op zijn wangen, op zijn hals.
Heel zachtjes fluisterde ze:
— Ik hou zo veel van jou.
André sloot even zijn ogen. Hij antwoordde niet meteen. Hij hield haar gewoon vast. En in die stilte was alles gezegd.
— Ik heb morgen een afspraak met die vrouw, zei Aïcha. Het gaat snel. Ik hoop dat ze me kan helpen.
André knikte zwijgend. Ze vervolgde:
— Ik weet nu dat ik me moet bevrijden van alles. Ik kan dat niet alleen. Zelfs met jou… is het niet genoeg. Wat ik heb meegemaakt… ik moet het verwerken, transformeren. En daarvoor heb ik hulp nodig.
Hij antwoordde niet meteen. Hij keek haar gewoon aan. Hij voelde een nieuwe kracht in haar. Een wil.
— Je doet wat nodig is, zei hij uiteindelijk. En ik ben er. Niet om jou te genezen. Maar om je te begeleiden.
Ze legde haar hand op de zijne. De stilte tussen hen was niet zwaar. Ze was vol.
Een week later had Aïcha al drie gesprekken gehad. Ze had zichzelf een opdracht gegeven: haar verhaal opschrijven. Niet om te publiceren. Gewoon om woorden te geven aan wat haar belastte.
André had alles gelezen. Langzaam, met respect. Hij was vol bewondering. Voor haar openheid. Voor haar moed. Voor haar vermogen om zonder omweg te zeggen wat ze had meegemaakt.
— Zo open durven zijn, fluisterde hij, en zo’n ernstig iets zo eerlijk vertellen… dat is indrukwekkend.
Aïcha haalde haar schouders op, maar haar ogen glansden.
— Maar ik moet moeite doen om te genezen van wat die smeerlap me heeft aangedaan.
Ze had dat woord gezegd zonder te trillen. Niet met haat. Met helderheid.
André antwoordde niet meteen. Hij legde zijn hand op de hare. En in dat gebaar zat alles: respect, tederheid, en de belofte om te blijven.
Ze nestelde zich in zijn armen, haar lichaam ontspannen, haar ademhaling rustig.
— Bij jou voel ik me veilig, fluisterde ze. Je geeft me een gevoel van warmte. Misschien zelfs een seksuele aantrekkingskracht. En dat is bijzonder. Na dat incident heb ik zulke gevoelens niet meer gehad. Jij hebt me mijn leven teruggegeven. Dat klinkt misschien overdreven… maar het is waar.
André antwoordde niet. Hij keek haar gewoon aan, zijn ogen rustig, open.
Ze draaide haar gezicht naar hem toe, en ze kusten elkaar enkele minuten lang. Een trage, diepe kus, zonder haast. Tongen die elkaar bevoelden, hun monden vulden. Traag en met een volkomen concentratie. Ze waren bij deze zoen zonder andere gedachten.
Toen nam ze zijn hand en legde die op haar borst. Een zacht, bewust gebaar. Stap voor stap raakte ze gewend aan deze intieme aanrakingen. Niet als verplichting. Als herovering van haar lichaam.
André bewoog niet. Hij keek haar aan, aandachtig, aanwezig. En in die stilte was er geen verwachting, geen druk. Alleen een groeiend vertrouwen.
Hij knoopt de bovenste twee knoopjes van haar bloes los en zijn hand glijdt over haar bh. Hij kijkt haar vragend aan en ze knikt. Zijn hand glijdt in een cup en hij voelt haar kleine borst in zijn hand met een tepel die licht kietelt tegen zijn handpalm. Na de borst even gekneed te hebben, pakt hij de tepel tussen zijn vingers en knijpt er zachtjes in. Hij voelt haar lichaam met een schokje reageren. Met zijn andere hand trekt hij haar dichter tegen zich aan. Hij likt langs haar oor en even in haar oor.
— Zo fijn, fluistert ze.
— Zeker, antwoordt André
Zijn vrije hand streelt haar nek terwijl hij haar kleine kusjes geeft. Zo blijven ze een tijd lang verstrengeld. Dan glijdt Aïcha iets naar achter en legt haar hand op zijn penis.
— Deze komt wel erg tekort.
— Dat komt vast wel weer goed. Jij geeft het tempo aan. Niet ik en zeker niet die daar.
— Mag ik hem toch wel helpen?
— Jij geeft het tempo en doe wat jij wil en niet wat je denkt dat ik wil.
Ze opent zijn broeksband en haalt zijn penis tevoorschijn. Ze trekt zijn voorhuid iets naar beneden en ziet een klein druppeltje voorvocht glinsteren. Ze glimlacht en smeert het met een vinger over zijn eikel.
— Heb je thuis als je alleen was …
André knikt en geeft haar een klein kusje.
— erg? Vraagt hij?
— Nee, gezond.
Ze pakt zijn penis beet en trekt hem langzaam af.
— Kom je snel?, vraagt ze
— Ja, zeker nu.
En ze blijft hem verder aftrekken. Al snel voelt hij dat hij komt en zegt dat ook. Zij geeft een zoen terwijl ze verder trekt. Hij komt heel zacht kreunend klaar. Het zaad op zijn broek en haar handen. Ze likt haar handen af.
— lekker!
— En jij? Vraagt hij.
— Later.
Zoals gewoonlijk brachten ze het weekend samen door, één of twee dagen. Die zaterdag waren ze bij André. ’s Avonds, na het diner dat hij voor hen had klaargemaakt, zette Aïcha haar kopje neer en zei:
— Ik heb een opdracht. Ik wil en ik moet gaan slapen en een nacht met jou doorbrengen. Ik wil hier blijven vannacht. Is dat een goed idee?
André reageerde meteen, met een rustige glimlach:
— Ik ben blij dat je hier vannacht bij me bent.
Ze gingen vroeg naar bed, naakt en tegen elkaar aan, in André’s bed. Ze nestelde zich tegen hem aan. Kusjes in haar nek, handen die haar zacht streelden. Het was liefde. Niet gehaast. Niet luid. Gewoon aanwezig.
— Hoe is dit voor jou? vroeg André. Is het niet te intiem?
Aïcha was duidelijk, zonder aarzeling:
— Nee. Ik vind het fijn om je te voelen.
— Dit is de eerste keer dat ik je bloot zie. Wat ben je mooi.
Aïcha glimlacht
— Dat geldt omgekeerd precies net zo!
Andrés hand glijdt over haar buik.
— Zeg je stop als ik moet stoppen. Denk je goed aan jezelf.
— Sssst
Andrés hand glijdt naar vagina. Hij voelt dat zich pas weer geschoren heeft. Een teken? Zijn volle hand streelt haar venusheuvel en haar dijbenen. Haar ademhaling wordt iets dieper.
Zijn vinger glijdt tussen haar schaamlippen. Ze is al een beetje vochtig. Als zijn vinger wat langer over haar clitoris wrijft wordt de ademhaling sneller. Hij glijdt met zijn vinger even in haar vagina om wat vocht op te halen. Heerlijk warm en strak omvat haar vagina zijn vinger. Daarna wrijft hij gerichter en steviger over haar clitoris. Hij voelt hoe haar lijf zich aantrekt voordat ze even daarna klaarkomt. Heel zacht hoort hij haar hijgen en een beetje kreunen. Heel zachtjes terwijl haar lichaam kleine schokjes maakt.
Hij blijft haar heel licht door haar poesje strelen tot ze de hand weghaalt.
— Dit was de eerste keer dat ik klaar ben gekomen. Dank je voor dit prachtige cadeau.
— Dan ben ik blij.
André likt zijn vingers af. Je smaakt heerlijk!
— Wel te rusten.
Ze draait zich om en pakt zijn penis beet.
— Nu wil ik je alleen aftrekken. Maar ik beloof je dat het helemaal goed komt.
Haar handen glijden over zijn penis. Ze haalt wat vocht op uit haar vagina. Ze trekt hem langzaam maar stevig af. Hij komt kreunend klaar over haar been. Met haar hand maakt ze haar been schoon en likt haar vingers af
— Jij smaakt ook lekker.
Ze sluit haar ogen, haar hoofd tegen zijn schouder. En in die stilte is er geen angst, geen twijfel meer. Alleen twee lichamen, twee ademhalingen, en een nacht die begint.
De volgende ochtend heeft André een ontbijt klaargemaakt. Er is een doosje croissants die hij oprolt in de oven bakt en gekookt ei, vruchtensap, en een zachtgekookt ei. Het is eenvoudig, maar perfect.
— Heb je goed geslapen? Vraagt hij terwijl hij haar kopje neerzette.
— Ja… Het was een goede ervaring, antwoordde Aïcha met een glimlach. Ik wil hier graag nog een nacht blijven. Ik hoop dat ik je zo niet stoor.
André schudde zachtjes zijn hoofd.
— Je stoort me niet, nooit. Integendeel. Je maakt me intens gelukkig
Ze aten rustig, in het zachte ochtendlicht. De stilte tussen hen is vredig, zonder spanning.
Hun relatie heeft zich echt gevormd. Niet door spectaculaire gebaren, cadeaus of spannende uitjes, maar door die eenvoudige, gedeelde momenten. Een nacht samen. Een ontbijt.
En in dat alles ligt een vanzelfsprekendheid: ze zijn iets aan het opbouwen. Stap voor stap. Samen.
Die middag halen ze kleren voor Aïcha op bij haar thuis en wandelen ze weer in de duinen. Een lange wandeling. Als ze thuisskomen zijn ze bezweet. Ze besluiten te douchen. Samen staan ze onder de douche. Hun handen glijden over elkaars lijf. Maar ook hun lippen, monden proeven elkaar. Ze voelen en onderzoeken. Ze genieten van de nabijheid. Ze drogen elkaar af. Daarna liggen ze samen naast elkaar op bed.
Met zijn vingers glijdt hij langs haar hals naar haar mond. Zij sabbelt op zijn vinger dan glijdt de vinger naar haar borsten. Plagerig trekt hij cirkels om haar tepel. Steeds dichterbij. Tot hij zachtjes over het topje streelt. Hij voelt heel licht hoe haar lichaam reageert. Hij knijpt in beide tepels en neemt de linker tepel dan in zijn mond. Ze kreunt.
Terwijl hij zacht op haar tepel zuigt en er soms even in bijt, glijdt haar hand over zijn benen, streelt de binnenkant van zijn benen. Ze voelt zijn penis even opwippen als ze dichterbij komt. Ze speelt met zijn ballen. Neemt ze in de hand en kietelt ze. Hij laat haar tepel los en drukt zich dichter tegen haar en een tongzoen begint, eerst zacht dan steeds heftiger. Hij drukt zijn penis tegen haar zij en legt een been over het hare.
Dan draait hij haar op haar buik en begint haar te strelen,. Al gauw strelen zijn vingers haar billen en tussen haar billen. Op zijn knieën spreidt hij haar benen zodat haar anus en de onderkant van haar vagina zichtbaar worden. Zachtjes likt hij haar anus. Een goedkeurend kreuntje is hoorbaar. Hij gaat lekker door en even dringt zijn tong bij haar anus binnen. Ze genieten allebei hoorbaar.
Hij draait haar weer op haar rug en zijn hoofd vindt zijn weg tussen haar benen en hij likt haar vagina. Hij likt haar heerlijke sap op en richt zich dan op haar clitoris. Een vinger doet hij in haar vagina. Dat is voor hem een ultiem, dubbel plezier: haar natte warme plekje vindt hij heerlijk, en zo voelt hij ook haar vagina pulseren en reageren als een soort feedback op wat zijn tong bij haar teweeg brengt. Vrij snel komt ze daarna klaar. Haar vagina knelt zich om zijn vinger. Langzaam bouwt hij het likken af. De vinger houdt hij nog even in haar natte, warme holletje. Hij gaat weer naast haar liggen en met een tongzoen proeft zij zacht en warm vol liefde haar eigen sapjes.
Ze pakt zijn penis. En trekt er even aan. En dan richt ze zich op en neemt hem eerst in haar mond en zuigt en likt. Hij kreunt, geniet van die warme geilheid. Dan spreidt ze haar benen en gaat op hem zitten. Ze neem zijn penis en laat die langzaam in haar vagina glijden. Een heerlijk strakke omsluiting. Als ze helemaal gevuld is, blijft ze even zitten. Buigt dan voorover en zoent hem zacht met een tong die rustig in zijn mond beweegt. Heel rustig begint ze hem te neuken.
— Ik hou dit niet lang vol fluistert hij
— Kom maar lekker in me. Ik wil je zaad in me hebben.
— Maar ….
— Kom maar lekker
En zo komt hij op haar tempo klaar in haar vagina. Hij spuit met een paar stralen vol met zijn zaad.
Het begin van een levenslange relatie waarin twee mensen van elkaar genieten.
Trefwoord(en): Erotisch,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10