Door: Annemiek
Datum: 23-06-2025 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 4486
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 74 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Groepsex, Romantiek, Trio,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 74 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Groepsex, Romantiek, Trio,
De stad is stiller in oktober. Het soort stil dat niet leeg voelt, maar afwachtend. Alsof alles in de adem van verandering hangt. Het blad valt, maar houdt zich nog net vast. Nora zit op de rand van haar bed, een wollen trui nonchalant over haar schouder gegooid. De stoom kringelt traag op uit haar mok – gember, citroen, honing. Ze heeft geleerd te zorgen voor zichzelf. Niet omdat iemand het haar heeft voorgedaan. Juist omdat niemand het meer deed.
Het iets meer dan een jaar geleden. Die dag zit nog in haar lijf. Het geluid van zijn schoenen op de trap. De geur van verschaald bier en onuitgesproken wrok. Ze herinnerde zich de koude klink in haar hand toen ze hem achterliet. Geen drama, geen geschreeuw, alleen de stilte na een gebroken relatie. Het krakende geluid van haar hart dat brak, zonder te schreeuwen, zonder boos op hem te zijn. Sindsdien leeft ze in lagen. De bovenste laag glimlachend op het werk, sterke koffie, vlotte gesprekken. De onderste laag een lijf dat ’s nachts koud aanvoelt, vingers die zichzelf niet meer raken, een verlangen dat zich sluimert onder haar huid.
Ze beweegt traag naar het raam, het glas is vochtig van binnen. Buiten dwaalt de wereld, zonder haar. Mensen haasten zich met jassen tot hun oren, kinderen rennen gillend door plassen. En daar, in dat stille moment, dringt het tot haar door, ze leeft, maar niet écht. Dan trilt haar telefoon. Ze leest de naam op het scherm alsof het een oude foto is, Iris. Een vrouw met vuur in haar ogen en scherpe, liefdevolle grappen. Ze hadden ooit nachtenlang gepraat, gedanst, gerookt, gedronken. Daarna elkaar langzaam uit het oog verloren. Nora’s duim rust even op het scherm en leest.
“Hey, lang geleden! Zin om bij te praten?” Ze voelt iets schuiven in haar borst, iemand die aandacht voor haar heeft, iemand die even de leegte doorbreekt. Niet schokkend, niet wild, maar warm. Ze typt terug: “Ja. Lijkt me fijn.” Haar hart klopt iets sneller. Ze legt haar telefoon weg en blijft even zitten, de thee inmiddels koud in haar handen. Iets is aan het kantelen, niet spectaculair, maar onomkeerbaar.
Ze zakt terug op de bank, benen onder zich gevouwen, de mok thee nu onaangeroerd. Haar vingers glijden gedachteloos over het scherm van haar telefoon, maar haar hoofd is al lang ergens anders. Terug bij de laatste keer dat ze Iris zag. Het was op een zomeravond in de stad, een borrel op een dakterras vol hip volk en zachte elektronische muziek. Nora herinnerde zich de geur van citrus en zonnebrand, het geroezemoes van stemmen, en Iris was stralend als altijd. Ze was er samen met haar man Robert.
Iris is klein, gespierd, met een lijf dat zich altijd al soepel bewoog alsof het altijd wist waar het heen moest. Haar korte, gitzwarte haar net chaotisch genoeg om er stijlvol uit te zien. Ze droeg een witte jumpsuit, strak bij de taille, open rug. Haar ogen, warmbruin, bijna zwoel, hadden iets zachts en iets dreigends tegelijk, alsof ze je in één blik kon troosten of verteren. Ze lachte vaak, en als ze lachte, keek iedereen.
Robert daarentegen… Degelijk, saai zelfs. Een grijze trui, spijkerbroek, afgetrapte sneakers. Maar zijn lichaam verraadde iets anders, atletisch, strak, de nonchalante kracht van iemand die gewend was grenzen te verleggen op twee wielen. En toch, hij bewoog zich alsof hij niet gezien wilde worden. Hij sprak zacht, dacht lang na voor hij iets zei. Maar Iris luisterde naar hem met een intensiteit die bijna erotisch was, alsof hij iets had wat anderen niet zagen. Als Iris sprak, keek hij haar aan alsof ze het middelpunt van zijn universum was, liefdevol en verliefd.
Twee tegenpolen, maar perfect in balans. Ze vulden elkaar aan zoals water en vuur, zonder elkaar ooit te doven. Nora voelde toen al iets dat ze niet durfde te benoemen. Niet jaloers, niet echt, maar iets knaagde. Een gemis dat ze pas echt begreep toen ze weer alleen thuis was, in bed, starend naar het plafond, hun stemmen nog nagalmend in haar hoofd. En nu, een jaar later, had ze geen idee hoe het met ze ging. Had ze geen contact gehouden. Ze had Iris laten wegdrijven in het grote niets van “te druk, te moe, te laat.” Ze schaamde zich daar nu een beetje voor. Ze had haar nodig. misschien altijd al. De gedachte dat Iris haar uit het niets berichtte, bracht iets wilds in beweging. Wat als, wat als het niet zomaar een berichtje uit beleefdheid was en ze weer vaker contact zouden hebben? Ze pakt haar telefoon weer op, haar vingers trillen nauwelijks merkbaar. “Wanneer?” typt ze. De blauwe vinkjes bleven grijs.
Nora zuchtte, typisch Iris. Niet onbeleefd, maar gewoon… ergens anders met haar hoofd. Altijd onderweg, altijd in gesprek, of in gedachten, of verdwaald in iets dat haar op dat moment volledig opslokte. Niet snel, maar nooit vergetend, dat was Iris. Nora kende haar goed genoeg om dat te weten. Maar toch bleef ze naar het scherm staren, alsof haar blik het antwoord kon afdwingen. Ze stond op, liep traag naar de badkamer, waarom, wist ze niet precies, misschien om te wachten. Misschien om zich op iets anders te richten, misschien om zichzelf weer even te voelen.
De tegels voelden koel onder haar voeten. Ze trok haar trui uit, liet haar legging van haar heupen glijden. Haar kleren lagen als een gedrapeerde schaduw op de douchevloer. Ze keek naar zichzelf in de spiegel, stap voor stap, zonder oordeel. Eerst haar silhouet, dan haar huid. Verwaarloosd had ze zich nooit. Niet echt, ze had gegeten, geslapen, bewogen. Ze was geen van die vrouwen die in zichzelf verdween na een scheiding, integendeel. Ze was misschien zelfs slanker dan een jaar geleden. Iets minder ronding, iets meer definitie. Haar taille strakker, haar heupen minder zacht, maar elegant. Lichtelijk hoekiger, volwassener, bijna.
Haar blik gleed naar haar borsten. Groot, stevig, nog altijd. Er zat trots in haar ogen terwijl ze keek. Geen beugel beha nodig om zich mooi te voelen. Ze had dit lijf, met alles erop en eraan, zelf gehouden, zelf gedragen. Maar dan, haar blik zakt, haar wenkbrauwen trekken samen, haar schaamstreek. Teveel haar, niet netjes, niet getrimd. De scherpe lijn langs haar lies vervaagd, de randen slordig, het midden verwilderd. Alsof niemand daar in maanden geweest was. En dat was ook zo.
Ze voelde zich opeens bekeken, terwijl niemand haar zag. Schaamte is vreemd als er niemand is om je voor te schamen. ze draait de kraan open, warm water slaat sissend op de tegels, de stoom vult de ruimte. Ze stapt eronder, sluit haar ogen, laat het over zich heen spoelen. Alsof ze zichzelf wil herscheppen, wegwassen en verzachten. In haar hoofd klinkt de stilte van Iris’ uitblijvende antwoord.
In haar lijf begint iets te bewegen, een herinnering, een verlangen? Of gewoon… een wakker worden. Ze weet het niet.
Het water was nu heet. Ze voelde het op haar schouders, haar sleutelbenen, haar borst, alsof haar lijf langzaam werd losgeweekt uit een oude huid. Haar hand gleed naar het plankje in de hoek van de douche. Ze pakte het scheermes, draaide het tussen haar vingers, alsof ze het voor het eerst zag. Ze begon bij haar benen, lange halen, het mes gleed soepel, bijna elegant. Over haar scheenbenen, haar dijen, zacht schuim, warme huid, licht prikkelende sensaties. Dan haar oksels, de geur van haar douchegel mengde zich met iets anders, iets diepers.
En toen…Ze keek naar beneden. Naar het bos kroes haar tussen haar benen. Dicht, wild, onverstoorbaar, ze zuchtte diep, iets tussen schaamte en opwinding in. Ze begon langzaam, voorzichtig, met vaste hand, zonder haast. De krullen vielen op het doucheputje, ze tilde het dekseltje op. Een dikke pluk bleef hangen in het rooster. Ze fronste, zoveel, zoveel maanden genegeerd. Niet omdat ze lui was, of omdat ze haar lichaam niet wilde aanraken. Maar omdat ze het niet durfde, omdat het haar niets meer deed, tot nu.
Ze voelde het nu wél, iets tintelde in haar onderbuik, iets wakker. Ze ging opnieuw met het mes over haar huid, dit keer trager, met meer aandacht. Ze voelde met haar vingers of er nog haartjes achterbleven. De zachte, natte aanraking van haar eigen hand liet haar even duizelen. Ze schoor nog één keer, heel precies. En toen… voelde ze het, de gladheid die ze zo lang had gemist. De frisheid, de openheid. Haar vrije hand rustte even tussen haar benen. Warm water stroomde erlangs. Haar vingertoppen bleven liggen, niet duwend, niet bewegend. Gewoon voelen, alsof ze zichzelf terugvond. Iets wat lang afgesloten was, met lagen van onverschilligheid, van moeheid, van “later wel”.
Haar ademhaling veranderde, een zucht, diep, een herinnering aan de laatste keer dat ze zichzelf daar had aangeraakt. Ze wist het niet eens meer, was het in bed geweest, in de stilte na een slapeloze nacht, of haastig, onder een deken, starend naar het plafond? “Godverdomme,” fluisterde ze, haar voorhoofd rustend tegen de koude tegel. Waarom had ze zelfs dát niet meer gedaan, waarom had ze haar eigen lijf de rug toegekeerd?
Ze wilde zich verontschuldigen. Aan zichzelf, en tegelijk… voelde ze zich krachtig. Goddelijk bijna, glad, open, levend. Ze draaide de kraan uit, en net op het moment dat ze de handdoek om haar lijf sloeg, hoorde ze het bekende ping van haar telefoon in de woonkamer. Dat moest Iris zijn, Iris haar jeugdvriendin waar ze ooit alles mee besprak, waarmee ze samen de wereld verkende en ook zichzelf. Ze dacht aan die keer met Iris onder de douche en dwaalde even af naar toen, toen ze nog zestien was.
Het warme water was toen nog een straaltje uit een gammele douchekop aan een plastic slang. De badkamer van Iris’ ouders was klein en rommelig, met een beslagen spiegel vol vingerafdrukken en een lichtbruine tegelvloer waar ze bijna op uitgleden. Net zestien, allebei. Iris had voorgesteld om samen te douchen na het zwemmen. Dat was niets bijzonders, ze deden het vaker, ze deden alles samen. Nora had zonder nadenken haar shirt over haar hoofd getrokken, badpak nog nat, haar huid plakkerig van chloor en zon.
Ze stonden onder het water, lachten om elkaars natte haren. Vergelijkend, prikkelend nieuwsgierig, alsof hun lichamen boeken waren waar ze samen de eerste hoofdstukken van lazen. Nora herinnerde zich haar eigen ongemak, niet door Iris, maar door zichzelf. Haar borsten waren groter dan gemiddeld, maar nog niet volgroeid. Haar schaamstreek daarentegen… een bos, zoals Iris het noemde. Dik, donker, bijna volwassen, terwijl Iris nog nauwelijks iets had. Gladde huid, strakke buik, het lichaam van een kind dat net begint te veranderen. “Ik snap het niet,” zei Iris toen, haar vinger speels wijzend en net niet strelend. “Daar al jungle, en hier niks.”
Ze wees naar haar eigen borstkas en trok haar wenkbrauwen op. Ze moesten zó hard lachen dat ze tegen elkaar aan vielen, druipend, warm van het water en de zon op hun huid. En toen kwam het scheermesje. “Ik heb er eentje gepakt van m’n moeder. Wil je?” Nora had geaarzeld, maar knikte, ze vertrouwden elkaar blind. Ze gingen op de rand van het bad zitten, handdoeken onder hun billen, giechelend en stuntelig. Iris begon, scheerde Nora’s been met uiterste concentratie, haar tong half uit haar mond, alsof ze een kunstwerk maakte. En daarna andersom. Geen enkele gêne, tussen hun benen alleen water, schuim, en vriendschap. Geen seks, geen spanning.
Nora stond nu weer in haar eigen badkamer, jaren later, haar volwassen lijf in de stoom. Maar de herinnering was glashelder, net als andere herinneringen, toen ze ouder werden en er nieuwe ontdekkingen werden gedaan. Ze voelde een glimlach op haar gezicht, warm, pijnlijk mooi. Dat meisje van toen, de Nora van toen… die zorgeloze openheid, waar was dat gebleven? Ze wreef met haar hand over haar pas geschoren huid. Zacht, gladder dan in maanden, en voor het eerst in lange tijd… voelde ze zich niet alleen bloot, maar aanwezig.
Ze liep naar de woonkamer. het scherm van haar telefoon lichtte weer op, Iris. “Morgen kan ik. Koffie? Lunch? Of iets spannenders… een wijntje?” Nora’s hart sloeg over, ze slikte. Haar vinger bleef even boven het toetsenbord hangen. Die laatste woorden tintelden. Niet door wat ze wáren, maar door wat ze ooit hadden betekend.
Ze dacht meteen terug aan die keer, lang geleden. Amper zeventien, de ouders van Iris even weg, een huis vol stilte en mogelijkheden. Ze hadden gerookt, wijn gedronken, geen glas, geen finesse. Gewoon, de kast open, uit elke open fles een slok. Wit, rood, zelfs iets met bubbels dat naar azijn smaakte. Ze waren allebei misselijk geworden, maar wat hadden ze gelachen. Jaren later haalden ze de anekdote vaak aan. “Wijnproeverij a la Iris & Nora,” zeiden ze dan met een knipoog. Maar de herinnering die daarna kwam, vertelden ze nooit, aan niemand.
Hun eerste weekend samen weg, een klein vakantiehuisje ergens in Zeeland, grijze lucht, nat gras.
Ze hadden een fles wijn gekocht bij de supermarkt, en daarna nog een. Niet omdat het lekker was, maar omdat het hoorde bij “vrij zijn”, dat dachten ze toen. Ze sliepen in één bed, vanzelfsprekend. Iris in een te groot shirt. Nora in een oude tanktop, strak om haar lijf en haar inmiddels forse borsten. De lucht was zwaar van parfum, shampoo en puberzweet. En ergens in die nacht, toen de wijn hun tongen los had gemaakt en hun grenzen vervaagd waren, begonnen de grappen. “Als jij echt geschoren bent,” zei Nora met haar tong zwaar en haar hoofd tegen het kussen, “dan wil ik dat zien.” Iris had gelachen. “Oh ja?” ze gooide de deken van zich af, trok haar shirt op tot boven haar heupen.
“Inspecteer maar, dokter.”
Nora had gespeeld. Met haar hand onder haar kin alsof ze nadacht. En toen gleed haar vinger over de gladde lijn langs Iris’ lies. Niet schokkend, niet brutaal, alleen… zacht. “Ik geef je een tien,” fluisterde ze. Toen keek Iris haar aan, een blik, niet verbaasd, niet boos, maar open en onzeker. En iets anders, iets dat Nora niet kon plaatsen, toen nog niet. Ze hadden gelachen, daarna, de deken over zich heen getrokken. Niet verder gegaan, niet hoeven praten, maar iets was veranderd. Een geheim was geboren, niet één dat pijn deed, maar dat je bewaart omdat het mooi is. Omdat het je vanbinnen warm houdt, zelfs als je de ander jaren niet ziet. Pas een jaar later, op een onbewaakt moment, had Iris in Nora’s oor gefluisterd welk gevoel door haar lijf was gegaan. Nora kreeg rode wangen, dat gevoel kende ze, als ze met zichzelf speelde.
Nu, terug in haar woonkamer, voelde Nora haar hart sneller kloppen. “Iets spannenders,” zei Iris nu. Was het nog steeds een grap, of niet meer? Ze typte terug “Morgenavond, wijn. Jij kiest, ik schenk.” Ze had het verstuurd, haar hand trilde nauwelijks. Morgen was nog ver, maar de warmte zat al in haar buik. Morgen ziet ze Iris weer, morgen heeft ze eindelijk weer iemand om mee te praten, iemand die haar begrijpt, waar ze herinneringen en geheimen mee deelt en iemand die altijd bereid is mee te denken in oplossingen. Ze had er zin in, ze voelde zich goed, schonk voor het eerst sinds tijden een wijntje in, kroop in bed, keek een film en liet haar hand over haar lichaam gaan, voor het eerst sinds tijden.
De zon had zich nog niet laten zien die ochtend, maar Nora was wakker met een gevoel van verwachting dat onder haar huid tintelde. Het laken kleefde aan haar lichaam, ze voelde haar slipje aan het voeteneind en haar naaktheid onder het dekbed, ze glimlachte, dacht aan gisteravond, het wijntje, haar hand en haar vingers, heerlijk. Ze had zich voorgenomen rustig te blijven, gewoon koffie te drinken, rustig te ontbijten. Maar haar gedachten bleven terugglijden naar Iris’ bericht.
“Iets spannenders.” Die woorden hadden de hele nacht in haar hoofd gedanst, als een klein vonkje dat zich door haar herinneringen brandde. En toen, halverwege de ochtend, haar telefoon. een appje van Iris. “Hee liefje, plan iets bijstellen… kan niet van huis. Je ziet wel waarom, bij mij thuis dus. Nog steeds wijn, jij schenkt. Gezellig!” Nora las het twee keer. Bij Iris thuis, niet koffie op een terras, geen veilige lunch in de stad, geen wijntje in een donker café. Thuis, bij Iris’ thuis? Haar omgeving, haar geur, haar ritme. En je ziet wel waarom, wat betekende dat? Iets praktisch, iets intiems? Nora beet op haar onderlip. De vage tekst liet niets los. Of juist alles, was het ironie, was het verleiding? Ze typte snel terug, “Ik kom, wijn neem ik mee, gezellig, zin in!” Ze twijfelde geen seconde aan haar antwoord. Maar daarna… ging het pas écht beginnen.
Toen ze aanbelde opende Iris de deur, een zoen, haar jas op de kapstok en Iris haar van top tot teen bekijkend. Nora stond nog maar net in de gang toen haar blik naar rechts werd getrokken, naar de woonkamer. Ze zag een bank, een deken, en daar, half zittend, half liggend, Robert, met zijn been in het gips. Been omhoog, laptop op schoot, gezicht grijs van de koppigheid. Hij keek op, knikte vriendelijk. “Hoi Nora. Lang niet gezien.” Hij zag er precies zoals ze hem zich herinnerde. Degelijk, een beetje bleek, zijn haar alweer te lang aan de zijkanten. Maar ook gespierd, ondanks het gips, en met een blik in zijn ogen die zei, Ik ga niet klagen, maar ik baal als de pest. Nora’s hele fantasie, van zwoele blikken en wijn bij kaarslicht, viel in een paar seconden als een kaartenhuis in elkaar. Ze voelde zich ineens overdressed, te gepolijst, te aanwezig. “Ik hoop dat het meevalt,” zei ze, haar blik naar zijn been gericht. “Breuk in m’n kuitbeen. Drie weken stilzitten, daarna loopgips. Voor een fietser is dat erger dan sterven,” zei hij met een flauwe grijns. Iris kwam terug uit de keuken met twee glazen. “Het was óf jij hier, of ik niet weg. Dus welkom in ons charmante nest.”
Nora moest lachen, een beetje gespannen. “Nou, ik voel me vereerd.” Iris gaf haar het glas aan. “Op gebroken benen,” zei ze een beetje spottend. “En op vriendinnen die tóch komen,” voegde Robert toe, voor hij weer naar zijn laptop keek. Ze gingen samen aan de eettafel zitten. De wijn was koel, de glazen beslagen. De keuken rook naar basilicum en iets geroosterds. En ineens, tussen de realiteit van een man met een gebroken been en de rommelige warmte van Iris’ huis, voelde Nora zich weer Nora. Niet het meisje van toen. Niet de vrouw die gisteren haar lichaam herontdekte. Maar de vriendin, de gast, de nieuwsgierige.
Ze nam een slok. “Ik dacht even dat ‘iets spannenders’ iets héél anders betekende,” zei Nora met een halve glimlach. “Ik weet het,” zei Iris meteen, haar stem laag, zonder schroom. “Het was een teaser.” Nora keek op, haar wenkbrauwen licht geheven.“Ik weet hoe jij leeft,” ging Iris verder, rustig, alsof ze een theezakje liet trekken. “Alleen. In dat grote huis. Alles onder controle. Niets dat echt raakt. Je had een duwtje nodig. ”Nora lachte, kort en scherp. “Je bedoelt dat ik leef als een kluizenaar.” Iris grijnsde, “Precies dat. Een elegante, zelfredzame kluizenaar met goede smaak in wijn. Maar verder een sufkut zonder plezier.”
Als reactie gaf Nora haar een duw. Speels, maar met contact. De binnenkant van haar hand raakte Iris’ bovenarm, warm door de wijde trui heen. Hun blikken kruisten elkaar net iets te lang voor zomaar een grap. Het was geen flirt, geen voorstel, het was de bevestiging dat Iris haar zag. “Jij zegt dit nu,” zei Nora, haar glas ronddraaiend, “maar volgens mij ben jij ook niet bepaald elke avond in de kroeg te vinden.” Iris haalde haar schouders op. “Ik leef nog, jij… sliep, dat is een verschil.” Daarna ontspande het gesprek. Niet in onderwerp, maar in toon.
Ze leunden naar elkaar toe. De flarden vlogen over tafel, over werk, Nora’s opdrachten, haar eindeloze mails, haar eenzaamheid tussen deadlines. Over de wereld, de onrust, de druk, de zinloosheid van alles soms. Over relaties, de stilte na een breuk, de leegte in een bed dat weer de jouwe wordt. Ze lachten om oude dates. Bespraken de eerste keer seks na een verbroken relatie. Hoe het soms voelde alsof je je eigen lijf opnieuw moest leren kennen. En toen, zonder overgang, “Wanneer was de laatste keer dat je echt opgewonden was?” vroeg Iris, haar toon niet provocerend maar oprecht nieuwsgierig, alsof ze vroeg naar een boek dat je ooit uitleende en vergat.
Nora moest even slikken. Ze wilde liegen, of ontwijken. Maar ze kende Iris te goed. “Gisteren,” zei ze. “Toen ik onder de douche stond en aan jou dacht. Aan vroeger.” Iris knikte langzaam, niet verrast, niet ongemakkelijk. “Dat was de bedoeling.” Iris keek Nora aan, open en een beetje gevaarlijk. De kamer werd stiller, niet van geluid, maar van betekenis. Alsof alles even stilstond om ruimte te maken voor wat nog komen kon.
Voordat Iris antwoord gaf, stond ze op en liep naar de keuken. Ze opende de koelkast, pakte een biertje en maakte het met één hand soepel open op de rand van het aanrecht. Nora hoorde het zachte pfft van het koolzuur. Even later stond de keukendeur op een kier, Iris was in de kamer en zei “Hier, voor de patiënt.” Nora hoorde een stem, onverstaanbaar, wat gemompel. Iris lachte zacht, sloot de deur en draaide zich met een brede glimlach naar haar vriendin. “Die zit porno te kijken,” zei ze droog. “Daar hebben we geen kind aan.” Nora’s wenkbrauwen vlogen omhoog. “Serieus? Zit hij echt…?” Iris stootte haar aan, licht met haar heup. “Geen idee wat hij kijkt,” zei ze lachend. “Misschien racefietsen met vrouwen en blote borsten, who knows. Maar hij mag alles. Net als ik.”
Nora was even stil, zocht naar een reactie, iIris voelde haar twijfel. “Soms kijken we samen,” voegde ze eraan toe. “En daarna hebben we urenlang plezier.” Die woorden kwamen aan als een glas ijskoud water in een warme kamer. Niet schokkend, maar verfrissend, onvoorstelbaar bijna. Ze dacht aan de suffige, stille Robert met zijn truien en zijn lesboeken. “Nou,” zei ze, haar stem iets heser dan ze wilde, “vertel eens iets smeuïgs.” Iris leunde achterover tegen het aanrecht, haar glas in haar hand, haar ogen op Nora gericht alsof ze haar zorgvuldig observeerde. “Dat is het grappige,” begon Iris. “Je ziet Robert en je denkt, veilig, degelijk, lief. En dat is hij ook, maar hij weet wat hij lekker vindt. En hij durft te zeggen wat hij wil. Soms kijkt hij iets geks op internet, soms deelt hij het met me, en dan eindigen we ergens vrijend op de keukentafel. Er zijn momenten waarop hij echt extreem is, laatst hadden we seks in een pashokje en tijdens een etentje wilde hij dat ik m’n slipje uittrok”
Nora lachte ongemakkelijk, bijna jaloers. “Ik kan me hem daar gewoon níét bij voorstellen.” “Precies,” zei Iris, knipogend. “Dat maakt het juist opwindend.” Ze nam een slok wijn, en liep weer naar de tafel waar Nora zat. Ze liet zich nonchalant op de stoel naast haar zakken, hun knieën raakten elkaar kort. “Wat was jouw gekste plek ooit?” vroeg ze zacht. Nora keek haar aan. “Dat ga ik echt niet vertellen,” zei ze met een scheve lach. “O, jawel. Jij begon met de douche en mijn naam erbij en was nieuwsgierig naar Ronald,” zei Iris. “Jij staat op achterstand.” Nora dacht na, ze slikte. “Voorovergebogen op het balkonhek,” zei ze. “In mijn oude flat. Met een collega die me thuis bracht na een feestje en nog een sigaretje met me deelde. De buurman heeft alles gezien, ik ben daarna nooit meer met hem in de lift gestapt.”
Ze lachten samen, hard en zonder schaamte. En voor het eerst die avond voelde Nora haar wangen warm, maar niet van verlegenheid, van leven, van alles wat ze had gemist en alles wat misschien nog voor haar lag. “En jullie dan?” vroeg Nora, haar stem nu zachter, lager. Ze liet haar vingertop langs de rand van haar glas glijden. “Ik bedoel: de extreemste plek. Niet de gekste. De… grens.” Iris’ ogen flitsten naar haar, iets scherpers erin nu. Niet vijandig, eerder alert, alsof iemand onverwacht een lucifer aanstreek in een donkere kamer. “Extreem of gekste?” vroeg ze traag, alsof ze even tijd kocht.
“Extreem,” herhaalde Nora, zonder een spier te vertrekken. De wijn gaf haar lef of het was Iris’ aanwezigheid, net als vroeger. Er viel een seconde stilte. Iris leunde achterover in haar stoel. De trui gleed iets naar beneden, haar sleutelbeen kwam bloot, elegant en scherp. Ze speelde met het glas in haar hand, liet het draaien. “Oké,” zei ze. “Maar alleen als jij niet met zo’n verbaasde kluizenaarsblik gaat kijken. ”Nora grijnsde. “Ik beloof niks.” Iris haalde diep adem, niet aarzelend, maar als iemand die zichzelf even verzamelt voor een duik.
“Vorige zomer,” begon ze. “We waren op een feest. Buiten, in het bos. Veel mensen, muziek, kampvuur, drank. Ik had een jurk aan, licht, doorschijnend in het blacklight. We dansten, ik was net een tikje te losjes, had iets sterkers gedronken dan ik gewend ben. En Robert… Robert had me al de hele avond aangekeken alsof hij iets in zijn hoofd had.” Ze pauzeerde, keek Nora recht aan. Geen schaamte in haar blik, wel warmte. En een glinstering van brutaliteit. “We liepen samen het bos in, weg van het vuur, het geluid. Geen woorden. Alleen dat gevoel. Nú, daar, tegen een boom, hij duwde me ertegen. Ik voelde de bast tegen m’n rug, de kou van het mos onder m’n blote voeten. En ik voelde mezelf nat worden nog voordat hij me aanraakte.”
Nora slikte, zacht, bijna onmerkbaar. Iris ging verder, haar stem iets hees. “Hij had me niet eens uitgekleed. Mijn jurk gleed gewoon opzij. Eén hand tussen mijn benen, één hand om mijn keel. Zacht. Geen geweld, maar… overgave. En daar, in dat donker, kwam ik zó hard klaar dat ik daarna moest lachen van de opluchting. Van het leven, van alles. En toen we terug waren bij de groep vroeg een volstrekt onbekende vrouw Robert of hij lekker geneukt had.” Iris liet haar glas zakken, geen nadruk, geen trots, geen schaamte, gewoon de waarheid.
Nora’s hart bonsde. Niet van jaloezie. Maar van iets wat dieper zat, herkenning, gemis, en iets dat zich langzaam weer roerde in haar onderbuik. “Wow,” zei ze uiteindelijk. “Buitenseks. Check. Hand om je keel en betrapt… bonuspunten.” Iris knikte traag, een tikje uitdagend. “En jij?” vroeg ze, haar stem nu zachter. “Durf je terug te delen? Of ben je alleen maar komen luisteren?” Nora bloosde. Ze voelde het, van haar borst tot haar nek, een warme golf die haar overspoelde. Haar hart bonsde in haar hoofd alsof het zich uit haar lijf wilde wringen. Ze wist niet of het van schaamte was, of van de herinnering.
Ze keek naar Iris. Die daar zat, stil, wachtend, niet oordelend, gewoon aanwezig. Nora knikte en ze begon. “De sportschool,” zei ze zacht. “Altijd dezelfde jongen, jonge vent eigenlijk. Veel te jong voor mij, een spierbundel. Zo’n lijf waarvan je denkt dit is niet meer sexy, dit is werk. Alles strak, alles opgepompt, bijna lelijk… maar tóch bleef ik kijken.” Ze ademde uit. Haar hand om het glas. “Ik zat aan de bar, met zo’n dom sapje, hij ook. Ik voelde me altijd lullig, tussen al die hijgende lichamen en zwetende ego’s. Maar hij… hij zag me. Of ik hem, of allebei. Weken lang niets, alleen die blikken, kort en dan ineens tijdens een oefening ‘Zal ik even helpen?’” Ze keek Iris aan, die geen spier vertrok.
“Hij stond achter me, zijn lijf tegen mijn rug. Zijn borstkas tegen mijn schouderbladen. Mijn borsten tegen het kussen van het bankje. Ik voelde hem, hij deed alsof het niks was, maar het was alles.” Een pauze, Nora dronk van haar wijn, haar keel droog. Iris keek haar aan met grote ogen. Niet geschokt, maar vol aandacht, alsof elk woord in haar werd opgevangen. “Na afloop, ik had al gedoucht, bleef ik hangen. Ik dacht, misschien komt hij. En hij kwam, handdoek, nat haar, die geur van shampoo en zweterige huid. Oogcontact, een knik, meer niet, ik wist genoeg.” Ze slikte. “Ik ben met hem meegegaan. Een flatje, goedkoop, bed nog doorwoeld van weet ik veel wie of wat. De geur van schimmel in de gang, verder alleen zijn en m mijn hitte. Ik wilde geen praatjes, geen zachtheid, ik wilde voelen, hij ook.”
Nora’s stem daalde. “We hebben die avond drie keer seks gehad. De eerste keer met condoom, zonder poespas mijn benen wijd. De tweede keer… ik weet niet meer hoe, en de derde keer zonder condoom, doggy style, ordinair hard. Ik weet dat het dom was, maar ik voelde me lévend, ik wilde mezelf niet beschermen. Ik wilde gewoon even… verdwijnen in hem.” Een stilte viel, niet ongemakkelijk, wel zinderend. Nora keek naar Iris. Haar wangen waren rood, haar lippen een beetje vochtig, alsof ze al een tijdje niets had gezegd, of juist te veel gevoeld. “Dat was…,” begon Iris, “intens.”
“Dat was pas het begin,” zei Nora zacht. “Het is een tijd zo doorgegaan. Ik dacht, als niemand van me houdt, dan wil ik in elk geval íemand die me wil.” Iris boog zich iets dichter naar haar toe. Haar stem was laag, bijna schor. “En heeft iemand je écht gewild?” Nora keek haar aan, lange seconden. “Ik denk dat jij de eerste bent die het me vraagt,” fluisterde ze. Nora keek nog steeds naar haar glas, draaide het langzaam in haar vingers. De wijn kleurde donkerrood langs de rand.
“Ik bleef hem zien,” zei ze zacht, haar stem nu rustiger, alsof het delen haar sterker maakte. “Elke week. Niet gepland, niet besproken. Soms na het sporten, soms alleen na een berichtje met een vraagteken, geen woorden nodig. Als hij zin had was ik beschikbaar of andersom” Iris zat stil. Haar gezicht was iets naar voren gebogen, alsof ze elk woord letterlijk proefde. “Ons spel veranderde. Werd… ruwer. Ik was geen schaduw meer, geen vrouw die in een relatie zat en alles verloren had. Ik was een vrouw die dingen wilde, dingen voelde, dingen nam, ik was verslaaf aan seks.”
Nora hief haar ogen op. “Ik begon hem te leiden. Legde hem op z’n buik, bond zijn polsen met zijn eigen trainingsriempjes, elastisch, stevig. Ik masseerde hem, traag. Zijn rug, zijn schouders, elke spier die zo trots onder zijn huid klopte. Dan zijn billen, zijn dijen, zijn heupen.” Ze slikte, voelde hoe haar eigen lijf reageerde terwijl ze sprak. “Mijn handen speelden. Geen haast, geen genade. Ik kon hem maken en breken, en hij liet het toe. Gretig, nieuwsgierig, zijn ademhaling verklapte zijn opwinding voordat hij het zelf wist en ik liet hem schreeuwen van geluk.”
Iris ademde hoorbaar in, maar zei niets. Alleen haar ogen spraken, vol honger, verbazing, bewondering misschien zelfs. “Op een middag heb ik hem vastgezet aan het hoofdeinde. Niet strak, maar genoeg. Hij keek me aan met die blik… alsof hij zich afvroeg of hij ooit weer los wilde. Ik kroop over hem heen. Bereed hem, mijn haar over zijn gezicht, mijn benen als klemmen om zijn heupen. En hij… hij leerde.” Nora’s stem daalde, werd bijna fluisterend. “Met zijn lippen om mijn tepels, zijn tong strelend en het hardste en warmste deel van zijn lijf diep in me, eerst van voren en daarna van achteren. Zonder grenzen, zonder rem.” Ze stopte, haar adem kort. “Het was geen liefde,” voegde ze eraan toe. “Maar het was leven, écht leven, rauw, geil, zwetend, bonkend en wild.”
De kamer was stil. Alsof zelfs het huis haar verhaal aan het verwerken was. Iris had haar hoofd iets schuin gehouden, haar lippen vochtig, haar wangen nog steeds rood. Ze leek iets te willen zeggen — of doen — maar koos voor stilte. Nora keek haar aan. “Ik weet niet waarom ik je dit allemaal vertel,” zei ze. Iris lachte, zachtjes. “Omdat ik het wíl horen,” zei ze. “Omdat ik je wil voelen. Omdat jij… eindelijk wakker bent.” Ze reikte naar Nora’s hand, hun vingers raakten elkaar, koud, warm, trillend en stilstaand. Nora keek naar Iris. Haar ogen glansden, maar niet van opwinding. Tranen lagen als fijne dauw op haar wangen. “Ik weet niet wat ik voelde,” fluisterde ze. “Eerst trots. Kracht. Maar daarna… leeg. Alsof ik mezelf had ingeleverd. Als een nymfomaan, ja. Ik voelde me iemand die alleen nog maar bestond om genomen te worden.”
Ze veegde haar wang droog, zonder schaamte. “Ik vertelde hem dat ik meer wilde. Meer dan ruige seks, meer dan voorspelbare lust. Ik wilde… het onbekende. Het gevaar, de rand.” Iris bleef stil. Alleen haar vingers knepen zacht in Nora’s hand. “Hij reageerde alsof hij erop had gewacht, hij zou iets regelen, zei hij. En een week later was ik daar, een hotelkamer, schemerlicht, ik zat op het bed, geblinddoekt. Mijn mooiste setje, zwart kant, strak, doorschijnend, alsof ik er zelf niet meer was, alleen nog mijn lijf.”
Nora slikte. “Er waren anderen. Ik hoorde stemmen. Twee, drie of meer? Ik mocht mijn handen niet gebruiken, alleen proeven. En ik deed wat ik moest doen, wat ik wílde doen. Monden, huid, geuren, piemels en handen, gretige handen. Ik voelde me als een golf die op het punt van breken, kolkend en schuimend. Ik genoot… en ik vergat, alles.” Ze ademde diep. Haar stem trilde niet, niet van spijt, maar van de intensiteit van de herinnering. “Ik wist niet meer wie ik was, alleen dát ik was. En dat ik niet bang was. Geen seconde.”
Iris had haar hand losgelaten, maar was niet van haar zijde geweken. Ze zat nu iets dichterbij. Hun knieën raakten elkaar. “En toen?” vroeg ze zacht. Nora keek op, haar ogen nog nat. “Toen kleedde ik me aan. Ik gaf geen zoenen, geen oogcontact, geen dankjewel. Ik ging naar huis, met pijn in mijn kaken en bij elke stap die ik zette voelde ik mijn spleet schuren en gloeien, net als mijn kont, maar ik was niet kapot. Ik wist dat ik mijn grens had opgezocht. En dat ik nog leefde, maar ook dat ik uit die verdomde relatie moest. De volgende dag verbrak ik het contact.
Een lange stilte. Iris’ ogen stonden vol respect, verwarring, iets wat op ontzag leek. “Jij bent zoveel meer dan wat ik dacht,” zei ze. Nora knikte “Dat dacht ik ook.” Een lange stilte, de wijn in hun glazen bewoog niet meer. De kamer was zacht, gevuld met ademhaling, herinnering. Iris keek haar aan, niet zoals een vriendin die iets hoort, maar als iemand die iets voelt. Die iets ziet, ze glimlachten allebei. Niet omdat het leuk was, maar omdat het waar was. Iris boog iets voorover, haar elleboog op haar knie. “Je had niets meer te verliezen, hè?” “Behalve mezelf,” zei Nora. Nog een stilte en dan een zucht van Iris. Lang, diep. Alsof ze iets moest loslaten. “En nu?” vroeg ze. “Nu je alles hebt verteld. Nu je jezelf hier weer zit te zijn, na alles?”
Nora haalde haar schouders op, maar niet licht. Niet achteloos, ze voelde haar hele lijf meebewegen. “Ik weet het niet. Maar ik voel dat ik weer besta. Niet als een vrouw die geleefd wordt, maar als een vrouw die leeft, die uit haar kluizenaarsleven moet komen. Iris stond op, liep naar de keuken zonder iets te zeggen. Nora hoorde haar de kurk uit de wijnfles trekken. Een nieuwe fles, een hand die haar glas bijvulde. Toen Iris weer zat, raakten hun knieën elkaar weer. “Het is alsof ik naar mezelf kijk,” zei Iris, zachtjes. “Maar dan… wakker. Rauwer. Eerlijker.” Nora draaide haar hoofd. “Ik ben niet jouw spiegel,” zei ze. Iris lachte kort en zei “Maar misschien wel mijn waarschuwing.” Nora grijnsde “Of je uitnodiging.” Hun blikken bleven hangen. Niet als vroeger, niet als meisjes in een badkamer, giechelend met scheermesjes. Maar als vrouwen, vriendinnen, twee zielen die elkaar opnieuw ontmoeten. Met littekens, met verlangen en met de vrijheid om te voelen wat zich aandient.
Iris stond op. Haar beweging was soepel, alsof ze niet nadacht, maar gewoon wist wat ze wilde doen. Ze liep achter Nora langs, legde plots een hand op haar schouder. Warm. Stevig. Kort. “Het is beter dat je vannacht hier slaapt,” zei ze zacht. “Ik heb nog wel een plekje.” Nora keek omhoog, haar ogen volgden de lijn van Iris’ hals, haar kaak, haar ogen, die warm stonden, maar ondoorgrondelijk. Iris wees achteloos naar de kamerdeur. “Eerst help ik hem even naar z’n werkkamer, het logeerbed. Misschien verwen ik hem nog even, dan slaapt hij beter.” Ze zei het met diezelfde ongrijpbare glimlach die Nora herkende van vroeger. Toen die nog betekende, we doen iets wat niemand hoeft te weten.
Ze knipoogde. “Jij mag ook, hoor,” voegde ze eraan toe. Nora lachte zachtjes, een beetje schor. “Je bedoelt dat ik een plekje krijg, of een behandeling?” Iris keek haar aan, nu iets serieuzer. “Wat jij nodig hebt, boven, eerste deur links, een slaapkamer.” Toen was ze weg, de deur sloot zich zacht. Nora bleef achter, haar hart bonkte. Was dit een spel, een uitnodiging, een test? Ze stond op, liep naar de spiegel aan de muur en keek zichzelf aan. Ogen iets rood van de wijn, lippen vochtig. Haar lichaam nog steeds in die jeans die strak om haar heupen zat, blouse lichtjes open door de warmte. Ze hoorde gedempte stemmen. Een deur die openging, een zachte “gaat het?” gevolgd door iets onverstaanbaars. Dan stilte, voetstappen, nog een deur. Ze was alleen en toch niet.
Nora liep de trap op naar de slaapkamer. De deur stond op een kier. Een groot bed van muur tot muur, wit dekbed en frisse lakens. Ze keek om zich heen, geen geluid meer. Een minuut later hoorde ze zachte voetstappen achter zich, Iris. In haar hand een tweede kussen, een glas water, en een blik die niets uitsprak en alles tegelijk zei. Ze kwam dichterbij, zette het glas op het nachtkastje zonder een woord. Nora bleef zitten op de rand van het bed, haar handen rustend op haar dijen. Haar adem was traag, maar voelbaar. Iris hurkte neer, op gelijke hoogte, haar gezicht op nog geen halve meter afstand. Haar ogen bleven rusten op Nora’s lippen, toen op haar ogen.
“Ik dacht dat je dorst zou hebben,” zei ze zacht, nauwelijks hoorbaar. “Van het praten, of van iets anders.” Nora slikte, haar keel droog, inderdaad van de wijn, het spreken, de herinneringen. En van die blik. Die blik die zich een weg baande langs haar huid zonder haar ook maar één keer aan te raken. “Ik weet niet wat ik nodig heb,” zei Nora. Iris knikte langzaam. “Dat hoeft ook niet. Soms is het genoeg om even niet alleen te zijn.” Ze legde haar hand op Nora’s knie. Warm, kalm, alsof die hand daar altijd had gehoord. Niet dwingend, niet twijfelend, gewoon daar. Nora ademde in, en uit. “Ik blijf vannacht hier, alleen,” zei ze. Niet als een vraag. Niet als een besluit, als een feit.
Iris glimlachte, zachtjes.“Goed.” Ze stond op, trok het dekbed open, legde het tweede kussen neer en streek met haar hand langs het laken, een onbewuste, huiselijke handeling, bijna teder. “Je weet me te vinden,” zei Iris. Haar stem was kalm, maar de ondertoon zinderde. Toen liep ze langzaam naar de deur. Daar, in de deuropening, draaide ze zich om. “Als je het nodig hebt,” zei ze, “ik ben er.” Ze liet de deur op een kier. Alsof ze wist dat sommige deuren open moeten blijven. Bij de derde stap die Iris op de overloop deed, hoorde ze haar naam. Ze draaide zich om, Nora stond in de deuropening. Haar silhouet gevangen in het zachte licht van de logeerkamer. Eén hand uitgestoken, zwijgend, maar haar ogen spraken en haar lichaamstaal nog meer. Geen paniek, geen drang, geen spel. Alleen dat stille, duidelijke gebaar, kom.
Iris bleef een tel staan, alsof ze wilde controleren of het moment écht was. Of ze het goed begreep. Of ze het wílde begrijpen. Toen kwam ze terug, langzaam, geen haast, geen twijfel. Op de drempel stonden ze tegenover elkaar. Hun ademhaling bijna gelijk, hun blikken hielden elkaar vast zoals vroeger hun handen dat deden, op schoolpleinen, bij logeerpartijen, onder een dekbed vol geheimen. Nora deed een stap opzij, Iris stapte naar binnen. De deur bleef open, tot hij vanzelf zacht dichtviel. Geen klik, geen slot alleen stilte en aanwezigheid. Iris streelde met haar vingers langs Nora’s hand, tot ze elkaars vingers vasthielden. Niet stevig, gewoon vast. Toen legde Nora haar andere hand op Iris’ heup, zacht, alsof die daar al hoorde. “Ik wil,” fluisterde ze, zonder af te maken. Iris knikte, “Ik weet het.” Er was geen plan, geen logica. Alleen twee lichamen, twee vrouwen, twee zielen, die elkaar vonden op een plek waar woorden niet meer nodig waren. De kus kwam spontaan, niet als vuur maar als thuiskomen, zoals vriendinnen dat doen.
Hun naakte lichamen versmolten als vanzelf. Geen opwinding, geen drang, alleen nabijheid. Armen in elkaar verstrengeld, benen over en onder elkaar, onhandig en warm. Twee paar borsten die elkaar vonden zoals vroeger, zacht en vanzelfsprekend. Huid tegen huid, ademhaling die zich aanpaste, eenheid, in stilte. Net als vroeger, alleen volwassener, meer stilte, meer gewicht, meer leven dat in beide lichamen opgeslagen zat. Ze zeiden niets meer, ze hoefden niets meer te zeggen. Nora’s hoofd rustte op Iris’ borst, precies daar waar ze als meisje al eens in slaap was gevallen, tijdens dat ene weekendje weg. Toen onschuldig, nu… niet schuldig, gewoon juist. Hun lichamen sliepen sneller dan hun hoofden. Er klonken echo’s in de kamer. Van gelach, van herinneringen, van een gedeeld verleden. Van gemis dat zich stilletjes liet verzachten. Dromen kwamen snel, over zonlicht op een dekentje in het gras, over wijn, scheermesjes en beloftes die nooit zijn uitgesproken, maar wel zijn gebleven. Die nacht sliepen ze, eindelijk, niet alleen, samen.
Het was Iris die rond vijf uur wakker werd. De regen kletterde tegen het raam, de wereld daarbuiten werd gedempt. Alleen de ademhaling van Nora bleef hoorbaar, ritmisch, diep. Ze voelde haar borst zachtjes op en neer gaan, tegen haar zij gedrukt. Haar huid warm, haar geur nog doordrenkt met slaap en iets intiems. Iris bleef liggen, bewoog niet, alleen luisteren, alleen voelen. En daar, in dat schemergebied tussen nacht en ochtend, kwam het naar boven. Niet als schok, niet als plotseling besef, maar als iets dat er altijd al was geweest. Het verlangen, niet fel, niet nieuw, maar oud. Ouder dan haar verstand, ouder dan de relatie die ze nu had, ouder zelfs dan haar volwassenheid.
Vanaf haar veertiende zat het al in haar lijf en in haar kop. Verstopt onder giechelen, duwtjes, plagende vingers op blote huid. Altijd met een lach, altijd met een spel, zodat ze kon zeggen ‘het was maar een grapje.’ Maar het was nooit een grapje geweest. Ze had er nooit echt aan toegegeven. Niet omdat ze niet wilde, maar omdat het veiliger was om het als spel te blijven spelen. Zekerheid is zelden sexy, maar het beschermt. En nu? Nu was er niets meer te beschermen. Ze had de ruimte, in haar leven, in haar relatie, in haar lichaam. En Nora lag daar, ontspannen, trouw aan het moment. Niet uitgedaagd, niet verleid, gewoon dáár, eindelijk.
Iris bewoog haar hand langzaam over Nora’s buik, cirkelend met haar vingertoppen. Zacht, eerlijk, niet meer spelend, maar echt. En dat ene zuchtje dat Nora losliet in haar slaap… dat was genoeg. Iris boog zich voorover, liet haar lippen Nora’s sleutelbeen raken. Niet dwingend, niet vragend, gewoon een kus. Niet voor het lijfelijke maar voor dat veertienjarige meisje in haar hoofd, dat eindelijk mocht ophouden met doen alsof. En ze hield op met doen alsof. Haar slanke vingers rustten op Nora’s huid. Zacht, niet als claim, niet als bezit, maar als erkenning. Ze volgden de lijnen van haar arm, haar schouder, de contour van haar kaak, langzaam, bijna eerbiedig. Nora bewoog niet, maar kreunde zacht, alsof haar lichaam de aanraking herkende, ook in slaap. Iris glimlachte. Niet triomfantelijk, maar breekbaar. Alsof ze iets toegaf dat al jaren in haar had geleefd, stil, in de schaduw van vriendschap.
Ze streelde de rand van Nora’s lippen met haar duim, zag de kleine samentrekking in haar mondhoek. Een reflex, misschien een droom. Ze dacht aan de verhalen van Nora, de blinddoek, de mannen en de lippen die ze nu streelde. Er ging een rilling door haar lijf, niet van afkeuring, van respect. Haar blik gleed omlaag, over die vertrouwde, weelderige rondingen. Ze herinnerde zich hoe ze vroeger gniffelden om Nora’s grote borsten, het contrast met haar eigen ranke, bijna jongensachtige lijf. Toen een grap. Nu… iets anders. Ze boog zich voorover, haar lippen zwevend boven de huid, adem warm en haast tastbaar. Niet kussen, nog niet, alleen voelen hoe dichtbij ze kon zijn. Haar hand gleed lager, over Nora’s buik. De huid daar was zacht en gevoelig, zelfs in rust. Daar, net boven haar heupbot, rustte haar hand. Niet verder, alleen daar. Onder haar vingers voelde ze de plek waar ooit die wilde bos schaamhaar groeide, het begin van puberteit, van onzekerheid, van vragen die nooit echt gesteld mochten worden.
En precies daar… begon het allemaal. Maar Iris stopte, niet omdat het niet mocht, niet omdat ze het niet wilde, maar omdat ze Nora’s ogen wilde zien, hoe haar gezicht veranderde, hoe slaap en verlangen met elkaar zouden botsen. Ze wilde Nora’s mond vinden, niet alleen aanraken, kussen. Niet als spel. Niet als vroeger, maar nu, als vrouw, als geliefde. Haar hand bleef daar rusten. Zo licht, dat het leek alsof ze de lucht beroerde in plaats van huid. En toch… Nora rilde, een trilling, klein maar voelbaar. Haar lichaam wist het eerder dan haar hoofd, toen gingen haar ogen langzaam open. Halfslaperig, verdwaald, tot haar pupillen zich op Iris richtten en ze niets meer hoefde te vragen. Want daar was ze, Iris met ogen die spraken, met lippen die een fractie van een seconde wachtten en toen de hare vonden. Eerst zacht een ontdekking, tastend.
Maar Nora gaf zich niet over, ze nam terug, trok Iris dichter naar zich toe, haar hand achter haar nek, haar dijen al bewegend, openend. De zoen werd een strijd, niet hard maar hongerig. Twee monden die jaren hadden gezwegen, twee tongen die eindelijk mochten spreken. Hun lichamen bewogen vanzelf, verstrengeld, nat van zweet, zacht van verlangen. Iris’ hand verkende, vond, geen haast. Nora’s ademhaling versnelde, haar lijf danste tussen overgave en honger, ze voelde zich gekend, gezien en bovenal gekoesterd. Ze maakten geen liefde, ze waren liefde of iets wat daar verdomd dicht bij in de buurt kwam.Iris’ hand gleed over Nora’s rug, haar vingers als een fluistering over zachte huid, langzaam, aanwezig.
Nora draaide zich iets, haar dijen losser, haar ademhaling hoorbaar dieper. Er was geen haast, geen ongeduld. Alleen de taal van aanrakingen, lang bewaard maar nooit vergeten. Tussen hen in hing geen schaamte. Geen ‘hoe dan?’ of ‘waarom nu pas?’ Er hing herinnering en honger en een fluisterende toestemming in elke beweging. Nora’s lippen vonden hun weg. Langs een buik die trilde onder haar adem, langs huid die zich leek te openen voor haar aanraking. Iris kreunde, eerst stil, toen hoorbaar. ze klemde haar hand in het dekbed, haar andere hand in Nora’s haar. ze gaf zich over, aan die jeugdvriendin die haar kende tot in het merg, en nu ook tot in haar diepste drang. Nora leidde, met vanzelfsprekendheid, niet uit controle, maar uit vertrouwdheid. Zoals vroeger, toen zij altijd degene was die durfde, en Iris die volgde, gretig, gretiger dan ze ooit had toegegeven. Haar stem vulde de kamer een mengeling van fluisteringen en uitgesproken kreten. Van naam, van twijfel, van verlangen. Ze vroeg niet om méér ze vroeg om niets minder dan alles.
En toen, alsof een onzichtbare lijn was overgestoken, vond Iris haar stem ook in Nora. Haar hand ontdekte, verkende, speelde een eigen spel van plagen en strelen en Nora liet zich vinden. Twee vrouwen, ooit meisjes, ooit giechelend onder de douche nu los van verleden, maar verbonden door alles wat ze ooit niet durfden te zeggen. Wat ze vannacht niet langer konden verzwijgen. Hun lichamen bewogen, ademende ritmes, natte huiden, een werveling van zachtheid en kracht. Ze zochten geen orgasme, ze vonden elkaar en dat heerlijke gevoel van pure bevrediging. In warmte, in zweet, in herinnering. En in de zekerheid dat wat hier gebeurde, nooit meer vergeten zou worden.
Het zachte geritsel van regen op het raam was als achtergrondmuziek. De kamer rook naar huid, naar lakens en naar iets dat al jaren in de lucht hing, maar nooit eerder was uitgesproken. Nora lag met haar hoofd tegen Iris’ hals, haar hand rustend op haar buik. Af en toe een streling, een halve zoen op een schouder, een vingertop die een kleine cirkel tekende op de huid. “Heb je geslapen?” vroeg Iris, haar stem hees en loom. “Meer dan ik dacht,” fluisterde Nora. Ze trok haar neus even op, snoof. “Je ruikt naar mij.” Iris grinnikte zacht. “Gelukkig wel.” Ze lagen stil, alleen hun vingers spraken. Over wangen, sleutelbeenderen, ribbenkasten, over herinnering en bevestiging.
Toen, plots, brak Iris het met een glimlach. “Heb jij ooit aan een trio gedacht?” Nora hief haar hoofd op, keek haar aan. Een opgetrokken wenkbrauw, een scheve grijns. “Met Ronald?” Iris schoot in de lach. “Nee joh. Ik zei trio, geen ontbijtbuffet.” Ze rolden samen in de lakens, giechelend als vroeger, even weer meisjes. Maar dan weer stil, niet ongemakkelijk, gewoon bewust van de lading achter de lach. Nora draaide zich op haar zij, haar hand tegen Iris’ wang. “Wie dan?” vroeg ze zacht. Niet plagerig meer, echt benieuwd, een beetje kwetsbaar ook.
Iris keek even naar het plafond, naar het zachte ochtendlicht dat door de gordijnen sloop. “Ik weet het niet. Niet iemand specifiek. Gewoon het idee. Dat iemand kijkt, of meedoet. Dat je gedeeld wordt, of deelt.” Nora knikte langzaam.“Het klinkt… intens.” “Dat is het denk ik ook.” “Zou je het echt doen?” Iris draaide zich naar haar toe, hun neuzen raakten elkaar bijna. “Ik weet het niet. Maar ik weet wel dat ik het bij jou durf te zeggen.” En dat was alles, geen belofte. Geen plan, maar een opening, een nieuwe laag. Ze keken elkaar aan, stil. Hun lichamen nog warm, hun harten kloppend op hetzelfde ritme, hun verleden herschreven, hun toekomst ineens open.
Nora hield Iris’ gezicht in haar handen, haar duimen rustend net onder haar jukbeenderen. “Mijn verhaal… die hotelkamer, die mannen, vergeet dat niet. Het was geen trio. Het was iets anders. Iets wat ik nodig had, maar het was niet delen… het was overgeven.” Iris knikte langzaam. Haar hand streek langs Nora’s zij, naar haar heup, haar dij. “En toch,” zei ze zacht, “lijkt het me spannend.” Haar ogen twinkelden, half uitdagend, half zoekend. “Drie lijven. Zes handen. En… eeh… een piemel of een kut erbij?” Nora schoot in de lach van de woorden die Iris had gekozen. Haar borst trilde tegen Iris’ hand “Ik heb de mijne, en nu die van jou ook, lijkt me voorlopig genoeg.”
Haar vingers vonden opnieuw de warmte tussen Iris’ dijen, aangezet door de woorden van Iris. En Iris, alsof elk woord dat ze spraken brandstof was, schoof dichter tegen haar aan. Hun zoenen, zachter nu, vertrouwd. Haar handen vonden Nora’s borsten, haar tepels, tussen zoen en streling maakte Iris oogcontact. Iets veranderde, iets in haar blik. Nora voelde het. “Wat is er?” fluisterde ze. Iris beet kort op haar lip, drukte een vluchtige kus op Nora’s mond. “Ik wil iets vertellen,” zei ze. Haar stem was niet schuldig. Niet onzeker, maar geladen, met iets eerlijks, iets dat moest. “Robert,” begon ze, haar vingers nu rustend, “heeft vorig jaar een man mee naar huis genomen. Spontaan, uit de kroeg, dacht ik. Ze kwamen laat thuis, dronken nog een biertje. Ik zat erbij.”
Ze haalde adem, diep. “Die man begon te hinten op een trio. Van die grappen, weet je wel? Maar ik voelde het meteen, Robert had het al met hem besproken. Ik kende zijn blik, zijn lichaamstaal, zijn opwinding.” Nora zweeg, haar hand niet bewegend, alleen aanwezig, Iris vervolgde. “En het gekke was… het idee walmde door de kamer. En ik… ik werd er warm en opgewonden van, net als nu. Maar de man stond me tegen. Te glad, te aanwezig, ik zei resoluut nee.” Een kleine pauze. Haar ogen stonden helder, open. Nora streelde haar liefdevol en luisterend.
“Maar hij bleef, hij bleef bij Robert. En die nacht… het hele huis vulde zich met hun geluiden. Hun ritme. Hun plezier.” Nora voelde de spanning in Iris’ adem. “En ik luisterde,” zei Iris. “Ik lag in de logeerkamer. Ik had het goed gevonden. Omdat… zo zijn wij, zo is onze relatie. Vrij en open. Maar het was ook een schakelaar, die nacht… die gedachte. Aan wat nog zou kunnen.” Ze keek Nora weer aan. “En toen jij gisteravond hier stond… was dat gevoel er weer. Maar anders. Warmer, dichterbij en milder. En ja… het trio-idee kwam terug.” Nora boog zich naar haar toe, hun voorhoofden tegen elkaar. “Maar dan zonder gladde kerel, oké?” “Oké,” zei Iris. “Misschien iemand als jij, een vrouw met stijl,” voegde ze toe. “Of helemaal niemand, alleen wij en wat we durven te dromen.”
Het was ochtend, Iris had de slaapkamer verlaten zonder dat Nora het had gemerkt. Nora had haar haar los laten hangen, de stoom van de nacht nog in haar huid. Iris’ badjas zat strak om haar lijf, net iets te kort, net iets te open. Ze liep op blote voeten de woonkamer in. Ronald zat op de bank met zijn been omhoog, gips, de afstandsbediening losjes in zijn hand. Op tafel stonden twee mokken. Eén met damp, één leeg. De tv stond aan, maar het volume laag. “Goedemorgen,” zei hij, met een lichte grijns. “Goedemorgen,” antwoordde Nora, haar stem wat schor. Ze plukte aan de badjas, tevergeefs.
“Ze staat nog onder de douche,” zei hij. Nora knikte. Ze zag zijn blik, niet gluurderig, niet per se respectloos, maar bewust. Zijn ogen bleven iets te lang hangen bij haar hals, haar borst, het decolleté dat onvermijdelijk tussen de opengeslagen badjas zichtbaar was. “Ze zag er gelukkig uit, vanmorgen,” zei hij, terwijl hij de mok pakte. Een kleine pauze. “Jij ook trouwens.” Nora lachte zacht. “We hadden wat bij te praten.” “En in te halen?” vroeg hij. Zijn wenkbrauw ging omhoog, maar zijn toon bleef vriendelijk, licht. Alsof hij dit gesprek al vaker gevoerd had, met haar in gedachten, of met Iris.
“Misschien,” zei Nora. Ze liep langzaam naar de keuken, zette de lege mok onder het koffieapparaat. “Ik heb jouw rol even overgenomen,” voegde ze eraan toe, zonder om te kijken. “En een achterstand weggewerkt.” Ronald lachte, hartelijk. Zijn borst schokte, en hij sloeg met zijn vlakke hand op zijn been alsof hij het voelde. “Dan zijn we quitte,” zei hij. “Althans… voorlopig.” Nora draaide zich om, haar rug tegen het aanrecht, handen om haar mok. Ze keek hem aan, echt. Niet meer alleen ‘de saaie man in de trui’. Na Iris’ verhalen, na wat ze gisteren hoorde, en wat ze voelde, zag ze hem anders.
Mannelijk, ja, maar ook iets zacht in zijn ogen, iets dat luisterde. Een man die zijn vrouw kende. Haar ruimte gunde. En misschien ook zijn fantasieën had. Ze liet haar blik over hem glijden. Zijn baard was net wat te lang, zijn haar verward. Maar zijn ogen stonden wakker. “En Iris?” vroeg hij ineens. Nora haalde haar schouders op. “Die had geen achterstand,” zei ze. Ronald glimlachte. “Nee, Iris loopt meestal voor.” Ze lachten samen.
De woorden van Ronald bleven hangen, als echo’s in een lege hal. “Iris loopt meestal voor.” Wat bedoelde hij daar precies mee? Was het een plagerige opmerking, of een openlijke bevestiging van iets dat Nora nog niet wist, of niet had willen weten? Haar vingers klemden zich om de rand van het aanrecht, haar hartslag versnelde. Ze voelde Iris naderen nog vóór ze haar aanraakte. Een arm, slank en warm, schoof om haar middel. Lippen raakten haar hals, net onder haar oor. Zacht, haast gedachteloos fluisterde Iris: “Je denkt te veel, Noor, je voelt te weinig.”
En toen die hand, onder de stof. Langzaam, alsof ze de lijnen van Nora’s huid uit het hoofd wilde leren. Nora smolt, letterlijk, niet van lust alleen, maar van herkenning. Van de bevestiging dat dit niet alleen maar een nacht was geweest. Dat hier meer in zat, meer onder lag. Verlangen, ja, maar ook tederheid en vertrouwen. Ze draaide zich om, keek Iris aan, diep, onderzoekend. “Wat ben je aan het doen?” fluisterde ze, nauwelijks hoorbaar. “Wat ik al jaren wil doen,” zei Iris zacht. Ze pakte Nora’s hand en liep voor haar uit, zoals altijd. De woonkamer in, naar Ronald. Die zijn mok koffie neerzette en opstond, op één been, een kruk als steun. Zijn blik ging van Iris naar Nora. Hij fronste even, alsof hij zich afvroeg of dit wel het moment was. Maar toen gleed zijn blik omlaag, naar de handen van Iris, die nu rustten op de rand van Nora’s badjas. Langzaam liet Iris de stof vallen.
Nora voelde de koelte van de kamer over haar huid, en tegelijkertijd de warmte van twee blikken die haar raakten als handen. Ze stond recht, ze week niet, ze schaamde zich niet. De woorden van Ronald kwamen als een zucht, “Jezus…” Maar niet vuil, niet rauw, bewonderend en verwonderd. Nora keek hem aan, recht in zijn ogen. Niet als een object maar als vrouw, als vriendin, als iemand die haar eigen ruimte opnieuw had veroverd. Iris kwam dichterbij, legde haar hoofd tegen Nora’s schouder. Er viel een stilte. Vol met alles wat niet gezegd hoefde te worden.
Toen sprak Iris, zacht maar duidelijk, terwijl ze haar hand nog steeds op Nora’s onderrug hield. Ze richtte zich tot Ronald, die met een mengeling van verwarring en fascinatie in zijn ogen naar hen keek. “Kijk,” zei ze. “Alleen kijken.” Ronald slikte, hij zei niets. Zijn ogen verraadden alles, verbazing, verwarring, opwinding, maar ook respect. Misschien zelfs dankbaarheid. Hij ging weer zitten, iets schuiner op de bank, het been in het gips wat verplaatst en hij keek. Iris draaide zich naar Nora toe, hun lichamen stonden dicht bij elkaar, net niet tegen elkaar aan. De afstand tussen hun borsten was een ademhaling. Nora voelde hoe haar eigen adem dieper werd. Ze voelde zich bekeken, en gek genoeg… vrijer dan ooit. “Voel je wat?” fluisterde Iris. Nora knikte. “En wat voel je?” vroeg ze, haar vinger zacht tegen de huid van Nora’s buik. “Dat ik besta,” zei Nora.
Iris lachte kort, een glimlach die de kamer vulde met warmte. Ze boog voorover, zoende Nora niet op de mond, maar op haar sleutelbeen, een lange, zachte kus, warm en aandachtig. Haar handen bewogen met respect, met zorg. Geen haast, geen honger. Alleen aandacht. Ronald bewoog nauwelijks, alsof hij bang was iets te verstoren. Zijn blik was niet hebberig of driftig, maar alsof hij getuige was van een moment dat zeldzaam was. Iets tussen twee vrouwen die elkaar kenden van vroeger, die nu, na zoveel jaar, een deur openden die altijd op een kier had gestaan. Nora tilde haar hand op en legde die op Iris’ kaaklijn. Zachtjes draaide ze haar hoofd. Hun ogen ontmoetten elkaar. “Ik heb me nooit zo bekeken gevoeld,” fluisterde Nora. “Niet bekeken,” verbeterde Iris haar. “Gezién.” En zo stonden ze daar, in hun eigen moment, in het ochtendlicht dat door de gordijnen viel, met regen zacht trommelend op het glas. Ronald zuchtte hoorbaar maar hij zei niets.
Ronald zat stil, maar zijn lichaam sprak. Zijn blik was intens en geconcentreerd. Hij volgde niet zomaar, hij registreerde, bestudeerde, doorgrondde. Elke handbeweging van Iris, elke ademhaling van Nora. De manier waarop Nora haar hoofd licht achterover liet vallen toen Iris haar hals kuste. Hoe haar ribbenkast zich langzaam hief en daalde alsof ze zich overgaf aan een ritme dat ze niet zelf koos, maar toeliet. Het was een dans zonder muziek, een voorstelling zonder podium en hij zat op de eerste rij.
Nora voelde zijn blik. Het maakte haar niet klein, integendeel. Ze voelde zich krachtig, sensueel, vrij. Ze liet haar armen losjes zakken en sloot haar ogen toen Iris haar onderborst kuste, niet hebberig, niet hongerig, maar verkennend. Iris nam de tijd, haar vingertoppen verkenden de lijnen van Nora’s buik, haar heup, haar rug. En steeds die blik van Ronald. Niet dwingend, niet vragend, alleen ontvangend. “Ik zie hoe je kijkt,” fluisterde Nora plotseling. Het was niet vijandig, niet verwijtend, het was constaterend, bijna teder. Ronald knikte “Ik kijk omdat ik niet anders kan,” zei hij zacht, oprecht. “En wat zie je dan?” vroeg Iris, haar hand nog steeds rustend op Nora’s onderrug.
Ronald dacht na, een fractie van een seconde. “Ik zie twee vrouwen die elkaar aanraken zoals alleen echte vriendinnen dat kunnen. Alsof ze een taal spreken die ik niet ken, maar wel begrijp.” Iris glimlachte. Ze draaide zich kort naar hem toe. “Dat is genoeg,” zei ze. “Meer hoef je niet.” Ze draaide zich terug naar Nora, die haar ogen weer opende. In die blik lag geen twijfel meer. Alleen overgave. Haar handen vonden de schouders van Iris, haar voorhoofd raakte het hare. “Ik wil alles voelen,” fluisterde Nora. “Ik geef alles,” antwoordde Iris. Ze nam Nora aan haar hand mee naar boven, naar het doorwoelde bed met de lakens die nog de geur bij zich droegen van de nacht, de nacht van twee vrouwen.
Iris keek haar aan. De woorden van Nora, “ik wil alles voelen”, gleden niet langs haar heen, ze bleven hangen, ergens diep in haar onderbuik. Haar ogen zochten Nora’s, alsof ze zekerheid wilde vinden, of misschien een uitnodiging om te twijfelen. Maar Nora keek rustig terug. Niet schreeuwerig. Geen bravoure, geen spel. Alleen verlangen, écht verlangen. “Ik dacht dat dit was wat je wilde,” fluisterde Iris, haar vingertoppen glijdend over Nora’s kaaklijn. “Dat wíl ik ook,” zei Nora. “Jou. Dit. Maar soms… wil ik ook meer. Gewoon om te voelen hoe ver ik kan gaan, met jou erbij.” Iris glimlachte flauw, een beetje ondeugend, een beetje voorzichtig. “Met mij erbij, hè?” Nora knikte “een trio, met jou erbij”.
Het duurde even voor Iris weer reageerde. Ze rekte zich uit, trok een deken over hun blote lichamen en drukte haar voorhoofd tegen Nora’s slaap. “Ik weet niet of ik het echt wil,” zei ze uiteindelijk. “Maar ik weet dat ik het met jou durf.” Beneden klonk het geluid van een kastdeurtje. Ronald liep rond, strompelend misschien, maar aanwezig, Iris keek op. “Hij weet het al,” fluisterde ze. “Denk je dat hij hoopte op dit scenario?” vroeg Nora. “Misschien. Maar hopen is iets anders dan begrijpen.” Ze bleven liggen, hun huiden tegen elkaar aan, de dekens licht bewegend door hun ademhaling.
Nora had haar ogen gesloten. Ze zag niets, maar ze voelde alles. Iris haar adem, haar hartslag. De plek waar hun dijen elkaar raakten. Hun ritme, het speeltje wat hun beiden verbond, diep in hun onderlichaam. Iris had het zonder gene uit een lade gepakt, een roze dubbele dildo, flexibel waar het moet en hard waar het kan. Twee vrouwen, vriendinnen, genietend van elkaar, van elkaars lichaam en elkaars dromen en fantaserend over een trio. “Als het zover komt,” fluisterde Iris, “dan wil ik dat jij bepaalt hoe ver. Jij leidt, ik volg. Nora opende haar ogen. “En Ronald?” “Hij kijkt” zei Iris. De stilte die volgde was geen breuk, maar een afspraak. En niet uitgesproken belofte tussen twee vrouwen die een nieuwe wereld in gingen. Niet vandaag, niet morgen, ooit.
Nora werd wakker, het bed naast haar was weer leeg, de dubbele dildo naast het kussen als getuige van iets wat meer was dan mooi en liefdevol. Er lag een briefje ze las het, haar hart ging sneller kloppen, het was geen droom geweest, het was echt. Ze stond op, keek in de spiegel, zag zichzelf en genoot van haar eigen blik. Levendig, een glimlach en iets geheimzinnigs. Ze dacht aan de afgelopen uren, of waren het dagen geweest? Ze dacht aan Iris, het vrijen, het zoenen, de seks, de verhalen en hun gedeeld verlangen. De badjas was beneden blijven liggen, ze moest nog douchen maar eerst koffie.
Ze liep naakt en zelfverzekerd de overloop op, in dit huis voelde ze zich veilig. De trap kraakte zacht onder haar voeten. Haar huid was nog warm van de lakens, haar spieren traag van verzadiging. De geur van seks, van huid op huid, zat in haar haar, haar poriën, haar geheugen. Ze voelde zich levend en hongerig. Niet leeg, maar vol verwachting. Beneden hoorde ze iets. Geen stemmen, maar ritme, regelmatig en intiem De deur stond op een kier. Ze duwde hem verder open. Wat ze zag, sneed haar adem kort af. Iris, op haar knieën, haar lijf gebogen, haar heupen licht wiegend alsof ze zelf meespeelde met het tempo van haar hoofd.
Ronald zat op de bank, zijn hand in haar haren, zijn lichaam gespannen maar beheerst. Zijn been in het gips, maar de rest van hem allesbehalve beperkt. Nora bleef staan, haar hart bonkte als een trommel tegen haar ribbenkast. Toen keek Iris op, haar lippen glommen. Haar ogen lachten, niet schuldig, niet vragend, maar uitnodigend. Ze stak haar hand uit, langzaam. Geen woorden, alleen die blik. Nora liep naar haar toe. Ze hurkte naast haar neer. Haar blik gleed naar het enorme stuk vlees tussen de lippen van Iris. Nora rilde van opwinding, ze kende veel formaten, maar dit was echt groot. Ze glimlachte, Iris had dus wel een geheim bewaard.
Iris zoende haar vriendin heel even op haar mond. Nora proefde seks, die aparte zilte smaak die mannen bij zich dragen als ze opgewonden raken. Daarna boog Iris zich weer naar haar man. De vloer was koud onder Nora’s knieën, maar haar lijf brandde. Hun schouders raakten elkaar, hun armen ook. En zonder aarzeling boog ze voorover, ze volgde de bewegingen van haar vriendin. Haar tong proefde zijn huid, net onder waar Iris bewoog. Ze voelde het pulseren, het trillen. Ronald kreunde, Nora hoorde zijn adem veranderen. Het was geen toeval meer, geen spel, geen fantasie. Twee vrouwen, die elkaar eerder die nacht hadden opengelegd, met handen, monden en waarheid, waren nu samen. Niet alleen voor elkaar, maar voor de gedeelde honger. Voor het vergeten, voor het ontdekken.
Iris gleed iets opzij. Een klein knikje, haar vingers vonden Nora’s dij, haar nagels lieten een spoor na van genot. Nora keek haar aan, dezelfde blik als vannacht. Maar nu vuriger en voor hen zat Ronald, stil, klam van verwachting, van geluk misschien. Dit moment was niet voor hem alleen, het was van hun drieën samen.
Nora en Iris kijken elkaar aan, ze glimlachen, een knipoog een knikje en twee monden die naar elkaar toe buigen. Hun lippen glimmend en druipend van het overdadig vocht. Het was geen strijd, het was een spel van liefde, passie een vleugje lust en vooral respect. Ronald keek toe hoe zijn vrouw haar vriendin zoende, hoe ze zijn zaad deelden en hoe het op hun borsten droop. Hij hoorde Iris fluisteren “volgende keer geen ontbijtbuffet". Nora glimlachte, likte de lippen van haar vriendin en fluisterde "Volgende keer een trio".
Het iets meer dan een jaar geleden. Die dag zit nog in haar lijf. Het geluid van zijn schoenen op de trap. De geur van verschaald bier en onuitgesproken wrok. Ze herinnerde zich de koude klink in haar hand toen ze hem achterliet. Geen drama, geen geschreeuw, alleen de stilte na een gebroken relatie. Het krakende geluid van haar hart dat brak, zonder te schreeuwen, zonder boos op hem te zijn. Sindsdien leeft ze in lagen. De bovenste laag glimlachend op het werk, sterke koffie, vlotte gesprekken. De onderste laag een lijf dat ’s nachts koud aanvoelt, vingers die zichzelf niet meer raken, een verlangen dat zich sluimert onder haar huid.
Ze beweegt traag naar het raam, het glas is vochtig van binnen. Buiten dwaalt de wereld, zonder haar. Mensen haasten zich met jassen tot hun oren, kinderen rennen gillend door plassen. En daar, in dat stille moment, dringt het tot haar door, ze leeft, maar niet écht. Dan trilt haar telefoon. Ze leest de naam op het scherm alsof het een oude foto is, Iris. Een vrouw met vuur in haar ogen en scherpe, liefdevolle grappen. Ze hadden ooit nachtenlang gepraat, gedanst, gerookt, gedronken. Daarna elkaar langzaam uit het oog verloren. Nora’s duim rust even op het scherm en leest.
“Hey, lang geleden! Zin om bij te praten?” Ze voelt iets schuiven in haar borst, iemand die aandacht voor haar heeft, iemand die even de leegte doorbreekt. Niet schokkend, niet wild, maar warm. Ze typt terug: “Ja. Lijkt me fijn.” Haar hart klopt iets sneller. Ze legt haar telefoon weg en blijft even zitten, de thee inmiddels koud in haar handen. Iets is aan het kantelen, niet spectaculair, maar onomkeerbaar.
Ze zakt terug op de bank, benen onder zich gevouwen, de mok thee nu onaangeroerd. Haar vingers glijden gedachteloos over het scherm van haar telefoon, maar haar hoofd is al lang ergens anders. Terug bij de laatste keer dat ze Iris zag. Het was op een zomeravond in de stad, een borrel op een dakterras vol hip volk en zachte elektronische muziek. Nora herinnerde zich de geur van citrus en zonnebrand, het geroezemoes van stemmen, en Iris was stralend als altijd. Ze was er samen met haar man Robert.
Iris is klein, gespierd, met een lijf dat zich altijd al soepel bewoog alsof het altijd wist waar het heen moest. Haar korte, gitzwarte haar net chaotisch genoeg om er stijlvol uit te zien. Ze droeg een witte jumpsuit, strak bij de taille, open rug. Haar ogen, warmbruin, bijna zwoel, hadden iets zachts en iets dreigends tegelijk, alsof ze je in één blik kon troosten of verteren. Ze lachte vaak, en als ze lachte, keek iedereen.
Robert daarentegen… Degelijk, saai zelfs. Een grijze trui, spijkerbroek, afgetrapte sneakers. Maar zijn lichaam verraadde iets anders, atletisch, strak, de nonchalante kracht van iemand die gewend was grenzen te verleggen op twee wielen. En toch, hij bewoog zich alsof hij niet gezien wilde worden. Hij sprak zacht, dacht lang na voor hij iets zei. Maar Iris luisterde naar hem met een intensiteit die bijna erotisch was, alsof hij iets had wat anderen niet zagen. Als Iris sprak, keek hij haar aan alsof ze het middelpunt van zijn universum was, liefdevol en verliefd.
Twee tegenpolen, maar perfect in balans. Ze vulden elkaar aan zoals water en vuur, zonder elkaar ooit te doven. Nora voelde toen al iets dat ze niet durfde te benoemen. Niet jaloers, niet echt, maar iets knaagde. Een gemis dat ze pas echt begreep toen ze weer alleen thuis was, in bed, starend naar het plafond, hun stemmen nog nagalmend in haar hoofd. En nu, een jaar later, had ze geen idee hoe het met ze ging. Had ze geen contact gehouden. Ze had Iris laten wegdrijven in het grote niets van “te druk, te moe, te laat.” Ze schaamde zich daar nu een beetje voor. Ze had haar nodig. misschien altijd al. De gedachte dat Iris haar uit het niets berichtte, bracht iets wilds in beweging. Wat als, wat als het niet zomaar een berichtje uit beleefdheid was en ze weer vaker contact zouden hebben? Ze pakt haar telefoon weer op, haar vingers trillen nauwelijks merkbaar. “Wanneer?” typt ze. De blauwe vinkjes bleven grijs.
Nora zuchtte, typisch Iris. Niet onbeleefd, maar gewoon… ergens anders met haar hoofd. Altijd onderweg, altijd in gesprek, of in gedachten, of verdwaald in iets dat haar op dat moment volledig opslokte. Niet snel, maar nooit vergetend, dat was Iris. Nora kende haar goed genoeg om dat te weten. Maar toch bleef ze naar het scherm staren, alsof haar blik het antwoord kon afdwingen. Ze stond op, liep traag naar de badkamer, waarom, wist ze niet precies, misschien om te wachten. Misschien om zich op iets anders te richten, misschien om zichzelf weer even te voelen.
De tegels voelden koel onder haar voeten. Ze trok haar trui uit, liet haar legging van haar heupen glijden. Haar kleren lagen als een gedrapeerde schaduw op de douchevloer. Ze keek naar zichzelf in de spiegel, stap voor stap, zonder oordeel. Eerst haar silhouet, dan haar huid. Verwaarloosd had ze zich nooit. Niet echt, ze had gegeten, geslapen, bewogen. Ze was geen van die vrouwen die in zichzelf verdween na een scheiding, integendeel. Ze was misschien zelfs slanker dan een jaar geleden. Iets minder ronding, iets meer definitie. Haar taille strakker, haar heupen minder zacht, maar elegant. Lichtelijk hoekiger, volwassener, bijna.
Haar blik gleed naar haar borsten. Groot, stevig, nog altijd. Er zat trots in haar ogen terwijl ze keek. Geen beugel beha nodig om zich mooi te voelen. Ze had dit lijf, met alles erop en eraan, zelf gehouden, zelf gedragen. Maar dan, haar blik zakt, haar wenkbrauwen trekken samen, haar schaamstreek. Teveel haar, niet netjes, niet getrimd. De scherpe lijn langs haar lies vervaagd, de randen slordig, het midden verwilderd. Alsof niemand daar in maanden geweest was. En dat was ook zo.
Ze voelde zich opeens bekeken, terwijl niemand haar zag. Schaamte is vreemd als er niemand is om je voor te schamen. ze draait de kraan open, warm water slaat sissend op de tegels, de stoom vult de ruimte. Ze stapt eronder, sluit haar ogen, laat het over zich heen spoelen. Alsof ze zichzelf wil herscheppen, wegwassen en verzachten. In haar hoofd klinkt de stilte van Iris’ uitblijvende antwoord.
In haar lijf begint iets te bewegen, een herinnering, een verlangen? Of gewoon… een wakker worden. Ze weet het niet.
Het water was nu heet. Ze voelde het op haar schouders, haar sleutelbenen, haar borst, alsof haar lijf langzaam werd losgeweekt uit een oude huid. Haar hand gleed naar het plankje in de hoek van de douche. Ze pakte het scheermes, draaide het tussen haar vingers, alsof ze het voor het eerst zag. Ze begon bij haar benen, lange halen, het mes gleed soepel, bijna elegant. Over haar scheenbenen, haar dijen, zacht schuim, warme huid, licht prikkelende sensaties. Dan haar oksels, de geur van haar douchegel mengde zich met iets anders, iets diepers.
En toen…Ze keek naar beneden. Naar het bos kroes haar tussen haar benen. Dicht, wild, onverstoorbaar, ze zuchtte diep, iets tussen schaamte en opwinding in. Ze begon langzaam, voorzichtig, met vaste hand, zonder haast. De krullen vielen op het doucheputje, ze tilde het dekseltje op. Een dikke pluk bleef hangen in het rooster. Ze fronste, zoveel, zoveel maanden genegeerd. Niet omdat ze lui was, of omdat ze haar lichaam niet wilde aanraken. Maar omdat ze het niet durfde, omdat het haar niets meer deed, tot nu.
Ze voelde het nu wél, iets tintelde in haar onderbuik, iets wakker. Ze ging opnieuw met het mes over haar huid, dit keer trager, met meer aandacht. Ze voelde met haar vingers of er nog haartjes achterbleven. De zachte, natte aanraking van haar eigen hand liet haar even duizelen. Ze schoor nog één keer, heel precies. En toen… voelde ze het, de gladheid die ze zo lang had gemist. De frisheid, de openheid. Haar vrije hand rustte even tussen haar benen. Warm water stroomde erlangs. Haar vingertoppen bleven liggen, niet duwend, niet bewegend. Gewoon voelen, alsof ze zichzelf terugvond. Iets wat lang afgesloten was, met lagen van onverschilligheid, van moeheid, van “later wel”.
Haar ademhaling veranderde, een zucht, diep, een herinnering aan de laatste keer dat ze zichzelf daar had aangeraakt. Ze wist het niet eens meer, was het in bed geweest, in de stilte na een slapeloze nacht, of haastig, onder een deken, starend naar het plafond? “Godverdomme,” fluisterde ze, haar voorhoofd rustend tegen de koude tegel. Waarom had ze zelfs dát niet meer gedaan, waarom had ze haar eigen lijf de rug toegekeerd?
Ze wilde zich verontschuldigen. Aan zichzelf, en tegelijk… voelde ze zich krachtig. Goddelijk bijna, glad, open, levend. Ze draaide de kraan uit, en net op het moment dat ze de handdoek om haar lijf sloeg, hoorde ze het bekende ping van haar telefoon in de woonkamer. Dat moest Iris zijn, Iris haar jeugdvriendin waar ze ooit alles mee besprak, waarmee ze samen de wereld verkende en ook zichzelf. Ze dacht aan die keer met Iris onder de douche en dwaalde even af naar toen, toen ze nog zestien was.
Het warme water was toen nog een straaltje uit een gammele douchekop aan een plastic slang. De badkamer van Iris’ ouders was klein en rommelig, met een beslagen spiegel vol vingerafdrukken en een lichtbruine tegelvloer waar ze bijna op uitgleden. Net zestien, allebei. Iris had voorgesteld om samen te douchen na het zwemmen. Dat was niets bijzonders, ze deden het vaker, ze deden alles samen. Nora had zonder nadenken haar shirt over haar hoofd getrokken, badpak nog nat, haar huid plakkerig van chloor en zon.
Ze stonden onder het water, lachten om elkaars natte haren. Vergelijkend, prikkelend nieuwsgierig, alsof hun lichamen boeken waren waar ze samen de eerste hoofdstukken van lazen. Nora herinnerde zich haar eigen ongemak, niet door Iris, maar door zichzelf. Haar borsten waren groter dan gemiddeld, maar nog niet volgroeid. Haar schaamstreek daarentegen… een bos, zoals Iris het noemde. Dik, donker, bijna volwassen, terwijl Iris nog nauwelijks iets had. Gladde huid, strakke buik, het lichaam van een kind dat net begint te veranderen. “Ik snap het niet,” zei Iris toen, haar vinger speels wijzend en net niet strelend. “Daar al jungle, en hier niks.”
Ze wees naar haar eigen borstkas en trok haar wenkbrauwen op. Ze moesten zó hard lachen dat ze tegen elkaar aan vielen, druipend, warm van het water en de zon op hun huid. En toen kwam het scheermesje. “Ik heb er eentje gepakt van m’n moeder. Wil je?” Nora had geaarzeld, maar knikte, ze vertrouwden elkaar blind. Ze gingen op de rand van het bad zitten, handdoeken onder hun billen, giechelend en stuntelig. Iris begon, scheerde Nora’s been met uiterste concentratie, haar tong half uit haar mond, alsof ze een kunstwerk maakte. En daarna andersom. Geen enkele gêne, tussen hun benen alleen water, schuim, en vriendschap. Geen seks, geen spanning.
Nora stond nu weer in haar eigen badkamer, jaren later, haar volwassen lijf in de stoom. Maar de herinnering was glashelder, net als andere herinneringen, toen ze ouder werden en er nieuwe ontdekkingen werden gedaan. Ze voelde een glimlach op haar gezicht, warm, pijnlijk mooi. Dat meisje van toen, de Nora van toen… die zorgeloze openheid, waar was dat gebleven? Ze wreef met haar hand over haar pas geschoren huid. Zacht, gladder dan in maanden, en voor het eerst in lange tijd… voelde ze zich niet alleen bloot, maar aanwezig.
Ze liep naar de woonkamer. het scherm van haar telefoon lichtte weer op, Iris. “Morgen kan ik. Koffie? Lunch? Of iets spannenders… een wijntje?” Nora’s hart sloeg over, ze slikte. Haar vinger bleef even boven het toetsenbord hangen. Die laatste woorden tintelden. Niet door wat ze wáren, maar door wat ze ooit hadden betekend.
Ze dacht meteen terug aan die keer, lang geleden. Amper zeventien, de ouders van Iris even weg, een huis vol stilte en mogelijkheden. Ze hadden gerookt, wijn gedronken, geen glas, geen finesse. Gewoon, de kast open, uit elke open fles een slok. Wit, rood, zelfs iets met bubbels dat naar azijn smaakte. Ze waren allebei misselijk geworden, maar wat hadden ze gelachen. Jaren later haalden ze de anekdote vaak aan. “Wijnproeverij a la Iris & Nora,” zeiden ze dan met een knipoog. Maar de herinnering die daarna kwam, vertelden ze nooit, aan niemand.
Hun eerste weekend samen weg, een klein vakantiehuisje ergens in Zeeland, grijze lucht, nat gras.
Ze hadden een fles wijn gekocht bij de supermarkt, en daarna nog een. Niet omdat het lekker was, maar omdat het hoorde bij “vrij zijn”, dat dachten ze toen. Ze sliepen in één bed, vanzelfsprekend. Iris in een te groot shirt. Nora in een oude tanktop, strak om haar lijf en haar inmiddels forse borsten. De lucht was zwaar van parfum, shampoo en puberzweet. En ergens in die nacht, toen de wijn hun tongen los had gemaakt en hun grenzen vervaagd waren, begonnen de grappen. “Als jij echt geschoren bent,” zei Nora met haar tong zwaar en haar hoofd tegen het kussen, “dan wil ik dat zien.” Iris had gelachen. “Oh ja?” ze gooide de deken van zich af, trok haar shirt op tot boven haar heupen.
“Inspecteer maar, dokter.”
Nora had gespeeld. Met haar hand onder haar kin alsof ze nadacht. En toen gleed haar vinger over de gladde lijn langs Iris’ lies. Niet schokkend, niet brutaal, alleen… zacht. “Ik geef je een tien,” fluisterde ze. Toen keek Iris haar aan, een blik, niet verbaasd, niet boos, maar open en onzeker. En iets anders, iets dat Nora niet kon plaatsen, toen nog niet. Ze hadden gelachen, daarna, de deken over zich heen getrokken. Niet verder gegaan, niet hoeven praten, maar iets was veranderd. Een geheim was geboren, niet één dat pijn deed, maar dat je bewaart omdat het mooi is. Omdat het je vanbinnen warm houdt, zelfs als je de ander jaren niet ziet. Pas een jaar later, op een onbewaakt moment, had Iris in Nora’s oor gefluisterd welk gevoel door haar lijf was gegaan. Nora kreeg rode wangen, dat gevoel kende ze, als ze met zichzelf speelde.
Nu, terug in haar woonkamer, voelde Nora haar hart sneller kloppen. “Iets spannenders,” zei Iris nu. Was het nog steeds een grap, of niet meer? Ze typte terug “Morgenavond, wijn. Jij kiest, ik schenk.” Ze had het verstuurd, haar hand trilde nauwelijks. Morgen was nog ver, maar de warmte zat al in haar buik. Morgen ziet ze Iris weer, morgen heeft ze eindelijk weer iemand om mee te praten, iemand die haar begrijpt, waar ze herinneringen en geheimen mee deelt en iemand die altijd bereid is mee te denken in oplossingen. Ze had er zin in, ze voelde zich goed, schonk voor het eerst sinds tijden een wijntje in, kroop in bed, keek een film en liet haar hand over haar lichaam gaan, voor het eerst sinds tijden.
De zon had zich nog niet laten zien die ochtend, maar Nora was wakker met een gevoel van verwachting dat onder haar huid tintelde. Het laken kleefde aan haar lichaam, ze voelde haar slipje aan het voeteneind en haar naaktheid onder het dekbed, ze glimlachte, dacht aan gisteravond, het wijntje, haar hand en haar vingers, heerlijk. Ze had zich voorgenomen rustig te blijven, gewoon koffie te drinken, rustig te ontbijten. Maar haar gedachten bleven terugglijden naar Iris’ bericht.
“Iets spannenders.” Die woorden hadden de hele nacht in haar hoofd gedanst, als een klein vonkje dat zich door haar herinneringen brandde. En toen, halverwege de ochtend, haar telefoon. een appje van Iris. “Hee liefje, plan iets bijstellen… kan niet van huis. Je ziet wel waarom, bij mij thuis dus. Nog steeds wijn, jij schenkt. Gezellig!” Nora las het twee keer. Bij Iris thuis, niet koffie op een terras, geen veilige lunch in de stad, geen wijntje in een donker café. Thuis, bij Iris’ thuis? Haar omgeving, haar geur, haar ritme. En je ziet wel waarom, wat betekende dat? Iets praktisch, iets intiems? Nora beet op haar onderlip. De vage tekst liet niets los. Of juist alles, was het ironie, was het verleiding? Ze typte snel terug, “Ik kom, wijn neem ik mee, gezellig, zin in!” Ze twijfelde geen seconde aan haar antwoord. Maar daarna… ging het pas écht beginnen.
Toen ze aanbelde opende Iris de deur, een zoen, haar jas op de kapstok en Iris haar van top tot teen bekijkend. Nora stond nog maar net in de gang toen haar blik naar rechts werd getrokken, naar de woonkamer. Ze zag een bank, een deken, en daar, half zittend, half liggend, Robert, met zijn been in het gips. Been omhoog, laptop op schoot, gezicht grijs van de koppigheid. Hij keek op, knikte vriendelijk. “Hoi Nora. Lang niet gezien.” Hij zag er precies zoals ze hem zich herinnerde. Degelijk, een beetje bleek, zijn haar alweer te lang aan de zijkanten. Maar ook gespierd, ondanks het gips, en met een blik in zijn ogen die zei, Ik ga niet klagen, maar ik baal als de pest. Nora’s hele fantasie, van zwoele blikken en wijn bij kaarslicht, viel in een paar seconden als een kaartenhuis in elkaar. Ze voelde zich ineens overdressed, te gepolijst, te aanwezig. “Ik hoop dat het meevalt,” zei ze, haar blik naar zijn been gericht. “Breuk in m’n kuitbeen. Drie weken stilzitten, daarna loopgips. Voor een fietser is dat erger dan sterven,” zei hij met een flauwe grijns. Iris kwam terug uit de keuken met twee glazen. “Het was óf jij hier, of ik niet weg. Dus welkom in ons charmante nest.”
Nora moest lachen, een beetje gespannen. “Nou, ik voel me vereerd.” Iris gaf haar het glas aan. “Op gebroken benen,” zei ze een beetje spottend. “En op vriendinnen die tóch komen,” voegde Robert toe, voor hij weer naar zijn laptop keek. Ze gingen samen aan de eettafel zitten. De wijn was koel, de glazen beslagen. De keuken rook naar basilicum en iets geroosterds. En ineens, tussen de realiteit van een man met een gebroken been en de rommelige warmte van Iris’ huis, voelde Nora zich weer Nora. Niet het meisje van toen. Niet de vrouw die gisteren haar lichaam herontdekte. Maar de vriendin, de gast, de nieuwsgierige.
Ze nam een slok. “Ik dacht even dat ‘iets spannenders’ iets héél anders betekende,” zei Nora met een halve glimlach. “Ik weet het,” zei Iris meteen, haar stem laag, zonder schroom. “Het was een teaser.” Nora keek op, haar wenkbrauwen licht geheven.“Ik weet hoe jij leeft,” ging Iris verder, rustig, alsof ze een theezakje liet trekken. “Alleen. In dat grote huis. Alles onder controle. Niets dat echt raakt. Je had een duwtje nodig. ”Nora lachte, kort en scherp. “Je bedoelt dat ik leef als een kluizenaar.” Iris grijnsde, “Precies dat. Een elegante, zelfredzame kluizenaar met goede smaak in wijn. Maar verder een sufkut zonder plezier.”
Als reactie gaf Nora haar een duw. Speels, maar met contact. De binnenkant van haar hand raakte Iris’ bovenarm, warm door de wijde trui heen. Hun blikken kruisten elkaar net iets te lang voor zomaar een grap. Het was geen flirt, geen voorstel, het was de bevestiging dat Iris haar zag. “Jij zegt dit nu,” zei Nora, haar glas ronddraaiend, “maar volgens mij ben jij ook niet bepaald elke avond in de kroeg te vinden.” Iris haalde haar schouders op. “Ik leef nog, jij… sliep, dat is een verschil.” Daarna ontspande het gesprek. Niet in onderwerp, maar in toon.
Ze leunden naar elkaar toe. De flarden vlogen over tafel, over werk, Nora’s opdrachten, haar eindeloze mails, haar eenzaamheid tussen deadlines. Over de wereld, de onrust, de druk, de zinloosheid van alles soms. Over relaties, de stilte na een breuk, de leegte in een bed dat weer de jouwe wordt. Ze lachten om oude dates. Bespraken de eerste keer seks na een verbroken relatie. Hoe het soms voelde alsof je je eigen lijf opnieuw moest leren kennen. En toen, zonder overgang, “Wanneer was de laatste keer dat je echt opgewonden was?” vroeg Iris, haar toon niet provocerend maar oprecht nieuwsgierig, alsof ze vroeg naar een boek dat je ooit uitleende en vergat.
Nora moest even slikken. Ze wilde liegen, of ontwijken. Maar ze kende Iris te goed. “Gisteren,” zei ze. “Toen ik onder de douche stond en aan jou dacht. Aan vroeger.” Iris knikte langzaam, niet verrast, niet ongemakkelijk. “Dat was de bedoeling.” Iris keek Nora aan, open en een beetje gevaarlijk. De kamer werd stiller, niet van geluid, maar van betekenis. Alsof alles even stilstond om ruimte te maken voor wat nog komen kon.
Voordat Iris antwoord gaf, stond ze op en liep naar de keuken. Ze opende de koelkast, pakte een biertje en maakte het met één hand soepel open op de rand van het aanrecht. Nora hoorde het zachte pfft van het koolzuur. Even later stond de keukendeur op een kier, Iris was in de kamer en zei “Hier, voor de patiënt.” Nora hoorde een stem, onverstaanbaar, wat gemompel. Iris lachte zacht, sloot de deur en draaide zich met een brede glimlach naar haar vriendin. “Die zit porno te kijken,” zei ze droog. “Daar hebben we geen kind aan.” Nora’s wenkbrauwen vlogen omhoog. “Serieus? Zit hij echt…?” Iris stootte haar aan, licht met haar heup. “Geen idee wat hij kijkt,” zei ze lachend. “Misschien racefietsen met vrouwen en blote borsten, who knows. Maar hij mag alles. Net als ik.”
Nora was even stil, zocht naar een reactie, iIris voelde haar twijfel. “Soms kijken we samen,” voegde ze eraan toe. “En daarna hebben we urenlang plezier.” Die woorden kwamen aan als een glas ijskoud water in een warme kamer. Niet schokkend, maar verfrissend, onvoorstelbaar bijna. Ze dacht aan de suffige, stille Robert met zijn truien en zijn lesboeken. “Nou,” zei ze, haar stem iets heser dan ze wilde, “vertel eens iets smeuïgs.” Iris leunde achterover tegen het aanrecht, haar glas in haar hand, haar ogen op Nora gericht alsof ze haar zorgvuldig observeerde. “Dat is het grappige,” begon Iris. “Je ziet Robert en je denkt, veilig, degelijk, lief. En dat is hij ook, maar hij weet wat hij lekker vindt. En hij durft te zeggen wat hij wil. Soms kijkt hij iets geks op internet, soms deelt hij het met me, en dan eindigen we ergens vrijend op de keukentafel. Er zijn momenten waarop hij echt extreem is, laatst hadden we seks in een pashokje en tijdens een etentje wilde hij dat ik m’n slipje uittrok”
Nora lachte ongemakkelijk, bijna jaloers. “Ik kan me hem daar gewoon níét bij voorstellen.” “Precies,” zei Iris, knipogend. “Dat maakt het juist opwindend.” Ze nam een slok wijn, en liep weer naar de tafel waar Nora zat. Ze liet zich nonchalant op de stoel naast haar zakken, hun knieën raakten elkaar kort. “Wat was jouw gekste plek ooit?” vroeg ze zacht. Nora keek haar aan. “Dat ga ik echt niet vertellen,” zei ze met een scheve lach. “O, jawel. Jij begon met de douche en mijn naam erbij en was nieuwsgierig naar Ronald,” zei Iris. “Jij staat op achterstand.” Nora dacht na, ze slikte. “Voorovergebogen op het balkonhek,” zei ze. “In mijn oude flat. Met een collega die me thuis bracht na een feestje en nog een sigaretje met me deelde. De buurman heeft alles gezien, ik ben daarna nooit meer met hem in de lift gestapt.”
Ze lachten samen, hard en zonder schaamte. En voor het eerst die avond voelde Nora haar wangen warm, maar niet van verlegenheid, van leven, van alles wat ze had gemist en alles wat misschien nog voor haar lag. “En jullie dan?” vroeg Nora, haar stem nu zachter, lager. Ze liet haar vingertop langs de rand van haar glas glijden. “Ik bedoel: de extreemste plek. Niet de gekste. De… grens.” Iris’ ogen flitsten naar haar, iets scherpers erin nu. Niet vijandig, eerder alert, alsof iemand onverwacht een lucifer aanstreek in een donkere kamer. “Extreem of gekste?” vroeg ze traag, alsof ze even tijd kocht.
“Extreem,” herhaalde Nora, zonder een spier te vertrekken. De wijn gaf haar lef of het was Iris’ aanwezigheid, net als vroeger. Er viel een seconde stilte. Iris leunde achterover in haar stoel. De trui gleed iets naar beneden, haar sleutelbeen kwam bloot, elegant en scherp. Ze speelde met het glas in haar hand, liet het draaien. “Oké,” zei ze. “Maar alleen als jij niet met zo’n verbaasde kluizenaarsblik gaat kijken. ”Nora grijnsde. “Ik beloof niks.” Iris haalde diep adem, niet aarzelend, maar als iemand die zichzelf even verzamelt voor een duik.
“Vorige zomer,” begon ze. “We waren op een feest. Buiten, in het bos. Veel mensen, muziek, kampvuur, drank. Ik had een jurk aan, licht, doorschijnend in het blacklight. We dansten, ik was net een tikje te losjes, had iets sterkers gedronken dan ik gewend ben. En Robert… Robert had me al de hele avond aangekeken alsof hij iets in zijn hoofd had.” Ze pauzeerde, keek Nora recht aan. Geen schaamte in haar blik, wel warmte. En een glinstering van brutaliteit. “We liepen samen het bos in, weg van het vuur, het geluid. Geen woorden. Alleen dat gevoel. Nú, daar, tegen een boom, hij duwde me ertegen. Ik voelde de bast tegen m’n rug, de kou van het mos onder m’n blote voeten. En ik voelde mezelf nat worden nog voordat hij me aanraakte.”
Nora slikte, zacht, bijna onmerkbaar. Iris ging verder, haar stem iets hees. “Hij had me niet eens uitgekleed. Mijn jurk gleed gewoon opzij. Eén hand tussen mijn benen, één hand om mijn keel. Zacht. Geen geweld, maar… overgave. En daar, in dat donker, kwam ik zó hard klaar dat ik daarna moest lachen van de opluchting. Van het leven, van alles. En toen we terug waren bij de groep vroeg een volstrekt onbekende vrouw Robert of hij lekker geneukt had.” Iris liet haar glas zakken, geen nadruk, geen trots, geen schaamte, gewoon de waarheid.
Nora’s hart bonsde. Niet van jaloezie. Maar van iets wat dieper zat, herkenning, gemis, en iets dat zich langzaam weer roerde in haar onderbuik. “Wow,” zei ze uiteindelijk. “Buitenseks. Check. Hand om je keel en betrapt… bonuspunten.” Iris knikte traag, een tikje uitdagend. “En jij?” vroeg ze, haar stem nu zachter. “Durf je terug te delen? Of ben je alleen maar komen luisteren?” Nora bloosde. Ze voelde het, van haar borst tot haar nek, een warme golf die haar overspoelde. Haar hart bonsde in haar hoofd alsof het zich uit haar lijf wilde wringen. Ze wist niet of het van schaamte was, of van de herinnering.
Ze keek naar Iris. Die daar zat, stil, wachtend, niet oordelend, gewoon aanwezig. Nora knikte en ze begon. “De sportschool,” zei ze zacht. “Altijd dezelfde jongen, jonge vent eigenlijk. Veel te jong voor mij, een spierbundel. Zo’n lijf waarvan je denkt dit is niet meer sexy, dit is werk. Alles strak, alles opgepompt, bijna lelijk… maar tóch bleef ik kijken.” Ze ademde uit. Haar hand om het glas. “Ik zat aan de bar, met zo’n dom sapje, hij ook. Ik voelde me altijd lullig, tussen al die hijgende lichamen en zwetende ego’s. Maar hij… hij zag me. Of ik hem, of allebei. Weken lang niets, alleen die blikken, kort en dan ineens tijdens een oefening ‘Zal ik even helpen?’” Ze keek Iris aan, die geen spier vertrok.
“Hij stond achter me, zijn lijf tegen mijn rug. Zijn borstkas tegen mijn schouderbladen. Mijn borsten tegen het kussen van het bankje. Ik voelde hem, hij deed alsof het niks was, maar het was alles.” Een pauze, Nora dronk van haar wijn, haar keel droog. Iris keek haar aan met grote ogen. Niet geschokt, maar vol aandacht, alsof elk woord in haar werd opgevangen. “Na afloop, ik had al gedoucht, bleef ik hangen. Ik dacht, misschien komt hij. En hij kwam, handdoek, nat haar, die geur van shampoo en zweterige huid. Oogcontact, een knik, meer niet, ik wist genoeg.” Ze slikte. “Ik ben met hem meegegaan. Een flatje, goedkoop, bed nog doorwoeld van weet ik veel wie of wat. De geur van schimmel in de gang, verder alleen zijn en m mijn hitte. Ik wilde geen praatjes, geen zachtheid, ik wilde voelen, hij ook.”
Nora’s stem daalde. “We hebben die avond drie keer seks gehad. De eerste keer met condoom, zonder poespas mijn benen wijd. De tweede keer… ik weet niet meer hoe, en de derde keer zonder condoom, doggy style, ordinair hard. Ik weet dat het dom was, maar ik voelde me lévend, ik wilde mezelf niet beschermen. Ik wilde gewoon even… verdwijnen in hem.” Een stilte viel, niet ongemakkelijk, wel zinderend. Nora keek naar Iris. Haar wangen waren rood, haar lippen een beetje vochtig, alsof ze al een tijdje niets had gezegd, of juist te veel gevoeld. “Dat was…,” begon Iris, “intens.”
“Dat was pas het begin,” zei Nora zacht. “Het is een tijd zo doorgegaan. Ik dacht, als niemand van me houdt, dan wil ik in elk geval íemand die me wil.” Iris boog zich iets dichter naar haar toe. Haar stem was laag, bijna schor. “En heeft iemand je écht gewild?” Nora keek haar aan, lange seconden. “Ik denk dat jij de eerste bent die het me vraagt,” fluisterde ze. Nora keek nog steeds naar haar glas, draaide het langzaam in haar vingers. De wijn kleurde donkerrood langs de rand.
“Ik bleef hem zien,” zei ze zacht, haar stem nu rustiger, alsof het delen haar sterker maakte. “Elke week. Niet gepland, niet besproken. Soms na het sporten, soms alleen na een berichtje met een vraagteken, geen woorden nodig. Als hij zin had was ik beschikbaar of andersom” Iris zat stil. Haar gezicht was iets naar voren gebogen, alsof ze elk woord letterlijk proefde. “Ons spel veranderde. Werd… ruwer. Ik was geen schaduw meer, geen vrouw die in een relatie zat en alles verloren had. Ik was een vrouw die dingen wilde, dingen voelde, dingen nam, ik was verslaaf aan seks.”
Nora hief haar ogen op. “Ik begon hem te leiden. Legde hem op z’n buik, bond zijn polsen met zijn eigen trainingsriempjes, elastisch, stevig. Ik masseerde hem, traag. Zijn rug, zijn schouders, elke spier die zo trots onder zijn huid klopte. Dan zijn billen, zijn dijen, zijn heupen.” Ze slikte, voelde hoe haar eigen lijf reageerde terwijl ze sprak. “Mijn handen speelden. Geen haast, geen genade. Ik kon hem maken en breken, en hij liet het toe. Gretig, nieuwsgierig, zijn ademhaling verklapte zijn opwinding voordat hij het zelf wist en ik liet hem schreeuwen van geluk.”
Iris ademde hoorbaar in, maar zei niets. Alleen haar ogen spraken, vol honger, verbazing, bewondering misschien zelfs. “Op een middag heb ik hem vastgezet aan het hoofdeinde. Niet strak, maar genoeg. Hij keek me aan met die blik… alsof hij zich afvroeg of hij ooit weer los wilde. Ik kroop over hem heen. Bereed hem, mijn haar over zijn gezicht, mijn benen als klemmen om zijn heupen. En hij… hij leerde.” Nora’s stem daalde, werd bijna fluisterend. “Met zijn lippen om mijn tepels, zijn tong strelend en het hardste en warmste deel van zijn lijf diep in me, eerst van voren en daarna van achteren. Zonder grenzen, zonder rem.” Ze stopte, haar adem kort. “Het was geen liefde,” voegde ze eraan toe. “Maar het was leven, écht leven, rauw, geil, zwetend, bonkend en wild.”
De kamer was stil. Alsof zelfs het huis haar verhaal aan het verwerken was. Iris had haar hoofd iets schuin gehouden, haar lippen vochtig, haar wangen nog steeds rood. Ze leek iets te willen zeggen — of doen — maar koos voor stilte. Nora keek haar aan. “Ik weet niet waarom ik je dit allemaal vertel,” zei ze. Iris lachte, zachtjes. “Omdat ik het wíl horen,” zei ze. “Omdat ik je wil voelen. Omdat jij… eindelijk wakker bent.” Ze reikte naar Nora’s hand, hun vingers raakten elkaar, koud, warm, trillend en stilstaand. Nora keek naar Iris. Haar ogen glansden, maar niet van opwinding. Tranen lagen als fijne dauw op haar wangen. “Ik weet niet wat ik voelde,” fluisterde ze. “Eerst trots. Kracht. Maar daarna… leeg. Alsof ik mezelf had ingeleverd. Als een nymfomaan, ja. Ik voelde me iemand die alleen nog maar bestond om genomen te worden.”
Ze veegde haar wang droog, zonder schaamte. “Ik vertelde hem dat ik meer wilde. Meer dan ruige seks, meer dan voorspelbare lust. Ik wilde… het onbekende. Het gevaar, de rand.” Iris bleef stil. Alleen haar vingers knepen zacht in Nora’s hand. “Hij reageerde alsof hij erop had gewacht, hij zou iets regelen, zei hij. En een week later was ik daar, een hotelkamer, schemerlicht, ik zat op het bed, geblinddoekt. Mijn mooiste setje, zwart kant, strak, doorschijnend, alsof ik er zelf niet meer was, alleen nog mijn lijf.”
Nora slikte. “Er waren anderen. Ik hoorde stemmen. Twee, drie of meer? Ik mocht mijn handen niet gebruiken, alleen proeven. En ik deed wat ik moest doen, wat ik wílde doen. Monden, huid, geuren, piemels en handen, gretige handen. Ik voelde me als een golf die op het punt van breken, kolkend en schuimend. Ik genoot… en ik vergat, alles.” Ze ademde diep. Haar stem trilde niet, niet van spijt, maar van de intensiteit van de herinnering. “Ik wist niet meer wie ik was, alleen dát ik was. En dat ik niet bang was. Geen seconde.”
Iris had haar hand losgelaten, maar was niet van haar zijde geweken. Ze zat nu iets dichterbij. Hun knieën raakten elkaar. “En toen?” vroeg ze zacht. Nora keek op, haar ogen nog nat. “Toen kleedde ik me aan. Ik gaf geen zoenen, geen oogcontact, geen dankjewel. Ik ging naar huis, met pijn in mijn kaken en bij elke stap die ik zette voelde ik mijn spleet schuren en gloeien, net als mijn kont, maar ik was niet kapot. Ik wist dat ik mijn grens had opgezocht. En dat ik nog leefde, maar ook dat ik uit die verdomde relatie moest. De volgende dag verbrak ik het contact.
Een lange stilte. Iris’ ogen stonden vol respect, verwarring, iets wat op ontzag leek. “Jij bent zoveel meer dan wat ik dacht,” zei ze. Nora knikte “Dat dacht ik ook.” Een lange stilte, de wijn in hun glazen bewoog niet meer. De kamer was zacht, gevuld met ademhaling, herinnering. Iris keek haar aan, niet zoals een vriendin die iets hoort, maar als iemand die iets voelt. Die iets ziet, ze glimlachten allebei. Niet omdat het leuk was, maar omdat het waar was. Iris boog iets voorover, haar elleboog op haar knie. “Je had niets meer te verliezen, hè?” “Behalve mezelf,” zei Nora. Nog een stilte en dan een zucht van Iris. Lang, diep. Alsof ze iets moest loslaten. “En nu?” vroeg ze. “Nu je alles hebt verteld. Nu je jezelf hier weer zit te zijn, na alles?”
Nora haalde haar schouders op, maar niet licht. Niet achteloos, ze voelde haar hele lijf meebewegen. “Ik weet het niet. Maar ik voel dat ik weer besta. Niet als een vrouw die geleefd wordt, maar als een vrouw die leeft, die uit haar kluizenaarsleven moet komen. Iris stond op, liep naar de keuken zonder iets te zeggen. Nora hoorde haar de kurk uit de wijnfles trekken. Een nieuwe fles, een hand die haar glas bijvulde. Toen Iris weer zat, raakten hun knieën elkaar weer. “Het is alsof ik naar mezelf kijk,” zei Iris, zachtjes. “Maar dan… wakker. Rauwer. Eerlijker.” Nora draaide haar hoofd. “Ik ben niet jouw spiegel,” zei ze. Iris lachte kort en zei “Maar misschien wel mijn waarschuwing.” Nora grijnsde “Of je uitnodiging.” Hun blikken bleven hangen. Niet als vroeger, niet als meisjes in een badkamer, giechelend met scheermesjes. Maar als vrouwen, vriendinnen, twee zielen die elkaar opnieuw ontmoeten. Met littekens, met verlangen en met de vrijheid om te voelen wat zich aandient.
Iris stond op. Haar beweging was soepel, alsof ze niet nadacht, maar gewoon wist wat ze wilde doen. Ze liep achter Nora langs, legde plots een hand op haar schouder. Warm. Stevig. Kort. “Het is beter dat je vannacht hier slaapt,” zei ze zacht. “Ik heb nog wel een plekje.” Nora keek omhoog, haar ogen volgden de lijn van Iris’ hals, haar kaak, haar ogen, die warm stonden, maar ondoorgrondelijk. Iris wees achteloos naar de kamerdeur. “Eerst help ik hem even naar z’n werkkamer, het logeerbed. Misschien verwen ik hem nog even, dan slaapt hij beter.” Ze zei het met diezelfde ongrijpbare glimlach die Nora herkende van vroeger. Toen die nog betekende, we doen iets wat niemand hoeft te weten.
Ze knipoogde. “Jij mag ook, hoor,” voegde ze eraan toe. Nora lachte zachtjes, een beetje schor. “Je bedoelt dat ik een plekje krijg, of een behandeling?” Iris keek haar aan, nu iets serieuzer. “Wat jij nodig hebt, boven, eerste deur links, een slaapkamer.” Toen was ze weg, de deur sloot zich zacht. Nora bleef achter, haar hart bonkte. Was dit een spel, een uitnodiging, een test? Ze stond op, liep naar de spiegel aan de muur en keek zichzelf aan. Ogen iets rood van de wijn, lippen vochtig. Haar lichaam nog steeds in die jeans die strak om haar heupen zat, blouse lichtjes open door de warmte. Ze hoorde gedempte stemmen. Een deur die openging, een zachte “gaat het?” gevolgd door iets onverstaanbaars. Dan stilte, voetstappen, nog een deur. Ze was alleen en toch niet.
Nora liep de trap op naar de slaapkamer. De deur stond op een kier. Een groot bed van muur tot muur, wit dekbed en frisse lakens. Ze keek om zich heen, geen geluid meer. Een minuut later hoorde ze zachte voetstappen achter zich, Iris. In haar hand een tweede kussen, een glas water, en een blik die niets uitsprak en alles tegelijk zei. Ze kwam dichterbij, zette het glas op het nachtkastje zonder een woord. Nora bleef zitten op de rand van het bed, haar handen rustend op haar dijen. Haar adem was traag, maar voelbaar. Iris hurkte neer, op gelijke hoogte, haar gezicht op nog geen halve meter afstand. Haar ogen bleven rusten op Nora’s lippen, toen op haar ogen.
“Ik dacht dat je dorst zou hebben,” zei ze zacht, nauwelijks hoorbaar. “Van het praten, of van iets anders.” Nora slikte, haar keel droog, inderdaad van de wijn, het spreken, de herinneringen. En van die blik. Die blik die zich een weg baande langs haar huid zonder haar ook maar één keer aan te raken. “Ik weet niet wat ik nodig heb,” zei Nora. Iris knikte langzaam. “Dat hoeft ook niet. Soms is het genoeg om even niet alleen te zijn.” Ze legde haar hand op Nora’s knie. Warm, kalm, alsof die hand daar altijd had gehoord. Niet dwingend, niet twijfelend, gewoon daar. Nora ademde in, en uit. “Ik blijf vannacht hier, alleen,” zei ze. Niet als een vraag. Niet als een besluit, als een feit.
Iris glimlachte, zachtjes.“Goed.” Ze stond op, trok het dekbed open, legde het tweede kussen neer en streek met haar hand langs het laken, een onbewuste, huiselijke handeling, bijna teder. “Je weet me te vinden,” zei Iris. Haar stem was kalm, maar de ondertoon zinderde. Toen liep ze langzaam naar de deur. Daar, in de deuropening, draaide ze zich om. “Als je het nodig hebt,” zei ze, “ik ben er.” Ze liet de deur op een kier. Alsof ze wist dat sommige deuren open moeten blijven. Bij de derde stap die Iris op de overloop deed, hoorde ze haar naam. Ze draaide zich om, Nora stond in de deuropening. Haar silhouet gevangen in het zachte licht van de logeerkamer. Eén hand uitgestoken, zwijgend, maar haar ogen spraken en haar lichaamstaal nog meer. Geen paniek, geen drang, geen spel. Alleen dat stille, duidelijke gebaar, kom.
Iris bleef een tel staan, alsof ze wilde controleren of het moment écht was. Of ze het goed begreep. Of ze het wílde begrijpen. Toen kwam ze terug, langzaam, geen haast, geen twijfel. Op de drempel stonden ze tegenover elkaar. Hun ademhaling bijna gelijk, hun blikken hielden elkaar vast zoals vroeger hun handen dat deden, op schoolpleinen, bij logeerpartijen, onder een dekbed vol geheimen. Nora deed een stap opzij, Iris stapte naar binnen. De deur bleef open, tot hij vanzelf zacht dichtviel. Geen klik, geen slot alleen stilte en aanwezigheid. Iris streelde met haar vingers langs Nora’s hand, tot ze elkaars vingers vasthielden. Niet stevig, gewoon vast. Toen legde Nora haar andere hand op Iris’ heup, zacht, alsof die daar al hoorde. “Ik wil,” fluisterde ze, zonder af te maken. Iris knikte, “Ik weet het.” Er was geen plan, geen logica. Alleen twee lichamen, twee vrouwen, twee zielen, die elkaar vonden op een plek waar woorden niet meer nodig waren. De kus kwam spontaan, niet als vuur maar als thuiskomen, zoals vriendinnen dat doen.
Hun naakte lichamen versmolten als vanzelf. Geen opwinding, geen drang, alleen nabijheid. Armen in elkaar verstrengeld, benen over en onder elkaar, onhandig en warm. Twee paar borsten die elkaar vonden zoals vroeger, zacht en vanzelfsprekend. Huid tegen huid, ademhaling die zich aanpaste, eenheid, in stilte. Net als vroeger, alleen volwassener, meer stilte, meer gewicht, meer leven dat in beide lichamen opgeslagen zat. Ze zeiden niets meer, ze hoefden niets meer te zeggen. Nora’s hoofd rustte op Iris’ borst, precies daar waar ze als meisje al eens in slaap was gevallen, tijdens dat ene weekendje weg. Toen onschuldig, nu… niet schuldig, gewoon juist. Hun lichamen sliepen sneller dan hun hoofden. Er klonken echo’s in de kamer. Van gelach, van herinneringen, van een gedeeld verleden. Van gemis dat zich stilletjes liet verzachten. Dromen kwamen snel, over zonlicht op een dekentje in het gras, over wijn, scheermesjes en beloftes die nooit zijn uitgesproken, maar wel zijn gebleven. Die nacht sliepen ze, eindelijk, niet alleen, samen.
Het was Iris die rond vijf uur wakker werd. De regen kletterde tegen het raam, de wereld daarbuiten werd gedempt. Alleen de ademhaling van Nora bleef hoorbaar, ritmisch, diep. Ze voelde haar borst zachtjes op en neer gaan, tegen haar zij gedrukt. Haar huid warm, haar geur nog doordrenkt met slaap en iets intiems. Iris bleef liggen, bewoog niet, alleen luisteren, alleen voelen. En daar, in dat schemergebied tussen nacht en ochtend, kwam het naar boven. Niet als schok, niet als plotseling besef, maar als iets dat er altijd al was geweest. Het verlangen, niet fel, niet nieuw, maar oud. Ouder dan haar verstand, ouder dan de relatie die ze nu had, ouder zelfs dan haar volwassenheid.
Vanaf haar veertiende zat het al in haar lijf en in haar kop. Verstopt onder giechelen, duwtjes, plagende vingers op blote huid. Altijd met een lach, altijd met een spel, zodat ze kon zeggen ‘het was maar een grapje.’ Maar het was nooit een grapje geweest. Ze had er nooit echt aan toegegeven. Niet omdat ze niet wilde, maar omdat het veiliger was om het als spel te blijven spelen. Zekerheid is zelden sexy, maar het beschermt. En nu? Nu was er niets meer te beschermen. Ze had de ruimte, in haar leven, in haar relatie, in haar lichaam. En Nora lag daar, ontspannen, trouw aan het moment. Niet uitgedaagd, niet verleid, gewoon dáár, eindelijk.
Iris bewoog haar hand langzaam over Nora’s buik, cirkelend met haar vingertoppen. Zacht, eerlijk, niet meer spelend, maar echt. En dat ene zuchtje dat Nora losliet in haar slaap… dat was genoeg. Iris boog zich voorover, liet haar lippen Nora’s sleutelbeen raken. Niet dwingend, niet vragend, gewoon een kus. Niet voor het lijfelijke maar voor dat veertienjarige meisje in haar hoofd, dat eindelijk mocht ophouden met doen alsof. En ze hield op met doen alsof. Haar slanke vingers rustten op Nora’s huid. Zacht, niet als claim, niet als bezit, maar als erkenning. Ze volgden de lijnen van haar arm, haar schouder, de contour van haar kaak, langzaam, bijna eerbiedig. Nora bewoog niet, maar kreunde zacht, alsof haar lichaam de aanraking herkende, ook in slaap. Iris glimlachte. Niet triomfantelijk, maar breekbaar. Alsof ze iets toegaf dat al jaren in haar had geleefd, stil, in de schaduw van vriendschap.
Ze streelde de rand van Nora’s lippen met haar duim, zag de kleine samentrekking in haar mondhoek. Een reflex, misschien een droom. Ze dacht aan de verhalen van Nora, de blinddoek, de mannen en de lippen die ze nu streelde. Er ging een rilling door haar lijf, niet van afkeuring, van respect. Haar blik gleed omlaag, over die vertrouwde, weelderige rondingen. Ze herinnerde zich hoe ze vroeger gniffelden om Nora’s grote borsten, het contrast met haar eigen ranke, bijna jongensachtige lijf. Toen een grap. Nu… iets anders. Ze boog zich voorover, haar lippen zwevend boven de huid, adem warm en haast tastbaar. Niet kussen, nog niet, alleen voelen hoe dichtbij ze kon zijn. Haar hand gleed lager, over Nora’s buik. De huid daar was zacht en gevoelig, zelfs in rust. Daar, net boven haar heupbot, rustte haar hand. Niet verder, alleen daar. Onder haar vingers voelde ze de plek waar ooit die wilde bos schaamhaar groeide, het begin van puberteit, van onzekerheid, van vragen die nooit echt gesteld mochten worden.
En precies daar… begon het allemaal. Maar Iris stopte, niet omdat het niet mocht, niet omdat ze het niet wilde, maar omdat ze Nora’s ogen wilde zien, hoe haar gezicht veranderde, hoe slaap en verlangen met elkaar zouden botsen. Ze wilde Nora’s mond vinden, niet alleen aanraken, kussen. Niet als spel. Niet als vroeger, maar nu, als vrouw, als geliefde. Haar hand bleef daar rusten. Zo licht, dat het leek alsof ze de lucht beroerde in plaats van huid. En toch… Nora rilde, een trilling, klein maar voelbaar. Haar lichaam wist het eerder dan haar hoofd, toen gingen haar ogen langzaam open. Halfslaperig, verdwaald, tot haar pupillen zich op Iris richtten en ze niets meer hoefde te vragen. Want daar was ze, Iris met ogen die spraken, met lippen die een fractie van een seconde wachtten en toen de hare vonden. Eerst zacht een ontdekking, tastend.
Maar Nora gaf zich niet over, ze nam terug, trok Iris dichter naar zich toe, haar hand achter haar nek, haar dijen al bewegend, openend. De zoen werd een strijd, niet hard maar hongerig. Twee monden die jaren hadden gezwegen, twee tongen die eindelijk mochten spreken. Hun lichamen bewogen vanzelf, verstrengeld, nat van zweet, zacht van verlangen. Iris’ hand verkende, vond, geen haast. Nora’s ademhaling versnelde, haar lijf danste tussen overgave en honger, ze voelde zich gekend, gezien en bovenal gekoesterd. Ze maakten geen liefde, ze waren liefde of iets wat daar verdomd dicht bij in de buurt kwam.Iris’ hand gleed over Nora’s rug, haar vingers als een fluistering over zachte huid, langzaam, aanwezig.
Nora draaide zich iets, haar dijen losser, haar ademhaling hoorbaar dieper. Er was geen haast, geen ongeduld. Alleen de taal van aanrakingen, lang bewaard maar nooit vergeten. Tussen hen in hing geen schaamte. Geen ‘hoe dan?’ of ‘waarom nu pas?’ Er hing herinnering en honger en een fluisterende toestemming in elke beweging. Nora’s lippen vonden hun weg. Langs een buik die trilde onder haar adem, langs huid die zich leek te openen voor haar aanraking. Iris kreunde, eerst stil, toen hoorbaar. ze klemde haar hand in het dekbed, haar andere hand in Nora’s haar. ze gaf zich over, aan die jeugdvriendin die haar kende tot in het merg, en nu ook tot in haar diepste drang. Nora leidde, met vanzelfsprekendheid, niet uit controle, maar uit vertrouwdheid. Zoals vroeger, toen zij altijd degene was die durfde, en Iris die volgde, gretig, gretiger dan ze ooit had toegegeven. Haar stem vulde de kamer een mengeling van fluisteringen en uitgesproken kreten. Van naam, van twijfel, van verlangen. Ze vroeg niet om méér ze vroeg om niets minder dan alles.
En toen, alsof een onzichtbare lijn was overgestoken, vond Iris haar stem ook in Nora. Haar hand ontdekte, verkende, speelde een eigen spel van plagen en strelen en Nora liet zich vinden. Twee vrouwen, ooit meisjes, ooit giechelend onder de douche nu los van verleden, maar verbonden door alles wat ze ooit niet durfden te zeggen. Wat ze vannacht niet langer konden verzwijgen. Hun lichamen bewogen, ademende ritmes, natte huiden, een werveling van zachtheid en kracht. Ze zochten geen orgasme, ze vonden elkaar en dat heerlijke gevoel van pure bevrediging. In warmte, in zweet, in herinnering. En in de zekerheid dat wat hier gebeurde, nooit meer vergeten zou worden.
Het zachte geritsel van regen op het raam was als achtergrondmuziek. De kamer rook naar huid, naar lakens en naar iets dat al jaren in de lucht hing, maar nooit eerder was uitgesproken. Nora lag met haar hoofd tegen Iris’ hals, haar hand rustend op haar buik. Af en toe een streling, een halve zoen op een schouder, een vingertop die een kleine cirkel tekende op de huid. “Heb je geslapen?” vroeg Iris, haar stem hees en loom. “Meer dan ik dacht,” fluisterde Nora. Ze trok haar neus even op, snoof. “Je ruikt naar mij.” Iris grinnikte zacht. “Gelukkig wel.” Ze lagen stil, alleen hun vingers spraken. Over wangen, sleutelbeenderen, ribbenkasten, over herinnering en bevestiging.
Toen, plots, brak Iris het met een glimlach. “Heb jij ooit aan een trio gedacht?” Nora hief haar hoofd op, keek haar aan. Een opgetrokken wenkbrauw, een scheve grijns. “Met Ronald?” Iris schoot in de lach. “Nee joh. Ik zei trio, geen ontbijtbuffet.” Ze rolden samen in de lakens, giechelend als vroeger, even weer meisjes. Maar dan weer stil, niet ongemakkelijk, gewoon bewust van de lading achter de lach. Nora draaide zich op haar zij, haar hand tegen Iris’ wang. “Wie dan?” vroeg ze zacht. Niet plagerig meer, echt benieuwd, een beetje kwetsbaar ook.
Iris keek even naar het plafond, naar het zachte ochtendlicht dat door de gordijnen sloop. “Ik weet het niet. Niet iemand specifiek. Gewoon het idee. Dat iemand kijkt, of meedoet. Dat je gedeeld wordt, of deelt.” Nora knikte langzaam.“Het klinkt… intens.” “Dat is het denk ik ook.” “Zou je het echt doen?” Iris draaide zich naar haar toe, hun neuzen raakten elkaar bijna. “Ik weet het niet. Maar ik weet wel dat ik het bij jou durf te zeggen.” En dat was alles, geen belofte. Geen plan, maar een opening, een nieuwe laag. Ze keken elkaar aan, stil. Hun lichamen nog warm, hun harten kloppend op hetzelfde ritme, hun verleden herschreven, hun toekomst ineens open.
Nora hield Iris’ gezicht in haar handen, haar duimen rustend net onder haar jukbeenderen. “Mijn verhaal… die hotelkamer, die mannen, vergeet dat niet. Het was geen trio. Het was iets anders. Iets wat ik nodig had, maar het was niet delen… het was overgeven.” Iris knikte langzaam. Haar hand streek langs Nora’s zij, naar haar heup, haar dij. “En toch,” zei ze zacht, “lijkt het me spannend.” Haar ogen twinkelden, half uitdagend, half zoekend. “Drie lijven. Zes handen. En… eeh… een piemel of een kut erbij?” Nora schoot in de lach van de woorden die Iris had gekozen. Haar borst trilde tegen Iris’ hand “Ik heb de mijne, en nu die van jou ook, lijkt me voorlopig genoeg.”
Haar vingers vonden opnieuw de warmte tussen Iris’ dijen, aangezet door de woorden van Iris. En Iris, alsof elk woord dat ze spraken brandstof was, schoof dichter tegen haar aan. Hun zoenen, zachter nu, vertrouwd. Haar handen vonden Nora’s borsten, haar tepels, tussen zoen en streling maakte Iris oogcontact. Iets veranderde, iets in haar blik. Nora voelde het. “Wat is er?” fluisterde ze. Iris beet kort op haar lip, drukte een vluchtige kus op Nora’s mond. “Ik wil iets vertellen,” zei ze. Haar stem was niet schuldig. Niet onzeker, maar geladen, met iets eerlijks, iets dat moest. “Robert,” begon ze, haar vingers nu rustend, “heeft vorig jaar een man mee naar huis genomen. Spontaan, uit de kroeg, dacht ik. Ze kwamen laat thuis, dronken nog een biertje. Ik zat erbij.”
Ze haalde adem, diep. “Die man begon te hinten op een trio. Van die grappen, weet je wel? Maar ik voelde het meteen, Robert had het al met hem besproken. Ik kende zijn blik, zijn lichaamstaal, zijn opwinding.” Nora zweeg, haar hand niet bewegend, alleen aanwezig, Iris vervolgde. “En het gekke was… het idee walmde door de kamer. En ik… ik werd er warm en opgewonden van, net als nu. Maar de man stond me tegen. Te glad, te aanwezig, ik zei resoluut nee.” Een kleine pauze. Haar ogen stonden helder, open. Nora streelde haar liefdevol en luisterend.
“Maar hij bleef, hij bleef bij Robert. En die nacht… het hele huis vulde zich met hun geluiden. Hun ritme. Hun plezier.” Nora voelde de spanning in Iris’ adem. “En ik luisterde,” zei Iris. “Ik lag in de logeerkamer. Ik had het goed gevonden. Omdat… zo zijn wij, zo is onze relatie. Vrij en open. Maar het was ook een schakelaar, die nacht… die gedachte. Aan wat nog zou kunnen.” Ze keek Nora weer aan. “En toen jij gisteravond hier stond… was dat gevoel er weer. Maar anders. Warmer, dichterbij en milder. En ja… het trio-idee kwam terug.” Nora boog zich naar haar toe, hun voorhoofden tegen elkaar. “Maar dan zonder gladde kerel, oké?” “Oké,” zei Iris. “Misschien iemand als jij, een vrouw met stijl,” voegde ze toe. “Of helemaal niemand, alleen wij en wat we durven te dromen.”
Het was ochtend, Iris had de slaapkamer verlaten zonder dat Nora het had gemerkt. Nora had haar haar los laten hangen, de stoom van de nacht nog in haar huid. Iris’ badjas zat strak om haar lijf, net iets te kort, net iets te open. Ze liep op blote voeten de woonkamer in. Ronald zat op de bank met zijn been omhoog, gips, de afstandsbediening losjes in zijn hand. Op tafel stonden twee mokken. Eén met damp, één leeg. De tv stond aan, maar het volume laag. “Goedemorgen,” zei hij, met een lichte grijns. “Goedemorgen,” antwoordde Nora, haar stem wat schor. Ze plukte aan de badjas, tevergeefs.
“Ze staat nog onder de douche,” zei hij. Nora knikte. Ze zag zijn blik, niet gluurderig, niet per se respectloos, maar bewust. Zijn ogen bleven iets te lang hangen bij haar hals, haar borst, het decolleté dat onvermijdelijk tussen de opengeslagen badjas zichtbaar was. “Ze zag er gelukkig uit, vanmorgen,” zei hij, terwijl hij de mok pakte. Een kleine pauze. “Jij ook trouwens.” Nora lachte zacht. “We hadden wat bij te praten.” “En in te halen?” vroeg hij. Zijn wenkbrauw ging omhoog, maar zijn toon bleef vriendelijk, licht. Alsof hij dit gesprek al vaker gevoerd had, met haar in gedachten, of met Iris.
“Misschien,” zei Nora. Ze liep langzaam naar de keuken, zette de lege mok onder het koffieapparaat. “Ik heb jouw rol even overgenomen,” voegde ze eraan toe, zonder om te kijken. “En een achterstand weggewerkt.” Ronald lachte, hartelijk. Zijn borst schokte, en hij sloeg met zijn vlakke hand op zijn been alsof hij het voelde. “Dan zijn we quitte,” zei hij. “Althans… voorlopig.” Nora draaide zich om, haar rug tegen het aanrecht, handen om haar mok. Ze keek hem aan, echt. Niet meer alleen ‘de saaie man in de trui’. Na Iris’ verhalen, na wat ze gisteren hoorde, en wat ze voelde, zag ze hem anders.
Mannelijk, ja, maar ook iets zacht in zijn ogen, iets dat luisterde. Een man die zijn vrouw kende. Haar ruimte gunde. En misschien ook zijn fantasieën had. Ze liet haar blik over hem glijden. Zijn baard was net wat te lang, zijn haar verward. Maar zijn ogen stonden wakker. “En Iris?” vroeg hij ineens. Nora haalde haar schouders op. “Die had geen achterstand,” zei ze. Ronald glimlachte. “Nee, Iris loopt meestal voor.” Ze lachten samen.
De woorden van Ronald bleven hangen, als echo’s in een lege hal. “Iris loopt meestal voor.” Wat bedoelde hij daar precies mee? Was het een plagerige opmerking, of een openlijke bevestiging van iets dat Nora nog niet wist, of niet had willen weten? Haar vingers klemden zich om de rand van het aanrecht, haar hartslag versnelde. Ze voelde Iris naderen nog vóór ze haar aanraakte. Een arm, slank en warm, schoof om haar middel. Lippen raakten haar hals, net onder haar oor. Zacht, haast gedachteloos fluisterde Iris: “Je denkt te veel, Noor, je voelt te weinig.”
En toen die hand, onder de stof. Langzaam, alsof ze de lijnen van Nora’s huid uit het hoofd wilde leren. Nora smolt, letterlijk, niet van lust alleen, maar van herkenning. Van de bevestiging dat dit niet alleen maar een nacht was geweest. Dat hier meer in zat, meer onder lag. Verlangen, ja, maar ook tederheid en vertrouwen. Ze draaide zich om, keek Iris aan, diep, onderzoekend. “Wat ben je aan het doen?” fluisterde ze, nauwelijks hoorbaar. “Wat ik al jaren wil doen,” zei Iris zacht. Ze pakte Nora’s hand en liep voor haar uit, zoals altijd. De woonkamer in, naar Ronald. Die zijn mok koffie neerzette en opstond, op één been, een kruk als steun. Zijn blik ging van Iris naar Nora. Hij fronste even, alsof hij zich afvroeg of dit wel het moment was. Maar toen gleed zijn blik omlaag, naar de handen van Iris, die nu rustten op de rand van Nora’s badjas. Langzaam liet Iris de stof vallen.
Nora voelde de koelte van de kamer over haar huid, en tegelijkertijd de warmte van twee blikken die haar raakten als handen. Ze stond recht, ze week niet, ze schaamde zich niet. De woorden van Ronald kwamen als een zucht, “Jezus…” Maar niet vuil, niet rauw, bewonderend en verwonderd. Nora keek hem aan, recht in zijn ogen. Niet als een object maar als vrouw, als vriendin, als iemand die haar eigen ruimte opnieuw had veroverd. Iris kwam dichterbij, legde haar hoofd tegen Nora’s schouder. Er viel een stilte. Vol met alles wat niet gezegd hoefde te worden.
Toen sprak Iris, zacht maar duidelijk, terwijl ze haar hand nog steeds op Nora’s onderrug hield. Ze richtte zich tot Ronald, die met een mengeling van verwarring en fascinatie in zijn ogen naar hen keek. “Kijk,” zei ze. “Alleen kijken.” Ronald slikte, hij zei niets. Zijn ogen verraadden alles, verbazing, verwarring, opwinding, maar ook respect. Misschien zelfs dankbaarheid. Hij ging weer zitten, iets schuiner op de bank, het been in het gips wat verplaatst en hij keek. Iris draaide zich naar Nora toe, hun lichamen stonden dicht bij elkaar, net niet tegen elkaar aan. De afstand tussen hun borsten was een ademhaling. Nora voelde hoe haar eigen adem dieper werd. Ze voelde zich bekeken, en gek genoeg… vrijer dan ooit. “Voel je wat?” fluisterde Iris. Nora knikte. “En wat voel je?” vroeg ze, haar vinger zacht tegen de huid van Nora’s buik. “Dat ik besta,” zei Nora.
Iris lachte kort, een glimlach die de kamer vulde met warmte. Ze boog voorover, zoende Nora niet op de mond, maar op haar sleutelbeen, een lange, zachte kus, warm en aandachtig. Haar handen bewogen met respect, met zorg. Geen haast, geen honger. Alleen aandacht. Ronald bewoog nauwelijks, alsof hij bang was iets te verstoren. Zijn blik was niet hebberig of driftig, maar alsof hij getuige was van een moment dat zeldzaam was. Iets tussen twee vrouwen die elkaar kenden van vroeger, die nu, na zoveel jaar, een deur openden die altijd op een kier had gestaan. Nora tilde haar hand op en legde die op Iris’ kaaklijn. Zachtjes draaide ze haar hoofd. Hun ogen ontmoetten elkaar. “Ik heb me nooit zo bekeken gevoeld,” fluisterde Nora. “Niet bekeken,” verbeterde Iris haar. “Gezién.” En zo stonden ze daar, in hun eigen moment, in het ochtendlicht dat door de gordijnen viel, met regen zacht trommelend op het glas. Ronald zuchtte hoorbaar maar hij zei niets.
Ronald zat stil, maar zijn lichaam sprak. Zijn blik was intens en geconcentreerd. Hij volgde niet zomaar, hij registreerde, bestudeerde, doorgrondde. Elke handbeweging van Iris, elke ademhaling van Nora. De manier waarop Nora haar hoofd licht achterover liet vallen toen Iris haar hals kuste. Hoe haar ribbenkast zich langzaam hief en daalde alsof ze zich overgaf aan een ritme dat ze niet zelf koos, maar toeliet. Het was een dans zonder muziek, een voorstelling zonder podium en hij zat op de eerste rij.
Nora voelde zijn blik. Het maakte haar niet klein, integendeel. Ze voelde zich krachtig, sensueel, vrij. Ze liet haar armen losjes zakken en sloot haar ogen toen Iris haar onderborst kuste, niet hebberig, niet hongerig, maar verkennend. Iris nam de tijd, haar vingertoppen verkenden de lijnen van Nora’s buik, haar heup, haar rug. En steeds die blik van Ronald. Niet dwingend, niet vragend, alleen ontvangend. “Ik zie hoe je kijkt,” fluisterde Nora plotseling. Het was niet vijandig, niet verwijtend, het was constaterend, bijna teder. Ronald knikte “Ik kijk omdat ik niet anders kan,” zei hij zacht, oprecht. “En wat zie je dan?” vroeg Iris, haar hand nog steeds rustend op Nora’s onderrug.
Ronald dacht na, een fractie van een seconde. “Ik zie twee vrouwen die elkaar aanraken zoals alleen echte vriendinnen dat kunnen. Alsof ze een taal spreken die ik niet ken, maar wel begrijp.” Iris glimlachte. Ze draaide zich kort naar hem toe. “Dat is genoeg,” zei ze. “Meer hoef je niet.” Ze draaide zich terug naar Nora, die haar ogen weer opende. In die blik lag geen twijfel meer. Alleen overgave. Haar handen vonden de schouders van Iris, haar voorhoofd raakte het hare. “Ik wil alles voelen,” fluisterde Nora. “Ik geef alles,” antwoordde Iris. Ze nam Nora aan haar hand mee naar boven, naar het doorwoelde bed met de lakens die nog de geur bij zich droegen van de nacht, de nacht van twee vrouwen.
Iris keek haar aan. De woorden van Nora, “ik wil alles voelen”, gleden niet langs haar heen, ze bleven hangen, ergens diep in haar onderbuik. Haar ogen zochten Nora’s, alsof ze zekerheid wilde vinden, of misschien een uitnodiging om te twijfelen. Maar Nora keek rustig terug. Niet schreeuwerig. Geen bravoure, geen spel. Alleen verlangen, écht verlangen. “Ik dacht dat dit was wat je wilde,” fluisterde Iris, haar vingertoppen glijdend over Nora’s kaaklijn. “Dat wíl ik ook,” zei Nora. “Jou. Dit. Maar soms… wil ik ook meer. Gewoon om te voelen hoe ver ik kan gaan, met jou erbij.” Iris glimlachte flauw, een beetje ondeugend, een beetje voorzichtig. “Met mij erbij, hè?” Nora knikte “een trio, met jou erbij”.
Het duurde even voor Iris weer reageerde. Ze rekte zich uit, trok een deken over hun blote lichamen en drukte haar voorhoofd tegen Nora’s slaap. “Ik weet niet of ik het echt wil,” zei ze uiteindelijk. “Maar ik weet dat ik het met jou durf.” Beneden klonk het geluid van een kastdeurtje. Ronald liep rond, strompelend misschien, maar aanwezig, Iris keek op. “Hij weet het al,” fluisterde ze. “Denk je dat hij hoopte op dit scenario?” vroeg Nora. “Misschien. Maar hopen is iets anders dan begrijpen.” Ze bleven liggen, hun huiden tegen elkaar aan, de dekens licht bewegend door hun ademhaling.
Nora had haar ogen gesloten. Ze zag niets, maar ze voelde alles. Iris haar adem, haar hartslag. De plek waar hun dijen elkaar raakten. Hun ritme, het speeltje wat hun beiden verbond, diep in hun onderlichaam. Iris had het zonder gene uit een lade gepakt, een roze dubbele dildo, flexibel waar het moet en hard waar het kan. Twee vrouwen, vriendinnen, genietend van elkaar, van elkaars lichaam en elkaars dromen en fantaserend over een trio. “Als het zover komt,” fluisterde Iris, “dan wil ik dat jij bepaalt hoe ver. Jij leidt, ik volg. Nora opende haar ogen. “En Ronald?” “Hij kijkt” zei Iris. De stilte die volgde was geen breuk, maar een afspraak. En niet uitgesproken belofte tussen twee vrouwen die een nieuwe wereld in gingen. Niet vandaag, niet morgen, ooit.
Nora werd wakker, het bed naast haar was weer leeg, de dubbele dildo naast het kussen als getuige van iets wat meer was dan mooi en liefdevol. Er lag een briefje ze las het, haar hart ging sneller kloppen, het was geen droom geweest, het was echt. Ze stond op, keek in de spiegel, zag zichzelf en genoot van haar eigen blik. Levendig, een glimlach en iets geheimzinnigs. Ze dacht aan de afgelopen uren, of waren het dagen geweest? Ze dacht aan Iris, het vrijen, het zoenen, de seks, de verhalen en hun gedeeld verlangen. De badjas was beneden blijven liggen, ze moest nog douchen maar eerst koffie.
Ze liep naakt en zelfverzekerd de overloop op, in dit huis voelde ze zich veilig. De trap kraakte zacht onder haar voeten. Haar huid was nog warm van de lakens, haar spieren traag van verzadiging. De geur van seks, van huid op huid, zat in haar haar, haar poriën, haar geheugen. Ze voelde zich levend en hongerig. Niet leeg, maar vol verwachting. Beneden hoorde ze iets. Geen stemmen, maar ritme, regelmatig en intiem De deur stond op een kier. Ze duwde hem verder open. Wat ze zag, sneed haar adem kort af. Iris, op haar knieën, haar lijf gebogen, haar heupen licht wiegend alsof ze zelf meespeelde met het tempo van haar hoofd.
Ronald zat op de bank, zijn hand in haar haren, zijn lichaam gespannen maar beheerst. Zijn been in het gips, maar de rest van hem allesbehalve beperkt. Nora bleef staan, haar hart bonkte als een trommel tegen haar ribbenkast. Toen keek Iris op, haar lippen glommen. Haar ogen lachten, niet schuldig, niet vragend, maar uitnodigend. Ze stak haar hand uit, langzaam. Geen woorden, alleen die blik. Nora liep naar haar toe. Ze hurkte naast haar neer. Haar blik gleed naar het enorme stuk vlees tussen de lippen van Iris. Nora rilde van opwinding, ze kende veel formaten, maar dit was echt groot. Ze glimlachte, Iris had dus wel een geheim bewaard.
Iris zoende haar vriendin heel even op haar mond. Nora proefde seks, die aparte zilte smaak die mannen bij zich dragen als ze opgewonden raken. Daarna boog Iris zich weer naar haar man. De vloer was koud onder Nora’s knieën, maar haar lijf brandde. Hun schouders raakten elkaar, hun armen ook. En zonder aarzeling boog ze voorover, ze volgde de bewegingen van haar vriendin. Haar tong proefde zijn huid, net onder waar Iris bewoog. Ze voelde het pulseren, het trillen. Ronald kreunde, Nora hoorde zijn adem veranderen. Het was geen toeval meer, geen spel, geen fantasie. Twee vrouwen, die elkaar eerder die nacht hadden opengelegd, met handen, monden en waarheid, waren nu samen. Niet alleen voor elkaar, maar voor de gedeelde honger. Voor het vergeten, voor het ontdekken.
Iris gleed iets opzij. Een klein knikje, haar vingers vonden Nora’s dij, haar nagels lieten een spoor na van genot. Nora keek haar aan, dezelfde blik als vannacht. Maar nu vuriger en voor hen zat Ronald, stil, klam van verwachting, van geluk misschien. Dit moment was niet voor hem alleen, het was van hun drieën samen.
Nora en Iris kijken elkaar aan, ze glimlachen, een knipoog een knikje en twee monden die naar elkaar toe buigen. Hun lippen glimmend en druipend van het overdadig vocht. Het was geen strijd, het was een spel van liefde, passie een vleugje lust en vooral respect. Ronald keek toe hoe zijn vrouw haar vriendin zoende, hoe ze zijn zaad deelden en hoe het op hun borsten droop. Hij hoorde Iris fluisteren “volgende keer geen ontbijtbuffet". Nora glimlachte, likte de lippen van haar vriendin en fluisterde "Volgende keer een trio".
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10