Door: Zazie
Datum: 20-12-2025 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 664
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 35 minuten | Lezers Online: 14
Trefwoord(en): Broer, Dakloos, Erotisch, Kerst, Young Adult, Zus,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 35 minuten | Lezers Online: 14
Trefwoord(en): Broer, Dakloos, Erotisch, Kerst, Young Adult, Zus,
Vervolg op: Kerst Avond - 4: Bastiaan En Victoria
Roza En Max

Een week geleden barstte de bom, ik trok het niet meer. Mijn tweelingbroer Max ging een half jaar terug het huis uit om te gaan samenwonen met een meisje, net als ik helemaal klaar met dat gezuip van mam. Iedere keer belooft ze beterschap en altijd gaat het na een week of wat weer fout. Meestal wordt ze dan super-agressief en krijgen we de huid vol gescholden over die klote-vader van ons en dat die haar met zijn ‘broedsel’ heeft laten zitten en zelf de mooie meneer is gaan uithangen en ga zo maar door. Ondertussen mogen we dan wel haar kots en andere zooi opruimen. Dan beginnen de dronken huilbuien, als die weer over zijn krijgt ze spijt en is het een paar dagen rustig, waarna het weer van voren af aan begint.
Max was daar dus klaar mee en vertrok, mij met haar achterlatend. Een paar keer zocht ik mijn toevlucht bij hem, maar na een paar keer kreeg ik te horen dat die bitch die zich zijn vriendin noemt dat niet zo fijn vond, dat het zo’n negatieve sfeer in huis bracht. Ja, nee, graag gedaan en alsjeblieft, alsof míjn leven zo’n lolletje is! Maar ik was dus niet meer welkom en dit keer heb ik helemaal over de zeik een paar spullen in m’n rugzak gepropt en ben ik volkomen over m’n toeren het huis ontvlucht. Iedere keer werd het erger met mam en toen ze, voor het eerst, spullen naar m’n hoofd begon te gooien was ik er helemaal klaar mee, ze zoekt het maar uit verder.
Maar ja, het gevolg is nu dus wel dat ik zonder een dak boven mijn hoofd maar wat rondzwerf. Het enige goeie op de dag waar ik naar uit kan kijken is dat rond vijf uur de opvang opengaat en ik dan met wat geluk een bed heb en iets gezonds te eten krijg. Maar dat is dan ook echt het enige wat goed is, want verder is het echt niet heel erg aangenaam om daar te zijn. Zelf ben ik nog maar een week dakloos en voel me nu al echt vies. Maar dat is nog niets vergeleken met sommigen anderen hier, die inmiddels een uur tegen de wind in stinken en het zelf al helemaal niet meer ruiken. Daar lig je dan de hele nacht tussen, wat in een bovenbed dan nog het beste te harden is. Trouwens, ook in de eetzaal zijn al die luchtjes niet echt alsof je in een goed restaurant zit te eten.
Asiel zoeken
Gelukkig heb ik de afgelopen nacht goed geslapen. Het snurken en slaapwandelen van mijn negentien ‘kamergenoten’ is binnen de perken gebleven, de enige keer dat ik wakker was toen een vrouw blijkbaar een nachtmerrie had en keihard begon te krijsen. Pas als ik weer de straat oploop om opnieuw een dag door te zien komen, realiseer ik me dat het daags voor Kerstmis is. Overal is het versierd. Mensen lopen alleen of samen met iemand anders met volle tassen cadeautjes in hun handen en zijn meestal in een goeie stemming. Als ik dat zie voel ik me vies en ellendig en kan ik me alleen maar afvragen hoe ik wéer een dag door moet komen. En dan ook nog dat bericht van die keukenjongen gisteravond die me vertelde dat het vanavond wel ramvol zal worden. Ik moet er dus voor zorgen dat ik vanmiddag nog vroeger dan normaal in de rij ga staan, om toch binnen te komen. Fijn vooruitzicht…
Het is koud vandaag. Boven de uitgang van de nachtopvang hangt altijd een scherm met het weerbericht, zodat we een beetje weten waar de aankomende dag rekening mee moeten houden. De temperatuur is tot onder het vriespunt gezakt, de gevoelstemperatuur is door de opgestoken oostenwind nog eens ruim vijf graden lager en in de loop van de middag wordt er sneeuw verwacht. Vroeger zou ik daar blij mee zijn geweest, een witte Kerstmis, want zo vaak hebben we die niet. Maar nu kan ik me alleen maar bedenken hoe ik daar nou weer mee moet dealen. In gedachten ga ik alle plekjes na waar ik een tijdje in de warmte door kan brengen. Als ik er al een vind duurt dat meestal niet lang, omdat ik dan word weggejaagd. Vanaf het begin dat ik op straat leef heeft me dat verbaasd, hoe mensen van winkels en zo herkennen dat je niet een klant maar een dakloze bent. Soms staan ze het even toe dat je je opwarmt, maar meestal word je binnen de kortste keren verjaagd.
Toch zijn er wel plekjes te vinden waar je langer kan blijven, zoals de stationshal of de galerij van een winkelcentrum. Afhankelijk van de bibliothecaris die dienst heeft kunnen we soms zelfs terecht in de lekker warme bibliotheek, maar daar kan je dan ook al gauw de halve bevolking van de nachtopvang terugvinden. Terwijl ik door de stad zwerf loop ik maar te piekeren hoe ik mijn leven verder moet aanpakken. Ik heb geen geld, geen vast adres, eigenlijk heb ik helemaal niks, zelfs mijn mobieltje ben ik kwijt, mijn rugzak met alles erin werd de tweede dag al gejat door een of andere eikel. Steeds als ik loop te piekeren hoe ik uit deze situatie kom, raak ik alleen maar in een cirkeltje van gedachten, waar ik totaal niet uit kom. Ik heb echt hélemaal geen idee waar ik moet beginnen.
Ook denk ik veel terug aan vroeger, toen pap nog thuis was, toen alles nog goed was. Hoe Max en ik opgroeiden, zo close met elkaar, alles deden we samen. Zelfs toen we onze lichamen begonnen te verkennen deden we dat samen, we hadden geen enkel geheim voor elkaar. Maar toen overleden oma en opa vlak achter elkaar en werd mam depressief, waarna ze aan de drank ging. Alles, echt álles heeft ze kapot gemaakt. Na een paar jaar trok pap het niet meer en wilde toen scheiden. Hij heeft nog geprobeerd Max en mij mee te krijgen, maar daar stak mam een stokje voor. Bij de Kinderbescherming deed ze zich ineens voor als de moeder die alles op een rijtje heeft en kreeg ze het voor elkaar dat pap de kwaaie peer was. Daarna kreeg hij een vriendin die uit Zweden kwam en weg was hij, Max en mij met de shit achterlatend.
Het is nog maar drie uur als ik weer in de rij ga voor de nachtopvang ga staan, maar die is dan al zo lang dat ik er een hard hoofd in heb of ik wel binnen kom. En inderdaad, vanwege de kou gaan de deuren al om half vijf open, maar ruim voordat ik aan de beurt ben is het vol en wordt de rest naar het leger des Heils gestuurd, daar zou nog plek zijn. Nou, dat heb ik éen keer geprobeerd, maar om te beginnen is dat behoorlijk ver buiten het centrum en als je er eenmaal binnen bent is het door hun zendingsdrang ook niet bepaald een lolletje. Ik weet het even niet meer, ik voel me onderhand net zo’n asielzoeker, die nergens welkom is en door de mensen die het wél goed hebben maar zo’n beetje van het kastje naar de muur wordt gestuurd…
De weg kwijt
Dan herinner ik me dat iemand in de opvang eens zei dat hij naar het politiebureau was gegaan en daar in de hal trammelant had getrapt, waardoor ze hem een nachtje in een cel opsloten. Het staat hier om de hoek en ik besluit dat dan maar te gaan proberen. Als ik er binnenkom slaat de warmte me in mijn gezicht. Heerlijk, ik was inmiddels zo verkleumd als maar kon en had dit echt wel even nodig. Maar het is gewoon alsof iedereen al op een afstand kan zien en waarschijnlijk ook ruiken dat ik dakloos ben. Meteen komt er zo’n jonge agent op me af, die vraagt wat of ik hier kom doen. Ik kan even niks anders verzinnen en zeg ‘aangifte doen’. Hij kijkt me een beetje ongelovig aan, maar dan zegt hij ‘volgt u me maar’. Hij neemt me mee naar een klein hok, want anders kan ik het niet noemen, en daar moet ik dan tegenover hem gaan zitten, terwijl hij achter een scherm op zijn toetsenbord begint te typen.
‘Oké, zegt u het maar.’
‘…Ehm, het gaat om mijn moeder. Ze heeft dingen naar mijn hoofd gegooid.’
Dan begint hij me helemaal uit te horen, wat er precies gebeurd is, hoe lang dit gaande is, of er al eens hulp is ingeschakeld, waar mijn vader is, of ik geen andere familieleden heb en ga zo maar door. Uiteindelijk zegt hij:
‘Het spijt me, dit is geen acute situatie meer en om nu op Kerst Avond bij uw moeder binnen te vallen zal de korpsleiding me niet in dank afnemen. Mijn advies aan u is om na Kerstmis contact op te nemen met de ‘bemoeizorg’ van de gemeente, zij kunnen u dan vast verder helpen. Kan ik nog iets anders voor u doen?’
Niet te geloven dit, als je ze nodig hebt…
‘Ja. Geeft me dan maar een slaapplaats.’
‘Daarvoor kunt u terecht in de nachtopvang, hier een paar honderd meter vandaan.’
‘Ja, duh, dacht je dat ik dat niet al heb geprobeerd? En hou alsjeblieft op met dat u en ge-mevrouw. ‘
Het agentje grinnikt en zegt dan: ‘het spijt me, maar ik kan dus niks voor jou doen.’
‘En een cel dan?’
‘Die is voor criminelen en mensen die de orde verstoren. Daar hoor jij niet tussen.’
‘En als ik nou eens de orde ga verstoren?’
Weer grinnikt hij: ‘bedankt voor de vooraankondiging, een gewaarschuwd mens telt voor twee. Doe maar niet. Ik ga nu op patrouille, kan ik je ergens afzetten?’
Geen idee, ik haal mijn schouder op en noem dan maar het adres van mijn broer. Sinds ik van huis ben weggegaan heb ik geen contact meer met Max gehad en ik ga het maar eens proberen, ondanks die bitch die bij hem woont. De agent gaat me voor naar de garage, waar zijn collega al in de auto op hem zit te wachten. Daar word ik achter in de politieauto geduwd, op een bank die afgedekt is met plastic en even later zijn we op weg. Het is maar een kort ritje, Max woont aan de andere kant van het centrum, ik had het net zo goed kunnen lopen. Maar ik zit ten minste weer even warm, iedere minuut is er een. Ze zetten me pal voor de deur van de hal van zijn flat af, me een fijne Kerstmis wensend. Natuurlijk, fijn dat dat er nog af kan, maar ondertussen voel ik me wel zo’n beetje door iedereen in de steek gelaten. Ik klauter de vijf trappen op naar zijn verdieping, loop over de galerij naar zijn voordeur… en zie dat alles donker is. Het zal toch niet, ze zijn weg. Voor de zekerheid bel ik aan, maar er komt niemand.
En dan weet ik het even niet meer, ik sjok meer dan ik loop terug naar het trappenhuis en ga daar op een van de treden zitten. Kapót ben ik van al het gesjouw en de kou en ik voel me zo alleen, alsof ik de enige ben die nog op de wereld is en het maar helemaal alleen uit moet zoeken. Na een paar minuten komt er iemand naar boven en blijkbaar moet die ook op de vijfde verdieping of nog hoger zijn want de stappen op de treden komen steeds dichterbij.
Het is een oudere man, als hij mij ziet zitten bekijkt hij me even en haalt net niet zijn neus op.
Dan vraagt hij ‘wat zit jij hier te doen?’
‘Wat dacht u van even uitrusten?’ reageer ik dan, te bitchy natuurlijk.
‘Hup, wegwezen jij, doe dat maar ergens anders.’
Ik heb zin om met hem te gaan bekvechten, maar ik ga dat toch verliezen en heb er eigenlijk ook niet meer de puf voor. Even later loop ik weer op straat en dan besef ik dat het zo niet verder kan, ik ben totaal de weg kwijt in mijn leven. Ik moet maar teruggaan naar Mam en er alles aan doen dat ze geholpen wordt, zodat ik weer thuis kan wonen. Het is een flink eind lopen en als er dan ook nog sneeuw begint te vallen, word ik door en door koud. Ondertussen is het allang donker, iedereen zit thuis cosy bij de Kerstboom en ik ben zo ongeveer de enige die in dit weer nog buiten. Zo voelt het ten minste. Tegen de tijd dat ik onze straat inloop ben ik door de kou meer dood dan levend en kom ik bijna niet meer vooruit. Ineens realiseer ik me dat toen mijn rugzakje met alles erin werd gejat ook mijn huissleutels zijn verdwenen. Oh my god, nou maar hopen dat mam niet te bezopen is om open doen. Gelukkig, ze is in ieder geval wel thuis, want ik zie licht schijnen door stof van de gordijnen. Raar trouwens, normaal gesproken sluiten we die nooit, anders dan anders zijn ze nu helemaal dicht.
Als ik aanbel zie ik door het matglas van het raam in de voordeur al gauw dat de kamerdeur opengaat en er iemand de gang in komt lopen. Ik krijg weer hoop, misschien is mam dit keer nuchter. Dan zwaait de deur open en kan ik mijn ogen zo ongeveer niet geloven, want daar staat Max, mijn broer!
‘Jezus, Roza, wat zie jij eruit!’ roept hij en dan ineens kán ik niet meer. Ik val zo’n beetje in zijn armen en ondersteund door hem schuifel ik de gang in, naar de warmte …
Thuiskomen
Als we in de kamer zijn zegt hij ‘wat is er met jou gebeurd? Je ziet er niet uit! Ik heb je ik weet niet hoe vaak gebeld vandaag, maar kreeg je niet te pakken.’
Ik haal mijn schouders op: ‘ik ben een week terug weggelopen, het ging niet meer met mam. En m’n telefoon is gejat.’
Ik had verwacht mam op haar vaste plekje op de bank te zien, maar er is verder niemand in de kamer, ook Max zijn vriendin niet.
Als ik Max verbaasd aankijk zegt hij: ‘mam is opgenomen, de buren waarschuwden mij vanmorgen dat ze helemaal out was.’
‘En je vriendin?’
Max zucht even: ‘die maakte het meteen uit, ze had hier geen zin meer in zei ze. ‘
Sneu voor hem maar ik kan er niet mee zitten, die meid deugde niet.
En dan stort ik zo’n beetje in. Ik plof neer op de bank en op hetzelfde moment begin ik te klappertanden, waar ik gewoon niet meer mee kan ophouden. Pas dan lijkt Max te beseffen hoe het met me is, dat ik echt aan het einde van mijn latijn ben.
‘Kom Roosje, jij moet in bad, warm worden.’
Het zal wel, het voelt alsof ineens het licht is uitgegaan en ik laat me door hem naar de badkamer brengen. Het enige wat nog echt tot me doordringt is dat hij me ‘Roosje’ noemde, zoals hij me vroeger altijd noemde, toen alles nog goed was tussen ons. Terwijl het bad volloopt helpt hij me uit te kleden en ik ben te ver heen om me er nog druk te maken dat hij me na al die tijd helemaal naakt ziet. Hij helpt me in bad te stappen en ik kan me niet herinneren dat ik ooit iets fíjners heb meegemaakt dan deze warmte, die nu ineens overal om me heen is. Ik zak zo diep in het water weg dat alleen nog maar mijn mond en neus er bovenuit blijven, doe mijn ogen dicht en voel me langzaam wegzakken in het veilige gevoel dat ik helemaal kwijtraakte. Max is er, nu komt alles weer goed…
Ik moet in slaap gevallen zijn, op een gegeven moment word ik wakker gemaakt door Max.
‘Kom je er uit zusje? Het water koelt al af, zo dadelijk heb je het weer koud.’
Even weet ik niet waar ik ben. ‘… ehm, wat is er gebeurd, waarom ben je hier?’
En dan komt alles ineens weer binnen, mams alcoholverslaving, dat ik van huis wegging, de ellende van de afgelopen week en nu weer thuis, mét m’n broer. Ik kom overeind, me er totaal niks van aantrekkend dat ik naakt ben. Max staat al klaar met een grote handdoek en als ik eenmaal buiten het bad sta begint hij me heel lief af te drogen.
‘Wil je dat nooit meer doen, Roosje, vertrekken zonder te laten weten waar je bent?’
‘Dat beloof ik Max. Maar wil jij dan ook nooit meer mij alleen laten met mam en haar problemen?’
Max knikt, terwijl hij me blijft afdrogen, wat ik me met veel genoegen laat gebeuren.
‘Ja, dat was niet goed, zusje, maar ik kon niet anders, het was niet meer te doen. We moeten het er samen echt over hebben hoe dit verder moet met mam.’ Ik knik, ja, dat moeten we.
Max wrijft me helemaal droog en rozig, misschien ietsje langer dan nodig is in de buurt van mijn tietjes, maar ik laat het me graag gebeuren, ik ben zo blij dat ik hem weer terug heb. In mijn kamer heeft hij al mijn joggingpak opgescharreld en even later loop ik naar de woonkamer, me weer meer een mens voelend. Daar heeft Max voor een verrassing gezorgd, de tafel staat vol met allerlei lekker eten. Nu pas ervaar ik hoe weinig ik vandaag gegeven heb en uitgehongerd val ik aan.
‘Zo, dat gaat er wel in, hè zusje?’
Ik knik, sinds vanmorgen heb ik niks meer gehad. Ik hoop dit nooit meer mee te maken, dakloos zijn. Het is zo uitzichtloos en je voelt je zo door iedereen uitgekakt. Vroeger vond ik ook altijd dat dakloze en in de stad rondhangende mensen maar moesten gaan werken, maar ik ben nu beter gaan begrijpen dat dat niet altijd lukt.
Als ik mijn buikje gevuld heb gaan we samen op de bank zitten en bepraten we de situatie van mam.
‘De buurvrouw belde me, dat ze vanmorgen eerst een tijdje een hoop lawaai hoorde en toen niks meer, dat ze het niet vertrouwde. Toen ik thuiskwam lag mam op de vloer van de keuken, buiten westen, met om haar heen tig kapot gegooide flessen. Ik denk dat alles op was en dat ze toen in een soort razernij alles kapot heeft gekegeld.’
Ik knik. ‘Zo was ze ook toen ik wegging, je kon helemaal niet meer met haar praten. En nou?’
‘Ze ligt in het ziekenhuis en daar zeiden ze dat ze haar zeker tot morgenavond in slaap houden, om te voorkomen dat ze niet direct weer in razernij vervalt. Ze hadden het over een delirium of zoiets. Op tweede Kerstdag worden wij verwacht, om te komen praten over hoe dit verder moet. Waarschijnlijk moet ze ergens afkicken.’
Ze is in goede handen nu en van blijdschap geef ik Max een zoen op zijn lippen. Ik ben zo blij dat hij er weer is. ‘Weet je Max, we moeten dit nu wel afmaken en zorgen dat ze niet weer naar huis komt voordat ze is afgekickt.’
Max knikt. ‘ja, zoals het ging kan het niet neer verder, dan gaat ze eraan dood. Ik kom voorlopig weer hier wonen, tot alles met mam in orde is.
‘En je vriendin dan?’
‘Die komt echt niet meer terug. Ik vind het erg maar het is wel oké zo, het klikte toch niet echt goed tussen ons. En ze deed zo lelijk over jou. Dat wil ik niet, want jij bent mijn zusje.’
Ik kan mijn geluk niet op, Max weer thuis!
Broeder- en zusterliefde
Nadat we zijn uitgepraat kijken we samen een leuke Kerstfilm op Netflix. Max had gehoord dat ‘Last Christmas’ wel goed is, met de muziek van ‘Wham’. De film begint een beetje flauw, over een meisje dat ‘hulpelfje’ is in een kerstspullenwinkel die het hele jaar door open is. Maar op een gegeven moment worden we er helemaal ingezogen, als blijkt dat dat ze wat krijgt met een nogal mysterieuze jongen, waarvan later blijkt dat ze zijn hart draagt. Het einde is zo ontroerend, het zorgt ervoor dat we tegen elkaar aankruipen en dan moet ik het kwijt: ‘ik ben zo blij dat ik jou weer terug heb Max. Mag ik vannacht bij jou slapen? Net als vroeger, als ik bang was of het koud had?’
Hij kijkt me met een brede grijns aan: ‘had ik al op gerekend, Roosje. Ik heb mam haar bed daarstraks verschoond, hebben we lekker de ruimte.’
Niet veel later kruipen we erin, een tikje onwennig wel, want dit is al best wel lang geleden. Ik zorg dat ik er als eerste in lig, om Max te kunnen bekijken als hij er ook instapt. Hij is echt een mooie vent geworden, groot, strak afgetraind lijf, net als ik trouwens, vanaf dat we jong waren zaten we samen op voetballen.
Hij kijkt me aan, met die bruine ogen van ‘m en vraagt ‘kan je het zien, zusje?’
Ik bekijk hem inderdaad nogal opzichtig en moet er even om giechelen: ‘ja, best wel.’
‘En, bevalt het?’ gaat hij door, terwijl hij net als ik in z’n blootje naast me komt liggen en tegen me aankruipt.
‘Ja hoor. Alles is een beetje groter geworden aan jou, lekker stoer wel’ zeg ik terwijl als een lepeltje tegen hem aankruip.
‘Hmm, gelukkig, dat ik ben goedgekeurd’ klinkt het dan achter me. ‘En jij bent ook mooi, Roosje, alleen een tikje te mager geworden’, maar ik hoor het amper nog want dan ben ik al vertrokken.
Als ik wakker word is het al een uur of vijf. Kerstmis! realiseer ik me. En weer thuis, warm, veilig, wat ik me gisteren nog totaal niet had kunnen voorstellen. Max ligt op zijn rug, een stukje van me af en hij snurkt zachtjes. Het klinkt zo lief, het is dat hij mijn broer is, anders kon ik zo verliefd worden op hem. Zachtjes ga ik uit bed om te plassen en merk dan pas hoe koud het is. En dan komt alles weer binnen, hoe ik de afgelopen week heb afgezien en hoe koud ik het heb gehad. Ik ben zo blij dat dat voorbij is en terwijl ik zit te plassen besluit ik dat ik nog een keer terugga naar de opvang, om die jongen te bedanken die zo lief tegen me deed. Eigenlijk waren die mensen daar de enigen die normaal tegen me deden, alle anderen buiten de opvang waren er alleen maar bezig om geen overlast te hebben van mij als dakloze. Misschien kan ik er wel een keer helpen, als het etenstijd is of zo, om iets terug te doen. Terug in bed kruip ik weer tegen Max aan die als een kacheltje zo warm is.
‘Hey Roosje’ mompelt hij dan, waarna hij zich naar me toe draait en ik opnieuw in de kom van lijf ga liggen, met mijn billen in zijn kruis.
En zo word ik later ook weer wakker, het is dan al licht, half negen zie ik op het klokje op mam d’r nachtkastje. Maar dit keer voel ik dat zijn piemel stijf is en tegen mijn billen drukt. Er wordt daardoor een knopje ingedrukt, lijkt het wel, ik voel hoe er een golf van opwinding door mijn lijf trekt. Alles komt weer boven, hoe we samen pubers waren en onze lichamen wakker werden voor seks. We waren als tweeling zo verbonden met elkaar, het was toen niet meer dan logisch dat we samen ontdekten wat ja allemaal met elkaar kon doen en beetje bij beetje verkenden we toen elkaars lichaam. Het was zo opwindend, om zijn lijf te voelen en hoe zijn piemel hard werd als ik hem maar éven aanraakte. Hij leerde me wat hij lekker vond en hoe ik hem kon laten klaarkomen, door hem af te trekken. Later leerde ik hem te pijpen. En ik vertelde Max wat ík fijn vond, als hij mijn tepels aanraakte, of mijn klitje. En later likte hij mijn kutje, helemaal gek werd ik daarvan. Uiteindelijk déden we het ook met elkaar, best wel vaak eigenlijk, stiekem, om te zorgen dat mam en pap het niet in de gaten kregen.
Onze seks samen was toen zo lekker, we konden er maar geen genoeg van krijgen. We wisten goed dat het eigenlijk niet hoorde, als broer en zus, maar toch wij zagen totaal niet in wat er fout was aan wat wij deden. We deden altijd álles samen, dus waarom dit ook niet? Dat komt allemaal weer boven en ik kan er niks aan doen, ik móet mijn broer zijn lijf voelen, hij zag er gisteravond zo mooi en opwindend uit. Ik keer me naar hem toe en duw hem op zijn rug, zodat ik hem eens lekker kan gaan betasten overal. Met een lief snurkje laat hij het zich gebeuren, waarna hij weer doorslaapt. Hmm, jammer, van mij mag hij best wel wakker worden, en daar ga ik voor zorgen ook!
Ik ga in de kom van zijn oksel liggen, met mijn hoofd op zijn borstkas, zo dat ik zijn hart hoor slaan. Ik werd daar vroeger altijd zo rustig van, soms hield ik dan mijn vinger aan mijn pols en voelde dan hoe mijn hart precies in zijn ritme mee ging slaan. Ik laat mijn hand over zijn lichaam dwalen, door de stoppeltjes op zijn borstkas en dan naar beneden, over zijn buik met de strakke blokjes, die een beetje trilt als ik hem daar streel. Als ik zijn stijve piemel zachtjes aanraak wipt die een stukje omhoog, wat echt zo grappig is om te voelen. Ik leg mijn hand eromheen en begin dan zachtjes op en neer te wrijven. Max reageert meteen, eerst kreunt hij zachtjes en dan is hij wakker.
‘Wat doe je, Roosje?’
Het bezorgt me een giecheltje: ‘waar lijkt dit op, denk je?’
‘Ohw, dit is zo lekker. Alleen jij doet dat zo, precies hoe ik het fijn vind.’
‘Kan niet anders hè, jij leerde het me zelf. Deed zij dat dan niet, die vriendin van jou?’
‘Ehm, nou nee, niet eigenlijk. Ze raakte me daar wel eens aan, maar meer toevallig eigenlijk. Alsof ze het eng vond.’
Ik kijk m’n broer aan, om te checken of hij me voor de gek houdt. ‘Meen je dat nou?’
Hij grinnikt: ‘seks was sowieso niet zo haar ding, we deden het niet zo vaak.’
Ik wíst het wel, die meid die deugde niet!
Het fijne gevoel
Om Max te laten merken hoe anders ik ben ga ik met mijn hoofd verder onder het dekbed, hem ondertussen een spoor van kusjes gevend over zijn borst en buik. Als ik bij zijn stijve apparaat aankom geef ik er eerst ook kusjes op, te beginnen op de eikel en daarna tot op zijn ballen. Het windt Max nogal op en hij drukt zijn bekken een beetje omhoog, zijn piemel zo nog meer aanbiedend. Ondertussen friemelt hij door mijn haren en fluistert ‘mmm, dit is zo lekker Roosje’. En dan kan ik niet anders, ik neem hem in mijn mond, doe mijn lippen om het randje van zijn piemel en zuig aan zijn eikel.
Net als vroeger legt Max na een tijdje zijn hand over mijn hoofd, om me naar beneden te drukken. Ik neem hem steeds ietsje verder in mijn mond, maar niet zo ver dat ik moet kokhalzen. Als ik vind dat hem ver genoeg in mijn mond heb ga ik hem pijpen. Ik leg mijn hand om het onderste deel van zijn piemel en beweeg die op en neer, tegelijk met het ritme waarmee ik hem met mijn mond afzuig. Ik weet dat hij dan snel klaarkomt, maar dat is juist goed, want daarna kan hij het langer volhouden, als ik aan de beurt ben.
‘Ohw Roosje, wat is dit lang geleden zeg’ zegt Max dan, meer kreunend dan pratend.
Ik kijk hem van onderaf even aan terwijl ik doorga met hem te zuigen en af te trekken. Al snel begint hij tegen te stoten en proef ik zijn voorvocht, wat ik wel lekker vind smaken, een beetje zout-bitter en nootjesachtig.
Op een gegeven moment begint Max steeds heftiger in mijn haren te woelen en meteen daarna voel ik hoe hij zijn eerste zaad in mijn mond spuit. Het is wel grappig om te voelen hoe dat in schokjes door zijn plasbuis wordt gedrukt, met mijn hand die ik nog om zijn piemel heb kan ik dat echt goed voelen. Ik blijf hem aftrekken en pijpen terwijl hij maar blijft spuiten. Ik denk dat hij nogal lang niet is klaargekomen, want het is best veel, beetje na beetje slik ik alles door en pas als hij helemaal is leeggespoten maak ik me van zijn piemel los.
‘Mmm, dat was best wel de moeite waard’ zeg ik dan, met een lachje. ‘Lang geleden, broertje?’
‘Best wel’ zegt hij dan grijnzend. ‘Ik heb dit gemist Roosje, ik ga voorlopig niet meer bij je weg.’
Fijn, ik kan er wel aan wennen dat hij weer thuis is komen wonen.
Dan ga ik op mijn rug liggen, spreid mijn benen en zeg ‘kom, nou ben ik aan de beurt, voordat je slap wordt.’
Hij kijkt me een tikje ongelovig aan en zegt: ‘denk je nou echt dat ik slap word als jij helemaal open voor me ligt?’
Meteen daarna likt hij me, wat me bijna gek maakt. Vooral als hij mijn klitje aanraakt steiger ik tegen hem op. Als ik nat genoeg ben komt hij languit op me liggen en schuift hij zijn piemel in éen keer helemaal in me, tot onze buiken elkaar raken.
Voor mij is het een flink tijdje geleden dat ik een vriendje had die het met me deed. Dit is zo fijn, hoe Max in me op en neer beweegt en me ondertussen aankijkt. Met mijn handen aan weerszijden van zijn gezicht trek ik hem naar me toe en zoen hem. Meteen komt Max met zijn tong in me en terwijl hij me in een ietsje lager tempo blijft doorneuken tongen we net zo lang tot we allebei adem tekort komen. Ik heb dit zó gemist. Mijn broer, het fijne veilige gevoel dat ik nu weer heb, maar ook de seks. Ik weet nog steeds dat het niet echt oké is om dit te doen als tussen broer en zus, maar het kan me niks schelen. We genieten ervan en we zorgen ervoor dat er geen kindjes van komen. Zeg nou zelf, wat kan hier dan helemaal fout aan zijn. En wie weet, als het lukt dat mam gaat afkicken, dat we dan weer een beetje een gezin kunnen zijn, net als vroeger. Ik verheug me erop!
Maar nu is het eerst Kerstmis, met alleen Max en mij...
Liefs,
Zazie
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10

Ontdek meer over mij op mijn profiel pagina, bekijk mijn verhalen, laat een berichtje achter of schrijf je in om een mail te ontvangen bij nieuwe verhalen!
