Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Leen
Datum: 08-06-2025 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 1300
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Exhibitionisme, Klaarkomen, Strand, Topless, Vingeren, Voyeurisme,
Het Strand (deel 2)
Een Onverwachte Glimlach

Ik draai mijn hoofd naar Kristof. Onze ogen ontmoeten elkaar. Ik verwacht zijn gebruikelijke mix van begeerte en onrust, maar in plaats daarvan... gebeurt er iets vreemds. Een langzame, zachte glimlach trekt over zijn lippen. Een glimlach die zijn ogen bereikt, ze laat stralen met een warmte die ik niet had verwacht. Wat is dit? Is dit een nieuwe tactiek?

"Kristof, schat," zeg ik, mijn stem misschien iets minder zeker dan ik bedoelde, terwijl ik naar de fles zonnecrème naast hem knik. "Wil je me even insmeren? Ik wil niet verbranden." Zijn glimlach wordt breder. Zonder aarzeling pakt hij de fles. "Natuurlijk, liefje," zegt hij, zijn stem klinkt warm en ongedwongen. Hij spuit de witte crème op zijn handen. Dan raken zijn handen mijn huid, beginnend bij mijn schouders. Zijn aanraking is niet gespannen of onzeker, maar juist teder, bijna koesterend.

Ik sluit mijn ogen even, probeer dit te plaatsen. Dit past niet in het script. Is het een masker? Of... is hij immuun geworden voor mijn spel? De gedachte is verontrustend. Zijn handen bewegen over mijn armen, smeren de crème zorgvuldig uit. Als hij bij mijn decolleté komt, waar het natte topje mijn tepels en tepelhoven onthult, vertraagt hij niet uit angst of ongemak, maar uit... tederheid? Zijn vingers strijken de crème zorgvuldig uit langs de randen van de stof, met een bijna eerbiedige voorzichtigheid. Hij kijkt me aan met diezelfde onverstoorbare, liefdevolle glimlach.

Ik open mijn ogen en kijk hem aan, zoekend naar een barst in zijn façade, maar ik vind er geen. Dit lijkt... oprecht. De starende blikken van de mannen om ons heen lijken hem niet te deren. Hij is volledig op mij gericht. Zijn handen gaan verder naar mijn buik, dan naar mijn benen. Zijn aanraking is zacht, respectvol, maar tegelijkertijd onmiskenbaar bezitterig op een manier die totaal anders voelt. Dit is geen controle uit angst, maar uit affectie. Zelfs als zijn vingers de binnenkant van mijn dijen raken, dicht bij de rand van het broekje, is er geen aarzeling, alleen een rustige, liefdevolle aanraking. Hij eindigt met mijn voeten. Dan staat hij op, veegt zijn handen af en gaat naast me zitten. Hij pakt mijn hand vast, brengt hem naar zijn lippen en kust mijn vingertoppen, zijn ogen nog steeds vol van die raadselachtige, liefdevolle glimlach. "Zo," fluistert hij zacht. "Beschermd tegen de zon." Ik kijk hem aan, zijn gezicht dichtbij, die onverwachte warmte in zijn blik.

"Krijg ik een kusje?" vraag ik zachtjes, bijna fluisterend. De vraag ontsnapt me voordat ik erover na kan denken. Is het een test? Een poging de controle terug te krijgen? Of iets anders?

Ik kijk naar zijn lippen, dan weer naar zijn ogen, wachtend op zijn reactie. Zijn glimlach verandert niet, maar er komt een nieuwe intensiteit in zijn blik. Langzaam, tergend langzaam, buigt hij zich voorover. Zijn gezicht vult mijn blikveld, de blauwe lucht erboven verdwijnt. Dan vinden zijn lippen de mijne. Het is geen teder kusje. Het is geen vluchtige aanraking die past bij de zachte glimlach van daarnet. Dit is een claim. Hongerig, diep, eisend. Zijn lippen zijn stevig, bijna hard, en ze dwingen de mijne zich te openen. Zijn tong ontmoet de mijne met een bezitterige kracht die me doet duizelen, die alle lucht uit mijn longen lijkt te persen. Het is een kus die spreekt van opgekropte spanning, van jaloezie, van begeerte, van de waanzin van de afgelopen uren, van de opdracht van 'Marie', van alles wat hij niet kon zeggen.

Een golf van pure, onversneden lust schiet door me heen, heet en onverwacht. Weg is de onzekerheid van een moment geleden, weg is de verwarring over zijn glimlach. Dit is wat ik ken, dit is de reactie die ik wilde – misschien niet bewust op deze manier, maar de intensiteit ervan is een overweldigende bevestiging. Mijn handen willen naar zijn nek grijpen, zijn haar vastpakken, hem dichterbij trekken, hier, nu, op dit zand, voor de ogen van iedereen. Ik wil hem boven op me trekken, hem claimen. Hem voelen, zijn gewicht, zijn lichaam tegen het mijne drukken, mijn benen om hem heen slaan. Mijn. De primitieve drang om hem te bezitten, om de wereld te laten zien dat hij van mij is, ondanks de spelletjes, ondanks alles, is overweldigend.

Terwijl onze lippen en tongen een eigen, razende oorlog voeren, ben ik me vagelijk maar scherp bewust van de stilte om ons heen. Het ruisen van de zee lijkt gedempt, het lachen van kinderen verstomd. De blikken van de anderen – de jongens, de man van middelbare leeftijd – voelen als fysieke aanrakingen op mijn huid, speldenprikken van aandacht. Maar in plaats van me ongemakkelijk te maken, verhogen ze alleen maar de intensiteit, de verboden, bijna exhibitionistische opwinding van dit moment. Laat ze kijken. Laat ze zien hoe hij mij kust, hoe hij mij opeist.

Net zo plotseling als hij begon, trekt Kristof zich terug. We liggen daar, hijgend, onze gezichten dicht bij elkaar. Zijn ogen branden in de mijne, donker en vol onleesbare emoties. De liefdevolle glimlach is volledig verdwenen, vervangen door iets rauwers, iets gevaarlijkers. Zijn borstkas stijgt en daalt snel. Ik lig stil, mijn lichaam trilt van de echo van de kus en de onvervulde, brandende drang om hem te bezitten. De smaak van hem, van de zonnecrème, van de zoute lucht, blijft hangen op mijn lippen. De wereld komt langzaam weer in focus – het zand, de zon, de starende gezichten – maar alles lijkt anders, opgeladen door de rauwe energie die tussen ons is ontketend. Wat nu?

Wat nu?

We liggen daar, hijgend. Kristofs ogen branden in de mijne, vol van die rauwe energie die de liefdevolle glimlach heeft weggevaagd. De lucht lijkt te zinderen. Dan breekt hij het oogcontact. Zijn blik schiet nerveus opzij, naar de jongemannen die ons nog steeds met open mond aanstaren, en dan naar de man van middelbare leeftijd die zijn grijns niet heeft verloren. Een kort, schamper lachje ontsnapt aan Kristofs lippen. Het is een geluid zonder echte vrolijkheid. "We zullen maar stoppen, zeker?" zegt hij. Zijn stem is nog steeds hees van de kus. Hij kijkt weer naar mij. "Er zijn... er zijn teveel kijkers."

Ik til een wenkbrauw op. De erkenning van het publiek, eindelijk. Ik voel een steekje van teleurstelling omdat hij de betovering verbreekt, maar tegelijkertijd is er een vlaag van triomf. Hij geeft toe dat ze kijken, dat het hem beïnvloedt. "Vind je dat erg?" vraag ik zachtjes. Ik wil het horen. Ik wil weten of de jaloezie, de bezitterigheid die ik in zijn kus proefde, zich ook uit in ergernis over de aandacht van anderen. Tot mijn verbazing knikt hij nee. Een korte, bijna onmerkbare hoofdbeweging. Nee? Hij vindt het niet erg? Wat betekent dat? Is de passie van de kus nog zo sterk dat de rest hem niet deert? Of is dit weer een masker, een poging om te voldoen aan het beeld van de onverstoorbare man die 'Marie' misschien van hem verwacht? Zijn 'nee' is een nieuw raadsel, een onverwachte zet die me even uit balans brengt.

Maar ik herpak me snel. Als hij de kijkers erkent, maar het zogenaamd niet erg vindt... dan opent dat deuren. Een ondeugende gedachte krijgt vorm, een impulsief maar perfect passend vervolg op de 'finale' die net heeft plaatsgevonden. Ik leun iets dichter naar hem toe, mijn stem een verleidelijk fluistering, net luid genoeg voor hem alleen. "...Misschien moeten we dan even in de duinen gaan?" De suggestie hangt tussen ons, geladen met belofte en gevaar. De duinen. Weg van de openlijke blikken, maar naar een plek van verboden privacy, waar de regels van het strand niet gelden. Waar het spel een heel andere wending zou kunnen nemen. Ik kijk hem afwachtend aan, mijn hart klopt nu om een heel andere reden. Wat zal hij doen? Durft hij?

Maar in plaats van direct te reageren, fronst hij lichtjes. Hij bestudeert mijn gezicht, zijn blik scherper nu, alsof hij voorbij mijn zelfverzekerde masker probeert te kijken. Misschien ziet hij de lichte trilling in mijn handen, of de snelle hartslag die klopt in mijn hals na die intense kus. "Wat scheelt er?" vraagt hij zachtjes, zijn stem onverwacht bezorgd, of misschien is het scepsis. "Hou je het niet?" De vraag verrast me. Hij doorziet iets, of denkt dat te doen. Ik besluit ter plekke van tactiek te veranderen. Het spel spelen vanuit kracht is opwindend, maar misschien is er ook kracht te vinden in gespeelde kwetsbaarheid. Het zal hem zeker verder verwarren. Ik laat mijn uitdagende blik vallen, kijk even naar mijn handen die in mijn schoot rusten. Dan kijk ik hem weer aan, probeer een zweem van onrust in mijn ogen te leggen. Ik knik nee. Een klein, bijna aarzelend knikje. "Het is..." Ik bijt even op mijn lip, alsof ik de juiste woorden zoek. "Het is gewoon... de zon, de kijkers," ik maak een vaag gebaar naar de mensen om ons heen, die inderdaad nog steeds onze kant op kijken, "en... mijn te kleine bikini. Het voelt allemaal zo... bloot. Het is me allemaal te veel." Ik laat mijn stem aan het einde een beetje breken, hoop dat het overtuigend klinkt. Ik presenteer hem de versie van een vrouw die overweldigd is door de aandacht en de situatie.

Maar terwijl ik de woorden van overgave en ongemak uitspreek, voel ik de waarheid als een hete stroom door mijn aderen jagen. Ik leun iets dichter naar hem toe, zodat alleen hij het kan horen, en fluister, met een stem die trilt van een heel andere emotie dan angst: "Het windt me uitermate op." Daar is het. De paradox. De gespeelde kwetsbaarheid en de rauwe, eerlijke bekentenis van mijn intense opwinding, veroorzaakt door precies die dingen waarover ik net klaagde. Ik kijk hem aan, benieuwd hoe hij deze tegenstrijdige signalen zal verwerken. De bezorgdheid in zijn ogen maakt plaats voor verwarring, dan voor iets anders – een vonk van begrip? Een flits van gedeelde opwinding? Mijn eerdere suggestie over de duinen krijgt nu een dubbele betekenis. Is het een vlucht voor de overweldigende situatie? Of een dringende zoektocht naar een plek waar deze intense opwinding een uitweg kan vinden? Ik laat het aan hem over om te beslissen hoe hij het wil interpreteren. Zijn reactie zal de volgende zet in het spel bepalen.

De opdracht

Mijn gefluisterde bekentenis hangt tussen ons, een gevaarlijke vonk in de toch al geladen atmosfeer. Ik kijk naar Kristofs gezicht, verwacht verwarring, misschien bezorgdheid, of zelfs afkeer van mijn tegenstrijdigheid. Maar de reactie die komt, is geen van die dingen. De verwarring in zijn ogen lost op en maakt plaats voor een nieuwe glinstering, een die ik niet meteen kan thuisbrengen. Het is scherp, intelligent, en… gevaarlijk? Een langzame glimlach trekt over zijn lippen, heel anders dan de tedere glimlach van even geleden. Deze is wetend, uitdagend, misschien zelfs een tikje wreed. Hij heeft mijn paradoxale toestand gehoord, begrepen, en besloten het spel een totaal andere wending te geven. Hij neemt de controle over.

"Misschien weet ik iets leukers," zegt hij zachtjes, zijn stem nu laag en vol suggestie, de eerdere spanning vervangen door een soort kalme durf. Zijn ogen houden de mijne vast, laten me niet ontsnappen. Mijn hart slaat een slag over. Iets leukers dan de privacy van de duinen? Wat bedoelt hij? Zijn glimlach wordt breder terwijl hij zijn volgende woorden uitspreekt, kalm, bijna achteloos, maar met een impact die me naar adem doet happen: "Hier blijven… en je eigen vingertje gebruiken."

De woorden slaan in als een blikseminslag. Hier? Nu? Met die jongens die ons aanstaren, die man met zijn grijns en zijn bobbel, iedereen? Dat ik mezelf zou moeten bevredigen, open en bloot op het strand van Knokke? De brutaliteit, de perversiteit van zijn voorstel doet me even verstijven. Dit is… dit gaat verder dan elk spelletje dat ik had bedacht. Is dit zijn wraak? Zijn manier om de controle terug te pakken, om mij te confronteren met de gevolgen van mijn eigen provocaties? Of is dit een verwrongen manier om aan 'Marie's' opdracht te voldoen – mij dwingen tot een daad van openlijke opwinding die hij vervolgens kan vastleggen? De gedachte is even misselijkmakend als… opwindend.

Een golf van hitte trekt door mijn lichaam, een mengeling van shock, ongeloof, maar ook een diepe, donkere sensatie van spanning. Hij daagt me uit. Hij legt de bal volledig in mijn kamp, op de meest publieke en riskante manier denkbaar. Hij heeft mijn bekentenis gehoord – dat de zon, de kijkers, de bikini me opwinden – en geeft me nu de kans, nee, de opdracht, om daar direct naar te handelen.

Ik kijk naar zijn gezicht, naar die uitdagende glimlach, naar de donkere schittering in zijn ogen. Hij meent het. Hij wil zien of ik durf. Hij wil zien hoever ik bereid ben te gaan in dit spel dat ik zelf begonnen ben. De vraag is niet langer wat hij gaat doen, maar wat ik ga doen. Durf ik deze omgekeerde opdracht aan? Durf ik mijn eigen spel naar dit onvoorstelbare niveau te tillen, hier, onder de brandende zon en de onverholen blikken van vreemden, met mijn eigen man als regisseur en getuige? En op dat moment besef ik het, met een helderheid die me bijna beangstigt: Dit is wat ik wil. Een diep, misschien lang verborgen verlangen borrelt op en overspoelt mijn eerdere schok. Een man die mij domineert. Niet altijd, niet in alles, maar op momenten als deze. Me onverwachte dingen laat doen. Dingen die de grenzen opzoeken, die me uit mijn comfortzone trekken. Die spanning, het onverwachte... dát is de ultieme opwinding die ik zoek, nog meer dan de controle die ik dacht na te jagen. Kristof, mijn Kristof, heeft zojuist precies de juiste snaar geraakt. De vraag is niet langer óf ik durf, maar hoe ik zijn opdracht zal uitvoeren.

Het vingertje

Ik haal diep adem, probeer de lichte trilling in mijn handen te onderdrukken. Mijn blik blijft gevangen door die van Kristof, een stilzwijgende communicatie van overgave en uitdaging tegelijk. Dan, heel langzaam, beweegt mijn rechterhand. Niet gehaast, niet opzichtig. Ik laat hem achteloos langs mijn zij glijden, alsof ik een zandkorrel wegveeg. Mijn vingertoppen strijken over de handdoek, dan over de blote huid van mijn heup.

Voorzichtig leg ik mijn hand op mijn bikinibroekje, plat op het dunne, groene stofje dat mijn schaamheuvel bedekt. De stof voelt warm aan van de zon en mijn eigen lichaamswarmte. Onder mijn handpalm voel ik de lichte curve, wat eronder ligt. Ik hou mijn adem in, mijn hart bonst luid in mijn oren, overstemt bijna het ruisen van de zee. Ik kijk naar Kristofs gezicht. Zijn glimlach is nog steeds daar, maar zijn ogen zijn nu gefocust op mijn hand.

Dan, terwijl ik zijn blik vasthoud, maak ik de volgende beweging. Met een subtiele kromming van mijn vingers zoek ik de bovenrand van het broekje, daar waar het zo gevaarlijk laag zit. Het vereist opperste concentratie om dit onopvallend te doen. Zo ongemerkt mogelijk laat ik mijn middelvinger onder het strakgespannen stofje glippen, langs de grens van mijn geschoren huid. De eerste aanraking is een schok – mijn eigen huid, gloeiend heet, en dan, direct daaronder, de vochtige gladheid van mijn schaamlippen. Mijn vinger glijdt tussen mijn lippen, vindt de natuurlijke groef. Het is een daad van pure, overschrijdende intimiteit, uitgevoerd op het meest openbare podium denkbaar. Een rilling trekt langs mijn ruggengraat, een mengeling van angst en een bijna ondraaglijke opwinding. Ik ben de grens overgestoken, op zijn bevel, maar uit mijn eigen, pas ontdekte wil. Mijn vinger rust daar, verborgen onder mijn hand, onder het minuscule lapje stof, een brandend geheim midden op het strand van Knokke.

Ik doe mijn ogen dicht, een bewuste poging om de buitenwereld buiten te sluiten. Ik probeer mijn omgeving te vergeten – de starende blikken, de brandende zon, zelfs Kristof die me ongetwijfeld met ingehouden adem observeert. Weg. Alles moet weg. Alleen dit. Alleen hier. Dit voelt zo heerlijk. De eerste schok van de daad maakt plaats voor een overweldigende golf van puur fysiek genot, versterkt door het verbodene, door de overgave aan zijn bizarre opdracht. Ik concentreer me volledig op het gevoel tussen mijn benen. De vochtige gladheid die mijn vinger ontmoet, de intense hitte die lijkt op te wellen vanuit mijn kern, de zachte druk van mijn vingertop tegen mijn clitoris, voorzichtig verborgen onder haar kapje. Hier liggen, op klaarlichte dag, mezelf aanrakend op zijn bevel... het is waanzin. En het is het meest opwindende dat ik ooit heb gevoeld.

En net wanneer ik denk aan de pure waanzin van dit alles, aan de absurditeit en het gevaar van wat ik hier aan het doen ben, voel ik een andere aanraking. Niet mijn eigen vinger, maar een hand op mijn borsten. Kristofs hand. Warm, zwaar, onmiskenbaar de zijne. Mijn ogen zijn nog steeds gesloten, mijn focus lag volledig beneden, maar deze nieuwe sensatie trekt me abrupt uit mijn interne wereld. Voordat ik volledig kan bevatten wat er gebeurt, voel ik hoe de natte, dunne stof van mijn bikinitop verschuift. Mijn bikinitop wordt naar beneden getrokken, eerst over de ronding van mijn borsten, dan verder, tot de stof ergens op mijn buik tot stilstand komt. De zon, de zeebries raken nu direct mijn ontblote tepels, die onmiddellijk hard worden.

Ik wil mijn ogen openen, maar dan hoor ik Kristofs stem, een hese fluistering vlak bij mijn oor, dwingend en zacht tegelijk: "Laat je ogen toe. Lever je over aan de zintuiglijke sensatie." Zijn woorden zijn een bevel, verpakt als een uitnodiging. Maar de realiteit dringt zich op, zelfs met gesloten ogen. Mijn borsten zijn ontbloot. Voor hem. Voor de jongemannen. Voor de grijnzende man.

Ik sta in tweestrijd. Een wilde, bijna pijnlijke opwinding vecht om voorrang met het scherpe besef dat we niet alleen zijn. Mijn eigen vinger rust nog steeds op de meest intieme plek, mijn borsten zijn volledig blootgesteld, en Kristofs hand rust nu zwaar op mijn buik, alsof hij me daar wil houden, gevangen in deze waanzinnige paradox. Mijn lichaam trilt, verscheurd tussen de diepste lust en de meest basale paniek. Mijn oren spitsen zich. Hoor ik daar de jongeren commentaar geven, of is het mijn verbeelding? Gedempte stemmen, een kort lachje... Is het voor hen duidelijk wat er aan de gang is? Ik vermoed van wel, want zo groot is de afstand niet. De gedachte jaagt een nieuwe golf van hitte en angst door me heen. Ze weten het. Ze zien het. En Kristof laat het gebeuren. Hij moedigt het zelfs aan.

De camera

De bevestiging dat de jongeren waarschijnlijk precies begrijpen wat hier gebeurt, stuurt een golf van ijskoude paniek door mijn opgewonden lichaam. Ik lig hier, borsten bloot, mijn eigen vinger verborgen tussen mijn benen, terwijl Kristofs hand bezitterig op mijn buik rust en hij me verbiedt mijn ogen te openen. Ik ben een open boek, een publiek spektakel.

Misschien voelt Kristof de verandering in mij, de trilling die door me heen gaat. Zijn hand, die zwaar op mijn buik lag, verschuift en legt zich op mijn heup, een gebaar dat zowel kalmerend als bezitterig voelt. Dan, met zijn andere hand, voel ik een lichte beweging naast me. Ik weet het, ik voel het aan de subtiele verandering in zijn energie. Hij pakt zijn telefoon. De telefoon die vandaag zijn camera is. Mijn hart slaat over. Mijn twijfel wordt weggenomen door een zacht, bijna onhoorbaar geluid vlak bij mijn hoofd. Klik. Het geluid van de camerasluiter van zijn telefoon. Onmiskenbaar. Een bizarre mix van diepe vernedering, intense woede, maar ook – en dit is het meest verontrustende – een perverse, stekende opwinding. Hij doet het. Hij gehoorzaamt 'Marie'. Hij legt me vast, hier, nu, in deze meest kwetsbare, meest blootgestelde toestand.

Klik. Nog een keer. Mijn vingers verkrampen even om mijn eigen vinger. De drang om mijn ogen open te rukken is immens. Maar zijn gefluisterde bevel houdt me gegijzeld.

Klik. Ik concentreer me op de fysieke sensaties om niet gek te worden. De zon op mijn ontblote borsten, de wind, de druk van Kristofs hand, het gevoel van mijn eigen vinger. En boven alles, het geluid van die zachte klikken, die me vastleggen, moment na beschamend moment. Ik lig daar, gevangen in het donker achter mijn oogleden, een willoos subject in een pervers spel. Mijn lichaam is een slagveld van tegenstrijdige gevoelens. En boven alles hangt de vraag: wat ziet hij? Wat legt hij vast? En wat, in godsnaam, gebeurt er allemaal?

Een vreemde hand

Ik probeer me over te leveren aan mijn genot. Maar dan, door het waas van geluiden, hoor ik beweging. Dichterbij. Gedempt geluid van zand dat verschuift, vlak naast me. Het is niet Kristof; hij zit stil, ik voel zijn aanwezigheid. Wie is dit? Voordat ik de gedachte kan afmaken, voel ik het. Een hand. Niet op mijn heup, maar op mijn hand. De hand die verborgen ligt onder de dunne stof van mijn bikinibroekje, tussen mijn benen. Een warme, stevige hand bedekt de mijne volledig, drukt mijn eigen vingers stiller, dieper tegen mijn meest gevoelige plek. De onverwachte aanraking is een elektrische schok. Mijn eigen stimulatie stopt abrupt.

Paniek schiet als ijskoud water door mijn aderen. Wie? Wiens hand is dit? De aanraking voelt anders dan die van Kristof. Groter misschien? Of gewoon... vreemd? Met mijn ogen nog steeds gesloten, ben ik volledig blind, volledig overgeleverd. Klik. Kristofs camera gaat nog steeds door. Weet Kristof dit? Ziet hij dit? Laat hij dit gebeuren? De vragen tollen door mijn hoofd, maar één vraag overstemt alles. De vraag – Is dit Kristof? – echoot in de duizelingwekkende leegte van mijn paniek. Mijn hele lichaam verstijft. Ik probeer me te concentreren op de hand zelf, maar de paniek maakt een heldere analyse onmogelijk. Het is gewoon een hand – warm, stevig, onwrikbaar en ondraaglijk vreemd.

De hand beweegt niet. Hij rust daar gewoon, een zwaar, controlerend gewicht dat elke mogelijkheid tot eigen beweging ontneemt. Juist deze stilte is zenuwslopend. Klik. Daar is het weer. Het zachte, verraderlijke geluid van zijn telefooncamera. Het komt nog steeds van naast me. Dus hij is het niet? Hij zit daar nog steeds. Hij zit daar, en hij fotografeert. Fotografeert hij dit?

Mijn gedachten slaan op hol. Als dit niet Kristof is, wie dan wel? En waarom stopt Kristof het niet? Is dit onderdeel van het spel? Of is dit pure, rauwe, onvoorspelbare werkelijkheid? Een willekeurige strandganger die misbruik maakt van de situatie, en mijn eigen man die te verlamd, te gehoorzaam, of misschien zelfs te opgewonden is om in te grijpen? Het besef van mijn totale machteloosheid is verpletterend. Mijn eerdere realisatie – dat ik dominantie en het onverwachte wilde – wordt nu op de meest extreme, angstaanjagende manier getest.

De drang om mijn ogen open te rukken is bijna fysiek pijnlijk. Maar Kristofs bevel houdt me gegijzeld. Ik lig stil, gevangen, luisterend naar het harteloze klik... klik... klik van de camera. De grens tussen spel en nachtmerrie is volledig vervaagd. Daar lig ik, gevangen. De paniek van het vorige moment lost plotseling op in een nieuwe, krachtige golf die me volledig overspoelt. Opwinding giert door mij. Het is geen simpele lust meer; het is iets donkerders, scherpers, gevoed door de pure waanzin en het taboe van de situatie. De onbekende hand, de openlijke blikken, Kristofs kille documentatie – het mengt zich tot een explosieve cocktail die mijn angst verdringt en vervangt door een bijna roekeloze begeerte.

Als dit het spel is, dan speel ik mee. Met mijn ogen nog steeds dicht, begin ik mijn vinger zachtjes te bewegen. Het is een minimale verschuiving, een bijna onmerkbare streling, onder de warme, stevige druk van de onbekende hand. De dubbele aanraking creëert een nieuwe, intense frictie. De hand boven op de mijne reageert niet onmiddellijk. Hij blijft liggen, een zware, passieve aanwezigheid. Hij stopt me niet, maar moedigt me ook niet aan. Ik beweeg mijn vinger opnieuw, iets meer druk nu, een kleine cirkelende beweging. Een scherpe ademhaling ontsnapt aan mijn lippen, een geluid dat ik niet kan onderdrukken.

Klik. Het geluid van de camera lijkt nu luider. Hij ziet dit. Hij legt vast hoe ik hier lig, mezelf bevredigend onder de hand van een mogelijke vreemde, met gesloten ogen, overgeleverd aan de waanzin die we samen – of apart? – gecreëerd hebben. De gedachte stuwt de opwinding naar nieuwe hoogten. Ik beweeg mijn vinger weer, een ritme zoekend in de chaos.

Dan gebeurt er iets nieuws. De hand die de mijne bedekt, verschuift subtiel. Het is een lichte aanpassing van de druk, een bijna onmerkbare streling van de vingers van de ander tegen de knokkels van mijn eigen hand. Het is alsof de hand reageert op mijn ritme, het erkent, het misschien zelfs… aanmoedigt? Een schokkend besef treft me: dit is geen toeval. Dit is geen passieve aanwezigheid meer. Wie het ook is, deze persoon neemt nu actief deel. De gedachte zou me moeten doen verstijven van angst, maar in plaats daarvan stuurt het een nieuwe, verschroeiende golf van opwinding door mijn lichaam.

Aangespoord door deze onuitgesproken interactie worden mijn eigen bewegingen minder voorzichtig. Mijn vinger glijdt sneller, doelgerichter. De druk van de hand boven op de mijne lijkt zich aan te passen, wordt iets steviger. Mijn ademhaling versnelt dramatisch. Mijn onderrug komt lichtjes los van de handdoek. Een zacht gekreun ontsnapt aan mijn lippen.

Klik... Klik-klik. Kristofs camera. Dichterbij nu? Ik stel me zijn gezicht voor, geconcentreerd. Hij ziet mijn ademhaling, mijn lichte bewegingen, hoort mijn gekreun. Hij legt vast hoe ik hier lig, ontbloot en overgeleverd, mezelf en een onbekende ander die me helpt naar een hoogtepunt brengend. De wetenschap van zijn blik, duwt me verder over de rand. De sensaties worden bijna ondraaglijk. De frictie, de hitte, de druk, de wetenschap van de blikken, de camera, de zon... het smelt samen tot één overweldigende golf. Ik voel het naderen, het punt zonder terugkeer. Hier, op dit strand, met gesloten ogen, onder een vreemde hand, terwijl mijn man toekijkt en fotografeert. De waanzin is compleet. En ik sta op het punt me er volledig aan over te geven.

Het punt zonder terugkeer is bereikt en stort zich met volle kracht over me heen. Een scherpe, ononderdrukbare kreet ontsnapt aan mijn lippen. Mijn lichaam spant zich aan als een boog. Mijn rug komt los van de handdoek, mijn heupen drukken zich onwillekeurig omhoog. De hand boven op de mijne drukt nu steviger, onverzettelijk, alsof het mijn climax wil bezegelen. Mijn eigen vinger stopt met bewegen. Golven van puur, witheet plezier pulseren door me heen. Mijn spieren trekken samen, oncontroleerbaar. Mijn tenen krullen in het zand. Ik bijt op mijn lip om niet harder te schreeuwen.

Klik. Zelfs nu. Zelfs op het hoogtepunt van mijn orgasme, hoor ik het geluid van de camera. Kristof. Hij legt dit vast. Dit meest intieme, meest oncontroleerbare moment. Dan ebben de golven langzaam weg. De intensiteit maakt plaats voor een diepe, trillende naschok. Mijn lichaam zakt terug op de handdoek, zwaar, uitgeput. De hand rust nog steeds op de mijne. Misschien iets minder druk nu, maar nog steeds aanwezig.

De geluiden van het strand dringen langzaam weer tot me door. De realiteit komt met een klap terug. Ik lig hier, topless, met een hand – wiens hand? – op mijn kruis, net klaargekomen op een openbaar strand, terwijl mijn man foto's nam. De schaamte, de opwinding, de angst en de verwarring vormen een misselijkmakende cocktail. Mijn ogen blijven dicht, nog steeds gehoorzaam aan zijn bevel. Wat nu? Wat heb ik gedaan? En wat gebeurt er als ik mijn ogen open?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...