Lekker Anoniem Webcammen!
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 19-12-2025 | Cijfer: 9.8 | Gelezen: 509
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 46 minuten | Lezers Online: 15
En Nógmaals Terschuur... Verdorie!
Om half twee kwam Yvon het bureau binnen lopen. “Gon… Ik heb hier dat meisje van vanochtend aan de telefoon. Zelf heb ik even geen tijd; kan jij haar te woord staan?” Meisje van vanochtend??? Oh wacht even… Ehhh… Steenbeeke… Ja! Mariëlle. “Geef de telefoon maar, Yvon!”

“Goedemiddag, met Gonnie Peters.”

Een zachte stem. “Goedemiddag mevrouw Peters, met juffrouw Steenbeeke…”

“Dag Mariëlle. Mijn voornaam is Gonnie. Wat kan ik voor je doen?”

“Ik… Ik wil even praten over vanochtend, als u tijd heeft.”

“Daar máák ik tijd voor, Mariëlle. Wacht, ik loop even naar buiten, dan worden we niet gestoord. Momentje.”

Frank zat verscholen achter zijn beeldschermen, diep in gesprek, dus ik liep de hal door naar buiten. “Zo, frisse lucht, ook wel eens lekker na die kantoorgeur. Ehh… Mariëlle, een vraagje: hoe oud ben jij?”

Even stilte en toen: “Drie en twintig, mevrouw. Hoezo?”

“Dan schelen we nét twee jaar. Da’s onvoldoende om mij met ‘mevrouw’ aan te spreken, meid. En je weet hoe ik reageer op ‘juffrouw’, dus probeer dat maar niet. Nogmaals: ik heet Gonnie. Of Gon, als je wilt. Maar vertel eens: Jij wil even stoom afblazen na vanochtend?”

Zachtjes kwam het antwoord. “Ik ben ontslagen door de jonge meneer de Weever. Tien minuten nadat jullie waren vertrokken. Hij zei dat ik niet moest denken dat een opdracht van hem zomaar genegeerd kon worden. Ik had de complete vergadering, inclusief uw presentatie moeten notuleren. Dat heb ik niet gedaan, omdat ik uw presentatie digitaal had. Ik had alleen de vragen en antwoorden genotuleerd. Letterlijk. En daar was hij woest over en heeft me toen op straat gezet. Ik mocht niet eens m’n eigen spulletjes van m’n bureautje pakken…” Een snik klonk.

Ik voelde me woedend worden, maar liet dat niet doorschemeren in mijn stem. “Dat is rot voor je, Mariëlle. En nu? Waarom bel je ons?”

Even was het stil. “Omdat… omdat ik misschien bij uw bedrijf zou kunnen…”

Oeps… “Wacht even Mariëlle. Dat kan ik niet beslissen. Daar gaat Simon over, onze directeur. En daar loop ik nu naar toe. Kan ik jou op dit nummer terugbellen?”

“Jawel…” “Mooi. Binnen tien minuten bel ik jou, oké?”

“Is goed…” Klik.

Stoom kwam uit m’n oren. Die arrogante lul! Exact hetzelfde type als de ‘junior’ van de uitgeverij. Ik beende naar binnen. Simon z’n kantoordeur stond open en hij zat te typen. “Simon…” Hij keek op. “Oei! Mevrouw Peters is in een minder goed humeur geloof ik. Waren de kroketten te koud?”

Ik schudde mijn hoofd. “Geen geintjes nu, Simon. Het volgende…” Snel gaf ik het telefoontje weer. Hij dacht even na. “Haal Frank hierheen. En wie was docent toen zij de beginnerscursus volgde?” Ik groef in mijn herinnering. “Gerben.”

“Oké. Bel hem op en vraag zijn eerlijke mening over dat meisje. Nú. Ik overleg even met Yvon.” Hij liep naar het kantoortje ernaast, waar Yvonne bezig was.

Ik belde Gerben. “Hé Gerben, met Gon. Luister… Jij had een paar weken terug toch die vrouwelijke medewerkster uit Terschuur in je beginnerscursus?”

“Klopt. Dat meisje wat de derde dag ziek thuis bleef. Hoezo?”

“Wat is jou indruk van haar? Eerlijk graag.”

“Meer dan uitstekend, Gon. Nauwkeurig, snel, geen fouten, alle valkuiltjes die wij normaal in de opdrachten zetten, had ze door en ontweek ze feilloos. Hoezo?”

“Vertel ik later nog wel. Voorlopig weet ik genoeg, joh. Dank je wel en een goed weekend.”

Ik haalde Frank op. “Even je telefoon tien minuten uitzetten, Frank. Crisisoverleg bij Simon.” Hij keek me aan. “Ga jij nu hier de lakens uitd…” Ik onderbrak hem. “Nu even geen geintjes. Mee naar Simon en Yvon.” Hij zag dat ik serieus was. “Oké.” Zijn telefoon ging uit en hij liep mee. Simon keek me aan. “Herhaal het verhaal nog even, Gonnie. Dan weten we allemaal hetzelfde.”

Dat deed ik dus maar en besloot met een grimmig: “…en ze is gewoon op straat getrápt. Mocht niet eens haar eigen spulletjes van haar bureau halen van meneer Teun. De arrogante klootzak.” Simon keek Yvon aan. “Hebben wij emplooi voor die dame?” Yvon dacht na. “Als zij inderdaad zo goed is als Gerben zegt…”

Frank onderbrak haar. “Ik heb haar aantekeningen gezien. Een prachtig mooi rond handschrift en de eerste vijf dia’s van Gon d’r presentatie heeft ze letterlijk overgenomen. Totdat Gon zei dat dat niet hoefde.” Hij gniffelde. “Op haar laatste blaadje stonden de aantekeningen van de discussie en de preek van Gon en mij, en in de marge allemaal cirkeltjes. Exact hetzelfde, geen kwart millimeter verschil er tussen. En van één cirkeltje had ze smiley gemaakt.” Yvonne keek Simon aan.

“Wordt het niet eens tijd voor een fulltime receptioniste, meneer de directeur? Want een HR-manager die ook nog achter een desk portier moet zitten spelen, komt niet aan haar werk toe… Dat moet dan allemaal thuis gedaan worden. En dat scheelt weer avondjes uit in Musis Sacrum…”

Simon rolde met z’n ogen. “Ja hoor… Het is weer zover. Met m’n eigen voorstellen verslagen… Ehhh… Gon: bel dat meisje… Sorry. Bel Mariëlle terug en vraag of ze hierheen kan komen. Graag voor vier uur, desnoods haal je haar op. En of ze haar diploma’s enzovoorts mee kan nemen. Enfin, de gebruikelijke troep voor een sollicitatiegesprek. Ik bel ondertussen even met meneer de Weever senior en zal hem vertellen dat, als meneer junior het roer over gaat nemen, wij géén belangstelling hebben om samen te werken.”

Mijn mond viel open en ook Frank keek verwonderd. Simon wees naar Yvonne. “Mij werd dit zojuist liefjes medegedeeld door mevrouw mijn echtgenote.” “Wauw…” Yvon keek strak. “Gon, ik ken dit soort hufters. Daar wil ik niét mee samenwerken. Nooit.” Frank stak een duim op en Simon wees naar mij. “Bellen jij! Ik bel Terschuur wel. Húp!”

Ik rende naar kantoor en belde Mariëlle.

“Hoi Mariëlle, met Gonnie. Hoe is het met je nagels?”

Stilte. “Mijn nagels? Hoezo?”

“Nou, je zult wel een paar minuten hebben lopen nagelbijten, schat ik. Dat zou ik ten minste in jouw plaats doen…”

Een zachte giechel klonk.

“Mariëlle, ben jij in de gelegenheid om vanmiddag voor vier uur naar ons bedrijf te komen?”

Weer even stilte. “Dat wordt wat moeilijk… Ik woon in Terschuur en heb alleen maar een fiets…”

“Dan haal ik je op. Als jij inderdaad zo goed ben als meneer Lelyveld, die docent van onze cursus, beweerde ben je van harte welkom bij ons. Zorg dat je je diploma’s, cijferlijsten, ID-kaart en dat soort dingen bij elkaar scharrelt…”

“Mijn diploma’s liggen bij de Weever, Gonnie. Die zijn daar ingenomen. ‘Voor onze administratie’, zeiden ze…”

Ik begon nu écht te koken. “Momentje, Mariëlle, ik loop even naar Simon. Blijf aan de lijn.”

Ik rende de hal door, Simon z’n bureau in. Die was aan het telefoneren en ik hoorde nog net de stem van meneer de Weever Senior. “Ik begrijp het, Simon. Ik ga hier over nadenken.” “Wacht even Gerrit… Gonnie komt mijn bureau binnen stormen en dat doet ze niet voor niets… Moment.”

Hij hield zijn hand op de telefoon en ik siste:

“Junior houdt de diploma’s van Mariëlle vast! ‘Voor onze administratie’ was de smoes. Vertel meneer even dat ik die zo kom ophalen, inclusief alle privéspullen van Mariëlle. Anders gaat meneer Teun een hele zware pijp roken!”

Simon verstrakte. “Gerrit… Ik ben net op de hoogte gesteld van een strafbaar feit. Jouw zoon heeft in ieder geval van Mariëlle Steenbeeke alle diploma’s in laten nemen. En die liggen bij jullie…”

“Wááát? Is dat jong helemaal besodemieterd! Dat ga ik nu regelen, Simon. Dít is de druppel, verdomme.”

“Ja. Maar Gonnie komt binnen nu en een half uur dat spul ophalen. Bedankt alvast. Ook de privéspullen van Mariëlle die ze niet mee mocht nemen van Teun. Zorg jij dat dat klaar ligt?”

“Zeker weten Simon…” En lachje klonk. “Anders wordt jouw mevrouw Peters boos, denk ik. En dat wil ik niet meemaken!”

“Het is niet ‘mijn’ mevrouw Peters, Gerrit. Maar bedankt en we zien elkaar volgende week vrijdag hier.” Hij hing op.

“Gon: Jij rijdt via Terschuur, haalt daar de papieren en privéspullen van Mariëlle op. En daarna haar zelf. Het spul ligt klaar, daar zorgt Gerrit voor. Húp, rijden jij!” Ik schrok. “Verdorie Simon… mijn auto staat in Schaarsbergen…” Yvon giebelde. “In Schaarsbergen? Wat doet dat ding dáár dan?”

Frank pakte zijn autosleutels. “Jij was toch zo van alle markten thuis in auto’s, rooie bluftroela? Hopla, spring in die mooie Volvo. En als je er ook maar één krasje op maakt, mevrouw…” Hij keek dreigend en ik antwoorde narrig: “Jaja, dan zal ik dat in natura betalen, nou goed?”

Een lachsalvo dreunde door het bureau en Yvon gaf me een ‘high-five’.

Ik pakte de telefoon weer. “Mariëlle: geef me je adres, dan sta ik over 30 minuten bij je voor de deur. Daarna rijden we naar De Weever en halen je spullen op, die liggen als het goed is, klaar. Alles, ook je papieren. En jij moet erbij zijn; het zijn jouw papieren. Niet die van mij En daarna rijden we naar Ede.”

Het was even stil, toen gaf ze me haar adres en vervolgde: “Dat gaat wel heel snel, mevrouw Peters…”

“Ja. Zo werken wij. En nu ga ik rijden, dus ik hang op. Tot zo!”

Ik gaf Frank een zoentje en liep naar de auto. Frank z’n auto was een automaat, dus zo moeilijk kon het allemaal niet zijn… Gewoon je mooie linkerbeen op de wielkast zetten en niet meer bewegen, Gonnie. Het enige waar ik aan moest wennen was de grootte. Mijn Golf was wat compacter. Auto open met de transponder… stoel en spiegels afstellen… rechtervoet op de rem… starten met zo’n draaiknop… In de achteruit zetten, handrem er af en rijden. Hoho Gon… Eerst het adres van Mariëlle in de navigatie! Dat was even hannessen; via een digitaal toetsenbord op die middendisplay. En dat ding was super-gevoelig! Enfin…

Rustig aan op het industrieterrein, Gon. En uitkijken voor heftrucks. Even later reed ik op de A30. Cruisecontrol… Hoe zette je die aan? Aha, een knopje op de linkerkant op het stuur. Het reed wel lekker in die auto. Ik reed honderd, maar je merkte het nauwelijks. Als ik in mijn Golf honderd reed, was er een stuk meer lawaai. En zo’n automaat was ook wel prettig… Echt een ‘luie-mensen-auto’. Kon ik Frank wel eens mee plagen...

Langs het speelgoedmuseum Terschuur in en uiteindelijk reed ik de oprit van een boerderij op. Hier zou het moeten zijn. Mariëlle kwam naar buiten. Anders gekleed dan vanochtend! Een nette rok, truitje, en haar haren niet meer sluik langs haar gezicht, maar in een mooie wrong achter op haar hoofd.

“Da’s twee keer op één dag, Mariëlle! Nou, stap aan boord, dan gaan we eerst jouw spullen ophalen.” Ze keek wat benauwd. “Oh… Dan had ik m’n andere kleren aan moeten houden…” Ik keek opzij. “Hoezo?” “Meneer de Weever heeft een tijd geleden een kledingvoorschrift ingevoerd. Alle heren in pak, alle dames in lange rok en vestje. Geen armen of benen zichtbaar. Donkere, niet-doorzichtige kousen of panty’s. Geen hoge hakken. De haren los en lang bij de niet-getrouwde vrouwen en kort bij de getrouwde vrouwen.”

Ik ademde even diep in en toen weer uit. “Mariëlle: een werkgever mag binnen bepaalde grenzen eisen stellen aan de kleding binnen een bedrijf. Dat heeft te maken met ‘representatie’ of met ‘veiligheid’. En dat moet hij kunnen verantwoorden. De kledingvoorschriften die jij net noemde stammen uit de tijd van Napoleon. En bovendien…” Ik glimlachte even. “…je bent toch net ontslagen? Schijt aan zijn kledingmanie! Je bent daarvan verlost, meid!”

Drie minuten later reden we het terrein van De Weever op. “Nou, laten we maar eens wat spullen gaan scoren, dame.” Ze keek benauwd. “Ik hoop dat het lukt… Als hij weer zo tekeer gaat…” Ik keek haar aan. “Goed luisteren Mariëlle. Als Teun tegen jou tekeer gaat, klapt hij keihard tegen Gonnie Peters aan. Hij heeft een strafbaar feit begaan door jouw diploma’s in te nemen. Die zijn van jou. Niet van het bedrijf. Hij mag daar hooguit een fotokopie van bewaren. Bij HR, achter slot en grendel. Vertel eens: heb jij je ID soms ook moeten inleveren?”

Ze schudde haar hoofd. “Nee. Daar is wel een kopie van gemaakt.” “Nou, da’s ten minste iets. Maar al die kopieën moet jij vandaag terugkrijgen. Álles. Er mag geen persoonlijke snipper papier van jou hier achterblijven. En daar gaan we voor zorgen. Desnoods schakel ik meneer de Weever Senior in; die is ondertussen woedend op z’n zoontje. En nu: naar binnen. Wie is jullie hoofd personeelszaken?”

“Mevrouw Garrets.”

“Dan gaan we daar eerst maar eens heen.” We liepen naar binnen. Dezelfde receptioniste. “Goedemiddag mevrouw. Wij komen de spullen van mevrouw Steenbeeke ophalen bij mevrouw Garrets. Kunt u die misschien even halen?”

Het meisje keek twijfelend naar Mariëlle. “Juffrouw Steenbeeke mag hier niet meer naar binnen, juffrouw.” Ik zei zachtjes: “Ik ben geen ‘juffrouw’, maar 'mevrouw'. En mevrouw Steenbeke idem. Als u er problemen mee heeft dat zij hier binnen staat, bel meneer de Weever Senior maar even. Senior, want met junior wil ik niets te maken hebben. En nu: mevrouw Garrets graag.”

“Wacht u maar even hier.” De receptioniste liep een deur door en kwam even later terug met een dame van een jaar of veertig, exact conform kledingvoorschrift gekleed. “Goedemiddag. Ik ben mevrouw Garrets. U wilde de papieren van juffrouw Steenbeeke, begreep ik? Sorry, die mag ik niet verstrekken. Opdracht van de jonge meneer de Weever.”

Ik begon mijn geduld te verliezen en zei zachtjes: “Mevrouw Garrets: u werkt mee aan een strafbaar feit. Als u een échte HR-functionaris bent, met HBO-P opleiding, dan weet u dat. U kunt kiezen: óf u brengt mevrouw Steenbeeke al haar papieren die u heeft, óf ik doe ter plekke, hier, binnen dit bedrijf aangifte wegens diefstal van waardepapieren. Tegen de Weever Junior als opdrachtgever, maar ook tegen u als personeelsfunctionaris. U mag kiezen. En om u te helpen: u mag één telefoontje plegen; met meneer de Weever Senior.”

Ze was bleek geworden. “Dit is… dit is ongehoord! Wie denkt u wel niet wie u bent?” Een deur ging open achter haar: meneer de Weever Senior. “Aha, mevrouw Peters. Dát is snel…” Ik knikte. “Ja. En de aanleiding is niet leuk. Uw zoon heeft blijkbaar HR onder druk gezet om diploma’s van medewerkers in te nemen. Dat is strafbaar. Mevrouw hier heeft in haar functie daar aan meegewerkt; ook strafbaar. Wij, Mariëlle en ik, komen háár papieren en persoonlijke spullen ophalen, maar ik denk er over om aangifte te doen tegen uw zoon, omdat hij de opdracht heeft gegeven om die diploma’s in te nemen.”

Senior zuchtte. “Ik had het al gehoord van Simon… Mevrouw Garrets: alle papieren van juffrouw Steenbeeke uit het archief halen en aan haar overhandigen. Nú graag. En daarna alle persoonlijke papieren die eigendom zijn van ons personeel ook.”

Hij wendde zich tot Mariëlle. “Sorry voor deze toestand. Ik begrijp dat jij op straat bent gezet door mijn zoon?” Mariëlle knikte bedeesd.

“Dat is bij deze ongedaan gemaakt, meisje. Je kunt maandag gewoon weer hier aan het werk.” Voor het eerst zag ik een vonk in de ogen van het meisje. “Nee meneer de Weever. Niet om u, want u was op de achtergrond een fijne baas, maar ik wil hier niet meer werken. Ik ga vanmiddag solliciteren in Ede. Bij mevrouw Peters haar bedrijf. Daarom kom ik mijn spullen halen.”

Hij keek even peinzend. “Ik kan je geen ongelijk geven… Mariëlle. Ik wens je daar veel succes en werkplezier.”

Hij gaf haar een hand, draaide zich om en verdween. Oei… Volgens mij zou Junior het aardig moeilijk gaan krijgen… Een minuut later kwam mevrouw Garrets met een bak met papieren terug. “Zo. Volgens mij is dit alles. Diploma’s, cijferlijsten, arbeidsovereenkomst, kopie van je ID, VOG… Dat was het.”

Mariëlle keek het na en knikte en ik keek mevrouw Garrets aan. “En de ontslagbeschikking, mevrouw? Met daarop de reden van het ontslag? Inclusief ontslagvergoeding? Want de ontslaggrond is niet op wettelijke gronden gebaseerd, maar gewoon op een overdosis testosteron ingegeven woede, volgens mij. Dat geeft Mariëlle recht op een fatsoenlijke ontslagvergoeding. Hoelang hebt je hier gewerkt, Mariëlle?”

“Ruim drie jaar.”

“Dan heeft Mariëlle sowieso recht op een ontslagvergoeding van 3 x 1/3 van het maandsalaris. Nog een schijntje, maar goed… Maar gezien de ontslagprocedure, nou ja… procedure: Mariëlle is gewoon op straat getrápt, en de ontslagreden, die niét is onderbouwd, zou een gang naar de kantonrechter wel eens heel wat meer gaan kosten voor dit bedrijf, mevrouw. Ik adviseer u in overleg te gaan met meneer de Weever Senior om dit op een fatsoenlijke manier met Mariëlle op te lossen, anders hangt dit bedrijf een procedure bij de kantonrechter boven het hoofd.”

Mevrouw Garrets keek alsof ze water zag branden . “Hoe… Hoe weet u dat allemaal?”

“Ik ben Bachelor bedrijfseconomie. In het curriculum van de opleiding zat ook een stuk HBO-P. Tijdens die colleges heb ik best wel goed opgelet, mevrouw. Eigenbelang. Maar goed, dat terzijde: tevens ken ik een bijzonder goede advocaat familie- en arbeidsrecht; als ik deze case aan haar voorleg zal zij daar van harte haar juridische tanden in willen zetten. Zij vreet werkgevers als Teun de Weever bij het ontbijt en perst ze uit als een sinaasappel in een citruspers.

Dus bij deze: draag zorg voor een fatsoenlijke ontslagvergoeding, én een getuigschrift wat eerlijk is, anders heeft meneer de Weever Junior een probleem. Verder: Mariëlle had ook nog wat persoonlijke spullen op of bij haar bureau. Die mis ik nog.”

“Daarvoor moet u bij haar bureauhoofd zijn. Ik zal hem even roepen.”

Ze liep duidelijk opgelucht weg en Mariëlle keek me aan. “Jij durft…” Ik haalde mijn schouders op. “Gewoon de wet, Mariëlle. Dat meneer de Weever Junior daar blijkbaar schijt aan heeft…”

Een norse man kwam het kantoor in. “Goedemiddag. Er waren problemen?”

Ik knikte. “Ja, nogal. Mevrouw Steenbeeke is vanochtend zonder fatsoenlijke reden ontslagen op staande voet. Kreeg niet de gelegenheid om haar persoonlijke eigendommen op te halen. Dat is diefstal. Zij komt die eigendommen nú ophalen.”

Hij bromde iets van “Ik zal eens kijken…” en verdween. Om drie minuten later terug te komen met een schoenendoos. “Volgens mij is dit het…”

Een fotolijstje met een gezin, een mapje met foto’s, een doosje van een mobieltje, en een houten doosje met daarin een vulpen. Mariëlle knikte. “Dat is het. Dank u wel meneer.” De man verdween zonder een woord. “Nou, die is ook niet de vrolijkste thuis… Kóm Mariëlle, we gaan rijden. De centen van Simon zijn niet van blik.”

In de auto hoorde ik een diepe zucht naast me. “U bent nogal doortastend, mevrouw Peters…” Ik keek in de spiegel: niemand achter ons. Mooi. Ik ramde keihard op de rem en de ABS deed z’n werk. Schokkend en in een rookwolk kwamen we tot stilstand en naast me keek ik in een geschrokken gezicht. “Mariëlle: nog één keertje ‘u’ of ‘mevrouw’ en ik trek op tot 150 en doe het nóg een keertje. Goed begrepen? Je bent potverdrie nét twee jaar jonger dan ik… Of spreek je je vriendinnen ook met ‘mevrouw’ aan?”

Hoofdschudden. “Nou doe dat bij mij dan ook niet. Ik heet Gonnie. Gon mag ook, maar als je met mijn officiële naam gaat zwaaien, heb je kans dat ik niet reageer of uithaal met m’n nagels. Duidelijk?” Een bedeesd knikje. “Goed zo.”

De geur van rubber kwam naar binnen en ik giechelde. “Zal Frank minder leuk vinden, dus doen we de raampjes maar even open… Het is zijn auto.” De rest van de rit naar Ede was het stil aan boord. Prima, ik had ook even tijd nodig om mijn woede te laten zakken. Wát een klootzak, die Junior… Het zou zo een broertje van die vent in die uitgeverij kunnen zijn. En hij had medestanders in het bedrijf, dat was duidelijk. Lui die via hem hogerop wilden komen waarschijnlijk.

Voordat ik er erg in had, reden we al in Ede. “Nou Mariëlle… Zie je er tegenop?” Ze knikte. “Best wel…” Ik corrigeerde haar. “Best wel, Gon. Mijn naam uitspreken kost geen geld hoor.” Ik knipoogde en kon daarna nét een heftruck ontwijken die uit een uitrit kwam. Potdorie… Frank had gelijk. ’s Morgens nooit last van gehad, maar ja dan zaten die lui waarschijnlijk nog aan de koffie. Ik parkeerde en we stapten uit. Oh ja… Klik. De spiegels klapten in en de deuren gingen op slot. Nou, toch mooi Frank z’n Volvo onbeschadigd retour gebracht…

Yvonne zat achter haar desk en keek op. “Aha! Onze sollicitante! Welkom Mariëlle. Koffie of thee?” “Thee graag, mevrouw.” Yvon stak haar hand uit. “Ik ben Yvonne, Mariëlle. Of Yvon, is ook goed. En had graag dat je me zo aansprak, net als Gonnie.” Met alle drie een kop thee in de hand liepen we Simon z’n bureau in. “Simon…” Die keek op. “Welkom Mariëlle! Ga lekker zitten; ik maak nog even een mail af, daarna kletsen we.”

Hij keek afwisselend naar Yvonne en mij. “En waarom hebben jullie wat te drinken en laat je mij gewoon sterven van de dorst?” “Omdat jij ook wel eens met je luie kont achter je bureau vandaan mag komen, meneer de Laat! Jij zit verdikkeme het dichtst bij die koffiemachine en dan moeten één van ons voor jouw koffie zorgen? Forget it!” Yvonne maakte er wat meer drama van dan ze normaal deed. Toen keek ze naar mij en knipoogde.

Ah… Even toneelspelen voor Mariëlle. Laten zien hoe hier de verhoudingen lagen. Daar wilde ik wel aan meedoen. “Kijk nou maar niet zo zielig, meneer de directeur”, bitste ik. “Ook jij moet werken voor je geld!” Simon keek naar Mariëlle. “Nou, je hoort het. Heb je nog zin om hier te werken, met die twee bitches, of zie je er van af?”

Een verlegen glimlachje. “Het zal wennen zijn, meneer de Laat.” Hij zuchtte. “Ja, ongetwijfeld. Als ik met pensioen ga, zal ik wel gewend zijn, denk ik. Enfin, laat die mail maar zitten. Er zijn belangrijker dingen momenteel: Jij.” Hij ging ook aan het tafeltje zitten en ik liep richting deur. “Jullie komen er wel uit, denk ik? Dan ga ik Frank weer lastig vallen.” Yvon zei: “Als jij nou eens een kop thee voor Simon haalt en er gewoon bij komt zitten… Wij zijn wel benieuwd naar jullie belevenissen in Terschuur.”

Even later deed ik kort verslag en besloot met: “Meneer de junior directeur heeft vandaag geen beste dag, denk ik. Volgens mij wordt hij gewoon uit het bedrijf geflikkerd… Sorry Mariëlle.” Die zei zachtjes: “Misschien maar beter ook…”

Yvonne knikte. “Eens. Dat soort lui wil je niet als leidinggevende hebben. Verslaafd aan macht. En gaan door totdat ze op een gegeven moment tegen een gewapend betonnen muur aan klappen. Maar dan hebben ze al zoveel schade aangericht… Enfin, daar zitten we hier niet voor. Mariëlle, ik zal even de rolverdeling duidelijk maken. Simon is hier oprichter van dit mooie bedrijfje en tevens de directeur. Ik ben zijn rechterhand: receptioniste, maar tevens doe ik de financiële administratie, salarisadministratie, ben de personeelsfunctionaris en af en toe veeg ik ook de vloer als de heren weer met hun modderpoten van buiten komen.

Frank heb je vanochtend gezien; da’s ons hoofd Opleiding en Ontwikkeling. Dat bureautje bestaat uit vier man en één dame: Alex, Ben, Gerben en Mike. Gerben ken je; die was jouw docent voor twee dagen. De dame zit naast je: Gonnie. Zij doet de planning voor bureau O&O, maar gaat binnenkort ook al onze cursussen volgen, zodat zij ook kan adviseren en opleiden. Verder hebben we op de eerste verdieping onze ontwikkelaars zitten; Vier man in een ruimte die meestal één grote vieze gore tyfusbende is, maar in die bende maken ze wel hele mooie dingen: onze software. En daardoor laten we ze beetje met rust; ik heb ze opdracht gegeven om op maandagmorgen hun hok schoon te maken. Verder bemoei ik me er niet mee.

Advies: als je hun bureau binnenstapt doe dat nooit met pumps aan, want die blijven gegarandeerd aan de vloer plakken. Als je op een stoel wil gaan zitten in hun ruimte: controleer goed of er niet toevallig nog een overgebleven bakje fritessaus op die stoel ligt. Ze hebben daar niet zo’n oog voor, en dat is het laatste wat ik er over zeg; ondanks dat zijn ze goud waard.

Nu onze vraag: Wil jij hier komen werken als receptioniste annex administratief manusje van alles? Ik kom soms tijd tekort voor de administratie en de HR-zaken; die kan ik niet vanachter mijn receptiedesk doen. Als jij de receptie voor je rekening zou willen nemen én een stukje administratie, zou dat mijn werk enorm verlichten. Wil je dat?” Eindelijk kwam de échte Mariëlle tevoorschijn.

Haar gezicht lichtte op en ze zei: “Heel graag… Yvonne.” Die lachte. “Iets meer oefenen met die voornaam. Maar wat wil je verdienen?” Wég glimlach; een aarzelende blik kwam ervoor in de plaats. “Dat weet ik in feite niet… Bij de Weever verdiende ik het minimum loon…” Ik zag Simon z’n gezicht verstrakken. “Wát? En hoelang werkte je daar?” “Drie jaar…”

Yvon zei: “Simon, hou je kalm. Mijn terrein. Mariëlle, welke papieren heb je?” Ze pakte haar schoenendoos. “Dit is m’n VMBO-diploma, niveau 4. Toen 2 jaar MBO zakelijke dienstverlening en tegelijkertijd Informatica. En daarna ben ik gaan werken bij de Weever. Ik dacht dat ik informatica zou gaan doen, dat was me beloofd, maar de jonge directeur dacht daar anders over en ik moest op kantoor gaan werken. En een paar maanden terug was er een collega uitgevallen bij jullie cursus; met heel veel moeite mocht ik die plaats innemen. En dat was leuk! Totdat…”

Yvon viel haar in de rede. “Totdat de docent jou als lichtend voorbeeld gebruikte ten opzichte van de andere cursisten, iemand dat even meedeelde aan Teun de Weever en je te horen kreeg dat je niet verder met de cursus mocht, nietwaar?” Mariëlle keek verwonderd. “Hoe weet u dat?”

“Omdat wij hier niet bepaald op ons achterhoofd gevallen zijn, schat. De docent was lyrisch over jou, Frank heeft jouw aantekeningen vanochtend gezien… Jij hebt meer in je mars dan achter een bureau te zitten schrijven of notuleren. Ik wil jou heel graag hier hebben werken, want volgens mij heb jij een heel scherp verstand en kun je het werk als receptioniste met twee vingers in de neus aan. En de rest ook.”

Simon stak een hand op. “Ehhh… Mevrouw Makinga, geacht hoofd HR… Heb ik daar ook nog iets over te zeggen?”

Simultaan met Yvonne bitste ik: “Nee!” en Simon zuchtte diep. “Nou, je ziet waar hier de échte macht zit, Mariëlle…”

Die lachte verlegen. Yvon ging verder. “Wij doen hier niet aan minimumloon. Als jij hier komt werken, heb je recht op een fatsoenlijk salaris, want je werkzaamheden houden méér in dan receptiewerk. Ik stel voor dat je, uitgaande van een 38-urige werkweek, start met 2.800 Euro bruto per maand. Wat dat netto is, kun je opzoeken op Internet. Exclusief acht procent vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Als je onze cursussen volgt tot en met de ontwikkelaarscursus, komt je salaris een heel stuk hoger uit. Maar ja, dan worden de werkzaamheden ook anders.”

Simon bromde: “Ja. En dan zitten we over een jaar of anderhalf wéér zonder receptioniste, omdat Mariëlle dan binnen bureau O&O werkzaam is als adviseur. Fijne HR manager ben jou, mevrouw Makinga!”

Yvonne aaide hem over zijn hoofd. “Je bent af en toe een onuitstaanbare mopperkont, Simon de Laat. Maar toch hou ik wel van je.”

Ik keek naar Mariëlle en schoot in de lach; die keek verbijsterd.

“Een euro voor je gedachten, Mariëlle!” Die had binnen twee seconden een knalrood hoofd gekregen.

Yvonne keek haar aan. “Kun jij een geheim bewaren, Mariëlle? Mooi. Simon heet de Laat van zijn achternaam. Ik heet Makinga van mijn achternaam. Redenen? Punt één: ik ben nogal gehecht aan die naam, want het is een mooie, oude Friese naam, maar punt twee: wij zijn getrouwd. En vanaf dat ik hier begon te werken als receptioniste, nu drie jaar geleden, functioneer ik als, zoals Simon het zo netjes uit kan drukken ‘lopende bullshit detector’.

Als iemand hier met veel poeha binnenkomt en het ‘meisje van de receptie’ als oud vuil behandelt, gaat hij of zij géén zaken doen en komt hij of zij niét op de loonlijst. En als men weet dat de echtgenote van de directeur achter de receptie zit, werkt dat niet. Dus: het feit dat wij getrouwd zijn, is een nogal goed bewaard geheim. En wij verwachten dat jij dat niet naar buiten brengt.”

En Simon voegde er aan toe: “Maar we verwachten ook dat jij de functie van ‘lopende bullshit-detector’ op je gaat nemen. Da’s een cursus van vier volle weken, gegeven door…” “Simon…” klonk het dreigend en hij hield zijn mond.

“Ik mis een beetje ‘Ja schat, sorry schat’, Simon” zei ik pestend en Yvon lachte. “Voordat we vijftig jaar getrouwd zijn, heeft hij dat wel geleerd, Gon. Mariëlle… wat denk je ervan?” Die bloosde. “Wanneer kan ik beginnen?” Gonnie keek op de kalender. “Het is vandaag… 25 juli. Wat dacht je van 1 augustus? Of heb je een vakantie gepland?”

Ze schudde haar hoofd. “Nee. Bij de Weever hadden we met kerst en de jaarwisseling 2 weken verplichte vakantie en 2 weken rond koningsdag, 5 mei, Pinksteren en zo. Je mocht daarnaast 3 snipperdagen opnemen, mits je dat een week vooraf aanvroeg.” Yvon zuchtte diep. “Laat me raden. Sinds de komst van meneer junior ingevoerd? Ja, dat dacht ik al. Nóg een overtreding, ditmaal van de Arbeidsomstandighedenwet. Maar ja, die zal volgens meneer de Weever junior in Terschuur niet van toepassing zijn… Ik ga zo snel mogelijk jouw arbeidscontract opmaken, Mariëlle. Uiterlijk dinsdag heb je dat thuis. Dan kun je dat rustig lezen . Heb je er vragen over, kun je me bellen. En mag ik nu, en let goed op wat ik zeg, kopieën van je ID, je VOG en je diploma’s? Dan kan ik die alvast verwerken in de HR-administratie.” Dat was snel gebeurd.

Simon stond op. “Mooi, Mariëlle. Ik heet je van harte welkom bij ons bedrijf. En even voor de duidelijkheid: wij hebben daarstraks vastgesteld dat als meneer de Weever Junior over anderhalf jaar de scepter gaat zwaaien bij De Weever Software, de samenwerking niét doorgaat. Meneer de Weever Senior weet dat ook en mocht hij met ons in zee willen gaan komt dat als uitdrukkelijke voorwaarde in het contract. Dáár hoef je dus niet bang voor te zijn, Mariëlle. Nogmaals: welkom.”

Hij gaf haar een hand, Yvonne ook en uiteindelijk ik ook. En wij keken in een blij gezichtje. “Nou, ga je familie opvrolijken, Mariëlle. Volgens mij heb je goed nieuws thuis!” “Zeker weten… Ehh… Waar is hier de dichtstbijzijnde bushalte?” “De buschauffeuse staat naast je. Gon, kun jij Mariëlle weer thuisbrengen?” Ik knikte. “Prima. Nieuwe kans om Frank z’n Volvo in de prak te rijden… Ik ga ‘m even van zijn sleutels beroven!”

Ik rende naar bureau O&O. “Schatje… Mag ik weer de sleutels van je auto? Even Mariëlle naar huis brengen.” Hij keek op. “Oh? En mijn kilometervergoeding dan? Da’s vandaag drie keer Ede – Terschuur vice versa. Dat loopt nogal in de papieren!” Ik gaf hem een snelle zoen. “De rest van de afrekening komt vanavond wel. Bovendien heb je geluncht op kosten van de zaak, dus nou niet zo krenterig, meneer Veenstra!” Zuchtend overhandigde hij me de sleutels. “Nou ja, het is voor de goede zaak, zullen we maar zeggen. Ehh… Je komt langs de Mc Donalds op het eind van de A30…”

Ik trok een gezicht. “Je hebt vandaag voldoende friet naar gepropt, meneertje. Vanavond trek je maar iets uit het schap in je voorraadkast!” Ik draaide me om en stond pál voor Mariëlle, wiens gezicht een hoop vragen verried.

“Kom Mariël; we gaan rijden. Tenminste… Mag ik je zo noemen?” Ze knikte. “Mar is ook prima. Zo word ik thuis meestal genoemd.” “Prima. ‘Mar’ en ‘Gon’. Lekker duo.” We stapten in en ik reed nu met de nodige voorzichtigheid het industrieterreintje af. Op de A30 hoorde ik naast me: “Gonnie… Hebben jij en meneer Veenstra… Zijn jullie ook getrouwd?” Ik giebelde. “Nee, dat zou wel héél snel zijn, Mariël. Meneer Veenstra heet overigens Frank, ook voor jou. Wij kennen elkaar vandaag exact drie weken; drie weken terug solliciteerde ik hier. ’s Morgens om half elf en om half twaalf was ik aangenomen.

Frank zat bij het sollicitatiegesprek en ik vond hem toen al een wel interessante vent. ’s Middags zijn we samen gaan lunchen; ik was aangenomen, dus het was een beetje feest, vond ik. En toen hebben we met elkaar gepraat; ik over mijn achtergrond, hij over de zijne. En tijdens dat gesprek ben ik als het eerste het beste pubermeisje als een blok voor hem gevallen. Iets wat me nog nooit was overkomen. En acht dagen later, morgen twee weken terug, hadden we een relatie. En de collega’s én Simon en Yvonne weten daarvan en hebben ons veel geluk gewenst. En een paar collega’s hebben Frank veel sterkte gewenst met zo’n rooie haaibaai…”

Ze lachte. Gelukkig. “En jij, Mariëlle? Heb jij verkering, ben je verloofd of… Getrouwd ben je in ieder geval niet, anders had je je haren korter gehad.” Ze maakte een minachtend geluid. “Nee. Ik heb geen verkering of wat dan ook. ‘Je moet 24/7 voor het bedrijf beschikbaar zijn’, zei meneer de Weever junior toen ik solliciteerde. Dus…”

Ik ontplofte bijna, wat een zwieper van de auto opleverde. Toen ik het Zweedse ding weer onder controle had en de ‘lane assist’ het stuur niet meer liet trillen, keek ik opzij en vroeg onschuldig: “Oh… En betaalde meneer junior je dan ook 24/7? Waarschijnlijk niet hé?” Hoofdschudden.

Ik zuchtte diep. “Moest jij wel eens buiten de normale werktijd opdraven?” Ze knikte. “Bijna elke zaterdag. Dan zaten we met drie of vier mensen op de administratie te werken.” “En heb je dat op papier? Staat dat op je loonstaat?” Hoofdschudden. “Nee. ‘Dat hoort nu eenmaal bij het werk’, was de verklaring.”

De stoom kwam nu niet alleen meer uit m’n oren, maar volgens mij uit elke porie. Ik besloot op het einde van de A30 tóch de parkeerplaats van de Mc Donalds op te rijden. Daar zette ik de motor af.

“Mariël, ik krijg een steeds smeriger smaak in m’n mond van meneer de Weever Junior. Zijn pa lijkt me wel een goeiige vent, zijn zoon is een dictator. Vertel eens: Kwam Senior wel eens op zo’n zaterdag op de zaak kijken?” “Nee. Hem hebben we de laatste maanden in feite nauwelijks gezien. Meneer de Weever Junior was sinds 1 januari de feitelijke baas en deelde de lakens uit. Samen met meneer Joziassen; dat was zijn schaduw.”

Joziassen… de man die zo stilletjes bij die bespreking had gezeten. Jaja… “Mariëlle… vonden jullie dat normaal, dat je zo behandeld werd? Niet alleen als vrouw en dus minderwaardig, maar ook dat het bedrijf jullie gewoon kon claimen, ook in het weekend? Zonder extra overwerkvergoeding?”

Ze haalde haar schouders op. “Terschuur is niet zo groot. En bijna iedereen let op elkaar. Spring je ergens uit de band, weet het hele dorp het binnen het uur en kun je in feite binnen het dorp nergens meer terecht. Zoals ik zaten er vier meiden op de administratie. Onder andere twee schoolgenoten van me. Het was gewoon, zeg maar. En buiten het dorp een baantje zoeken… Buiten het dorp was gevaarlijk. In Terschuur zorgt men voor elkaar.”

“Zorgen voor elkaar is heel iets anders dan mensen gijzelen, Mariël. Ik heb vandaag nogal wat dingen gehoord die gewoon strafbaar zijn. Jouw papieren in beslag nemen, verplichte vakanties op het moment dat het de baas schikt, overwerk zonder uitbetaling… Ik ga dit met Simon bespreken; dit kán gewoon niet. Hoe was het toen de oude meneer De Weever nog op de zaak was?”

“Die was op zich best een goeie baas, maar liet teveel aan meneer Joziassen over. En heel langzaam kwamen er meer regeltjes; tot meneer de Weever Junior het in feite overnam; toen kwamen er binnen een paar maanden tijd heel veel regels. Een paar mensen hebben toen ook ontslag genomen, wat tot hevige ruzies leidde.”

Ik knikte. “Duidelijk. Zie jij jouw ex-collegaatjes in staat om tegen meneer Joziassen en tegen Junior te getuigen? Bij de politie?” Ze keek me aan, ogen groot van schrik. “Politie?” “Ja. Of tegen de Arbeidsinspectie. Ook een soort politie, alleen zonder uniform. Mariëlle, ik ben nu bloedserieus: ik heb vandaag van een aantal misdrijven kennis genomen. Machtsmisbruik, illegaal innemen van waardepapieren, niet uitbetalen van overwerk, onderbetaling, discriminatie op grond van geslacht, kledingvoorschriften die nergens op slaan, ontslag op staande voet zonder legale reden en zonder fatsoenlijke regeling… Ja, ik begrijp dat Terschuur een kleine, nogal gesloten gemeenschap is, maar dat geeft mensen niet het recht om daar misbruik van te maken, schat.”

Ze begon te snikken. Lange, geforceerde uithalen. Ik haalde adem. Nou ja, dan maar meteen de laatste knuppel in het kippenhok… Inwendig moest ik, ondanks de ernst van de situatie gniffelen. Kippenhok… paste wel goed in deze omgeving. Ik gaf haar een zakdoekje.

“Mariëlle, even goed luisteren. De volgende vraag is keihard, maar ik moét ‘m stellen: zijn er binnen de Weever meisjes misbruikt? Plotseling zwanger geraakt en vervolgens ontslagen? Eerlijk zeggen; als dat zo is kun jij er nú een eind aan maken.” Ze knikte. “Twee meisjes op de administratie… de ene, Lydia, heeft er vier weken gewerkt en was plotseling weg. De ander, Birgit, werkte er net zo lang als ik en is vier maanden geleden verdwenen. En Lydia heb ik nog eens gesproken in een supermarkt op Stoutenburg; die moest op een zaterdagmiddag plotseling op komen draven.

En heeft toen Joziassen een trap verkocht toen hij haar wilde betasten. Is nooit meer op de zaak geweest, weggegaan uit het dorp en woont nu in Amersfoort. Birgit… weet ik niet. Ook nooit meer gezien trouwens.”

Ik kookte. Vuile, kruiperige ouwe viezerik… En wellicht meneer Junior ook! Ik zag dat mijn zakdoekje compleet doorweekt was. “Even blijven zitten schat… Ik haal even wat meer zakdoekjes.”

Ik wipte uit de auto en rende de Mc. Donalds binnen. Een jong meisje stond bij de ingang. “Sorry… Ik heb een huilende vriendin in de auto en mijn zakdoek kan geen tranen meer opvangen… Mag ik wat servetten meenemen?” Ze lachte, liep naar de afhaalbalie en viste er een stapel papieren servetten vanaf. “Zo genoeg?” Ik keek twijfelend. “Het is maar één vriendin die zit te janken… Geen weeshuis. Maar dank je wel!”

Ze lachte. “Mc Donalds… voor al uw problemen hebben wij een oplossing!”

Ik knipoogde en liep weer naar de auto. “Hier, servetten. Kun je voorlopig mee vooruit. Het logo en wat ze hier aan voer verkopen vind ik niks, maar het meisje wat ze me gaf was wél aardig. En geef me m’n zakdoekje maar terug; die gooi ik thuis wel in de centrifuge. Zal wel een emmertje zout water uitkomen, denk ik.”

Mariëlle lachte flauwtjes. “Oké Mariël, nog even doorbijten: ik heb er niks mee te maken, maar… Ben jij thuis veilig? Staan jouw ouders achter jou? Steunen ze jou?” Hevig knikken. “Mijn moeder zeer zeker. Die is van de ‘lichte kant’ en wordt door sommige lui in het dorp met de nek aangekeken. Mijn vader: heel druk op de boerderij, op het eerste gezicht een norse man, maar een schat. Mijn broers: ook druk, met school en met de boerderij, maar vooral met zichzelf. De een staat op het punt van trouwen, de ander is druk bezig om een geschikt meisje te vinden. Liefst in het dorp, maar da’s moeilijk; zo’n grote boerderij hebben we nou ook weer niet.”

Ik keek vragend en ze zei: “De zoons van de ‘grote’ boeren hebben in no time een bruid. Soms wordt dat door de ouders bepaalt. Zoons van de kleinere boeren moeten het doen met wat er aan meisjes overblijft.” Ik zuchtte diep. En dan denk je in een geciviliseerd land te wonen, Gonnie… Ik keek haar aan.

“Mariëlle, besef goed dat, als dit openbaar wordt, meneer Joziassen en de Weever Junior opgepakt gaan worden. Niet alleen voor de economische delicten die ze gepleegd hebben, maar ook voor aanranding van in ieder geval dat ene meisje. Míts… ze wil getuigen. En dan gaan anderen wellicht ook hun mond opendoen. Wil je dat?” Twee betraande ogen keken me aan. “Weet ik nog niet…”

“Oké, dat geeft niet; denk er over na en praat hierover met je ouders. Ja, je bent meerderjarig en zo, maar sommige zaken… Je hebt geen idee wat en hoe. En daar hebben bepaalde heren grof misbruik van gemaakt. En nu je toet droogmaken; zó wil ik je niet thuis afleveren, verdorie.” Even later reden we het erf van een inderdaad niet al te grote boerderij op. Ik greep in m’n tasje en pakte een visitekaartje. Nog van de uitgeverij, mijn vorige werkgever. Ik streepte het telefoonnummer van het bedrijf door.

“Dit is mijn mobiele nummer. Mag je 24/7 bellen als er wat is. Wij hopen je maandag over een week in ieder geval te zien, schat.”

Ze keek me aan. “Dank je wel, Gonnie. Jij bent óók een schat.”

Ik lachte. “Daar doe ik het voor. Húp, naar binnen!” Een vrouw van een jaar of vijftig kwam naar buiten.

Een stevige dame, die zwaaide en een arm om Mariëlle heensloeg. Dat zat zo te zien wel goed…

Op de terugweg naar Ede zette ik de radio snoeihard aan. Eén of ander hardrocknummer wat ik niet kende, maar dat boeide me niet. De beats dreunden door de auto en mijn hand op het stuur dreunde minstens zo hard mee.

De klootzakken...
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...