Door: Leen
Datum: 05-07-2025 | Cijfer: 8.4 | Gelezen: 441
Lengte: Lang | Leestijd: 27 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Exhibitionisme, Facial, Openbaar, Pijpen, Slet,
Lengte: Lang | Leestijd: 27 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Exhibitionisme, Facial, Openbaar, Pijpen, Slet,
Vervolg op: Exposed - 21: Het Verraad
Cumslut Trainee
De dagen die volgen, zijn vreemd en kleurloos. We hebben de Grote Bekentenis overleefd, maar het voelt niet als een overwinning. Eerder als een staakt-het-vuren op een slagveld waar de lijken nog niet zijn geruimd. Het onderwerp ‘Marie’ – en alles wat daarbij hoort – wordt een verboden zone, een radioactief gebied waar we met een grote, angstige boog omheen lopen. We praten niet over de chat, niet over de opdrachten, niet over de man in het café. En al zeker niet over de donkere, hongerige vonk in Kristofs ogen die avond.
We vallen terug in een oude, vertrouwde choreografie. Opstaan, koffie, werken, avondeten voor de tv, slapen. Het is een veilige, voorspelbare routine, maar de onderliggende stilte is oorverdovend. Elk oningevuld moment, elke pauze in een gesprek, hangt zwaar in de lucht, zwanger van alles wat we niet zeggen. Ik zie hoe hij naar me kijkt als hij denkt dat ik niet oplet, met een peinzende, bijna onderzoekende blik. Wat ziet hij? De vrouw die hij altijd kende, of de schim van Marie?
En dan is er de seks.
Het gebeurt plichtmatig, bijna mechanisch. Alsof we een script volgen van ‘hoe een normaal koppel zich gedraagt’. De aanrakingen zijn vertrouwd, maar missen de lading. Het is zacht, het is lief, het is volkomen, tergend normaal. Missionarishouding. Lepeltje-lepeltje. Er is geen spoor meer van de ruwe, gretige passie die de opdrachten hadden ontketend. De spanning is weg. De uitdagingen zijn verdwenen. De Marie in mij, die verlangde naar het gevaar en de overgave, is weer opgeborgen in een diepe, donkere kist.
Liggend naast hem in het donker, na zo’n voorspelbare vrijpartij, voel ik een knagende leegte. Ik luister naar zijn kalme, regelmatige ademhaling en vraag me af of hij ook teleurgesteld is. Speelt hij nu ook gewoon een rol, die van de tevreden echtgenoot, terwijl hij eigenlijk verlangt naar de vrouw die hem meesleurt in het avontuur?
Ik mis het. God, wat mis ik het. Ik mis de elektrische schok van een nieuwe opdracht. De angst die zich vermengde met een bijna ondraaglijke lust. De kick van het overschrijden van grenzen. Ik mis de vrouw die ik was als Marie – vrij, onbevreesd en volkomen onvoorspelbaar.
Maar ik durf er niet over te beginnen. De angst verlamt me. Wat als ik het verkeerd heb begrepen? Wat als zijn lach die avond een moment van waanzin was? Als ik nu de eerste stap zet, en hij kijkt me vol afkeer aan? Het risico om de broze vrede die we nu hebben te verstoren, is te groot. En dus zwijg ik. Ik speel de rol van de vrouw die gered is van haar eigen domheid, de vrouw die dankbaar terugkeert naar de veilige haven.
En terwijl ik dat doe, voel ik me elke dag een beetje meer een bedrieger dan toen ik daadwerkelijk een vreemde mijn kleedje liet opheffen.
De sleur is een dikke, grijze mist die al dagen in ons huis hangt. We bewegen erin als twee schimmen, beleefd en afstandelijk. Ik zit aan de keukentafel, laptop open, en staar naar een nietszeggende spreadsheet. De cijfers dansen voor mijn ogen. Ik voel me leeg, uitgehold, een fletse versie van mezelf. De spanning van Marie is een verre, verboden droom.
Dan trilt mijn telefoon naast me op tafel. Een kort, discreet geluid. Ik kijk er lusteloos naar, verwacht een werkmail of een nutteloze reclame. Maar de naam op het scherm is anders. De Verkoper. Mijn adem stokt. Mijn vingers, die net nog lusteloos over het touchpad gleden, trillen lichtjes als ik het bericht open. ‘We hebben een aantal leuke topjes binnengekregen in de winkel. Ik heb er eentje voor jou opzij gelegd. Kom je het passen?’
Het is geen vraag. Het is een bevel. Een uitnodiging. Een test. En in de grijze mist van mijn lethargie ontsteekt een vonk. Mijn hart, dat al dagen in een traag, monotoon ritme klopt, maakt een sprongetje. Een elektrische schok trekt door mijn lijf, een siddering van iets wat lang heeft geslapen en nu plotseling wakker wordt. De belofte van kleur, van gevaar, van het spel.
De spreadsheet is vergeten. De sleur verdampt. Met een vastberadenheid die ik al dagen niet meer heb gevoeld, sta ik op en snel ik naar onze slaapkamer. Ik loop recht naar de kleerkast en duw mijn ‘normale’ kleren – de veilige bloesjes, de comfortabele truien – opzij. Daar, achterin, in een stoffen zak verborgen, liggen de attributen van Marie. Mijn handen vinden het meteen: het strakzittend lederen broekje. Het is geen gewoon kledingstuk. Het is een tweede huid, een uniform. Het leer is koel en glad onder mijn vingers. Ik haal het tevoorschijn en de vage, dierlijke geur ervan vult mijn neus. Het is de geur van de nacht, van geheime afspraakjes en overtreden regels. Ik trek mijn saaie joggingbroek uit en hijs me in het broekje. Het spant, het knelt, het dwingt me een andere houding aan te nemen. Rechter op. Uitdagender. Meteen voel ik me anders. Sterker.
Maar de angst is er ook nog. De herinnering aan de totale overgave en de paniek die daarop volgde. Ik wil niet dadelijk all the way gaan. Dit is een eerste, voorzichtige zet op het schaakbord. Ik open een andere lade, die met de topjes. Mijn oog valt op een felrood, kanten geval, maar ik schud mijn hoofd. Te vroeg. Te veel. Ik graaf dieper en vind wat ik zoek: een eenvoudig, zachtroze topje met spaghettibandjes.
Ik trek het aan en kijk in de spiegel. Het is de perfecte contradictie. Het roze topje is lieflijk, bijna onschuldig. Het schreeuwt ‘braaf meisje’. Maar het gitzwarte, strakke leer eronder fluistert een heel ander, duisterder verhaal. Het is een camouflage. Een compromis tussen de vrouw die Kristof overdag ziet, en de Marie die hij 's nachts begeert. Ik kijk naar mijn spiegelbeeld en zie ze allebei. En voor het eerst in dagen voel ik me weer heel. Levend. Ik loop naar de badkamer, breng een donker lijntje aan rond mijn ogen en kies voor een dieprode lippenstift. Ik pak mijn sleutels. Er is geen twijfel meer. De uitnodiging is verstuurd. En Marie gaat ze aanvaarden.
De bel boven de winkeldeur rinkelt zachtjes, een helder, bijna kinderlijk geluid dat totaal niet past bij de bonzende, volwassen spanning in mijn borstkas. De winkel is leeg, op de verkoper na. De ruimte ruikt naar nieuw katoen, duur parfum en een vage, onderhuidse belofte. Het voelt als het betreden van een podium.
Hij komt onmiddellijk van achter zijn toonbank vandaan, een brede, te witte glimlach op zijn gezicht. Zijn ogen, donker en peilend, glijden even over me heen, van het onschuldige roze van mijn topje naar het uitdagende zwart van het lederen broekje. Hij ziet de contradictie. Hij waardeert ze. "Daar ben je al," zegt hij, zijn stem een tikje te warm, te familiair voor een normale winkelier. Hij komt dichterbij dan ik verwacht en voor ik me kan terugtrekken, buigt hij zich voorover en drukt een zoen op mijn wang. Het is onhandig, zijn lichte stoppelbaard schuurt even tegen mijn huid, zijn aftershave prikkelt in mijn neus. Het is een vluchtige, maar volstrekt bewuste overschrijding van de grens tussen klant en… iets anders.
"Blij dat je zo snel gekomen bent," voegt hij eraan toe, terwijl hij een stap achteruit doet, zijn blik nog steeds op mij gericht. Oops, denk ik, terwijl ik een lichte blos op mijn wangen voel branden. Was ik te enthousiast? Ik had misschien wat langer moeten wachten, me wat kostbaarder moeten opstellen. De regels van het spel zijn nog steeds onduidelijk.
"Ik weet zeker dat je het leuk gaat vinden," zegt hij, en de glimlach om zijn lippen wordt een wetende grijns. "Het is echt iets voor jou. Wacht, ik ga het even halen." Hij verdwijnt met snelle, zelfverzekerde stappen naar het magazijn achterin. Ik blijf alleen achter in de stilte, mijn hart klopt nu een zware, onregelmatige tromslag tegen mijn ribben. Ik strijk onbewust mijn roze topje glad. Het voelt plotseling kinderachtig en belachelijk. Wat voor topje heeft hij voor me? Iets doorschijnends? Iets met een extreem diep decolleté?
Even later komt hij terug. In zijn handen houdt hij een opgevouwen stukje zwarte stof. Het ziet er zacht uit, van een fijne kwaliteit. Hij stopt recht voor me en met een bijna ceremonieel gebaar vouwt hij het open, als een matador die zijn doek presenteert. Hij houdt het voor mij, een uitnodiging. Mijn ogen scannen de stof en blijven haken bij de witte, hoekige letters die er in het groot op gedrukt staan. Het duurt een volle seconde voor mijn brein de woorden registreert en de betekenis ervan tot me doordringt.
CUMSLUT IN TRAINING.
De lucht wordt uit mijn longen gezogen alsof ik een klap in mijn maag krijg. Mijn mond valt letterlijk open. Een golf van hitte en ijskoude schok trekt tegelijk door mijn lichaam. Dit is geen subtiele hint meer. Dit is geen spel van plagerige, dubbelzinnige opdrachten. Dit is een frontale aanval. De speelse, voorzichtige stap die ik dacht te zetten, is zojuist beantwoord met een sprong in een diepe, donkere afgrond. Ik kijk van de brutale, obscene tekst op het topje naar zijn gezicht. Hij kijkt me aan met een onpeilbare, uitdagende blik. Wachtend. Eens kijken wat Marie nu gaat doen.
Zijn stem, kalm en laag, snijdt door mijn verlamming. "Probeer het eens," zegt hij. Zijn toon is niet dwingend, maar verleidelijk, alsof hij een zeldzame delicatesse aanbiedt. "Je hoeft het niet te kopen." Die woorden zijn een reddingsboei en een valstrik tegelijk. Het is een uitweg die me dieper het moeras in trekt. Ik hef mijn blik van het topje en kijk hem aan. Hij wacht nog steeds, zijn gezicht onbewogen, maar zijn ogen branden van intense nieuwsgierigheid. Langzaam, bijna onmerkbaar, knik ik. Een overgave. Een stomme, willoze instemming om dit gevaarlijke pad verder te bewandelen.
Een tevreden glimlachje krult zijn lippen. "Goed zo," fluistert hij bijna. "Je weet waar de pashokjes zijn of..." Hij laat het woord hangen, een open einde vol mogelijkheden. De pashokjes. Een veilige, afgesloten ruimte met een spiegel en een gordijn. De normale, voor de hand liggende keuze. De vluchtroute. Maar de manier waarop hij ‘of’ zegt, is een haakje dat zich in mijn nieuwsgierigheid vastzet.
"Of?" vraag ik, mijn stem een hees, onherkenbaar geluid. "Of je kan het ook achter in de eetruimte wisselen," zegt hij, en hij maakt een vaag gebaar naar de deur waar hij net vandaan kwam. Zijn stem wordt een octaaf lager, samenzweerderig. "Het is daar rustig, daar kunnen we ongestoord onze gang gaan." De woorden zijn geen subtiele hint meer. Ze zijn een klap in mijn gezicht. De impliciete, onderhuidse spanning is plotseling een expliciete, seksuele propositie. De lucht in de winkel lijkt dikker te worden, zwaar van zijn brutale aanbod.
Mijn mond valt open. "Pardon?" reageer ik, en mijn stem klinkt scherper en meer verontwaardigd dan ik bedoel. Een deel van mij is oprecht geschokt door zijn directheid, een ander deel weet dat dit de volgende zet in het spel is. De verkoper haalt ongeïnteresseerd zijn schouders op, alsof mijn verontwaardiging hem totaal niet raakt. Zijn nonchalance is een machtsvertoon. "Het is maar een voorstel," zegt hij, met een zweem van minachting voor mijn gespeelde preutsheid. "Ik dacht dat je het wel leuk zou vinden." Hij zet een stap dichterbij, zijn ogen peilen de mijne. "Het zou niet de eerste keer zijn dat je je aan mij toont."
Zijn laatste zin treft me als een blikseminslag. De herinneringen flitsen door mijn hoofd – andere keren in deze winkel, een pashokje dat net niet goed dicht was, een spiegel die meer reflecteerde dan de bedoeling was. Hij heeft gelijk. Dit is niet nieuw. Hij is niet zomaar een verkoper. Hij is een getuige. Een regisseur. En hij roept me nu ter verantwoording voor het spel dat we al langer spelen. Mijn gespeelde verontwaardiging valt als een kaartenhuis in elkaar, en wat overblijft is de naakte, trillende waarheid: hij weet precies wie ik ben. En hij wil meer.
Zijn woorden, zijn brutale, onverbloemde verwijzing naar ons verleden, zijn de vonk die een kortsluiting in mijn brein veroorzaakt. De schok en de opwinding vechten om voorrang. Een gloeiende golf van lust trekt door mijn onderbuik, een verraderlijke warmte die me vertelt dat ik dit wil. Maar tegelijkertijd slaat een kille golf van onzekerheid me in het gezicht. Mijn mond is droog. Ik zoek naar een reactie, een gevatte opmerking, maar ik vind er geen. De zwoele, zelfverzekerde Marie is even verdwenen, en wat overblijft ben ik, vol twijfel. Toch is de gedachte om weg te lopen, om de winkel uit te rennen, ondenkbaar. De drang om te zien wat hierna komt is te sterk. Ik bijt op mijn lip, een nerveuze gewoonte. Mijn blik is niet langer uitdagend, maar vragend.
"Kom dan," fluister ik, en de woorden komen er meer uit als een ademstoot dan als een bevel. Het is een sprong in het diepe, een overgave aan de onzekerheid. Ik draai me om en loop naar de deur van het magazijn, me pijnlijk bewust van elke stap. Loop ik te snel? Te traag? Zie ik eruit als een prooi of als een mede-samenzweerder? Hij volgt me en sluit de deur achter zich. Het zachte klikken van het slot klinkt als het sluiten van een val.
In de eetruimte valt een ongemakkelijke stilte. Het harde tl-licht legt elke aarzeling bloot. Hij staat daar, leunend tegen de deur, zijn armen over elkaar. Wachtend. Observerend. De stilte is een leegte die ik moet vullen, anders verdrink ik erin. Ik moet iets doen om het gevoel van controle, hoe vluchtig ook, terug te winnen. Ik draai me naar hem toe en forceer een plagerig lachje, een echo van de Marie die ik probeer te zijn. "Ik zal je maar niet vragen om je om te draaien, zeker, terwijl ik dit pas." Hij lacht, een kort, hees geluid, en schudt zijn hoofd. "Dat zou zonde zijn."
Zijn antwoord geeft me een houvast. Dit deel van het spel herken ik. Mijn hart bonkt in mijn keel, maar ik probeer mijn trillende handen te negeren. Langzaam, met mijn ogen op de zijne gericht, pak ik de zoom van mijn roze topje vast en trek het over mijn hoofd. De kwetsbaarheid die ik voel als ik daar sta in mijn zwarte, kanten beha, is bijna ondraaglijk. Dit is het moment om te stoppen, om het zwarte topje aan te trekken. Maar de onzekerheid dwingt me tot een daad van overmoed. Ik moet hem laten zien dat ik niet geïntimideerd ben, ook al voel ik me zo. Mijn vingers haken, ietwat onhandig, achter de sluiting van mijn beha op mijn rug. Ik hoor het zachte klikken als het loskomt. Dan schuif ik de bandjes, één voor één, tergend langzaam van mijn schouders. De kanten cups glijden naar beneden, onthullen mijn borsten centimeter voor centimeter, tot de beha in mijn handen valt en ik hem op de tafel laat vallen.
Ik sta daar, met ontblote borsten in het kille licht, mijn tepels hard van een mix van kou en zenuwachtige opwinding. Ik kijk hem aan, mijn lachje is nu een stuk minder zelfverzekerd. "Vind je ze nog altijd even mooi?" grap ik, maar mijn stem klinkt dunner dan ik zou willen, en de vraag is meer een zoektocht naar bevestiging dan een plagerige opmerking.
Zijn ogen antwoorden voor hij spreekt. Ze laten mijn vraag onbeantwoord en scannen in plaats daarvan mijn bovenlichaam, hongerig en onverhuld. Zijn blik is geen streling, maar een bezitterige taxatie. Hij kijkt naar de welving van mijn borsten, de schaduw van mijn ribben, het zachte kuiltje van mijn navel. En dan zie ik het. Een onmiskenbare, groeiende spanning in de stof van zijn broek. Een golf van pure, vrouwelijke macht jaagt door me heen, een krachtig antigif voor de onzekerheid van daarnet. Ik heb dit effect op hem. Dit is echt.
"Trek je het niet aan?" vraagt hij dan, zijn stem een lage, hese brom. Zijn vraag haalt me uit mijn roes. Ik ben zo in beslag genomen door zijn reactie, door de hernieuwde kick van mijn eigen macht, dat ik de reden waarom we hier staan bijna was vergeten. "Huh?" reageer ik verward, mijn gedachten nog elders. "Je topje," zegt hij, en hij knikt naar het zwarte stukje stof op de tafel. "Oh, ja." Ik pak het op. De stof voelt koel en verraderlijk zacht aan. Met een enkele, vloeiende beweging trek ik het over mijn hoofd. Het glijdt over mijn huid en spant zich onmiddellijk om mijn borsten. De dunne stof laat niets aan de verbeelding over. Mijn harde tepels duwen er prominent tegenaan, twee onmiskenbare, kleine accenten onder de brutale witte letters. Ik voel me getekend, gebrandmerkt.
Ik draai me even om, een instinctieve beweging op zoek naar een spiegel om het resultaat te beoordelen, maar hier, in deze verborgen, functionele ruimte, is er geen. Alleen de kale muren en zijn ogen. Ik ben volledig afhankelijk van zijn blik. Ik draai me langzaam terug naar hem toe. "Hoe zie ik eruit?" vraag ik, mijn stem weer zacht, maar nu vol verwachting. Hij neemt een stap dichterbij, zijn ogen glijden van mijn gezicht, naar de letters op mijn borst, en weer terug. Een trage, intense glimlach vormt zich op zijn lippen. "Perfect," zegt hij, zijn stem een diepe, zwoele fluistering. "Alsof de verpakking eindelijk eerlijk is over de heerlijke inhoud."
Zijn verleidelijke antwoord hangt tussen ons in, een belofte en een oordeel tegelijk. De stof van het topje op mijn huid voelt plotseling als een stempel, een definitie. Ik ben niet langer de vrouw die de winkel binnenkwam. Ik ben de tekst op mijn borst.
"Maar wordt het niet tijd om aan je training te beginnen?" grapt de verkoper. Zijn stem is een laag, uitdagend gerommel.
De combinatie van zijn woorden en de onmiskenbare bult in zijn broek jaagt een nieuwe, onstuitbare golf van opwinding door me heen. De onzekerheid is weg, weggespoeld door de pure, dierlijke lust. Dit is het. Dit is de volgende grens. En ik wil er met heel mijn wezen overheen.
"Wat stel je voor?" vraag ik, mijn stem een hese fluistering. Ik geef hem bewust het initiatief, een offer van controle dat voelt als de ultieme macht.
Terwijl ik de vraag stel, laat ik mijn hand nonchalant langs zijn lichaam zakken. Mijn vingertoppen strijken, alsof het een ongelukje is, over de harde welving in zijn broek. De aanraking is kort, maar elektrisch. Ik voel de spieren in zijn dij zich spannen en zie een donker vuur in zijn ogen oplichten. Alle eventuele schuchterheid die nog tussen ons had kunnen bestaan, is nu verdampt.
Zijn glimlach wordt scherper, roofdierlijker. "De eerste les," zegt hij zacht, "is toewijding. En een goede training… begint op de knieën." Hij doet een stap opzij en maakt een klein, gebiedend gebaar naar de lege ruimte voor hem. Het is geen vraag. Het is een bevel, verpakt als een suggestie. Zonder aarzeling, alsof mijn lichaam handelt zonder instructies van mijn brein, zak ik door mijn knieën. Het leer van mijn broekje spant strak om mijn dijen, het geluid ervan zacht en obsceen in de stille ruimte. De koude, harde vloer voelt als een schok tegen mijn knieën.
Ik kijk omhoog. Hij torent boven me uit, een onbewogen, dominante gestalte. Langzaam maakt hij de gesp van zijn riem los, het gerinkel van het metaal klinkt oorverdovend luid. De rits van zijn broek volgt, een laag, raspend geluid dat mijn hartslag doet versnellen. Hij duwt de stof opzij en zijn stijve, kloppende lid komt tevoorschijn, precies op ooghoogte.
Mijn adem stokt. Even is er alleen het beeld, de rauwe, mannelijke realiteit ervan. Dan neem ik het initiatief. Ik buig mijn hoofd naar voren en mijn lippen sluiten zich zachtjes om de hete, gladde eikel. Een diepe kreun ontsnapt aan zijn keel, een geluid van pure, onvervalste lust. Zijn hand, die net nog rustte, grijpt nu mijn haar, niet pijnlijk, maar bezitterig. Sturend.
Ik geef me volledig over aan de taak, aan de rol. Ik ben de leerling, en dit is mijn les. Mijn mond en tong werken met een instinctieve vaardigheid, mijn wangen hol terwijl ik hem dieper neem. De wereld vervaagt tot de smaak van hem, de zoute, muskusachtige geur, het ritme van zijn heupen die zachtjes tegen mijn lippen beginnen te duwen. Dit is geen vrijen. Dit is een ritueel. Een daad van pure, onversneden overgave die me vult met een gevoel van macht en opwinding dat ik nooit voor mogelijk had gehouden.
Zijn ademhaling wordt zwaarder, zijn greep in mijn haar wordt strakker. Ik voel de spanning in zijn lichaam opbouwen, een naderende storm. Maar net op het moment dat ik voel dat hij de controle verliest, verandert het spel. Dit is mijn finale. Ik laat hem los. Zijn ogen schieten open, vol verwarring, maar voor hij iets kan zeggen, neemt mijn hand het ritme over. Snel, stevig, met een vastberadenheid die geen tegenspraak duldt. Mijn blik is niet langer op hem gericht, maar op mijn eigen borst, op de brutale, witte letters die daar prijken. Mijn doel is niet langer alleen zijn genot. Het is de doop van dit topje. Het is het voltooien van de profetie.
Zijn verwarring slaat om in pure, onvermijdelijke lust. "Oh God," kreunt hij, zijn hoofd valt achterover. Ik zie de spieren in zijn nek en buik zich aanspannen. En dan, met een scherpe, verstikte kreet, geeft zijn lichaam zich gewonnen. Een reeks hete, krachtige stralen sperma spat tegen me aan. Ik knijp mijn ogen niet dicht. Ik kijk toe hoe de warme, witte vloeistof landt op de zwarte stof, de witte letters besmeuren, een abstract kunstwerk van onze transgressie. Eén, twee, drie keer, en dan nog een paar zwakkere pulsen die hun weg vinden over mijn huid en decolleté. De scherpe, zilte geur vult de lucht.
De storm is voorbij. Hij hijgt, zijn ogen zijn gesloten. Ik blijf op mijn knieën en kijk naar het resultaat op mijn borst. De letters zijn niet meer zo helder. Ze zijn gedoopt, gemarkeerd, ingewijd. Training voltooid. Het zwarte topje, mijn nieuwe huid, is gedecoreerd met de sporen van zijn overgave. Een abstract kunstwerk van lust en gehoorzaamheid. Een gevoel van donkere, intense voldoening welt in me op. Dit moment is te krachtig om het zomaar te laten passeren.
Langzaam, met een katachtige souplesse, pak ik mijn telefoon uit de achterzak van mijn broekje. Zijn ogen, nu weer helder, kijken verward toe terwijl ik de camera-app open. Ik draai de lens naar mezelf. De eerste foto is van dichtbij: mijn gezicht, mijn lippen licht gezwollen, mijn ogen donker en vol geheimen, en daaronder de duidelijke, natte vlekken die de witte letters sieren. Ik neem er nog een, iets verder weg, waarop de volle, brutale tekst leesbaar is, met de glinsterende bewijslast eroverheen.
Voor de laatste foto verander ik van positie. Ik blijf op de grond, maar draai me een beetje en kantel de telefoon. Ik zorg ervoor dat mijn eigen triomfantelijke glimlach scherp in beeld is, samen met het gemarkeerde topje. En in de achtergrond, net over mijn schouder, is hij zichtbaar: zijn riem nog los, zijn broek op zijn enkels, met een verdwaasde, verslagen uitdrukking op zijn gezicht. Het is de perfecte compositie. Een portret van de leerling en haar zojuist voltooide les.
Met een paar snelle tikken stuur ik de foto's door naar Kristof. Daaronder typ ik een kort bericht: Ik heb een nieuwe job gevonden. Verzonden. De daad is gesteld, de boodschap overgebracht. Ik sta op, mijn knieën zijn een beetje stijf van de koude vloer. Ik kijk de verkoper aan, die me sprakeloos gadeslaat. De machtsverhouding in de kamer is volledig gekanteld. "Wanneer is de tweede les?" vraag ik, mijn stem kalm en helder. Hij kan alleen maar knikken, zijn mond lichtjes open. Ik wacht niet op een antwoord. Ik pak mijn handtas, draai me om en loop met opgeheven hoofd de eetruimte uit, door de stille winkel naar buiten.Ik hou het topje aan, een trofee, een oorlogsverklaring aan de saaie wereld.
Op straat passeert een koppel van middelbare leeftijd me. Hun ogen worden groot als ze me zien, hun blik blijft haken op mijn borsten. Ze staren me met open mond na. Terwijl ik doorloop, hoor ik de vrouw sissen naar haar man, net luid genoeg om het te kunnen verstaan. "Wat een hoer." Een kleine, voldane glimlach krult mijn lippen. Ik voel geen schaamte. Alleen de bevestiging dat ik geslaagd ben voor mijn eerste examen.
- - -
Meepraten over mijn verhalen? Abonneer je dan op mijn nieuwsbrief door mij een mail te sturen. Mijn emailadres vind je in mijn profiel.
We vallen terug in een oude, vertrouwde choreografie. Opstaan, koffie, werken, avondeten voor de tv, slapen. Het is een veilige, voorspelbare routine, maar de onderliggende stilte is oorverdovend. Elk oningevuld moment, elke pauze in een gesprek, hangt zwaar in de lucht, zwanger van alles wat we niet zeggen. Ik zie hoe hij naar me kijkt als hij denkt dat ik niet oplet, met een peinzende, bijna onderzoekende blik. Wat ziet hij? De vrouw die hij altijd kende, of de schim van Marie?
En dan is er de seks.
Het gebeurt plichtmatig, bijna mechanisch. Alsof we een script volgen van ‘hoe een normaal koppel zich gedraagt’. De aanrakingen zijn vertrouwd, maar missen de lading. Het is zacht, het is lief, het is volkomen, tergend normaal. Missionarishouding. Lepeltje-lepeltje. Er is geen spoor meer van de ruwe, gretige passie die de opdrachten hadden ontketend. De spanning is weg. De uitdagingen zijn verdwenen. De Marie in mij, die verlangde naar het gevaar en de overgave, is weer opgeborgen in een diepe, donkere kist.
Liggend naast hem in het donker, na zo’n voorspelbare vrijpartij, voel ik een knagende leegte. Ik luister naar zijn kalme, regelmatige ademhaling en vraag me af of hij ook teleurgesteld is. Speelt hij nu ook gewoon een rol, die van de tevreden echtgenoot, terwijl hij eigenlijk verlangt naar de vrouw die hem meesleurt in het avontuur?
Ik mis het. God, wat mis ik het. Ik mis de elektrische schok van een nieuwe opdracht. De angst die zich vermengde met een bijna ondraaglijke lust. De kick van het overschrijden van grenzen. Ik mis de vrouw die ik was als Marie – vrij, onbevreesd en volkomen onvoorspelbaar.
Maar ik durf er niet over te beginnen. De angst verlamt me. Wat als ik het verkeerd heb begrepen? Wat als zijn lach die avond een moment van waanzin was? Als ik nu de eerste stap zet, en hij kijkt me vol afkeer aan? Het risico om de broze vrede die we nu hebben te verstoren, is te groot. En dus zwijg ik. Ik speel de rol van de vrouw die gered is van haar eigen domheid, de vrouw die dankbaar terugkeert naar de veilige haven.
En terwijl ik dat doe, voel ik me elke dag een beetje meer een bedrieger dan toen ik daadwerkelijk een vreemde mijn kleedje liet opheffen.
De sleur is een dikke, grijze mist die al dagen in ons huis hangt. We bewegen erin als twee schimmen, beleefd en afstandelijk. Ik zit aan de keukentafel, laptop open, en staar naar een nietszeggende spreadsheet. De cijfers dansen voor mijn ogen. Ik voel me leeg, uitgehold, een fletse versie van mezelf. De spanning van Marie is een verre, verboden droom.
Dan trilt mijn telefoon naast me op tafel. Een kort, discreet geluid. Ik kijk er lusteloos naar, verwacht een werkmail of een nutteloze reclame. Maar de naam op het scherm is anders. De Verkoper. Mijn adem stokt. Mijn vingers, die net nog lusteloos over het touchpad gleden, trillen lichtjes als ik het bericht open. ‘We hebben een aantal leuke topjes binnengekregen in de winkel. Ik heb er eentje voor jou opzij gelegd. Kom je het passen?’
Het is geen vraag. Het is een bevel. Een uitnodiging. Een test. En in de grijze mist van mijn lethargie ontsteekt een vonk. Mijn hart, dat al dagen in een traag, monotoon ritme klopt, maakt een sprongetje. Een elektrische schok trekt door mijn lijf, een siddering van iets wat lang heeft geslapen en nu plotseling wakker wordt. De belofte van kleur, van gevaar, van het spel.
De spreadsheet is vergeten. De sleur verdampt. Met een vastberadenheid die ik al dagen niet meer heb gevoeld, sta ik op en snel ik naar onze slaapkamer. Ik loop recht naar de kleerkast en duw mijn ‘normale’ kleren – de veilige bloesjes, de comfortabele truien – opzij. Daar, achterin, in een stoffen zak verborgen, liggen de attributen van Marie. Mijn handen vinden het meteen: het strakzittend lederen broekje. Het is geen gewoon kledingstuk. Het is een tweede huid, een uniform. Het leer is koel en glad onder mijn vingers. Ik haal het tevoorschijn en de vage, dierlijke geur ervan vult mijn neus. Het is de geur van de nacht, van geheime afspraakjes en overtreden regels. Ik trek mijn saaie joggingbroek uit en hijs me in het broekje. Het spant, het knelt, het dwingt me een andere houding aan te nemen. Rechter op. Uitdagender. Meteen voel ik me anders. Sterker.
Maar de angst is er ook nog. De herinnering aan de totale overgave en de paniek die daarop volgde. Ik wil niet dadelijk all the way gaan. Dit is een eerste, voorzichtige zet op het schaakbord. Ik open een andere lade, die met de topjes. Mijn oog valt op een felrood, kanten geval, maar ik schud mijn hoofd. Te vroeg. Te veel. Ik graaf dieper en vind wat ik zoek: een eenvoudig, zachtroze topje met spaghettibandjes.
Ik trek het aan en kijk in de spiegel. Het is de perfecte contradictie. Het roze topje is lieflijk, bijna onschuldig. Het schreeuwt ‘braaf meisje’. Maar het gitzwarte, strakke leer eronder fluistert een heel ander, duisterder verhaal. Het is een camouflage. Een compromis tussen de vrouw die Kristof overdag ziet, en de Marie die hij 's nachts begeert. Ik kijk naar mijn spiegelbeeld en zie ze allebei. En voor het eerst in dagen voel ik me weer heel. Levend. Ik loop naar de badkamer, breng een donker lijntje aan rond mijn ogen en kies voor een dieprode lippenstift. Ik pak mijn sleutels. Er is geen twijfel meer. De uitnodiging is verstuurd. En Marie gaat ze aanvaarden.
De bel boven de winkeldeur rinkelt zachtjes, een helder, bijna kinderlijk geluid dat totaal niet past bij de bonzende, volwassen spanning in mijn borstkas. De winkel is leeg, op de verkoper na. De ruimte ruikt naar nieuw katoen, duur parfum en een vage, onderhuidse belofte. Het voelt als het betreden van een podium.
Hij komt onmiddellijk van achter zijn toonbank vandaan, een brede, te witte glimlach op zijn gezicht. Zijn ogen, donker en peilend, glijden even over me heen, van het onschuldige roze van mijn topje naar het uitdagende zwart van het lederen broekje. Hij ziet de contradictie. Hij waardeert ze. "Daar ben je al," zegt hij, zijn stem een tikje te warm, te familiair voor een normale winkelier. Hij komt dichterbij dan ik verwacht en voor ik me kan terugtrekken, buigt hij zich voorover en drukt een zoen op mijn wang. Het is onhandig, zijn lichte stoppelbaard schuurt even tegen mijn huid, zijn aftershave prikkelt in mijn neus. Het is een vluchtige, maar volstrekt bewuste overschrijding van de grens tussen klant en… iets anders.
"Blij dat je zo snel gekomen bent," voegt hij eraan toe, terwijl hij een stap achteruit doet, zijn blik nog steeds op mij gericht. Oops, denk ik, terwijl ik een lichte blos op mijn wangen voel branden. Was ik te enthousiast? Ik had misschien wat langer moeten wachten, me wat kostbaarder moeten opstellen. De regels van het spel zijn nog steeds onduidelijk.
"Ik weet zeker dat je het leuk gaat vinden," zegt hij, en de glimlach om zijn lippen wordt een wetende grijns. "Het is echt iets voor jou. Wacht, ik ga het even halen." Hij verdwijnt met snelle, zelfverzekerde stappen naar het magazijn achterin. Ik blijf alleen achter in de stilte, mijn hart klopt nu een zware, onregelmatige tromslag tegen mijn ribben. Ik strijk onbewust mijn roze topje glad. Het voelt plotseling kinderachtig en belachelijk. Wat voor topje heeft hij voor me? Iets doorschijnends? Iets met een extreem diep decolleté?
Even later komt hij terug. In zijn handen houdt hij een opgevouwen stukje zwarte stof. Het ziet er zacht uit, van een fijne kwaliteit. Hij stopt recht voor me en met een bijna ceremonieel gebaar vouwt hij het open, als een matador die zijn doek presenteert. Hij houdt het voor mij, een uitnodiging. Mijn ogen scannen de stof en blijven haken bij de witte, hoekige letters die er in het groot op gedrukt staan. Het duurt een volle seconde voor mijn brein de woorden registreert en de betekenis ervan tot me doordringt.
CUMSLUT IN TRAINING.
De lucht wordt uit mijn longen gezogen alsof ik een klap in mijn maag krijg. Mijn mond valt letterlijk open. Een golf van hitte en ijskoude schok trekt tegelijk door mijn lichaam. Dit is geen subtiele hint meer. Dit is geen spel van plagerige, dubbelzinnige opdrachten. Dit is een frontale aanval. De speelse, voorzichtige stap die ik dacht te zetten, is zojuist beantwoord met een sprong in een diepe, donkere afgrond. Ik kijk van de brutale, obscene tekst op het topje naar zijn gezicht. Hij kijkt me aan met een onpeilbare, uitdagende blik. Wachtend. Eens kijken wat Marie nu gaat doen.
Zijn stem, kalm en laag, snijdt door mijn verlamming. "Probeer het eens," zegt hij. Zijn toon is niet dwingend, maar verleidelijk, alsof hij een zeldzame delicatesse aanbiedt. "Je hoeft het niet te kopen." Die woorden zijn een reddingsboei en een valstrik tegelijk. Het is een uitweg die me dieper het moeras in trekt. Ik hef mijn blik van het topje en kijk hem aan. Hij wacht nog steeds, zijn gezicht onbewogen, maar zijn ogen branden van intense nieuwsgierigheid. Langzaam, bijna onmerkbaar, knik ik. Een overgave. Een stomme, willoze instemming om dit gevaarlijke pad verder te bewandelen.
Een tevreden glimlachje krult zijn lippen. "Goed zo," fluistert hij bijna. "Je weet waar de pashokjes zijn of..." Hij laat het woord hangen, een open einde vol mogelijkheden. De pashokjes. Een veilige, afgesloten ruimte met een spiegel en een gordijn. De normale, voor de hand liggende keuze. De vluchtroute. Maar de manier waarop hij ‘of’ zegt, is een haakje dat zich in mijn nieuwsgierigheid vastzet.
"Of?" vraag ik, mijn stem een hees, onherkenbaar geluid. "Of je kan het ook achter in de eetruimte wisselen," zegt hij, en hij maakt een vaag gebaar naar de deur waar hij net vandaan kwam. Zijn stem wordt een octaaf lager, samenzweerderig. "Het is daar rustig, daar kunnen we ongestoord onze gang gaan." De woorden zijn geen subtiele hint meer. Ze zijn een klap in mijn gezicht. De impliciete, onderhuidse spanning is plotseling een expliciete, seksuele propositie. De lucht in de winkel lijkt dikker te worden, zwaar van zijn brutale aanbod.
Mijn mond valt open. "Pardon?" reageer ik, en mijn stem klinkt scherper en meer verontwaardigd dan ik bedoel. Een deel van mij is oprecht geschokt door zijn directheid, een ander deel weet dat dit de volgende zet in het spel is. De verkoper haalt ongeïnteresseerd zijn schouders op, alsof mijn verontwaardiging hem totaal niet raakt. Zijn nonchalance is een machtsvertoon. "Het is maar een voorstel," zegt hij, met een zweem van minachting voor mijn gespeelde preutsheid. "Ik dacht dat je het wel leuk zou vinden." Hij zet een stap dichterbij, zijn ogen peilen de mijne. "Het zou niet de eerste keer zijn dat je je aan mij toont."
Zijn laatste zin treft me als een blikseminslag. De herinneringen flitsen door mijn hoofd – andere keren in deze winkel, een pashokje dat net niet goed dicht was, een spiegel die meer reflecteerde dan de bedoeling was. Hij heeft gelijk. Dit is niet nieuw. Hij is niet zomaar een verkoper. Hij is een getuige. Een regisseur. En hij roept me nu ter verantwoording voor het spel dat we al langer spelen. Mijn gespeelde verontwaardiging valt als een kaartenhuis in elkaar, en wat overblijft is de naakte, trillende waarheid: hij weet precies wie ik ben. En hij wil meer.
Zijn woorden, zijn brutale, onverbloemde verwijzing naar ons verleden, zijn de vonk die een kortsluiting in mijn brein veroorzaakt. De schok en de opwinding vechten om voorrang. Een gloeiende golf van lust trekt door mijn onderbuik, een verraderlijke warmte die me vertelt dat ik dit wil. Maar tegelijkertijd slaat een kille golf van onzekerheid me in het gezicht. Mijn mond is droog. Ik zoek naar een reactie, een gevatte opmerking, maar ik vind er geen. De zwoele, zelfverzekerde Marie is even verdwenen, en wat overblijft ben ik, vol twijfel. Toch is de gedachte om weg te lopen, om de winkel uit te rennen, ondenkbaar. De drang om te zien wat hierna komt is te sterk. Ik bijt op mijn lip, een nerveuze gewoonte. Mijn blik is niet langer uitdagend, maar vragend.
"Kom dan," fluister ik, en de woorden komen er meer uit als een ademstoot dan als een bevel. Het is een sprong in het diepe, een overgave aan de onzekerheid. Ik draai me om en loop naar de deur van het magazijn, me pijnlijk bewust van elke stap. Loop ik te snel? Te traag? Zie ik eruit als een prooi of als een mede-samenzweerder? Hij volgt me en sluit de deur achter zich. Het zachte klikken van het slot klinkt als het sluiten van een val.
In de eetruimte valt een ongemakkelijke stilte. Het harde tl-licht legt elke aarzeling bloot. Hij staat daar, leunend tegen de deur, zijn armen over elkaar. Wachtend. Observerend. De stilte is een leegte die ik moet vullen, anders verdrink ik erin. Ik moet iets doen om het gevoel van controle, hoe vluchtig ook, terug te winnen. Ik draai me naar hem toe en forceer een plagerig lachje, een echo van de Marie die ik probeer te zijn. "Ik zal je maar niet vragen om je om te draaien, zeker, terwijl ik dit pas." Hij lacht, een kort, hees geluid, en schudt zijn hoofd. "Dat zou zonde zijn."
Zijn antwoord geeft me een houvast. Dit deel van het spel herken ik. Mijn hart bonkt in mijn keel, maar ik probeer mijn trillende handen te negeren. Langzaam, met mijn ogen op de zijne gericht, pak ik de zoom van mijn roze topje vast en trek het over mijn hoofd. De kwetsbaarheid die ik voel als ik daar sta in mijn zwarte, kanten beha, is bijna ondraaglijk. Dit is het moment om te stoppen, om het zwarte topje aan te trekken. Maar de onzekerheid dwingt me tot een daad van overmoed. Ik moet hem laten zien dat ik niet geïntimideerd ben, ook al voel ik me zo. Mijn vingers haken, ietwat onhandig, achter de sluiting van mijn beha op mijn rug. Ik hoor het zachte klikken als het loskomt. Dan schuif ik de bandjes, één voor één, tergend langzaam van mijn schouders. De kanten cups glijden naar beneden, onthullen mijn borsten centimeter voor centimeter, tot de beha in mijn handen valt en ik hem op de tafel laat vallen.
Ik sta daar, met ontblote borsten in het kille licht, mijn tepels hard van een mix van kou en zenuwachtige opwinding. Ik kijk hem aan, mijn lachje is nu een stuk minder zelfverzekerd. "Vind je ze nog altijd even mooi?" grap ik, maar mijn stem klinkt dunner dan ik zou willen, en de vraag is meer een zoektocht naar bevestiging dan een plagerige opmerking.
Zijn ogen antwoorden voor hij spreekt. Ze laten mijn vraag onbeantwoord en scannen in plaats daarvan mijn bovenlichaam, hongerig en onverhuld. Zijn blik is geen streling, maar een bezitterige taxatie. Hij kijkt naar de welving van mijn borsten, de schaduw van mijn ribben, het zachte kuiltje van mijn navel. En dan zie ik het. Een onmiskenbare, groeiende spanning in de stof van zijn broek. Een golf van pure, vrouwelijke macht jaagt door me heen, een krachtig antigif voor de onzekerheid van daarnet. Ik heb dit effect op hem. Dit is echt.
"Trek je het niet aan?" vraagt hij dan, zijn stem een lage, hese brom. Zijn vraag haalt me uit mijn roes. Ik ben zo in beslag genomen door zijn reactie, door de hernieuwde kick van mijn eigen macht, dat ik de reden waarom we hier staan bijna was vergeten. "Huh?" reageer ik verward, mijn gedachten nog elders. "Je topje," zegt hij, en hij knikt naar het zwarte stukje stof op de tafel. "Oh, ja." Ik pak het op. De stof voelt koel en verraderlijk zacht aan. Met een enkele, vloeiende beweging trek ik het over mijn hoofd. Het glijdt over mijn huid en spant zich onmiddellijk om mijn borsten. De dunne stof laat niets aan de verbeelding over. Mijn harde tepels duwen er prominent tegenaan, twee onmiskenbare, kleine accenten onder de brutale witte letters. Ik voel me getekend, gebrandmerkt.
Ik draai me even om, een instinctieve beweging op zoek naar een spiegel om het resultaat te beoordelen, maar hier, in deze verborgen, functionele ruimte, is er geen. Alleen de kale muren en zijn ogen. Ik ben volledig afhankelijk van zijn blik. Ik draai me langzaam terug naar hem toe. "Hoe zie ik eruit?" vraag ik, mijn stem weer zacht, maar nu vol verwachting. Hij neemt een stap dichterbij, zijn ogen glijden van mijn gezicht, naar de letters op mijn borst, en weer terug. Een trage, intense glimlach vormt zich op zijn lippen. "Perfect," zegt hij, zijn stem een diepe, zwoele fluistering. "Alsof de verpakking eindelijk eerlijk is over de heerlijke inhoud."
Zijn verleidelijke antwoord hangt tussen ons in, een belofte en een oordeel tegelijk. De stof van het topje op mijn huid voelt plotseling als een stempel, een definitie. Ik ben niet langer de vrouw die de winkel binnenkwam. Ik ben de tekst op mijn borst.
"Maar wordt het niet tijd om aan je training te beginnen?" grapt de verkoper. Zijn stem is een laag, uitdagend gerommel.
De combinatie van zijn woorden en de onmiskenbare bult in zijn broek jaagt een nieuwe, onstuitbare golf van opwinding door me heen. De onzekerheid is weg, weggespoeld door de pure, dierlijke lust. Dit is het. Dit is de volgende grens. En ik wil er met heel mijn wezen overheen.
"Wat stel je voor?" vraag ik, mijn stem een hese fluistering. Ik geef hem bewust het initiatief, een offer van controle dat voelt als de ultieme macht.
Terwijl ik de vraag stel, laat ik mijn hand nonchalant langs zijn lichaam zakken. Mijn vingertoppen strijken, alsof het een ongelukje is, over de harde welving in zijn broek. De aanraking is kort, maar elektrisch. Ik voel de spieren in zijn dij zich spannen en zie een donker vuur in zijn ogen oplichten. Alle eventuele schuchterheid die nog tussen ons had kunnen bestaan, is nu verdampt.
Zijn glimlach wordt scherper, roofdierlijker. "De eerste les," zegt hij zacht, "is toewijding. En een goede training… begint op de knieën." Hij doet een stap opzij en maakt een klein, gebiedend gebaar naar de lege ruimte voor hem. Het is geen vraag. Het is een bevel, verpakt als een suggestie. Zonder aarzeling, alsof mijn lichaam handelt zonder instructies van mijn brein, zak ik door mijn knieën. Het leer van mijn broekje spant strak om mijn dijen, het geluid ervan zacht en obsceen in de stille ruimte. De koude, harde vloer voelt als een schok tegen mijn knieën.
Ik kijk omhoog. Hij torent boven me uit, een onbewogen, dominante gestalte. Langzaam maakt hij de gesp van zijn riem los, het gerinkel van het metaal klinkt oorverdovend luid. De rits van zijn broek volgt, een laag, raspend geluid dat mijn hartslag doet versnellen. Hij duwt de stof opzij en zijn stijve, kloppende lid komt tevoorschijn, precies op ooghoogte.
Mijn adem stokt. Even is er alleen het beeld, de rauwe, mannelijke realiteit ervan. Dan neem ik het initiatief. Ik buig mijn hoofd naar voren en mijn lippen sluiten zich zachtjes om de hete, gladde eikel. Een diepe kreun ontsnapt aan zijn keel, een geluid van pure, onvervalste lust. Zijn hand, die net nog rustte, grijpt nu mijn haar, niet pijnlijk, maar bezitterig. Sturend.
Ik geef me volledig over aan de taak, aan de rol. Ik ben de leerling, en dit is mijn les. Mijn mond en tong werken met een instinctieve vaardigheid, mijn wangen hol terwijl ik hem dieper neem. De wereld vervaagt tot de smaak van hem, de zoute, muskusachtige geur, het ritme van zijn heupen die zachtjes tegen mijn lippen beginnen te duwen. Dit is geen vrijen. Dit is een ritueel. Een daad van pure, onversneden overgave die me vult met een gevoel van macht en opwinding dat ik nooit voor mogelijk had gehouden.
Zijn ademhaling wordt zwaarder, zijn greep in mijn haar wordt strakker. Ik voel de spanning in zijn lichaam opbouwen, een naderende storm. Maar net op het moment dat ik voel dat hij de controle verliest, verandert het spel. Dit is mijn finale. Ik laat hem los. Zijn ogen schieten open, vol verwarring, maar voor hij iets kan zeggen, neemt mijn hand het ritme over. Snel, stevig, met een vastberadenheid die geen tegenspraak duldt. Mijn blik is niet langer op hem gericht, maar op mijn eigen borst, op de brutale, witte letters die daar prijken. Mijn doel is niet langer alleen zijn genot. Het is de doop van dit topje. Het is het voltooien van de profetie.
Zijn verwarring slaat om in pure, onvermijdelijke lust. "Oh God," kreunt hij, zijn hoofd valt achterover. Ik zie de spieren in zijn nek en buik zich aanspannen. En dan, met een scherpe, verstikte kreet, geeft zijn lichaam zich gewonnen. Een reeks hete, krachtige stralen sperma spat tegen me aan. Ik knijp mijn ogen niet dicht. Ik kijk toe hoe de warme, witte vloeistof landt op de zwarte stof, de witte letters besmeuren, een abstract kunstwerk van onze transgressie. Eén, twee, drie keer, en dan nog een paar zwakkere pulsen die hun weg vinden over mijn huid en decolleté. De scherpe, zilte geur vult de lucht.
De storm is voorbij. Hij hijgt, zijn ogen zijn gesloten. Ik blijf op mijn knieën en kijk naar het resultaat op mijn borst. De letters zijn niet meer zo helder. Ze zijn gedoopt, gemarkeerd, ingewijd. Training voltooid. Het zwarte topje, mijn nieuwe huid, is gedecoreerd met de sporen van zijn overgave. Een abstract kunstwerk van lust en gehoorzaamheid. Een gevoel van donkere, intense voldoening welt in me op. Dit moment is te krachtig om het zomaar te laten passeren.
Langzaam, met een katachtige souplesse, pak ik mijn telefoon uit de achterzak van mijn broekje. Zijn ogen, nu weer helder, kijken verward toe terwijl ik de camera-app open. Ik draai de lens naar mezelf. De eerste foto is van dichtbij: mijn gezicht, mijn lippen licht gezwollen, mijn ogen donker en vol geheimen, en daaronder de duidelijke, natte vlekken die de witte letters sieren. Ik neem er nog een, iets verder weg, waarop de volle, brutale tekst leesbaar is, met de glinsterende bewijslast eroverheen.
Voor de laatste foto verander ik van positie. Ik blijf op de grond, maar draai me een beetje en kantel de telefoon. Ik zorg ervoor dat mijn eigen triomfantelijke glimlach scherp in beeld is, samen met het gemarkeerde topje. En in de achtergrond, net over mijn schouder, is hij zichtbaar: zijn riem nog los, zijn broek op zijn enkels, met een verdwaasde, verslagen uitdrukking op zijn gezicht. Het is de perfecte compositie. Een portret van de leerling en haar zojuist voltooide les.
Met een paar snelle tikken stuur ik de foto's door naar Kristof. Daaronder typ ik een kort bericht: Ik heb een nieuwe job gevonden. Verzonden. De daad is gesteld, de boodschap overgebracht. Ik sta op, mijn knieën zijn een beetje stijf van de koude vloer. Ik kijk de verkoper aan, die me sprakeloos gadeslaat. De machtsverhouding in de kamer is volledig gekanteld. "Wanneer is de tweede les?" vraag ik, mijn stem kalm en helder. Hij kan alleen maar knikken, zijn mond lichtjes open. Ik wacht niet op een antwoord. Ik pak mijn handtas, draai me om en loop met opgeheven hoofd de eetruimte uit, door de stille winkel naar buiten.Ik hou het topje aan, een trofee, een oorlogsverklaring aan de saaie wereld.
Op straat passeert een koppel van middelbare leeftijd me. Hun ogen worden groot als ze me zien, hun blik blijft haken op mijn borsten. Ze staren me met open mond na. Terwijl ik doorloop, hoor ik de vrouw sissen naar haar man, net luid genoeg om het te kunnen verstaan. "Wat een hoer." Een kleine, voldane glimlach krult mijn lippen. Ik voel geen schaamte. Alleen de bevestiging dat ik geslaagd ben voor mijn eerste examen.
- - -
Meepraten over mijn verhalen? Abonneer je dan op mijn nieuwsbrief door mij een mail te sturen. Mijn emailadres vind je in mijn profiel.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10