Lekker Anoniem Webcammen!
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 06-12-2025 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 496
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 48 minuten | Lezers Online: 12
Intervisie
Een licht begon in mijn ogen te schijnen. Hé? Ik deed m’n ogen open en keek tegen een besneeuw vliegveld aan. Tegelijk begonnen er vogels te fluiten. Achter me voelde ik Frank bewegen. “Hoi schoonheid… Lekker geslapen?” Ik draaide me om. “Heerlijk, hoewel iets langer dan de bedoeling was, geloof ik.” Hij keek ondeugend. “Ja. Voor een tweede ronde waren we blijkbaar te duf…”

Ik keek op mijn horloge: kwart over zes.

“Tja, en dat gaan we nu niet meer inhalen, lieve chef. We gaan even douchen, aankleden en rustig ontbijten. En daarna gaan we ernstig aan ‘intervisie’ doen, geloof ik.” Er kwamen lachrimpeltjes rond zijn ogen. “Hebben we gisteravond al gedaan. Beviel me prima.” Ik keek boos. “En jij denkt dat ik dat met Mike, Alex, Gerben en Ben ook zo ga doen? Forget it.” Hij sloeg het dekbed open. “Nou, daar lig ik weer in m’n nakie… En jij net zo verleidelijk als gisteravond… Levensgevaarlijk!” Ik snoof en kwam overeind. “Dan zal ik deze kledij maar rap uittrekken. En gaan douchen, anders ruikt men wat we gisteren gedaan hebben. Geen trek in, Frank!”

Hij trok me naar zich toe en kuste me. “Dank je wel voor gisteravond, schat. ‘Genoten’ is het understatement van de eeuw.” Ik likte zijn lippen. “Dat geldt voor mij ook, mooie vent. En nu loslaten; Gonnie wil even douchen. Daarna mag jij.” Schoenen aan en ik liep naar boven. Douche aan, uitkleden. Er zaten nog wat vlekken op mijn nylons en ik grinnikte. Op dat moment kwam Frank binnen. “Wat sta jij te giebelen, Gon?” Ik liet hem de nylons zien.

“Overschot van een losbandig leven, minnaar. Die gaan, samen met dat jurkje in de was.” Snel schoot ik onder de douche. Mijn haren liet ik droog, anders duurde het uren voordat ze weer in model zaten. Twee minuten later kon Frank zich schoonboenen, daarna stonden we ons samen af te drogen. “Zal ik anders jou even droogwrijven, Gon?” Ik schudde mijn hoofd. “Doe maar niet. Dan zouden de zaken wel eens uit de hand kunnen lopen, Frank.” Hij keek teleurgesteld. “Jammer…” Ik boog me naar hem toe. “Had je gisteravond maar wakker moeten blijven, lekkere vent.” “Dat kan ik net zo goed tegen jou zeggen, Gon. Volgens mij was jij eerder vertrokken dan ik.”

We kleedden ons aan: Frank in een nette broek, overhemd en een jasje. Geen stropdas, op mijn verzoek. Ik trok een wit plissérokje aan, een blauwe blouse, panty en schoenen met een bescheiden hakje. Een colbertjasje completeerde het geheel. We bekeken elkaar. “Zo kunnen we wel voor de dag komen, denk ik?” Frank lachte. “Als wij binnenkomen heeft Yvon het meteen in de gaten, schat. Die is niet achterlijk.” Ik knikte. “Prima. Hebben we dat meteen achter de rug. En nu eten! Die schnitzel van je is ondertussen wel gezakt.”

Tijdens het ontbijt zaten we even te bomen wat we vanavond zouden doen. Frank wilde graag dat ik weer meeging naar Schaarsbergen, maar ik wilde in feite naar Renkum. Even alles laten zakken en nadenken. Hij stelde nog voor om dan ook naar Renkum te rijden, maar dat wees ik af. “Nee, schat. Hoezeer ik ook van je genoten heb gisteravond: ik wil even tijd voor mezelf. Nadenken, dingen op een rijtje zetten. Objectief, zonder dat…” Ik moest lachen... “Zonder dat ik lastig gevallen word door een stuntteam van vlinders in m’n buik als jij weer eens naar me knipoogt, mooie vent.”

Hij moest gelukkig ook lachen. “Ja, dat lijkt me inderdaad lastig nadenken met ‘The Blue Angels’ in je maag.” Ik keek vragend en hij legde uit: “The Blue Angels, formeel het ‘U.S. Navy Flight Demonstration Squadron’ is het stuntteam van de Amerikaanse Marine. Zes F18 Hornet straaljagers en hun logistieke transportvliegtuig, een C130J Hercules, bijgenaamd ‘Fat Albert’. Wel toepasselijk overigens: geen vlinders, maar ‘hornets’ in je buik. Wespen dus.” Ik keek afwijzend. “Nee, dank je wel, met je wespen. En die ‘Fat Albert’, wanneer komt die op de proppen? Dan kan ik me daarop voorbereiden.” Hij boog naar me toe en fluisterde in m’n oor: “Als je zwanger bent, schatje… En als het een jongetje wordt, noemen we hem Albert, oké?”

Ik twijfelde tussen héél boos kijken en lachen. De laatste won het. “Idioot. Maar even terug naar het onderwerp: Vanavond en morgenavond wil ik in Renkum zijn. Morgen ben jij weer eens de hort op, vrijdag zit je in Ede en vanuit Ede gaan we samen naar Born. Zaterdag komt mijn kleine broertje terug uit Afrika, dan wil ik wel thuis zijn.” Ik lachte geniepig. “Dan kun jij ervaren hoe het is om in de SM-kelder te slapen.” Frank z’n gezicht werd een groot vraagteken. “Ik dacht dat jouw zus daarmee gestopt was toen jullie ontslag hadden genomen bij de Club?” Mijn lach werd breder.

“De kelder onder ons huis is onze fitnessruimte. Vandaar de bijnaam. Maar ook opslag. En... er staan ook drie bedden. Nou ja… drie-en-een-half bed. Eentje is een twijfelaar. Die gebruikten we vroeger als het buiten te heet was om boven te slapen. Ik sliep er het laatste jaar ook wel eens, als ik Annet en Hans de ruimte wilde geven op ons grote bed. En daar mag jij dit weekend dus slapen, waarschijnlijk samen met Hans. Dan kunnen jullie jullie rooie furie’s eens determineren…” “Nou, ik weet niet of Hans en ik dan aan één nacht genoeg hebben.”

Ik tikte met m’n knokkels op zijn hoofd. Hárd! “Au! Gemene bitch!!” Het ontaardde in een stoeipartijtje, waarbij mijn rokje nogal onverantwoordelijk hoog werd opgeschoven. “Mooie benen, hoor… Daar kan ik wel wat mee, denk ik”, klonk in mijn oor. “Ja dat heb ik vannacht exact niét gemerkt, Frank Veenstra! Slaapkop.” We gniffelden samen. “Kom, brood smeren voor het lunchpakket, dan spullen pakken en instappen. En vooruit, omdat ik niet de beroerdste ben, mag je, voordat we gaan rijden, nog een lief knuffeltje van je rooie bitch.”

Even later omhelsden we elkaar hevig. En zoenden. En nú kwam zijn tong wél naar buiten… Lekker. Ik liet hem los en giebelde: “Je hebt wat geleerd gisteren! Goed zeg!” Hij bromde. “Ik ben altijd een snelle leerling geweest. Ik zal het zo dadelijk op het bureau wel demonstreren, schatje. Lekker ‘buitenboord tongen’, zoals jij dat noemde.” “Je haalt het niet in je hoofd, Frank. Eén piepklein zoentje kan er wellicht af, een knipoog tijdens het werk, maar verder he-le-maal niks. In Ede ben ik weer de kuise zuster Aldegonda. Zoals zuster Corina een paar jaar geleden zei: “Uiterst bedreven in de nuttige handwerken…”

Hij schoot in de lach. “Lekkere humor heeft die.” Ik zette mijn spullen in de Golf en zei, met één voet al in de auto: “Zeker weten. En daar zijn wij in Born allemaal héél goed in. Bereid je maar voor.” Toen stapte ik in en Samen reden we richting Ede: Frank voorop. En duidelijk op de cruise-control; mijn snelheidsmeter wees onveranderd 83 aan.

Ik voelde nu wel spanning in m’n buik: hoe zou de rest er op reageren?

Met name Alex kon best wel scherp uit de hoek komen.

Mike? Nee, Mike zou het wel best vinden.

Ben? Ben ook wel.

Van Gerben had ik niet voldoende hoogte gekregen.

Simon en Yvon? Die hadden geen recht van spreken. Als een van hen er bezwaar tegen had… Nee, dat hadden ze niet, dat wist ik zeker. Dus, Gon: geen stress.

Op het laatste stukje industrieterrein liet ik me heel bewust een stukje terugzakken. Ik reed het parkeerterrein op toen Frank al uitgestapt was. En alsof er niets aan de hand was, groette hij met een doorsnee: “Goedemorgen, Gonnie! Jij ook hier? En je kon zo goed leren…” Ik knikte. “Ja. ’t Was afzien, maar goed: iemand moet jullie toch in de gaten houden, anders loopt alles in de soep, nietwaar?” Hij kneep met z’n ogen. “Jaja… Nou, dat gaan we vandaag dan eens uitgebreid evalueren, denk ik. Nou, naar binnen, dame. Na u.”

Galant hield hij de deur voor me open en Yvonne, achter haar desk, keek op. “Nou nou… Ben je gisteravond naar een cursus ‘etiquette’ geweest, Frank? Wat netjes.” Hij grinnikte. “Jaloers, mevrouw? Als ik ooit samen met u dit pand betreed, zal ik de deur ook openhouden voor u. Helaas bent u dan meestal in het gezelschap van ene Simon, die die taak op meer dan voortreffelijke wijze vervult, dus…”

Yvonne keek hem scherp aan. “Heb je tijdens die cursus toevallig ook spraakwater gedronken? Bij jou is het meestal ‘voor de koffie niet zeuren’, meneer Veenstra!” Frank gniffelde. “Ik heb thuis al koffie gedronken, Yvon.” Hij draaide zich richting koffie-automaat. “En nu we het toch over koffie hebben… Gon, wat drink jij?” Ik wees richting kantoor. “Neem jij maar eerst. Even m’n spullen wegzetten.” Ik liep het kantoor in, waar Alex al zat.

“Morgen, Gonnie.” “Jij ook een goeiemorgen Alex.” “Ik hoor dat onze leider er ook al is?” Ik knikte. “Ja. En volgens mij in een goed humeur; hij hield ten minste de deur voor me open.” Alex nam een slok van zijn koffie en stak z’n duim op. Ik liep weer terug naar de hal; Frank z’n koffie was klaar. Mijn beurt. En Frank wachtte even op me. Terwijl de machine z’n werk deed zag ik vanuit een ooghoek Yvonne naar ons kijken.
Die vermoedde iets, dat kon niet missen!

“Nou dame… aan ’t werk!” Frank wees richting kantoor. “Zeker meneer de chef…” Achter me hoorde ik Yvon lachen. “Meneer de chef… Frank, voor de duidelijkheid: da’s vrouwenpraat voor: ‘Bemoei je met je eigen zaken, blaaskaak!’ Dat je het maar weet…”

“Niet alles verklappen, Yvonne. Je moet het die kerels niet te makkelijk maken!”

Met een grom sloot Frank achter me aan en even later zaten we rond de grote ‘vergadertafel’ gezellig met Alex te kletsen. Nou ja: Frank en Alex kletsten, met name over de klant in Eemshaven. Alex was daar ook al een paar keer geweest en had ook zo z’n mening over de IT-afdeling daar. Halverwege het gesprek kwamen ook Gerben, Mike en Ben binnen en even later was het pandemonium compleet. Na een minuut zag ik even van af om het gesprek te volgen; het was dusdanig technisch dat ik er geen wijs meer uit kon. Ik leunde achterover en nipte van de koffie.

“Wat vind jij ervan, Gonnie?” vroeg Ben plotseling. “Ehhh… Waarvan, Ben?” “Nou… volgens mij moeten die lui in Eemshaven de opleiding gewoon opnieuw doen. Óf een compleet nieuw IT-team installeren.” Ik haalde mijn schouders op. “En waar haal je zo gauw een stel IT-ers vandaan die ons systeem compleet begrijpen? De arbeidsmarkt is nogal krap op dat gebied. Dan is een harde trap onder zijn reet voor het hoofd IT een snellere optie. Óf hem ontslaan en een goeie, ambitieuze vent ervoor in de plaats zetten.
En voor de rest: Ik begreep de lidwoorden van jullie discussie nog net; de rest… Sorry.
Abacadabra voor deze domme, tomatenblonde doos.”

Het was één seconde stil, toen werd het nogal lawaaierig. “Tomatenblonde doos… Hoe haal je het in je hersens?” Mike keek me furieus aan. “Eergisteren had je een paar héle goeie opmerkingen over ons systeem, madame!” Gerben was aan het grinniken. “Tomatenblond… Die moet ik onthouden. Een vriendinnetje van mijn oudste zoon heeft ongeveer dezelfde haarkleur als jij, Gonnie…”
Ik snauwde: “Zorg dan maar dat je je hardloopschoenen aan hebt als je haar zo noemt! Om haar voor te blijven, maar ook, als hij maar één knip voor z’n neus waard is, je zoontje ook!”

Simon kwam binnen, op de voet gevolgd door Yvonne. “Wat is hier aan de hand, dame en heren? Hevige discussies ben ik van jullie wel gewend, maar dit leek meer op een uit de hand gelopen kroegruzie…” Ze pakten twee stoelen en schoven in de kring. Mike wees naar mij. “Mevrouw Peters noemde zichzelf zojuist een, ik citeer, ‘tomatenblonde doos’. Wij vonden dat niet zo flatteus. Vandaar de herrie.”

Simon nam een slok van koffie, keek Yvonne aan en zei: “Zonder die tomaten zou het wel goed bij jou…”
Verder kwam hij niet; Yvonne’s ogen keken hem dreigend aan. “Pas je een beetje op, echtgenoot? Anders gaan er twee dingen gebeuren: één: deze nog best wel hete koffie vliegt over je broek op een plekje waar het npgal pijn doet en twee: ik ga van je scheiden en knijp je financieel dusdanig uit dat je zelfs geen lease-contract krijgt voor allergoedkoopste balpen die je maar kan vinden. Je bent gewaarschuwd, Simon de Laat!”
Hij trok een gezicht. “Zeker, mevrouw Makinga…”
Alex lachte Simon uit. “Zo. Het is weer duidelijk wie de broek aan heeft bij jullie thuis…”
Simon mopperde. “Ja. Maar goed, ze heeft soms ook haar leukere dagen. Af en toe.”
“Simon…” klonk het dreigend en we lachten hem uit.

Toen zei Simon: “Zo. Yvon en ik willen er nú even bij zitten; straks moet Yvon weg. Maar da’s niet de enige reden…” Zijn blik ging van Frank naar mij en terug. “Volgens mij willen jullie ons wat vertellen?” Ik voelde dat ik een kop als boei kreeg en Yvonne glimlachte en zei: “Zie je wel…” Ik keek Frank aan en hij mij en ik pakte zijn hand. “Hoé je het zag weet ik niet, Yvon, maar inderdaad: Frank en ik hebben sinds afgelopen zaterdag een relatie. Dus: héél pril allemaal en zo, maar het voelt goed.”

“Ik sluit me bij de vorige spreekster aan”, zei Frank droog. “Het voelt zéker goed. We zijn afgelopen zondag bij Gonnie d’r ouders geweest, hebben met hen kennis gemaakt, met haar zus en een goeie vriendin van hen beiden… En dat was een héél warm welkom als ‘vriend van’. Maar ja, toen moest er weer gewerkt worden; zat Gonnie hier en ik in het hoge Noorden.” Ik vulde aan: “En om declaratie-technische vragen te voorkomen, is Frank de nacht van maandag op dinsdag braaf in Bremerhaven gaan slapen…”

“Ja, dat is wel héél braaf, Frank. Je valt me mee.”

Frank keek Ben aan. “Heb jij mevrouw Makinga wel eens aan je bureau gehad met vragen over je declaratie, Ben? De Spaanse Inquisitie is daarmee vergeleken een héél sociaal kletsuurtje.”
Simon keek Yvonne aan. “Zo. Nu hoor je het eens van een ander, schat.”
Ze snoof. “Anders gaat dit mooie bedrijfje binnen het jaar op de fles. Iemand moet jullie toch in de gaten houden? Maar goed… Gonnie en Frank: gefeliciteerd met elkaar! We zijn blij voor jullie.”
Ze stond op en gaf Frank een knuffel, toen mij. “Goeie vent, Gon”, hoorde ik zachtjes in m’n oor. Ze liet me los en gaf me knipoog. Simon gaf Frank een hand en liep toen me toe. “Gonnie… mag ik jou een knuffel geven?” “Tuurlijk… Kom hier!” Ben, Alex, Gerben en Mike volgden. Wat me opviel: Mike gaf me geen hug, alleen maar een hand. Hij zei er wel bij: “Ik wens jullie alle geluk toe, Gonnie.”

Na dit intermezzo schakelden we over op het daadwerkelijke onderwerp van vandaag: intervisie, oftewel: hoe deden we het deze maand en wat kan er beter? En supervisie: een paar aanwijzingen van Frank, van Simon en zelfs van Yvonne. Om een uur of tien was dat klaar; Simon en Yvonne vertrokken. “Nog een bakje koffie, lui. Nog even met de poten op tafel zitten; om half elf kunnen we weer telefoontjes verwachten.” Ik keek verwonderd en Ben verklaarde: “De eerste woensdag van de maand weten de klanten dat ze niet voor 10:30 kunnen bellen. Dat staat in alle afspraken. Vandaar. Dus vanaf half elf staat de telefoons waarschijnlijk roodgloeiend…”
Ik keek plagend. “Dat geloof ik graag. Met de puinhoop die jullie er van maken…”

Ben keek naar Frank. “Heb jij er problemen mee als ik jouw vriendinnetje een daverde schop onder haar achterwerk geef, Frank?” Die keek zuinig. “Weet je welk risico je daarbij loopt? Dan krijg je een klap met een handtasje retour en gisteren vertelde ze mij dat ze daar standaard een vers geslepen tostie-ijzer in bewaart.” Ik stak een duim op. “Goed onthouden!”

Mike stond op. “Als jullie gaan overleggen wie welke lijfstraffen gaat ondergaan: ik haal wel koffie. Wie iets anders?” Ik wipte overeind. “Ik loop wel even mee, Mike. Vijf koffie met twee handen ga je niet leuk vinden.” Bij de automaat keek ik hem aan. “Heb jij er moeite mee, Mike? Ik bedoel dat Frank en ik… Jij was de enige die me geen zoen gaf. Eerlijk zeggen.”

Hij keek me aan. “Gon, ik hou niet zo van dat, neem me de uitdrukking niet kwalijk, ‘geklefbek’. Ik zie veel te vaak dat in mijn omgeving het leukste meisje van het gezelschap ongeveer besprongen wordt als er iets te feliciteren valt. Drie zoenen op de wangen is dan gebruikelijk, maar ik maar al te vaak dat de heren zich meer veroorloven dan het meisje in kwestie prettig vindt. Vandaar dat ik niét zoen. Ook niet bij verjaardagen, oud en nieuw of wat voor gelegenheid dan ook. Als ik je daarmee beledigd heb: sorry, maar daar verander ik niets aan.”
Ik knikte.
“Dank voor je uitleg. En ik ben blij dát je het uitlegde. Mag ‘het mooiste meisje van het gezelschap’, want Yvonne is weg, jou wél een zoen geven?” Ik wachtte niet op antwoord en gaf hem een nette zoen op zijn wang. “Je bent een topvent, Mike.” Of het door de zoen of door de opmerking kwam, wist ik niet, maar hij werd nogal rood. “Kom, het volgende bakje, anders is het al half elf. En doe mij maar een beker heet water. Frank zet z’n koffie nogal straf.”

Hij begon zachtjes te grinniken. “Jij hebt in Schaarsbergen overnacht? Met die heimachine waarmee Frank z’n koffiebonen plet? Ja, dan snap ik dat je even overschakelt op thee.” Nu was het mijn beurt om te blozen en hij legde een hand op mijn arm. “Hé! Jullie zijn beiden ruimschoots volwassen hoor! Hebben wij niks mee te maken!” Met vier koffie en één thee liepen we het kantoor binnen. Frank deed een greep in zijn koffer.

“Oké jongens, het is geen slagroomtaart, maar ik wilde wel iets lekkers bij de koffie.” Er kwam een pak roze koeken op tafel. Ben zei droogjes: “Nou, het is dat jullie net iets opgebiecht hebben over een relatie en zo, anders zou ik nog gedacht hebben dat Frank uit de kast zou komen…” Ik kon het niet laten en beet hem toe: “Dat zou je wel gewild hebben hé? Lekkere vent…”

Eén seconde was het stil, toen barstte een daverende lachbui los en was het Ben z’n beurt om te blozen. “Wat ben jij een enorme haaibaai, zeg… Ik ga me vandaag verschuilen in klantgesprekken.” Ik lachte liefjes. “Wees dan maar blij dat ik hier zit en niet mijn tweelingzus Annet. Die is wel een paar minuten ouder dan ik en dat is goed te merken!” Frank knikte. “Zeker weten! Gelukkig heeft zij nogal stevig verkering met ene Hans, die zijn vriendinnetje best wel in toom kan houden. Ik ga binnenkort eens vragen hoe hij dat doet. Lijkt me wel handig…”

Ik keek hem verachtelijk aan. “Lafaard. Je vogelt het zelf maar uit. Maar heren… Een paar van jullie, Mike en Alex, weten ondertussen een beetje meer van mij; Ben en Gerben nog niet. En dat wil ik nú even recht zetten.” Ik pakte mijn telefoon en zocht de foto op van Gien, Annet en mij en legde de telefoon op tafel.

“Hier zien jullie de meest gevaarlijke tweeling van Born: Annet en Gonnie Peters. In het gezelschap van hun moeder Gien.” Gerben keek me aan. “Moeder? Ammehoela. Da’s een zus van jullie, dat kan niet missen!” Frank grinnikte. “Sorry Gerben, het is écht hun moeder. Ik heb haar ‘live’ gezien en gesproken.”
“Zo, nu hoor je het eens van een ander, Gerben…”
De volgende foto: een familieplaatje op de bruiloft van Gien en Henk. Het bruidspaar in het midden, Gien met een héle brede lach op haar gezicht en Henk ook. Rick en Cora aan de ene kant, Annet en Hans aan de andere kant, en ik, samen met Bowie en Lovely knielend ervoor. “Zo, dit is de hele clan Peters compleet. Nou ja, ruim een jaar geleden dan, op de bruiloft van onze moeder met Henk Klok, onze stiefvader. Onze biologische vader speelt nul komma nul rol meer in ons leven. Henk is een schat van een vent; draagt onze moeder op handen, maar is niet te bang om haar ook te corrigeren…”

Gerben onderbrak me. “Die Henk Klok… Werkt die niet bij ASML?” Ik knikte. “Hoezo?” “Een jaar geleden heb ik eens een lezing van hem bijgewoond… Briljante vent. En een goed gevoel voor humor.” “Of en op welk gebied hij briljant is weet ik niet zo precies; dat zou je beter aan m’n moeder kunnen vragen…”

Gejoel vulde de ruimte en Frank keek me hoofdschuddend aan. Ik ging verder: “Feit is dat hij een prima pa is voor zijn soms best wel opstandige en recalcitrante stiefdochtertjes Annet en Gonnie. Naast Gien staat Annet, mijn wel 12 minuten oudere zus die verkering heeft met Hans, deze stoere vent. En vergeet ons kleine broertje Rick niet..." Ik wees. "Maar daar hadden we de laatste maanden niet zo’n last van. Die vliegt als bushpilot in Afrika rond. Komt aanstaande zaterdag voor een verlof thuis, dan is Cora…” ik wees weer, “deze mooie krullebol, ook weer blij. Want die twee hebben ook nogal stevig verkering.

Blijft dat meisje over wat zich laat troosten door die twee mooie honden: Ene Gonnie. En met betrekking tot die honden: die bruine Labrador is Bowie, de persoonlijke lijfwacht van Cora. Nu bijna tien jaar oud, maar een schat van een beest… Totdat je lelijk doet tegen Cora, want dan heb je bijna 30 kilo Labrador tegenover je met een best wel goed geslepen gebit. De andere hond is Lovely, een Chow-Chow. Chinese poolhond. Hele dikke vacht, krulstaart en een blauwe tong. Chows erkennen maar één baas, de rest bungelt er een beetje bij. En de baas van Lovely is mijn broertje Rick. Binnen tien minuten nadat ze écht kennismaakten had Lovely haar keuze gemaakt: Rick was haar Alfa-mannetje. Maar Bowie is haar maatje; die twee zijn onafscheidelijk.

Ze zijn beiden van Abe en Margriet, de ouders van Cora. Ook hele goede vrienden van ons gezin. Margriet heeft een hondenpension, Cora is bijna klaar met de opleiding Kynologie: de kennis van honden. Werkt bij haar moeder en studeert ondertussen.” Ik keek ondeugend. “Nou ja, van studie zal de komende weken weinig terecht komen, denk ik… Dan is Rick weer thuis.”

“Dat zullen ze straks van jou ook wel zeggen als jij weer aan de studie gaat, mevrouw!” Frank snauwde het bijna. “Laat ik niet merken dat je er met de pet naar gooit; ik ken de instructeurs nogal goed!”
Hij wees op de rest van het gezelschap en ik mopperde: “Verdorie… Heb ik weer. Geen enkele kans om me eens een keertje te drukken als het mooi weer is en een meisje een beetje wil flaneren over de terrassen van Wageningen…” “Je flaneert maar in de bossen van Schaarsbergen! Zal men daar best wel op prijs stellen, denk ik zo…” Ben grijnsde naar Frank en die schudde het hoofd.
“Nee meneer Saker. Ik klap niét uit de school, anders maak ik kennis met dat tostie-ijzer. Geen zin in.”

Ik keek op m’n horloge en griste mijn telefoon van tafel. “Nou, aan ’t werk! Computer starten, over drie minuten kan de eerste klant zich melden! Waar wachten jullie nog op, prutsers?” Met een brede grijns ging Mike achter zijn bureau zitten. “Wacht jij maar eens af, mevrouw Peters…” Frank ging tegenover me zitten en meteen stond ik op en deed drie passen opzij. Hij keek verwonderd. “Wat doe jij nou?” Ik snibde: “Jouw laptop zal wel weer aan het elektrisch infuus moeten, toch? Daar geef ik je even de gelegenheid voor, Frank Veenstra. Je hebt één minuut.” Hij gniffelde en meteen begonnen de vlinders hun airshow weer.

De rest van de dag verliep kalm, behalve dat we met geheel bureau O&O gingen lunchen bij restaurant Amadeus. Gerben kwam op idee. “’t Is vandaag ten slotte een beetje feest, verdorie!” Het was gezellig en ik leerde de heren nu wat beter kennen in een ontspannen omgeving. En om kwart over vier werd het tijd om huiswaarts te gaan. “We zullen jullie maar de gelegenheid geven om afscheid te nemen…” merkte Mike op, toen hij als laatste in de deuropening stond.

“Dank voor je begrip, Mike! We zullen vanavond om elf uur het licht wel uitdoen”, grinnikte Frank. Toen draaide hij zich naar me toe. “Je bent geweldig, schat. Je hebt je er prima doorheen geslagen.” Ik omarmde hem. “Dat durf ik wel… Met jou naast me. Dank je wel. Maar nu wil dit meisje naar huis. Eten, nog even opruimen en dan naar bed.” Ik gaf hem een lange knuffel. “Dank je wel, Frank. Voor je steun vandaag en dat je bent wie je bent.” Er schoot me wat te binnen.

“Ehhh… Wat doen we dit weekend? Ja, Rick komt zaterdag thuis, daar wil ik bij zijn. Met jou naast me. Wat dacht je van: Vrijdag naar Born, zaterdag Rick z’n thuiskomst vieren en dan mag je ’s avonds slapen in de kelder; en zondag weer richting Renkum en Schaarsbergen?” Hij keek me aan. “Het weekend in Born lijkt me prima, Gon. Maar zondagavond weer apart slapen? Meen je dat?” Ik knikte. “Ja. Niet meteen samenwonen schatje. Jij weet als geen ander hoe fout dat uit pakken. Eerst even aan elkaar wennen. En dat kan in Schaarsbergen, maar ook in Renkum, hoor. Wij passen prima samen op mijn bedje.”

Ik giechelde ondeugend. “Met Annet ging dat ook uitstekend…” “Ik wil het niet voor me zien”, bromde Frank. “Twee van die rooie vamps in één bed…” Ik giechelde weer. “En allebei lekker sexy aangekleed… Dunne onderjurkjes, nylons, lekkere parfum en elkaar helemaal gek makend, tot drie uur ’s nachts.” Hij zuchtte. “Goed dat ik daar niet bij ben. Kost veel te veel slaap.” Ik gaf een tik op zijn neus.
“En nu nog een zedig afscheidszoentje, daarna gaan we rijden, meneer.”

We knuffelden elkaar even, toen liepen we de hal in. Geen Yvonne achter de desk… Prima. Buiten nog een snelle zoen en ik reed weg. Op de automatisch piloot, door Ede heen, de N781 op. Gon! Stomme tut! Je zou die weg niet meer rijden… Enfin, terug was geen optie, dan maar met de meute meerijden…

In Renkum nog even boodschappen doen voor vanavond… Melk, verse groente, vlees? Nee vlees hoefde niet, ik at hooguit drie keer in de week vlees. Niet omdat ik part-time-vegetariër was, maar ik had er niet zoveel behoefte aan. Die halve schnitzel bij Frank was voor een aantal dagen wel genoeg… De avond ging snel: koken, eten, journaal kijken, nog even wat huishoudelijke klussen doen én de fijne wasjes van afgelopen nacht in het water zetten… Ik moest lachen toen ik de nylons voorzichtig waste. Frank was gék op mijn benen, dat had ik al lang in de gaten. Vandaag had ik ‘m ook een keertje betrapt terwijl hij stond te staren. Nou ja, als deze nylons en hun soortgenoten die nog in de verpakking zaten, kapot waren… Dan moest hij me maar een keertje trakteren op een weekend Londen. Daar kwamen ze oorspronkelijk vandaan… Om tien uur vond ik het wel genoeg en kleedde ik me uit. In bed merkte ik dat de vlinderkolonie even rust gevonden had, dus ik liet de speeltjes ook in het nachtkastje liggen. Veel te moe voor…

De donderdag verliep ‘normaal’. Nou ja, op wat toespelingen van Yvonne en Ben na natuurlijk, maar dat had ik al ingecalculeerd. Verder vroeg Simon of ik me eens wilde buigen over een samenwerkingsplan; hij wilde met een ander softwarebedrijfje gaan samenwerken. Geen ‘harde’ overname, maar investeren en de specialiteiten van dat bedrijf integreren met die van ons, om er samen beter uit te komen. Dat was een klus waar ik mijn tanden wel in wilde zetten; één van de zaken waarin ik was afgestudeerd! Ik pakte hun website erbij en wat aantekeningen die ik van Simon gekregen had. Daar stonden ook notities van Yvonne op; in een prachtig rond handschrift.
Ik had genoeg te doen en weinig tijd om op de vlinders in m’n buik te letten. Om vier uur lag de grote tafel van O&O vol met post-its, A-4tjes met mijn aantekeningen, op de flipover had ik 5 bladen volgekliederd met diagrammen, kortom: de beurs van Berlage in de jaren ’60 was er niks bij. Ik was best wel moe.

In de auto een kort telefoontje met Frank: hij was ook wel druk geweest. “En schoonheid… wat doe jij vanavond? Vroeg in bed?” “Nou, op zich wel, maar ik ga ook nog even zwemmen in Renkum. Trainen voor het weekend, want misschien wil Rick ook wel weer en duik nemen, na een paar maanden Afrika… Neem je zwembroek dus maar mee in je bagage!” Hij had gelachen. “En dan als de stuntel van de klas er achteraan dobberen? Ik weet ’t niet, Gon.” “Niet zeuren meneer. Ik kan je techniek wel opkrikken. Maar of dat alleen je zwemtechniek is…”
Ik hoorde een diepe zucht en ik had ‘m uitgelachen.

En snel daarna welterusten gewenst. Een ‘Tot morgen!’ besloot het gesprekje. Goed, vanavond dus zwemmen… Zucht… Niet miepen, Gon. Even iets lichts eten, zwemspullen pakken en op de fiets richting zwembad. Op de fiets moest ik inwendig lachen. Gun de badmeesters van het zwembad in Renkum ook eens een leuke avond…

Ik had een badpak meegenomen wat me prima stond: zwart, met langs de heupen en de taille fluoriserende gele strepen. Annet had dezelfde en Hans was er helemaal gek op. Tijdens een stoeipartijtje in het zwembad in Born had hij me bij een bil gegrepen en zich toen pas gerealiseerd dat hij niet eigen vriendinnetje te pakken had, maar haar zus. Hij had een knalrooie kop gekregen en zich uitgebreid geëxcuseerd. En Annet en ik hadden hem gierend uitgelachen…

‘Had je je duikbril met geslepen glazen niet op, Hans?’

‘Misschien toch eens bij Hans Anders langs? Of naar de Pearle, die hebben deze maand een aanbieding. ‘Bij aankoop van een multifocale bril een onderwaterbril gratis…’


Met een brede smile kwam ik bij het zwembad aan. Kaartje kopen, een folder mee met prijzen, openingstijden en dat soort dingen. Kon ik thuis wel eens bestuderen. Kleedhokje in en zwempak aan. Zo. Meermin Gonnie is er klaar voor. Minimaal 30 baantjes trekken vanavond! En op dezelfde manier als we in Born deden: om en om boven en onder water. Eens kijken of ik nog een beetje conditie had na al dat geslampamper… Koud douchen, daarna liep ik naar een startblok. In het 25-meterbad lagen al drijfkettingen om de banen af te zetten; logisch, want dit uurtje was speciaal voor ‘baantjeszwemmers’. Nou Gon, de beuk er in…

Toen de secondenwijzer van de klok de 60 aantikte dook ik er in. Het water voelde aangenaam. Helemaal onder water zwom ik naar de andere kant van het bad, keerde en zwom bovenwater weer terug. Nog niet op volle kracht; eerst even de spieren soepel laten worden. De klok tikte 27 seconden aan. Hmmm… Dat kon een stuk beter Gonnie! Een paar jaar geleden haalde ik in Born 24,69 seconden. Oké, nog niks vergeleken met Rick en al helemaal niet met het Nederlands record; dat stond op 20 seconden-en-een-beetje. Maar drie seconden verlies in… 3 jaar? Dat was mijn eer te na. Rick zou me uitmaken voor een bejaarde badmuts, als hij het zag. En Annet lag ook best wel veel in het water; die zou ook niet mild zijn, evenals Cora en Hans. Er was dus nog wel wat te doen! Ik klom op de kant en liep weer naar het startblok.

Een jonge knul liep, ogenschijnlijk ‘toevallig’ naar het startblok naast mijn baan. Jaja, die truc kende ik wel; hij kwam bij zijn kameraden vandaan die in een groepje bij elkaar zaten. Ik negeerde hem, keek op de klok. De wijzer tikte de 60 weer aan en ik dook het water in. Naast me ook een plons.
Maar de knul zwom bóven water, ik er onder. En daardoor had ik sowieso al meer snelheid; bij het keren lag hij al een lichaamslengte achter. Ik besloot om hem even af te laten zien: 10 baantjes compleet afmaken. Eens kijken wie als eerste aankwam… Wat ik al gedacht had, kwam uit. Toen ik met mijn zesde baantje bezig was, kwam ik ‘m halverwege tegen. Hij lag toen al vijftien meter achter.
En na het zevende baantje was de baan naast me leeg. Ik trok me er niets van aan: doorzetten Gon! Nog maar 75 meter! Het laatste baantje gaf ik alles en tikte uiteindelijk nogal hijgend de kant aan. Omdraaien en naar de klok kijken: 4 minuut, 21 seconden. Oké, dat was aardig. In Born was mijn record 4 minuut 15 seconden geweest… Ik hijgde in het water even uit en klom toen de kant op. Tijd voor een lesje nederigheid: ik liep naar het clubje pubers en keek ze aan.

“En jullie hadden natuurlijk je beste zwemmer ingezet om mij te verslaan? Dan heb ik de volgende mededeling voor jullie: ga eerst even fatsoenlijk trainen voor dat je een nieuwe poging waagt. Fijne avond verder!”

Ik draaide me om en hoorde achter me: “Verdomme, wat een arrogante rooie trut…”

Ik draaide me bliksemsnel om. “Wie zei dat?”

Geen reactie. “Geen conditie en nog laf ook? Sjongejonge… Wátjes!”

Achter me hoorde een lage stem. “Nou, als de jongere generatie het niet durft… Mag ik wél naast u meezwemmen, mevrouw?” Plotseling stegen er weer vlinders in mijn buik op. Ik draaide me om een keek in de grijns van Frank. Ik wilde hem eerste in de armen vliegen, maar hij knipoogde en schudde bijna onmerkbaar ‘nee’. Dus op dezelfde nuffige toon zei ik: “Als u denkt dat u me wél bij kunt houden…” “Ik ga m’n best doen, mevrouw.” We liepen naar de startblokken en ik wees op de klok. “Starten als de wijzer de 60 aantikt. Tien baantjes, om en om onder en bovenwater. De eerste onder water. Succes, meneer.”
Frank klom op het startblok. Verdorie, die vent was best wel gespierd… Opletten Gon! De wijzer klom naar de 60 en we doken het water in. Frank bleef goed bij! Zou hij gelogen hebben over zwemcapaciteiten? Het keren deed hij sneller dan ik; hij lag een hoofdlengte voor en zijn crawl was constant en beheerst. Hij moét wel gelogen hebben, de vuile rotzak… Bij het vijfde baantje lag ik een halve lichaamslengte achter. Dat kwam met name door mijn keertechniek, dáárop verloor ik terrein.

Verdomme… Ik gooide er een schepje bovenop en na het achtje baantje was ik op gelijke hoogte. Mooi! En nu volhouden, Gonnie! Ergens perste ik nog wat energie vandaan en liep iets op hem uit! Het laatste keerpunt werd me fataal: ik gleed uit en verloor een slag. Nu lag ik bijna een lichaamslengte achter. Om te janken, verdomme…

Ik schakelde over op vlinderslag; even andere spieren gebruiken en bovendien: die slag beheerste ik uitstekend. En ik won terrein! Frank tikte aan en nog geen kwart seconde daarna ik. Een blik op de klok: 4 minuut, 16 seconden. Zo. Eén seconde onder mijn persoonlijk record. En dat na… ruim drie jaar! Hijgend keek ik Frank aan. “Jij bent een enorme leugenaar, Frank Veenstra!” Hij lachte. Zwemmen is een prima conditietraining, mevrouw. Ook voor Judo. En het voordeel is: blessures zijn vrijwel onmogelijk.”

Ik draaide me om en keek naar de kant: de club pubers was verdwenen. Jammer, anders hadden ze nog een sneer van me kunnen krijgen. Ik zwom onder de drijvende kabel door en sloeg mijn armen om Frank zijn nek. “Mag ik hier even uitrusten, meneer? Ik ben een beetje moe en dit houvast is wel prettig…”
“Kijk uit, meisje. Als je niet opkrast heb je zo dadelijk wat meer ‘houvast’ en loop ik voor lul. Letterlijk.”
Ik giebelde. “Jouw probleem, toch?”

Hij bromde wat. Ik zwom weer naar m’n eigen baan. “Kóm. Even uithijgen, spieren laten ontspannen en zo. Rustig een paar baantjes rugslag. Anders zijn we morgen beiden zo stijf als een plank.” Zijn ogen kregen een ondeugend trekje en ik snauwde: “Ja, jij bent dat wellicht gewend, plaatselijk, maar dit meisje niet.” Op mijn rug zwom ik nog vijf baantjes, lekker rustig en ontspannen. Naast me hoorde ik:

“Mooi gezicht zo… Rood, wapperend haar, een mooi gezicht en twee tepels in een zwart badpak die boven het water uitsteken als twee prachtige ijsbergen…”

Ik kwam iets het water uit en mopperde: “Ja? Je weet toch dat 9/10 deel van de ijsberg onder water zit? Die kan heel gevaarlijk zijn, hoor!” Even later klommen we op de kant en ging even in een paar stoelen zitten. “Nou, dat was me training weer wel… En vertel eens, Frank: jij kan best wel héél goed zwemmen, leugenaar. Hoe…” Hij onderbrak me. “Precies wat ik zei, Gon. Judotraining. Drie keer in de week op de mat, één keer in de week conditietraining in het water.” Hij grijnsde. “En een stoeipartijtje in het water, natuurlijk.” Ik trok een gezicht. “Dan ben ik benieuwd hoe jij in het water omgaat met Cora, de judoduivel…”

“Heel netjes natuurlijk, want haar vriendje, jouw broer is er toch bij? Dan zal ik écht niet haar bikini losmaken of haar schouderbandjes omlaag trekken, hoor. Ik kijk wel uit…”
“Deden jullie dat bij die training dan wél?”

Hij knikte. “Als de trainer niet keek: zeker weten! En die meiden zaten er ook niet mee om een zwembroek tot je kuiten omlaag te trekken… Vreselijk veel lol gehad in die tijd.” Ik mopperde: “Ja, dat zal wel. Lekker onder water naar een stel stuiterende tiener-tieten kijken… Daar krijg je bij mij geen kans voor, Frank Veenstra!”
Hij knikte braaf. “Dat klopt, Gonnie Peters. Want jij bent al lááááng geen tiener meer…”

“Klootzak”, mopperde ik. “En jij ben mijn chef? Én mijn vriendje? Ik vraag me af hoe lang dat gaat duren…”
Hij legde een hand op mijn arm. “Als het aan mij ligt: héél lang, Gonnie.”

Voor de vorm mopperde ik: “Dan moet je wel wat liever zijn. Niet meer van die rot-opmerkingen lanceren.” De hand bleef. “Sorry schat.” Ik draaide me naar hem toe. “Van jou kan ik het hebben, mooie vent. Die jochies die net hier zaten, kregen even een veeg uit de pan die Gonnie heet.” Hij knikte. “Ik hoorde je al toen ik nog in de douche stond. ‘Ga nog even trainen voor je een nieuwe poging waagt… En een fijne avond verder.
Als sarcasme slagroom zou zijn, was er geen pudding te zien geweest. En even later een gesnauwd: ‘Wie zei dat? Geen conditie en nog laf ook? Wátjes…’ Dat was geen sarcasme meer, maar gewoon puur gif. Een koningscobra zou er jaloers op zijn. Nou, en toen heb ik maar ingegrepen…”

Hij lachte. “Arme knullen. Compleet afgeserveerd door een stel van bijna 30…” Ik veerde op. “Hé! Praat even voor jezelf! Jij mag dan wellicht de 30 bijna aantikken, bij mij duurt dat nog bijna 4 jaar. Hou dát goed in je achterhoofd, meneer Veenstra!” Hij keek me aan en zei maar één woord: “Háp…” Ik zuchtte. “Rotzak. Ik ga me afdrogen en omkleden. Je zit me bijna uit dit badpak te kijken, net als die knullen van zojuist. Tijd voor mijn vale spijkerbroek, afgetrapte schoenen en een spijkerjasje met een versleten T-shirt.” Ik zweeg even en vervolgde toen: “Wél met een lichtgeel, sexy setje daar onder. Een meisje wil een beetje comfortabele lingerie…”

Frank stond op. “Nou, die wil ik dan wel eens bekijken. Heeft men hier ook familie-kleedruimtes?” Ik snoof. “Zou je wel willen hé? Niks ervan: jij kleed je netjes in de afdeling ‘heren’ aan. Hoewel ik me afvraag of je daar wel thuishoort, maar goed. En ik ga naar de ‘dames’-kleedcabines. En dan zien we elkaar wel bij de uitgang. Dááág, Frank…” Ik wachtte niet op antwoord, maar liep richting kleedhokjes. Ik wiegde wel een beetje extra met mijn heupen… Een kwartier later liep ik naar de uitgang. Frank stond al te wachten.

“Ik vind het nogal meevallen met die versleten kleding van je, Gon. Dit ziet er niet uit als iets wat bij de Kringloopwinkel vandaan komt. Eerder bij de Zeeman.” Mijn spijkerbroek was inderdaad niet meer helemaal ongeschonden en m’n spijkerjasje had ook betere tijden gekend. Maar daaronder zat wel een net T-shirt. “Het maken van complimentjes naar je meisje vereist nog wat nascholing, Frank. Maar goed, dat leer ik je nog wel. En nu, mooie vent: afscheid nemen. Jij de helling op, naar Schaarsbergen, ik ga hier de helling af richting Parenco.”
Hij keek wat teleurgesteld, maar ik hield voet bij stuk.

“Nee, Frank. Ik plof zo dadelijk in m’n bedje en hoop dat mijn wekker genoeg herrie maakt om me uit mijn bewusteloosheid te rukken. En morgenavond wordt het gegarandeerd ook laat en inspannend, en zaterdag helemaal. Dan is de hele meute compleet, wellicht zelfs met Abe en Margriet, de ouders van Cora. Kun je daar meteen kennis mee maken. Dat wordt voor jou spitsroeden lopen.” Hij knikte. “Ja, stom, niet bij nagedacht. Druk weekend. En voor zondag had ik ook al een plannetje.”

Ik keek vragend en hij vervolgde:
“Zondag wil ik met een fles drank in de fietstas naar Heelsum rijden en jou voorstellen aan m’n ouders.” Ik was even stil en knikte toen. “Prima plan. Verder zeg ik er niets over, schat.” Even raakten onze ogen elkaar en ik voelde de chemie tussen ons bijna fysiek.
Een klopje op mijn arm volgde, toen een warme hug. “Ik ben blij dat je mee wilt, Gonnie.” “Logisch schat. Het zijn jouw ouders. Volgens mij schatten van mensen.”
“Zeker weten”, hoorde ik in mijn nek. Ik gaf hem een zoen.

“Nou, wieberen jij, we zien elkaar morgenochtend weer. Zorg maar dat je voldoende verschoning bij je hebt. En je zwembroek natuurlijk…” Hij zuchtte. “Ook dat nog… Tot morgen, schat.” Hij liep naar zijn auto, ik richting fietsenstalling. Tien minuten later was ik weer thuis. Badpak uitspoelen, handdoek ook en te drogen hangen. Weekendtas inpakken voor het weekend…

Ik pakte een paar leuke setjes in, een stel mooie panty’s en rokjes. Twee blouses. Vooruit, ook een leuk feestjurkje. ten slotte zou mijn enige broer thuiskomen. Een heerlijke vent, toen hij eenmaal puber-af was. De keren dat ik, samen met Annet en Cora, met hem naar bed was geweest, waren hele goede herinneringen…
Doorgaan, Gon! Toiletspullen… handdoek… De weekendtas zat aardig vol. En om half tien plofte ik in bed.

Héhé… ‘even een paar baantjes trekken’ was een beetje uitgelopen. Nou ja, ik wist in ieder geval dat mijn conditie nog steeds redelijk was.

Wie weet kon ik Annet en Cora er uit zwemmen… Zou leuk zijn…
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...