Door: Jefferson
Datum: 17-12-2025 | Cijfer: 8.6 | Gelezen: 707
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 10
Trefwoord(en): Verlangen,
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 10
Trefwoord(en): Verlangen,
Ik heb mijn hele leven met haar gedeeld. Wat ik pas later leerde, was hoe delen dat leven veel beter kon maken. En nu staan we op een punt, waar we gaan ontdekken of het dat nog steeds is. Kan ik haar nog delen? Vinden we het nog spannend? Verrijkt het nog steeds onze relatie? Blijkbaar misten we het.
‘Weet je het echt zeker?’ vraagt ze me voorzichtig, bijna breekbaar. Haar stem is zacht, maar de spanning eronder is niet te missen. Ze kijkt me aan alsof ze in mijn gezicht zoekt naar het laatste restje twijfel.
Ik knik. Langzaam. Bewust. Ik glimlach naar haar, een kleine, rustige glimlach die meer zegt dan woorden. Mijn hand zakt naar mijn kruis en omvat al snel de duidelijke contouren van mijn erectie. Geen aarzeling. Geen terughoudendheid. Zo zeker wist ik het. Alleen al het idee van wat hierna zou komen, van wat we samen gingen doen, maakte me weer ongelofelijk hard.
‘Maar jij ook?’ vraag ik haar vanzelfsprekend, bijna terloops. Alsof het antwoord al vaststaat. Het was geen eenrichtingsverkeer meer. Dat zou het nooit meer zijn.
‘Ja,’ hijgt ze fluisterend. Haar ademhaling verraadt hoe opgewonden ze is, hoezeer haar lichaam dit al vooruitloopt. Toch zie ik haar slikken. Haar keel beweegt net iets te duidelijk. Niet voor het eerst. Zeker niet voor het laatst. ‘Maar of dit het goede moment is?’ stelt ze wel ter discussie, alsof ze zichzelf nog één kans geeft om af te remmen.
‘We hoeven hem hierna niet meer te zien,’ zeg ik rustig. ‘Tenzij het goed bevalt. Dan kunnen we dit zelfs vaker doen. Hij werkt vast zwart. Ook als jij hem zo uitbetaalt.’
Ik hoor mezelf praten, hoor hoe rationeel het klinkt. Bijna zakelijk. En toch bonst mijn hart in mijn borstkas. Het is zoeken naar de juiste balans tussen verstand en verlangen. Het is lang geleden. Misschien wel te lang. Mijn hart klopt in mijn keel van spanning en opwinding. En ik voel, zonder dat ze het hoeft te zeggen, dat zij er net zo in staat als ik.
We waren nu immers die eenheid die dit kon. Die dit durfde. Die dit ook echt deed.
Ze knikt nog één keer. Beslist. Definitief. Dan kijkt ze me aan. Haar mooie, trouwe, groenblauwe ogen die me al zo vaak aankeken wanneer we ondeugend waren, wanneer we samen iets deden wat eigenlijk niet hoorde. Maar nu zouden diezelfde ogen weer eens een ander aankijken. En dat besef doet iets met me.
‘Hoe zie ik eruit?’ vraagt ze nog snel, bijna achteloos, terwijl ze een klein stapje achteruit doet. Alsof ze pas nu beseft dat dit moment ook gezien mag worden.
Ik neem de tijd. Ik bekijk haar van top tot teen. Niet voor het eerst vandaag, maar nu had ze zich omgekleed. Nu staat ze hier niet meer als moeder, niet als huisvrouw, maar als vrouw.
Een prachtige jonge vrouw staat voor me, gekleed in een lange bruine rok die soepel en losjes over haar rondingen valt. De stof volgt haar bewegingen zonder zich op te dringen, benadrukt zonder te verhullen. Ronde borsten, heupen en billen, perfect binnen de proporties. Alles klopt. De rok valt vlak over haar platte buik en langs haar strakke benen, benen die kracht en zachtheid tegelijk uitstralen.
Haar kastanjebruine haar draagt ze los, langs haar gezicht tot aan haar schouders. Het vangt het licht op een manier die haar huid warmer doet lijken. Haar ogen zijn helder, bijna onschuldig, maar ik weet beter. Dit zijn ogen die alles kunnen krijgen wat ze maar wil, zonder er moeite voor te doen.
Wat een vrouw.
Ze wordt vaak jonger geschat dan ze is. Ik begrijp waarom. Voor me staat een godin van vijfentwintig. Mooi. Geil. Zelfverzekerd op een stille manier. Alles wat ik me als partner kan wensen, alles wat een man kan laten vergeten wat tijd en verantwoordelijkheid betekenen.
Toch is ze dat niet.
Hier staat Nicola. Mijn vrouw van tweeëndertig. Moeder van twee kinderen. Lieve huisvrouw. Fantastische lover. Een vrouw die haar leven op orde heeft, die zorgt, draagt, geeft. En tegelijk iemand met de energie van vijfentwintig en een lichaam dat dat moeiteloos onderstreept.
Voor mij.
En dit doet ze ook voor mij. Omdat ze me vertrouwt. Omdat ze zichzelf durft te zijn bij me. Omdat we dit samen dragen.
Ik gun het haar. Oprecht.
Want nu deden we dit soort dingen samen. Niet stiekem, niet langs elkaar heen, maar als een eenheid.
Dat deden we.
Dat wilden we weer.
De kinderen zitten op school. Het huis is leeg op een manier die zeldzaam is geworden. Ik werk vaak thuis, maar vandaag ben ik op kantoor. Dat is althans wat ze hem heeft verteld. Een kleine leugen, zorgvuldig gekozen, die precies groot genoeg is om te werken en klein genoeg om niet op te vallen.
‘Gaat niet zo lekker bij hem op het werk, dus hopen maar op het beste,’ hoor ik haar zeggen terwijl ze met hem meeloopt naar boven. Haar stem is luchtig, bijna achteloos. Alsof dit een gewone ochtend is. Alsof hier niets op het spel staat.
Ik zit in mijn kantoortje. Stil. Bewust stil. Ik heb mijn stoel iets van het bureau afgeschoven, mijn ademhaling vertraagd. Niet alleen luister ik naar haar woorden, maar naar alles eromheen. Haar tred op de trap. Het ritme van haar stappen, net iets trager dan normaal. De spanning die ze met zich meedraagt als een onzichtbare jas.
Ik hoor het. Ik voel het. En wanneer ik door de kier van de deur spiek, zie ik het ook. De manier waarop ze haar schouders recht houdt. Hoe ze niet achterom kijkt.
Ze lopen richting zolder.
We hadden nieuwe kozijnen laten plaatsen. En het was nog niet goed, had ze gezegd. Er moest nog wat nagekeken worden. Pas daarna zouden we ondertekenen en de rest betalen. Een logisch verhaal. Een verhaal waar niemand vraagtekens bij zet.
In werkelijkheid hadden ze puik werk geleverd. Te goed misschien. Alles sloot strak, alles zat precies zoals het hoorde. Hij was dan ook wat argwanend geweest toen ze belde. Te beleefd. Te zorgvuldig.
Niet dat hij enig idee had wat hem te wachten stond.
Anton was duidelijk, professioneel en begin veertig. Een man die zijn werk serieus nam en trots was op wat hij afleverde. Ik werkte vaak thuis. Ook toen hij hier eerder was. Ook toen zijn werklui hier door het huis liepen, ladders verplaatsten, gereedschap lieten vallen.
Nicola was ook vaak thuis.
Ik zag hoe ze naar haar keken. Zoals mannen dat doen. Altijd. Net iets te lang. Net iets te aandachtig. Toen al. En nog steeds. En ik zag hoe zij dat registreerde, zonder het ooit expliciet te maken.
Daar begon het bij mij weer te kriebelen. Dat oude, vertrouwde gevoel dat je denkt achter je te hebben gelaten, maar dat zich moeiteloos weer aandient. Ik verlangde naar vroeger. Naar ons gedeelde verlangen. Naar dat spel tussen ons dat nooit helemaal verdwenen was, hooguit was ingedut.
Want ik zag ook dat Nicola het leuk vond. Stiekem misschien. Of ja, stiekem? We spraken erover. Eerst voorzichtig. Later explicieter. Over nu. Over vroeger. Over hoe ze haar zouden nemen, hoe ze bekeken zou worden. Door mij.
Als de kinderen al op bed lagen en zij voor me in de keuken op haar knieën ging, haar blik omhoog, haar handen al onderweg. Dan trok ze me af terwijl we hier openlijk over fantaseerden. Over mannenhanden. Over ogen die haar volgden. Dan zoog ze me leeg terwijl ze me bleef aankijken met diezelfde ogen.
Ogen die weer fonkelden van opwinding, net als toen. Alsof de tijd even geen grip op haar had.
Natuurlijk wilde ze dit weer. Dat voelde ik aan alles. Aan haar lichaam. Aan haar stilte. Aan de manier waarop ze soms ineens naar me keek.
Net als ik.
Maar het bleef spannend. Zeker na al die tijd. De twijfel was niet weg te denken. Niet bij haar. Niet bij mij. Want verlangen is één ding. Ernaar handelen iets anders.
Was dit het goede moment?
Ik luister naar het huis. Naar de stilte die nu anders klinkt. Strakker. Zwaarder.
Daar kwamen we maar op één manier achter.
Ze kijkt vlug naar mij door de kier van de deur wanneer ze de trap weer af komt. Het is maar een fractie van een seconde, maar ik zie alles: de spanning in haar ogen, de lichte kleur op haar wangen, de ingehouden adem. Anton loopt een paar treden achter haar. Ik zie hoe ze stil zucht, hoe ze probeert de spanning van zich af te laten glijden zonder dat hij het merkt. Ze draagt een kort spijkerjasje over haar jurk; haar hals is gesloten, wat haar borsten juist extra benadrukt. Het is geen toeval. Niets aan haar is toevallig vandaag.
Ik knik nog naar haar, nauwelijks zichtbaar. Ze glimlacht vluchtig terug. Gespannen. Onmiskenbaar gespannen. Een glimlach die alleen voor mij bedoeld is, omdat ik weet wat er in haar hoofd omgaat.
‘Ik zie echt niet wat ze niet goed gedaan hebben,’ hoor ik hem zeggen, hetzelfde wat hij boven ook al zei na zijn inspectie. Zijn stem is nuchter, zakelijk, alsof hij elk moment weer kan vertrekken.
‘Dan hoort dat blijkbaar zo,’ hoor ik haar antwoorden. Haar stem breekt bijna onder de spanning, maar net niet. Echt genoeg om overtuigend te zijn. Ze speelt haar rol feilloos.
‘Maar nu je hier toch bent,’ voegt ze er snel aan toe. Ik zie haar slikken terwijl ze zich naar hem omdraait. Dat ene kleine gebaar verraadt hoe serieus dit voor haar is.
Hij staat nog een paar treden hoger op de trap. Zijn kruis is ter hoogte van haar gezicht. Het is een toevallige positie, maar eentje die alles bepaalt. Hij verstijft een fractie van een seconde wanneer ze naar hem opkijkt en haar toon net iets verandert. Zachter. Lager. Intiemer. Niet gespeeld, maar ook niet onschuldig.
Ze gaat het doen. Dat voel ik meteen. In mijn buik, in mijn borst, in mijn kruis. Er is geen weg meer terug.
‘Luister, Anton,’ begint ze, alsof ze hem al jaren kent, alsof ze dit gesprek al honderd keer in haar hoofd heeft gevoerd. ‘Ik zou dit echt niet vragen als ik geen andere keuze had.’ Ze slikt. Perfect getimed. Geloofwaardig. Net als vroeger, toen ze me ook zo kon laten geloven dat alles vanzelf ging.
Ze is dit niet verleerd. Integendeel. Ze weet precies hoe ze spanning moet laten groeien.
‘En hij mag het echt niet weten,’ vervolgt ze zorgvuldig. ‘Hij schaamt zich ervoor. Ik wil hem helpen.’ Ze legt de woorden zacht neer, alsof ze zwaar wegen.
Ze bouwt het moment op, laag voor laag. Het moment waar Anton ongetwijfeld al eens over heeft gefantaseerd sinds hij haar voor het eerst zag, zonder zichzelf toe te staan er echt bij stil te staan.
‘Het is allemaal al zo duur… En ik weet gewoon niet hoe we dit anders moeten oplossen.’ Met elke zin laat ze minder ruimte voor een andere uitkomst, terwijl ze hem het gevoel geeft dat hij degene is die beslist.
‘Ik hoopte… dat jij en ik…’ Ze aarzelt precies lang genoeg. Niet te kort, niet te lang. ‘Zoals je naar me kijkt. Je bent vast vaak van huis. Je denkt vast vaak aan… mij?’
Ze slikt opnieuw. Dit keer zwaarder. Deels gespeeld. Deels echt. Ik zie hoe haar borst iets sneller op en neer gaat.
‘Mevrouw, ik…’ probeert hij het nog professioneel te houden, maar zijn stem mist overtuiging.
‘Zeg maar gewoon Nicola,’ zegt ze zacht. Lief. Uitnodigend. Alsof die ene naam al genoeg is om een grens te laten vervagen.
‘Nicola, dit is niet helemaal hoe het normaal gaat…’ zegt hij. Maar hij zegt niet alles. Hij zegt vooral wat hij níét meer kan tegenhouden.
‘Maar?’ vraagt ze door, bijna nieuwsgierig.
Ze stapt dichterbij. Kijkt omhoog, zonder haar ogen van hem af te wenden. Haar handen glijden naar zijn knieën, blijven daar even rusten.
Ik kijk toe. Adem nauwelijks. Zie haar glimlachen. Zie hoe de spanning langzaam plaatsmaakt voor opwinding, bij haar en bij hem.
Haar handen glijden omhoog. Rustig. Zeker.
‘Al is het maar iets,’ fluistert ze. Haar stem is nauwelijks meer dan adem.
Al was het niets geweest, dan nog maakte dat ons niet uit. Daar ging het niet echt om. Het ging om dit moment, om het samen doen.
Anton kijkt verbaasd. Bevriest dan echt even wanneer haar handen zijn kruis bereiken. Hij zegt niets. Doet niets. En dat is genoeg.
Haar handen sluiten zich om wat onmiskenbaar een erectie is. En geen kleine. Dat is vaak nog maar de vraag, maar meestal zitten we goed in onze keuze van mannen. Ik voel mijn eigen lichaam reageren, onvermijdelijk.
‘Dat is een ja?’ vraagt ze zacht, terwijl haar vingers spelen met de gesp van zijn riem. Ze gunt hem nog één kans om te stoppen.
Ik hoor het klikje.
Ik hoor de rits omlaag schuiven.
Ze blijft dicht voor hem staan wanneer ze zijn broek langzaam naar beneden trekt. Tergend langzaam. Doelbewust. Alsof ze elk moment wil laten duren.
Mijn erectie groeit mee. De mijne veert op wanneer de zijne dat doet. Eenmaal bevrijd raakt hij haar wang. Vanuit mijn hoek zie ik hoe haar gezicht alles verraadt wat ze nog steeds in zich heeft: de geilheid, de overgave, het plezier.
‘Pijpen is geen vreemdgaan,’ fluistert ze zacht, meer tegen zichzelf dan tegen hem.
De smoes die ze zo vaak gebruikte wanneer de ander een partner had. Maar een vrouw als Nicola liet mannen vergeten dat ze een trouwring droegen.
Haar ogen. Haar stem. Haar lichaam.
En anders wel haar handen — kundig, zelfverzekerd — en haar mond, nat en gretig, klaar om te doen wat ze al zo lang weer wilde.
Zo sta ik daar te gluren naar mijn vrouw, met een droge mond en een harde lul die tegen mijn broekrand duwt. Mijn hartslag zit hoog, mijn ademhaling is onrustig. Ik zie hoe ze haar mond wijd moet openen, hoe ze even moet wennen aan een andere pik dan de mijne, en hoe ze vervolgens haar ritme vindt. Rustig. Beheerst. Zelfverzekerd. Haar lippen glijden over zijn eikel, traag en nat, terwijl ze hem met één hand stevig vasthoudt en haar duim subtiel meebeweegt.
Op onze zoldertrap. Zij op de overloop, hij twee treden hoger. De trap naar de zolder, naar de speelkamer van de kinderen, naar een plek die onschuldig hoort te zijn. En juist daarom voelt dit zo geladen. Het gebeurt weer. Alsof de jaren ertussen nooit hebben bestaan. We kunnen het nog steeds. Zij kan het nog steeds. En ik kan er nog steeds naar kijken zonder weg te willen.
Ze sluit even haar ogen. Niet uit onzekerheid, maar uit concentratie. Ze focust zich echt, volledig, op zijn lul. Op het gewicht, het formaat, de manier waarop hij haar mond vult. Hoe groter de lul, hoe mooier ze eruitziet als ze pijpt. Als haar lippen zich moeten strekken, als er een lichte onderkin ontstaat omdat ze haar mond zo ver moet openen. In het begin is het altijd even wennen, een paar gecontroleerde bewegingen, maar al snel gaat het moeiteloos. Dan neemt haar ervaring het over en laat ze haar slachtoffer kansloos.
Anton vloekt zacht. Hij steunt met één hand op het hout van de trapleuning en zucht van verlangen en ongeloof. Alsof hij niet kan bevatten wat hem overkomt.
Nicola opent haar ogen weer. Ze laat de eikel langzaam uit haar mond glijden en kijkt omhoog. Met speeksel op haar lippen vraagt ze hem of ze het goed doet. Haar stem is laag, bijna zorgzaam. Dit is vaak het moment waarop je ziet wat voor karakter iemand heeft. Of hij haar laat bepalen, of hij zichzelf verliest.
Anton is een voorman. Een mannetje. De baas. Hij wacht niet tot zij weer verdergaat. Hij bevestigt niet alleen met woorden dat ze het goed doet, maar legt een hand op haar kruin en duwt haar ongeduldig terug, alsof hij haar mond wil opeisen.
Ik weet hoe het is om een vrouw te hebben die heerlijk en gulzig kan pijpen. Hij zo te zien niet. En nu hij het eenmaal heeft, neemt hij het ervan. Zonder terughoudendheid.
Nicola beweegt fanatiek over zijn eikel en laat zich ook iets verder naar binnen duwen. Ze past zich aan, ontspant haar kaak, laat haar keel werken. Ze is wel wat gewend. En ze is het zeker niet verleerd. Integendeel. Ze lijkt er beter in dan ooit.
Het is doodstil in huis. Alleen wat geluiden van buiten, een auto in de verte, een vogel die even roept. Hier, op deze trap, hoor ik zijn gezucht, haar gedempte gekreun en het natte klotsen van haar keel wanneer hij haar mond steeds meer begint te eigenen.
Nicola legt beide handen op zijn dijen en zet zichzelf iets af, zodat ze de diepte beter kan controleren. Ze weet dat ik er ben. Ze weet dat ik kijk. Ze weet dat ik zal ingrijpen als het te ver gaat. En ik weet dat dat moment nog lang niet is aangebroken.
Anton staat daar niet alleen met een stijve, maar ook met schuld. Dat zie ik aan de spanning in zijn lichaam, aan de haast in zijn bewegingen. Hij weet dat dit niet mag. Dat dit niet kan. Om allerlei redenen. Het moet dan ook snel.
Dat speelt ons alleen maar in de kaart.
Even later heeft hij twee handen op haar hoofd. Nicola houdt stand. Ze beweegt mee, maar bepaalt nog steeds het tempo. Ik zie het kwijl glinsteren op haar kin, zie hoe het zich verzamelt en langzaam naar beneden druipt, haar borst nat maakt en haar jurk tekent.
Zijn lul is nat. Glanzend. Natter dan zijn eigen vrouw hem ooit zou krijgen.
Nicola houdt van pijpen. Alleen al het idee laat haar speeksel produceren. Haar mond is een waar walhalla, warm, nat en onverbiddelijk.
Je zou kunnen zeggen dat hij het lang uithoudt. Maar het lijkt altijd langer te duren dan het daadwerkelijk duurt. Omdat elk detail me bijblijft. Haar houding. Haar gretigheid. De manier waarop ze haar hoofd net iets kantelt om hem dieper te nemen. Ze is op haar mooist als ze pijpt. De nette huisvrouw, leunend tegen die bouwvakker, zijn lul diep in haar keel gewerkt.
Totdat hij het niet meer kan houden. Zijn lul stoot nog één keer diep naar binnen. Hij begint te vloeken en te proesten. Ik zie hoe haar hele lichaam reageert, hoe haar schouders zich aanspannen, hoe ze probeert het binnen te houden terwijl hij zich niet inhoudt.
Wanneer ze begint te proesten, klotst het zaad uit haar mond. Dik. Warm. En als hij zich terugtrekt, zie ik nog twee stralen door de lucht vliegen, landend op haar veel te knappe gezicht, met wangen die rood zijn van hitte, inspanning en opwinding.
Dan staat ze daar. Vijf minuten. Meer was het echt niet, en toch voelt het alsof de tijd zich heeft uitgerekt. Zijn zaad op haar gezicht, in haar keel, op haar kleding. Het glanst in het schaarse licht van de gang. Ze hijgt, haar adem hoog en onrustig, en houdt zich aan hem overeind alsof haar benen nog moeten wennen aan wat er net is gebeurd. Zijn handen knijpen zich vast in het hout van de trapleuning; zijn ogen zijn gesloten, zijn borstkas gaat op en neer, hijgend alsof hij een marathon heeft gelopen en nu pas beseft waar hij is.
Nee, dit kreeg hij thuis niet. Dat is geen aanname, maar een vaststelling die in alles doorklinkt: in zijn trillende vingers, in de haast waarmee hij zijn adem probeert te vangen, in de schaamte die langzaam terugkeert.
Nicola wil iets zeggen, maar verslikt zich nog in zijn zaad. Ze hoest één keer, licht, en lacht er dan om, alsof het niets is. ‘Hoop dat we nu wel iets kunnen regelen?’ durft ze hem te vragen, haar stem weer verrassend helder. Ik moet er bijna om lachen om de vanzelfsprekendheid waarmee ze het moment naar haar hand zet. Anton wankelt van de inspanning, kijkt even langs haar heen alsof hij een uitweg zoekt, en bergt dan schuldbewust zijn lul weer op.
‘Uhm… misschien,’ zegt hij, niet bepaald overtuigend, meer om tijd te winnen dan om echt te weigeren.
‘Toe?’ zegt ze, met licht getuite lippen. Lippen die glimmen van zijn zaad en die nog warm zijn van wat ze zojuist hebben gedaan. ‘Dan blijft het ons geheim, toch?’ Het klinkt alsof ze bang is dat hij het zal vertellen, maar in werkelijkheid dreigt ze: niemand aan zijn kant zal er ooit achter komen, en hij voelt dat.
‘Mevrouw… uh, Nicola…’ probeert hij nog, duidelijk niet bij de wereld, zoekend naar woorden die hem weer professioneel moeten maken.
‘Ik haal de btw er wel af…’ krijgt ze er vervolgens ook nog echt uit, alsof ze het laatste zetje geeft dat nodig is.
Zo goed pijpt ze, denk ik dan maar. Dat is wat het zo geil maakt. Niet alleen wat ze doet, maar hoe moeiteloos ze schakelt tussen overgave en controle.
Ze knapt zich nog niet op wanneer ze hem de deur uitlaat. Geen doekje, geen spiegel, geen haast om het bewijs uit te wissen. Ze staat kort in de gang met de voordeur open, haar gezicht besmeurd en haar borst nat, zichtbaar voor wie het maar zou kunnen zien. Ik kijk uit het raam. Onze voortuin ligt behoorlijk verdekt, maar Anton voelt zich betrapt. Dat is genoeg. Zijn schouders trekken iets op, zijn blik schiet heen en weer. Zo komen we van hem af.
Wat is ze toch slim. En knap. En mooi. En zo ongelofelijk lekker. Nog steeds. Misschien wel meer dan ooit, juist omdat ze dit zo vanzelfsprekend draagt.
Wanneer ze de deur sluit en zich omdraait, sta ik daar al. Mijn eigen harde lul in mijn hand, mijn lichaam nog vol spanning. Haar geniepige blik stelt me gerust. Ze heeft genoten, dat zie ik meteen. Ze kan het nog steeds. Ze voelt zich nog steeds begeerd. En dat maakt haar geil en gelukkig, op een manier die alleen wij begrijpen.
Zonder iets te zeggen zakt ze voor me door haar knieën. Geen aarzeling, geen vragen. Zijn zaad zit nog op haar gezicht, vermengd met haar eigen speeksel. Mijn lul doet niet onder voor de zijne, maar zij is eraan gewend. Ze zuigt. Ik laat haar. Ik geef haar de ruimte om het op haar manier te doen.
Geen hand op haar hoofd. Geen sturing. Geen haast. Dit is ons moment, afgeschermd van alles en iedereen.
Ik ben weer zo hard als vroeger, voordat het leven te druk werd, voordat verantwoordelijkheden zich opstapelden. En zij pijpt me met volle overgave, zoals ze dat altijd doet, alsof ze me eraan wil herinneren dat dit van ons is en blijft.
We neuken onder de douche. Doordeweeks. Overdag. Het water slaat op onze huid, spoelt de laatste sporen weg, maar niet de spanning. We grijpen elkaar vast en kreunen van genot, tot we allebei leeg en voldaan zijn, alsof we iets hebben afgesloten en tegelijk iets nieuws hebben geopend.
Daarna ga ik weer aan het werk. Ik droog me af, trek schone kleren aan. Zij doet haar haar, haar make-up minimaal, precies genoeg. Ik kus haar gedag wanneer ze de kinderen van school gaat halen. Ons leven gaat weer door, alsof er niets is gebeurd.
En dat laatste maakt het misschien nog wel het spannendst.
Ze is gewoon die knappe huisvrouw. Normaal. Lief. Beleefd, charmant en sympathiek. Perfect in elk opzicht dat de buitenwereld ziet.
Maar dan is er nog dat wat van ons is. Dat stukje kennis en kunde dat niemand anders aangaat. Dat gedeelde geheim dat ons leven, dat al goed was, net iets mooier maakt.
Het is altijd al zo geweest. Ik ken haar al mijn hele leven. Niet als een aaneenschakeling van losse momenten, maar als één doorlopende lijn waarin zij altijd aanwezig was. En in zekere zin leven we dat hele leven al samen, ook lang voordat we dat hardop zo zouden noemen.
Ik was achttien toen ze me mijn eerste blowjob gaf. Een moment dat zich vastzette, niet alleen in mijn lichaam, maar vooral in mijn hoofd. Maar zij was er al een stuk eerder bij, iets wat ik vaak heb gezien, soms van te dichtbij. Eerst vooral met afschuw, omdat ik niet wist wat ik zag of voelde. Maar altijd al met een dubbel gevoel, een spanning die ik toen nog niet kon plaatsen.
Toen we uiteindelijk een relatie kregen, speelde dit aanvankelijk geen rol. We waren jong, verliefd, bezig met alles wat daarbij hoort. Toch bleef het. In mij bleef die drang om te kijken, om te observeren, om haar te zien in momenten waarop ze niet alleen van mij was. En in haar bleef die andere drang: die drang om te pijpen, om te geven, om zich daarin te verliezen.
Toen we eenmaal beseften dat we elkaar hier genot mee gaven, was er nog maar weinig dat ons tegenhield. We spraken er niet altijd uitgebreid over, maar we voelden het allebei. Wat een leven hadden we geleid, naast ons normale leven, alsof er altijd een verborgen laag onder zat die alleen wij kenden.
Toen de kinderen kwamen, vonden we het wel mooi zo. Niet uit dwang, maar uit keuze. Rustiger. Ingehouden. Alsof we wisten dat sommige dingen even mochten slapen. We werden ouders, bouwden routines op, leerden nieuwe verantwoordelijkheden kennen.
Maar ze zijn nu op een leeftijd dat het weer zou kunnen. Zo bleek. Niet ineens, niet abrupt, maar langzaam, sluipend, in blikken, in aanrakingen, in gesprekken die net iets langer doorgingen dan nodig.
Alleen pijpen? Ja, tot nu toe wel.
Waarom? Omdat zij zo de regie hield. Dat gaf haar meer voldoening, meer controle over wat er gebeurde en vooral over wat er níét gebeurde. En ik vond haar zo ook op haar mooist. Geconcentreerd, doelgericht, sensueel zonder zichzelf te verliezen. Het was makkelijk. Het kon snel, vlug en stiekem. Dat ze niet all the way ging, hield het spannend en beheersbaar.
Het dreigde wel eens te escaleren. Niet vaak, maar vaak genoeg om het serieus te nemen. Soms greep zij zelf in, door te stoppen, door afstand te nemen, door weer even die andere rol aan te nemen. Soms moest ik ingrijpen, door aanwezig te zijn, door te kijken, door mijn rol als grens te vervullen.
Ik was altijd in de buurt. Dat was een afspraak, expliciet en onuitgesproken tegelijk. Een fundament onder alles wat we deden.
Maar het is niet zo dat ik er niet aan denk. Of dat we er niet over fantaseren. Integendeel. Juist die beheersing voedt de verbeelding.
In bed betasten we elkaar terwijl we elkaar toefluisteren hoe ik haar zie met andere mannen, soms met meerderen. En dan blijft het in woorden niet bij pijpen. Zij vertelt me dan wel eens wat ze zogenaamd die dag heeft meegemaakt, hoe iemand naar haar keek, hoe dichtbij het kwam. En dan gaat ze verder, met haar handen, met haar mond, met haar stem.
Fantasieën die ervoor zorgen dat onze seks intens blijft. Levend. Echt. Alsof we steeds opnieuw bevestigen dat verlangen niet verdwijnt, maar van vorm verandert.
Maar moeten dat nog wel fantasieën blijven?
Die vraag hangt er nu. Niet dwingend, niet dringend, maar aanwezig. Ik wil graag vertellen hoe het begon. Hoe we op dit punt zijn gekomen. Hoe kijken, vertrouwen en beheersing langzaam samenvielen tot iets wat van ons is.
Maar tegelijkertijd hoop ik dat dit niet het eindpunt is. Dat dit juist een nieuwe start is. Een moment waarop we erkennen dat we hier zijn, samen, bewust. Een moment waarna we ook onze andere fantasieën kunnen gaan beleven, stap voor stap, op onze voorwaarden.
Niet omdat het moet. Maar omdat het kan.
Nieuwsgierig naar dit alles?
Laat het me weten. Ik vertel er graag over.
-
‘Weet je het echt zeker?’ vraagt ze me voorzichtig, bijna breekbaar. Haar stem is zacht, maar de spanning eronder is niet te missen. Ze kijkt me aan alsof ze in mijn gezicht zoekt naar het laatste restje twijfel.
Ik knik. Langzaam. Bewust. Ik glimlach naar haar, een kleine, rustige glimlach die meer zegt dan woorden. Mijn hand zakt naar mijn kruis en omvat al snel de duidelijke contouren van mijn erectie. Geen aarzeling. Geen terughoudendheid. Zo zeker wist ik het. Alleen al het idee van wat hierna zou komen, van wat we samen gingen doen, maakte me weer ongelofelijk hard.
‘Maar jij ook?’ vraag ik haar vanzelfsprekend, bijna terloops. Alsof het antwoord al vaststaat. Het was geen eenrichtingsverkeer meer. Dat zou het nooit meer zijn.
‘Ja,’ hijgt ze fluisterend. Haar ademhaling verraadt hoe opgewonden ze is, hoezeer haar lichaam dit al vooruitloopt. Toch zie ik haar slikken. Haar keel beweegt net iets te duidelijk. Niet voor het eerst. Zeker niet voor het laatst. ‘Maar of dit het goede moment is?’ stelt ze wel ter discussie, alsof ze zichzelf nog één kans geeft om af te remmen.
‘We hoeven hem hierna niet meer te zien,’ zeg ik rustig. ‘Tenzij het goed bevalt. Dan kunnen we dit zelfs vaker doen. Hij werkt vast zwart. Ook als jij hem zo uitbetaalt.’
Ik hoor mezelf praten, hoor hoe rationeel het klinkt. Bijna zakelijk. En toch bonst mijn hart in mijn borstkas. Het is zoeken naar de juiste balans tussen verstand en verlangen. Het is lang geleden. Misschien wel te lang. Mijn hart klopt in mijn keel van spanning en opwinding. En ik voel, zonder dat ze het hoeft te zeggen, dat zij er net zo in staat als ik.
We waren nu immers die eenheid die dit kon. Die dit durfde. Die dit ook echt deed.
Ze knikt nog één keer. Beslist. Definitief. Dan kijkt ze me aan. Haar mooie, trouwe, groenblauwe ogen die me al zo vaak aankeken wanneer we ondeugend waren, wanneer we samen iets deden wat eigenlijk niet hoorde. Maar nu zouden diezelfde ogen weer eens een ander aankijken. En dat besef doet iets met me.
‘Hoe zie ik eruit?’ vraagt ze nog snel, bijna achteloos, terwijl ze een klein stapje achteruit doet. Alsof ze pas nu beseft dat dit moment ook gezien mag worden.
Ik neem de tijd. Ik bekijk haar van top tot teen. Niet voor het eerst vandaag, maar nu had ze zich omgekleed. Nu staat ze hier niet meer als moeder, niet als huisvrouw, maar als vrouw.
Een prachtige jonge vrouw staat voor me, gekleed in een lange bruine rok die soepel en losjes over haar rondingen valt. De stof volgt haar bewegingen zonder zich op te dringen, benadrukt zonder te verhullen. Ronde borsten, heupen en billen, perfect binnen de proporties. Alles klopt. De rok valt vlak over haar platte buik en langs haar strakke benen, benen die kracht en zachtheid tegelijk uitstralen.
Haar kastanjebruine haar draagt ze los, langs haar gezicht tot aan haar schouders. Het vangt het licht op een manier die haar huid warmer doet lijken. Haar ogen zijn helder, bijna onschuldig, maar ik weet beter. Dit zijn ogen die alles kunnen krijgen wat ze maar wil, zonder er moeite voor te doen.
Wat een vrouw.
Ze wordt vaak jonger geschat dan ze is. Ik begrijp waarom. Voor me staat een godin van vijfentwintig. Mooi. Geil. Zelfverzekerd op een stille manier. Alles wat ik me als partner kan wensen, alles wat een man kan laten vergeten wat tijd en verantwoordelijkheid betekenen.
Toch is ze dat niet.
Hier staat Nicola. Mijn vrouw van tweeëndertig. Moeder van twee kinderen. Lieve huisvrouw. Fantastische lover. Een vrouw die haar leven op orde heeft, die zorgt, draagt, geeft. En tegelijk iemand met de energie van vijfentwintig en een lichaam dat dat moeiteloos onderstreept.
Voor mij.
En dit doet ze ook voor mij. Omdat ze me vertrouwt. Omdat ze zichzelf durft te zijn bij me. Omdat we dit samen dragen.
Ik gun het haar. Oprecht.
Want nu deden we dit soort dingen samen. Niet stiekem, niet langs elkaar heen, maar als een eenheid.
Dat deden we.
Dat wilden we weer.
De kinderen zitten op school. Het huis is leeg op een manier die zeldzaam is geworden. Ik werk vaak thuis, maar vandaag ben ik op kantoor. Dat is althans wat ze hem heeft verteld. Een kleine leugen, zorgvuldig gekozen, die precies groot genoeg is om te werken en klein genoeg om niet op te vallen.
‘Gaat niet zo lekker bij hem op het werk, dus hopen maar op het beste,’ hoor ik haar zeggen terwijl ze met hem meeloopt naar boven. Haar stem is luchtig, bijna achteloos. Alsof dit een gewone ochtend is. Alsof hier niets op het spel staat.
Ik zit in mijn kantoortje. Stil. Bewust stil. Ik heb mijn stoel iets van het bureau afgeschoven, mijn ademhaling vertraagd. Niet alleen luister ik naar haar woorden, maar naar alles eromheen. Haar tred op de trap. Het ritme van haar stappen, net iets trager dan normaal. De spanning die ze met zich meedraagt als een onzichtbare jas.
Ik hoor het. Ik voel het. En wanneer ik door de kier van de deur spiek, zie ik het ook. De manier waarop ze haar schouders recht houdt. Hoe ze niet achterom kijkt.
Ze lopen richting zolder.
We hadden nieuwe kozijnen laten plaatsen. En het was nog niet goed, had ze gezegd. Er moest nog wat nagekeken worden. Pas daarna zouden we ondertekenen en de rest betalen. Een logisch verhaal. Een verhaal waar niemand vraagtekens bij zet.
In werkelijkheid hadden ze puik werk geleverd. Te goed misschien. Alles sloot strak, alles zat precies zoals het hoorde. Hij was dan ook wat argwanend geweest toen ze belde. Te beleefd. Te zorgvuldig.
Niet dat hij enig idee had wat hem te wachten stond.
Anton was duidelijk, professioneel en begin veertig. Een man die zijn werk serieus nam en trots was op wat hij afleverde. Ik werkte vaak thuis. Ook toen hij hier eerder was. Ook toen zijn werklui hier door het huis liepen, ladders verplaatsten, gereedschap lieten vallen.
Nicola was ook vaak thuis.
Ik zag hoe ze naar haar keken. Zoals mannen dat doen. Altijd. Net iets te lang. Net iets te aandachtig. Toen al. En nog steeds. En ik zag hoe zij dat registreerde, zonder het ooit expliciet te maken.
Daar begon het bij mij weer te kriebelen. Dat oude, vertrouwde gevoel dat je denkt achter je te hebben gelaten, maar dat zich moeiteloos weer aandient. Ik verlangde naar vroeger. Naar ons gedeelde verlangen. Naar dat spel tussen ons dat nooit helemaal verdwenen was, hooguit was ingedut.
Want ik zag ook dat Nicola het leuk vond. Stiekem misschien. Of ja, stiekem? We spraken erover. Eerst voorzichtig. Later explicieter. Over nu. Over vroeger. Over hoe ze haar zouden nemen, hoe ze bekeken zou worden. Door mij.
Als de kinderen al op bed lagen en zij voor me in de keuken op haar knieën ging, haar blik omhoog, haar handen al onderweg. Dan trok ze me af terwijl we hier openlijk over fantaseerden. Over mannenhanden. Over ogen die haar volgden. Dan zoog ze me leeg terwijl ze me bleef aankijken met diezelfde ogen.
Ogen die weer fonkelden van opwinding, net als toen. Alsof de tijd even geen grip op haar had.
Natuurlijk wilde ze dit weer. Dat voelde ik aan alles. Aan haar lichaam. Aan haar stilte. Aan de manier waarop ze soms ineens naar me keek.
Net als ik.
Maar het bleef spannend. Zeker na al die tijd. De twijfel was niet weg te denken. Niet bij haar. Niet bij mij. Want verlangen is één ding. Ernaar handelen iets anders.
Was dit het goede moment?
Ik luister naar het huis. Naar de stilte die nu anders klinkt. Strakker. Zwaarder.
Daar kwamen we maar op één manier achter.
Ze kijkt vlug naar mij door de kier van de deur wanneer ze de trap weer af komt. Het is maar een fractie van een seconde, maar ik zie alles: de spanning in haar ogen, de lichte kleur op haar wangen, de ingehouden adem. Anton loopt een paar treden achter haar. Ik zie hoe ze stil zucht, hoe ze probeert de spanning van zich af te laten glijden zonder dat hij het merkt. Ze draagt een kort spijkerjasje over haar jurk; haar hals is gesloten, wat haar borsten juist extra benadrukt. Het is geen toeval. Niets aan haar is toevallig vandaag.
Ik knik nog naar haar, nauwelijks zichtbaar. Ze glimlacht vluchtig terug. Gespannen. Onmiskenbaar gespannen. Een glimlach die alleen voor mij bedoeld is, omdat ik weet wat er in haar hoofd omgaat.
‘Ik zie echt niet wat ze niet goed gedaan hebben,’ hoor ik hem zeggen, hetzelfde wat hij boven ook al zei na zijn inspectie. Zijn stem is nuchter, zakelijk, alsof hij elk moment weer kan vertrekken.
‘Dan hoort dat blijkbaar zo,’ hoor ik haar antwoorden. Haar stem breekt bijna onder de spanning, maar net niet. Echt genoeg om overtuigend te zijn. Ze speelt haar rol feilloos.
‘Maar nu je hier toch bent,’ voegt ze er snel aan toe. Ik zie haar slikken terwijl ze zich naar hem omdraait. Dat ene kleine gebaar verraadt hoe serieus dit voor haar is.
Hij staat nog een paar treden hoger op de trap. Zijn kruis is ter hoogte van haar gezicht. Het is een toevallige positie, maar eentje die alles bepaalt. Hij verstijft een fractie van een seconde wanneer ze naar hem opkijkt en haar toon net iets verandert. Zachter. Lager. Intiemer. Niet gespeeld, maar ook niet onschuldig.
Ze gaat het doen. Dat voel ik meteen. In mijn buik, in mijn borst, in mijn kruis. Er is geen weg meer terug.
‘Luister, Anton,’ begint ze, alsof ze hem al jaren kent, alsof ze dit gesprek al honderd keer in haar hoofd heeft gevoerd. ‘Ik zou dit echt niet vragen als ik geen andere keuze had.’ Ze slikt. Perfect getimed. Geloofwaardig. Net als vroeger, toen ze me ook zo kon laten geloven dat alles vanzelf ging.
Ze is dit niet verleerd. Integendeel. Ze weet precies hoe ze spanning moet laten groeien.
‘En hij mag het echt niet weten,’ vervolgt ze zorgvuldig. ‘Hij schaamt zich ervoor. Ik wil hem helpen.’ Ze legt de woorden zacht neer, alsof ze zwaar wegen.
Ze bouwt het moment op, laag voor laag. Het moment waar Anton ongetwijfeld al eens over heeft gefantaseerd sinds hij haar voor het eerst zag, zonder zichzelf toe te staan er echt bij stil te staan.
‘Het is allemaal al zo duur… En ik weet gewoon niet hoe we dit anders moeten oplossen.’ Met elke zin laat ze minder ruimte voor een andere uitkomst, terwijl ze hem het gevoel geeft dat hij degene is die beslist.
‘Ik hoopte… dat jij en ik…’ Ze aarzelt precies lang genoeg. Niet te kort, niet te lang. ‘Zoals je naar me kijkt. Je bent vast vaak van huis. Je denkt vast vaak aan… mij?’
Ze slikt opnieuw. Dit keer zwaarder. Deels gespeeld. Deels echt. Ik zie hoe haar borst iets sneller op en neer gaat.
‘Mevrouw, ik…’ probeert hij het nog professioneel te houden, maar zijn stem mist overtuiging.
‘Zeg maar gewoon Nicola,’ zegt ze zacht. Lief. Uitnodigend. Alsof die ene naam al genoeg is om een grens te laten vervagen.
‘Nicola, dit is niet helemaal hoe het normaal gaat…’ zegt hij. Maar hij zegt niet alles. Hij zegt vooral wat hij níét meer kan tegenhouden.
‘Maar?’ vraagt ze door, bijna nieuwsgierig.
Ze stapt dichterbij. Kijkt omhoog, zonder haar ogen van hem af te wenden. Haar handen glijden naar zijn knieën, blijven daar even rusten.
Ik kijk toe. Adem nauwelijks. Zie haar glimlachen. Zie hoe de spanning langzaam plaatsmaakt voor opwinding, bij haar en bij hem.
Haar handen glijden omhoog. Rustig. Zeker.
‘Al is het maar iets,’ fluistert ze. Haar stem is nauwelijks meer dan adem.
Al was het niets geweest, dan nog maakte dat ons niet uit. Daar ging het niet echt om. Het ging om dit moment, om het samen doen.
Anton kijkt verbaasd. Bevriest dan echt even wanneer haar handen zijn kruis bereiken. Hij zegt niets. Doet niets. En dat is genoeg.
Haar handen sluiten zich om wat onmiskenbaar een erectie is. En geen kleine. Dat is vaak nog maar de vraag, maar meestal zitten we goed in onze keuze van mannen. Ik voel mijn eigen lichaam reageren, onvermijdelijk.
‘Dat is een ja?’ vraagt ze zacht, terwijl haar vingers spelen met de gesp van zijn riem. Ze gunt hem nog één kans om te stoppen.
Ik hoor het klikje.
Ik hoor de rits omlaag schuiven.
Ze blijft dicht voor hem staan wanneer ze zijn broek langzaam naar beneden trekt. Tergend langzaam. Doelbewust. Alsof ze elk moment wil laten duren.
Mijn erectie groeit mee. De mijne veert op wanneer de zijne dat doet. Eenmaal bevrijd raakt hij haar wang. Vanuit mijn hoek zie ik hoe haar gezicht alles verraadt wat ze nog steeds in zich heeft: de geilheid, de overgave, het plezier.
‘Pijpen is geen vreemdgaan,’ fluistert ze zacht, meer tegen zichzelf dan tegen hem.
De smoes die ze zo vaak gebruikte wanneer de ander een partner had. Maar een vrouw als Nicola liet mannen vergeten dat ze een trouwring droegen.
Haar ogen. Haar stem. Haar lichaam.
En anders wel haar handen — kundig, zelfverzekerd — en haar mond, nat en gretig, klaar om te doen wat ze al zo lang weer wilde.
Zo sta ik daar te gluren naar mijn vrouw, met een droge mond en een harde lul die tegen mijn broekrand duwt. Mijn hartslag zit hoog, mijn ademhaling is onrustig. Ik zie hoe ze haar mond wijd moet openen, hoe ze even moet wennen aan een andere pik dan de mijne, en hoe ze vervolgens haar ritme vindt. Rustig. Beheerst. Zelfverzekerd. Haar lippen glijden over zijn eikel, traag en nat, terwijl ze hem met één hand stevig vasthoudt en haar duim subtiel meebeweegt.
Op onze zoldertrap. Zij op de overloop, hij twee treden hoger. De trap naar de zolder, naar de speelkamer van de kinderen, naar een plek die onschuldig hoort te zijn. En juist daarom voelt dit zo geladen. Het gebeurt weer. Alsof de jaren ertussen nooit hebben bestaan. We kunnen het nog steeds. Zij kan het nog steeds. En ik kan er nog steeds naar kijken zonder weg te willen.
Ze sluit even haar ogen. Niet uit onzekerheid, maar uit concentratie. Ze focust zich echt, volledig, op zijn lul. Op het gewicht, het formaat, de manier waarop hij haar mond vult. Hoe groter de lul, hoe mooier ze eruitziet als ze pijpt. Als haar lippen zich moeten strekken, als er een lichte onderkin ontstaat omdat ze haar mond zo ver moet openen. In het begin is het altijd even wennen, een paar gecontroleerde bewegingen, maar al snel gaat het moeiteloos. Dan neemt haar ervaring het over en laat ze haar slachtoffer kansloos.
Anton vloekt zacht. Hij steunt met één hand op het hout van de trapleuning en zucht van verlangen en ongeloof. Alsof hij niet kan bevatten wat hem overkomt.
Nicola opent haar ogen weer. Ze laat de eikel langzaam uit haar mond glijden en kijkt omhoog. Met speeksel op haar lippen vraagt ze hem of ze het goed doet. Haar stem is laag, bijna zorgzaam. Dit is vaak het moment waarop je ziet wat voor karakter iemand heeft. Of hij haar laat bepalen, of hij zichzelf verliest.
Anton is een voorman. Een mannetje. De baas. Hij wacht niet tot zij weer verdergaat. Hij bevestigt niet alleen met woorden dat ze het goed doet, maar legt een hand op haar kruin en duwt haar ongeduldig terug, alsof hij haar mond wil opeisen.
Ik weet hoe het is om een vrouw te hebben die heerlijk en gulzig kan pijpen. Hij zo te zien niet. En nu hij het eenmaal heeft, neemt hij het ervan. Zonder terughoudendheid.
Nicola beweegt fanatiek over zijn eikel en laat zich ook iets verder naar binnen duwen. Ze past zich aan, ontspant haar kaak, laat haar keel werken. Ze is wel wat gewend. En ze is het zeker niet verleerd. Integendeel. Ze lijkt er beter in dan ooit.
Het is doodstil in huis. Alleen wat geluiden van buiten, een auto in de verte, een vogel die even roept. Hier, op deze trap, hoor ik zijn gezucht, haar gedempte gekreun en het natte klotsen van haar keel wanneer hij haar mond steeds meer begint te eigenen.
Nicola legt beide handen op zijn dijen en zet zichzelf iets af, zodat ze de diepte beter kan controleren. Ze weet dat ik er ben. Ze weet dat ik kijk. Ze weet dat ik zal ingrijpen als het te ver gaat. En ik weet dat dat moment nog lang niet is aangebroken.
Anton staat daar niet alleen met een stijve, maar ook met schuld. Dat zie ik aan de spanning in zijn lichaam, aan de haast in zijn bewegingen. Hij weet dat dit niet mag. Dat dit niet kan. Om allerlei redenen. Het moet dan ook snel.
Dat speelt ons alleen maar in de kaart.
Even later heeft hij twee handen op haar hoofd. Nicola houdt stand. Ze beweegt mee, maar bepaalt nog steeds het tempo. Ik zie het kwijl glinsteren op haar kin, zie hoe het zich verzamelt en langzaam naar beneden druipt, haar borst nat maakt en haar jurk tekent.
Zijn lul is nat. Glanzend. Natter dan zijn eigen vrouw hem ooit zou krijgen.
Nicola houdt van pijpen. Alleen al het idee laat haar speeksel produceren. Haar mond is een waar walhalla, warm, nat en onverbiddelijk.
Je zou kunnen zeggen dat hij het lang uithoudt. Maar het lijkt altijd langer te duren dan het daadwerkelijk duurt. Omdat elk detail me bijblijft. Haar houding. Haar gretigheid. De manier waarop ze haar hoofd net iets kantelt om hem dieper te nemen. Ze is op haar mooist als ze pijpt. De nette huisvrouw, leunend tegen die bouwvakker, zijn lul diep in haar keel gewerkt.
Totdat hij het niet meer kan houden. Zijn lul stoot nog één keer diep naar binnen. Hij begint te vloeken en te proesten. Ik zie hoe haar hele lichaam reageert, hoe haar schouders zich aanspannen, hoe ze probeert het binnen te houden terwijl hij zich niet inhoudt.
Wanneer ze begint te proesten, klotst het zaad uit haar mond. Dik. Warm. En als hij zich terugtrekt, zie ik nog twee stralen door de lucht vliegen, landend op haar veel te knappe gezicht, met wangen die rood zijn van hitte, inspanning en opwinding.
Dan staat ze daar. Vijf minuten. Meer was het echt niet, en toch voelt het alsof de tijd zich heeft uitgerekt. Zijn zaad op haar gezicht, in haar keel, op haar kleding. Het glanst in het schaarse licht van de gang. Ze hijgt, haar adem hoog en onrustig, en houdt zich aan hem overeind alsof haar benen nog moeten wennen aan wat er net is gebeurd. Zijn handen knijpen zich vast in het hout van de trapleuning; zijn ogen zijn gesloten, zijn borstkas gaat op en neer, hijgend alsof hij een marathon heeft gelopen en nu pas beseft waar hij is.
Nee, dit kreeg hij thuis niet. Dat is geen aanname, maar een vaststelling die in alles doorklinkt: in zijn trillende vingers, in de haast waarmee hij zijn adem probeert te vangen, in de schaamte die langzaam terugkeert.
Nicola wil iets zeggen, maar verslikt zich nog in zijn zaad. Ze hoest één keer, licht, en lacht er dan om, alsof het niets is. ‘Hoop dat we nu wel iets kunnen regelen?’ durft ze hem te vragen, haar stem weer verrassend helder. Ik moet er bijna om lachen om de vanzelfsprekendheid waarmee ze het moment naar haar hand zet. Anton wankelt van de inspanning, kijkt even langs haar heen alsof hij een uitweg zoekt, en bergt dan schuldbewust zijn lul weer op.
‘Uhm… misschien,’ zegt hij, niet bepaald overtuigend, meer om tijd te winnen dan om echt te weigeren.
‘Toe?’ zegt ze, met licht getuite lippen. Lippen die glimmen van zijn zaad en die nog warm zijn van wat ze zojuist hebben gedaan. ‘Dan blijft het ons geheim, toch?’ Het klinkt alsof ze bang is dat hij het zal vertellen, maar in werkelijkheid dreigt ze: niemand aan zijn kant zal er ooit achter komen, en hij voelt dat.
‘Mevrouw… uh, Nicola…’ probeert hij nog, duidelijk niet bij de wereld, zoekend naar woorden die hem weer professioneel moeten maken.
‘Ik haal de btw er wel af…’ krijgt ze er vervolgens ook nog echt uit, alsof ze het laatste zetje geeft dat nodig is.
Zo goed pijpt ze, denk ik dan maar. Dat is wat het zo geil maakt. Niet alleen wat ze doet, maar hoe moeiteloos ze schakelt tussen overgave en controle.
Ze knapt zich nog niet op wanneer ze hem de deur uitlaat. Geen doekje, geen spiegel, geen haast om het bewijs uit te wissen. Ze staat kort in de gang met de voordeur open, haar gezicht besmeurd en haar borst nat, zichtbaar voor wie het maar zou kunnen zien. Ik kijk uit het raam. Onze voortuin ligt behoorlijk verdekt, maar Anton voelt zich betrapt. Dat is genoeg. Zijn schouders trekken iets op, zijn blik schiet heen en weer. Zo komen we van hem af.
Wat is ze toch slim. En knap. En mooi. En zo ongelofelijk lekker. Nog steeds. Misschien wel meer dan ooit, juist omdat ze dit zo vanzelfsprekend draagt.
Wanneer ze de deur sluit en zich omdraait, sta ik daar al. Mijn eigen harde lul in mijn hand, mijn lichaam nog vol spanning. Haar geniepige blik stelt me gerust. Ze heeft genoten, dat zie ik meteen. Ze kan het nog steeds. Ze voelt zich nog steeds begeerd. En dat maakt haar geil en gelukkig, op een manier die alleen wij begrijpen.
Zonder iets te zeggen zakt ze voor me door haar knieën. Geen aarzeling, geen vragen. Zijn zaad zit nog op haar gezicht, vermengd met haar eigen speeksel. Mijn lul doet niet onder voor de zijne, maar zij is eraan gewend. Ze zuigt. Ik laat haar. Ik geef haar de ruimte om het op haar manier te doen.
Geen hand op haar hoofd. Geen sturing. Geen haast. Dit is ons moment, afgeschermd van alles en iedereen.
Ik ben weer zo hard als vroeger, voordat het leven te druk werd, voordat verantwoordelijkheden zich opstapelden. En zij pijpt me met volle overgave, zoals ze dat altijd doet, alsof ze me eraan wil herinneren dat dit van ons is en blijft.
We neuken onder de douche. Doordeweeks. Overdag. Het water slaat op onze huid, spoelt de laatste sporen weg, maar niet de spanning. We grijpen elkaar vast en kreunen van genot, tot we allebei leeg en voldaan zijn, alsof we iets hebben afgesloten en tegelijk iets nieuws hebben geopend.
Daarna ga ik weer aan het werk. Ik droog me af, trek schone kleren aan. Zij doet haar haar, haar make-up minimaal, precies genoeg. Ik kus haar gedag wanneer ze de kinderen van school gaat halen. Ons leven gaat weer door, alsof er niets is gebeurd.
En dat laatste maakt het misschien nog wel het spannendst.
Ze is gewoon die knappe huisvrouw. Normaal. Lief. Beleefd, charmant en sympathiek. Perfect in elk opzicht dat de buitenwereld ziet.
Maar dan is er nog dat wat van ons is. Dat stukje kennis en kunde dat niemand anders aangaat. Dat gedeelde geheim dat ons leven, dat al goed was, net iets mooier maakt.
Het is altijd al zo geweest. Ik ken haar al mijn hele leven. Niet als een aaneenschakeling van losse momenten, maar als één doorlopende lijn waarin zij altijd aanwezig was. En in zekere zin leven we dat hele leven al samen, ook lang voordat we dat hardop zo zouden noemen.
Ik was achttien toen ze me mijn eerste blowjob gaf. Een moment dat zich vastzette, niet alleen in mijn lichaam, maar vooral in mijn hoofd. Maar zij was er al een stuk eerder bij, iets wat ik vaak heb gezien, soms van te dichtbij. Eerst vooral met afschuw, omdat ik niet wist wat ik zag of voelde. Maar altijd al met een dubbel gevoel, een spanning die ik toen nog niet kon plaatsen.
Toen we uiteindelijk een relatie kregen, speelde dit aanvankelijk geen rol. We waren jong, verliefd, bezig met alles wat daarbij hoort. Toch bleef het. In mij bleef die drang om te kijken, om te observeren, om haar te zien in momenten waarop ze niet alleen van mij was. En in haar bleef die andere drang: die drang om te pijpen, om te geven, om zich daarin te verliezen.
Toen we eenmaal beseften dat we elkaar hier genot mee gaven, was er nog maar weinig dat ons tegenhield. We spraken er niet altijd uitgebreid over, maar we voelden het allebei. Wat een leven hadden we geleid, naast ons normale leven, alsof er altijd een verborgen laag onder zat die alleen wij kenden.
Toen de kinderen kwamen, vonden we het wel mooi zo. Niet uit dwang, maar uit keuze. Rustiger. Ingehouden. Alsof we wisten dat sommige dingen even mochten slapen. We werden ouders, bouwden routines op, leerden nieuwe verantwoordelijkheden kennen.
Maar ze zijn nu op een leeftijd dat het weer zou kunnen. Zo bleek. Niet ineens, niet abrupt, maar langzaam, sluipend, in blikken, in aanrakingen, in gesprekken die net iets langer doorgingen dan nodig.
Alleen pijpen? Ja, tot nu toe wel.
Waarom? Omdat zij zo de regie hield. Dat gaf haar meer voldoening, meer controle over wat er gebeurde en vooral over wat er níét gebeurde. En ik vond haar zo ook op haar mooist. Geconcentreerd, doelgericht, sensueel zonder zichzelf te verliezen. Het was makkelijk. Het kon snel, vlug en stiekem. Dat ze niet all the way ging, hield het spannend en beheersbaar.
Het dreigde wel eens te escaleren. Niet vaak, maar vaak genoeg om het serieus te nemen. Soms greep zij zelf in, door te stoppen, door afstand te nemen, door weer even die andere rol aan te nemen. Soms moest ik ingrijpen, door aanwezig te zijn, door te kijken, door mijn rol als grens te vervullen.
Ik was altijd in de buurt. Dat was een afspraak, expliciet en onuitgesproken tegelijk. Een fundament onder alles wat we deden.
Maar het is niet zo dat ik er niet aan denk. Of dat we er niet over fantaseren. Integendeel. Juist die beheersing voedt de verbeelding.
In bed betasten we elkaar terwijl we elkaar toefluisteren hoe ik haar zie met andere mannen, soms met meerderen. En dan blijft het in woorden niet bij pijpen. Zij vertelt me dan wel eens wat ze zogenaamd die dag heeft meegemaakt, hoe iemand naar haar keek, hoe dichtbij het kwam. En dan gaat ze verder, met haar handen, met haar mond, met haar stem.
Fantasieën die ervoor zorgen dat onze seks intens blijft. Levend. Echt. Alsof we steeds opnieuw bevestigen dat verlangen niet verdwijnt, maar van vorm verandert.
Maar moeten dat nog wel fantasieën blijven?
Die vraag hangt er nu. Niet dwingend, niet dringend, maar aanwezig. Ik wil graag vertellen hoe het begon. Hoe we op dit punt zijn gekomen. Hoe kijken, vertrouwen en beheersing langzaam samenvielen tot iets wat van ons is.
Maar tegelijkertijd hoop ik dat dit niet het eindpunt is. Dat dit juist een nieuwe start is. Een moment waarop we erkennen dat we hier zijn, samen, bewust. Een moment waarna we ook onze andere fantasieën kunnen gaan beleven, stap voor stap, op onze voorwaarden.
Niet omdat het moet. Maar omdat het kan.
Nieuwsgierig naar dit alles?
Laat het me weten. Ik vertel er graag over.
-
Trefwoord(en): Verlangen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10

Ontdek meer over mij op mijn profiel pagina, bekijk mijn verhalen, laat een berichtje achter of schrijf je in om een mail te ontvangen bij nieuwe verhalen!
