Door: Maarten Van Achteren
Datum: 13-07-2025 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 4784
Lengte: Lang | Leestijd: 20 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Ontdekken,
Lengte: Lang | Leestijd: 20 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Ontdekken,
De trein was op tijd. Zoals elke ochtend denderde hij met een schokkende zucht het station binnen, zijn metalen buik klaar om weer tientallen studenten op te slokken. Maarten stond iets achteruit, handen in de zakken van zijn jas, het gewicht verplaatst op één been zoals jongens dat doen die nog moeten wennen aan hun lengte, hun stem, hun eigen uitstraling.
Kiki stond al klaar, netjes zoals altijd. Zandkleurige jas, zwarte broe, geen spijkerbroek, maar iets ertussenin. Haar blonde haar zat in een strakke staart. Ze droeg vandaag haar bril. Die gaf haar iets kordaats, een soort stille ernst die de meeste jongens blijkbaar wat intimideerde. Maar Maarten zag het anders. Die bril maakte haar zacht. Kwetsbaar haast.
“Hey,” zei hij, zijn stem nog een tikje schor van het vroege uur.
Kiki keek op, glimlachte een beetje met gesloten lippen. “Hoi Maarten.”
Ze stapten samen in, gingen zitten op een vierzit. Tegenover elkaar. Hij bij het raam, zij aan de andere kant. Haar boekentas lag keurig op schoot, handen er bovenop gevouwen alsof ze hem moest bewaken.
“Gister college van Van Dongen gehad?” vroeg hij.
Ze knikte. “Hij was weer aan het oreren. Vond jij ‘m ook zo… breedsprakig?” Ze trok haar wenkbrauwen iets op.
Maarten grijnsde. “Hij dwaalt meer af dan mijn opa als ie over vroeger begint.”
Kiki lachte zachtjes. Niet hardop, meer met haar ogen. Ze wreef even aan de poot van haar bril. “Jij zat zeker weer voorin?”
Maarten schudde zijn hoofd. “Achterin. Ik heb geleerd: je hoort alles toch wel. En niemand ziet je gapen.”
Ze glimlachte breder dit keer. “Daarom onthoud jij dus ook niks van de colleges.”
Hij haalde zijn schouders op. “Daar zijn samenvattingen voor.”
De trein trok langzaam op. Buiten schoten weilanden voorbij, sloten glinsterden in de ochtendzon als open aderen door het polderland. Kiki keek even naar buiten, haar vingers rustend op de ritssluiting van haar jas. Maarten bewoog wat, trok zijn rugzak tussen zijn benen.
“Zeg… dat feestje zaterdag. Kom jij daar ook?” vroeg hij, alsof het een losse gedachte was.
Ze draaide zich weer naar hem toe. Haar ogen waren warm, maar voorzichtig. “In de stad? Waar iedereen heen gaat?”
“Ja. Bij de havenkade.” Hij grijnsde scheef. “Geen idee wie het allemaal zijn. Mijn vrienden sleuren me mee.”
Ze trok een mondhoek op. “Ik twijfel nog. Niet echt mijn ding.”
“Wat dan? Te veel lawaai of te veel bier?” Hij zei het met een knipoog, maar hield haar blik vast.
Kiki glimlachte en liet haar ogen zakken naar haar handen. “Allebei een beetje misschien. Ik ben daar niet zo in thuis.”
“Is niet erg toch?” zei hij, zijn stem een tikje zachter. “Je hoeft niet met bekers te gooien om het naar je zin te hebben.”
Ze keek hem weer aan. Iets flitste in haar blik, een soort nieuwsgierigheid die ze snel probeerde te onderdrukken. “En jij? Jij drinkt zeker alles wat ze je voorzetten?”
“Kom van de boerderij, hè. We beginnen met bier en eindigen met dingen waarvan niemand meer weet waar het vandaan komt.” Hij grijnsde. “Maar ik kan wel m’n grens houden.”
Ze knikte. Even zweeg ze. Toen: “Je lijkt me niet het type dat zichzelf helemaal verliest.”
Hij haalde zijn schouders op, maar zijn ogen bleven op haar gericht. “Hangt er vanaf wie er tegenover me staat.”
Een tintje rood kroop naar haar wangen, heel licht, als een schaduw onder haar huid. Ze keek weer naar buiten, haar lippen net iets van elkaar, alsof ze iets wilde zeggen maar het toch inslikte.
Maarten leunde iets naar voren. Niet veel, maar genoeg dat hij haar parfum rook, iets lichts, iets fris. Niet meisjesachtig, maar schoon. Eerlijk.
“Als je komt… blijf dan een beetje bij onze groep hangen,” zei hij. “Dan hoef je niet in je eentje in een hoekje te staan.”
“Misschien… als ik durf,” zei ze, een tikkeltje plagerig.
Zijn mondhoeken trokken omhoog. “Durven is overschat. Gewoon doen.”
Ze beet op haar lip. De trein minderde vaart; het volgende station naderde. Ze stond op, haar jas rechtgetrokken, tas weer stevig in de hand. Hij bleef zitten.
“Tot maandag,” zei ze.
“Zaterdag dan?” vroeg hij nog.
Ze knikte. “Misschien.”
En toen liep ze weg. Haar schouders recht, haar loopje beheerst. Maar Maarten zag hoe haar hand even trilde toen ze haar OV-chipkaart weer uit haar jaszak haalde.
---
Het feest was al een tijdje aan de gang toen Maarten met een licht slingerende tred de havenkade op kwam, de muziek van ver al in z’n borst voelbaar. Z’n adem was warm van het bier, een lauwe buzz tintelde achter zijn ogen. De flesjes van eerder in het parkje hadden hun werk gedaan: niet dronken, maar soepel. Net genoeg om woorden minder te wegen.
Zijn vrienden liepen breeduit, handen in de lucht, grappen slingerend over de hoofden van onbekenden. Hij haakte zijn duim achter zijn riem, zijn blik op scherp, speurend door de flikkerende lichtjes en het bewegende decor van lichamen.
En daar stond ze.
Kiki. Bij de rand van het feest, alsof ze er per ongeluk naartoe was gegleden maar nog twijfelde of ze de sprong moest wagen. Ze hield haar mobiel vast als een anker. Om haar heen een groepje waarvan je meteen voelde: christelijke studentenvereniging of iets erger. Eén kerel met z’n poloshirt strak ingestopt, een meisje met vlechtjes en een lange rok die strak naar de grond viel. Ze praatten met keurige handgebaren. Maar Kiki keek rond, afwezig, licht verloren in het neonlicht.
Maarten trok z’n mobiel en tikte met een grijns:
“Kijk eens naar de kerktoren, braaf meisje.”
Hij zag het in realtime: haar ogen gleden omhoog, haar blik kruiste de zijne. Ze glimlachte. Zachtjes. Alsof ze zich betrapt voelde, maar het niet erg vond.
Even later:
“Ik stond net op het punt om te gaan… dit is niet echt mijn ding.”
Maarten tikte terug:
“Je bent hier nu toch. Wacht effe. Ik trap mijn troep maten die kant op.”
Hij draaide zich half om naar zijn maten. “Hé, gasten. Rechts van het midden is meer ruimte. En de bar staat daar. Minder zweet, meer bier.”
“Goed man,” zei Jeroen, al half onderweg. Niemand stelde vragen, het bier woog zwaarder dan strategie.
Ze verplaatsten zich, niet als groep maar als los zand, in kleine hoopjes. Nu stonden ze op een paar meter van Kiki’s clubje. Maarten bleef nét iets voorop, draaide z’n plastic beker tussen z’n vingers, zijn ogen af en toe naar haar. Zij maakte een klein gebaar naar het meisje naast zich, en schuifelde langzaam los van haar groep.
Ze kwam dichterbij. Niet dapper, maar ook niet aarzelend. Alsof iets haar duwde wat ze nog niet helemaal begreep.
“Je bleef toch,” zei Maarten. Zijn stem iets dieper, losser dan normaal.
Kiki knikte, haar blik snel even over zijn gezicht. “Tja… na zo’n mysterieus kerktorenbericht kon ik moeilijk meteen vertrekken.”
Hij grijnsde. “Kijk, dat bedoel ik. Zie je nou wel dat ik goede invloed heb?”
Ze glimlachte, iets breder nu. “Jij hebt sowieso al iets losser in je blik vanavond. Beetje... vrolijk?”
Hij hief z’n beker. “Vooronderzoek. Veldwerk. Zorgen dat je genoeg in de tank hebt voor sociaal contact.”
Ze hief haar wenkbrauwen. “Dus dit ben jij… op halve kracht?”
Maarten leunde iets dichter naar haar toe, zijn adem warm van het bier. “O je hebt geen idee. Maar ik hou me in. Uit respect voor jouw vlekkeloze reputatie.”
Ze lachte zacht, en het was geen nerveus lachje. Eerder een glimp van iets dat ze misschien nog niet aan zichzelf wilde toegeven.
“Niet te hard van stapel lopen, Maarten,” zei ze, maar er zat een glans in haar ogen. Iets wat hij herkende. Nieuwsgierigheid, net onder de oppervlakte.
Hij tikte met zijn beker tegen de hare. “Ik zal m’n best doen. Maar als jij nu ineens begint te dansen op Snollebollekes, dan gooi ik alles overboord.”
Kiki haalde haar schouders op, licht uitdagend. “Daar is de gracht voor, toch?”
En voor het eerst die avond keek ze niet meer om zich heen. Ze keek alleen nog naar hem.
---
De havenkade was inmiddels veranderd in een lichtgevend organisme, een levend, dampend beest vol dreunen, flarden muziek en de geur van bier en opgewarmde mens. Maarten voelde zich er soepel tussen bewegen, het indrinken had zijn schouders losgewrikt, zijn tong net wat losser gemaakt, zijn houding nonchalanter.
Hij stond nog steeds bij Kiki toen de groep zich langzaam mengde. Jeroen, die altijd wel ergens een bekende tegenkwam, sloeg een jongen uit Kiki’s groepje op de schouder. “Wacht effe… heb jij niet bij Jumbo gewerkt in ’t dorp?” riep hij met die halve schorre stem van iemand die er al een avond op had zitten. Ze begonnen te praten over rotatieschema’s, gestolen croissantjes en die ene teamleider met z’n halve snor.
Maarten had daar geen oren naar. Zijn blik bleef hangen op Kiki, die hem af en toe aankeek met dat schuin glimlachje, alsof ze nog steeds niet helemaal wist wat ze hier deed, maar ook niet meer twijfelde.
Toen kwam die opmerking. Eén van zijn maten, halfdronken en zonder filter, boog zich naar Maarten toe en mompelde: “Wat moet jij met die refo’s, gozer?”
Maarten draaide zijn hoofd scherp, ogen donker. “Doe normaal man.”
“Grapje joh.”
“Je kent haar niet eens.”
Er viel even een koele stilte tussen hen, voordat Jeroen er luchtig tussenkwam. “Rustig aan gasten, het is feest.” En hij trok de sfeer met een luchtige schouderklop weer vlot. Maar Maarten week niet van Kiki’s zijde. Zij had het gehoord. En ze keek hem aan, langer nu. Iets zachts in haar blik. Dankbaarheid? Misschien. Of iets dat daaronder zat, dat zwaarder woog.
Ze praatten verder, los van studie dit keer. Geloof kwam ter sprake. Kiki hield haar handen om haar beker gevouwen terwijl ze zei: “Ik vind het belangrijk. Maar ik ben geen heilige hoor. Echt niet. Ik ben ook gewoon…”
“Een mens,” vulde Maarten aan. “Ik snap het. Mijn ouders zitten er nog middenin. Maar ikzelf… ik geloof het allemaal wel. Alleen niet alsof ik elke week in m’n nette pak in die houten bankjes zit.”
Kiki knikte. “Ik zou willen dat ik het ook soms wat losser kon nemen. Maar… het zit gewoon diep.”
“Ik snap dat ook,” zei Maarten. “Is niks mis mee.”
Toen werd ze geraakt. Een feestganger met een te volle armzwaai en een bierbeker die deels zijn doel miste. Gouden pils op haar wang, haar jas, haar bril.
“Shit,” zei ze, een beetje lachend, een beetje geschrokken.
Maarten pakte de onderkant van zijn shirt en wilde de druppels wegvegen, maar zij was hem al voor – jas uit, bril af. Onder de jas zat een wit hemdje, en daaroverheen een open zwart spijkerjasje. Simpel, maar plots was ze minder ‘gereformeerde studente’ en meer… jonge vrouw. Haar haar was deels nat, plakkerig tegen haar slaap.
“Wacht,” zei Maarten zacht. Hij strekte zijn hand uit, gleed met zijn vingers door haar haar, streek een natte streng achter haar rechteroor. Zijn knokkels streelden haar wang. Zijn vingertoppen raakten haar hals, subtiel, warm.
Kiki verstijfde even, maar niet van angst. Haar huid tintelde. Zijn aanraking was zacht, maar zeker. Haar adem stokte en haar hart bonsde. Ze wilde hem zoenen. Heel haar lijf schreeuwde het. Maar ze slikte het in. Ze wist niet hoe.
De tijd verstreek. Twee uur later dan ze eigenlijk had willen gaan stond ze nog steeds daar. Bij hem.
“Even naar het toilet,” zei ze met een verlegen lachje. “Ben zo terug.”
In het kleine, walmende hokje keek ze in de spiegel. Haar ogen leken groter zonder bril, haar wangen gloeiden. De oogschaduw die ooit subtiel was, was door het bier net iets uitgesmeerd. Ze pakte haar kleine tasje, werkte het bij, en maakte het iets zwaarder. Iets donkerder. Haar haar zat losser nu, met glans van vocht, en ze veegde het half achter haar oren. Ze leek… een vrouw. Niet dat meisje dat ze dacht te zijn.
Toen ze terugkwam, stond Maarten te praten met Tom, die ex-collega van Jeroen. Maar zodra hij haar zag naderen, viel zijn gesprek stil. Zijn ogen volgden haar alsof hij haar voor het eerst zag. En misschien was dat ook zo.
Ze straalde. Niet met kracht, maar met rust. Zekerheid. De onzekerheid zat nu in de blikken van anderen.
“Daar ben je weer,” zei Maarten, zijn glimlach iets warmer dan eerder.
Ze knikten, liepen samen richting de bar. Jeroen stond daar met zijn vriendin Mirthe, iets te luid, zijn armen breed. Hij trok zijn ex-collega Tom mee het feestgedruis in. Nu was het Kiki, Maarten en de rest van Maarten zijn groepje.
Hij wilde haar voorstellen, maar zij nam het over. Stelde zich netjes voor aan zijn vrienden, zelfs aan die eikel van eerder.
“Jij was dat meisje… sorry nog, dat was een stomme opmerking van me,” zei hij.
Kiki lachte beleefd. “Maakt niet uit.”
Maar toen probeerde hij te flirten. “Jullie zijn toch van dat seks-na-het-huwelijk gedoe? Hoe hou je dat vol?”
Voordat Kiki iets kon zeggen, stond Maarten al tussenbeide. “Houd je bek. Echt.”
Het werd kort feller. Vrienden trokken hem weg, sussend.
Mirthe, de vriendin van Jeroen kwam erbij staan, nam Kiki even apart. “Wat een klootzak. Jij ziet er juist hartstikke leuk uit, joh.”
Kiki bloosde. “Dank je.”
Ze praatten over van alles. Toen, tussen twee zinnen door: “Ben je hier met Maarten?”
Kiki keek opzij. Daar stond hij, met dat slordige haar en die losse houding. Ze glimlachte. “Ja… soort van.”
“Wat vind je van hem?”
Kiki aarzelde. Toen: “Hij is… een leuke man. Of jongen. Ik weet het niet. Maar ja, leuk.”
De vriendin grijnsde. “Dacht ik al. En? Al iets meegemaakt?”
“Ik… ik ben nog niet zo ver. Heb nog niet veel gedaan. Ik wil maagd blijven tot m’n huwelijk. Denk ik.”
“Dat is oké. Maar weet je: er zijn meer wegen naar Rome. Je moet alleen ontdekken welke jouw pad is. En Maarten… die lijkt me niet iemand die je ergens in dwingt.”
Kiki keek naar hem. Hij lachte naar haar, die diepe blik in zijn ogen, biertje losjes in de hand.
Toen liep ze naar hem toe. De beats om hen heen leken te dimmen.
“Mag ik je wat vragen?”
“Tuurlijk,” zei hij, licht verbaasd. “Jij mag alles vragen.”
Ze keek naar hem, lippen licht vochtig, ogen donkerder dan voorheen, licht aangeschoten. “Ik heb pas een paar keer gezoend met iemand. Heel kort. Maar… mag ik jou zoenen?”
Maarten bewoog meteen, traag en kalm. Zijn hand gleed opnieuw langs haar haar, streek het weer achter haar oor, rustte even op haar wang, haar nek. En toen boog hij zijn hoofd, heel dichtbij, en kuste haar.
Warm. Traag. Nat. Vol, zonder haast. Zijn lippen op de hare, haar mond iets aarzelend, maar gretiger dan verwacht. Zijn tong proefde haar, zacht. Haar adem stokte.
Dertig seconden later trokken ze zich los, hun voorhoofden bijna tegen elkaar.
Kiki ademde diep in. “Zo… pfoe he. Dat moest even.”
Maarten grinnikte, duim nog tegen haar wang. “Nou, nu heb je ook echt lang gezoend.”
“En ik vond het lekker,” fluisterde ze.
“Dat maakt twee van ons,” zei hij. En de nacht voelde ineens niet meer koud.
---
De lichten op het plein waren inmiddels gedimd. Alleen wat doffe schijnsels van de bar en een paar bouwlampen hielden de nacht overeind. Een paar achterblijvers bleven zwalkend staan, halfleeggegoten bekers in de hand. De beveiliging had er een dagtaak aan om ze vriendelijk maar dringend richting huis te sturen.
Maarten liep met Kiki naar de fietsen, de lucht fris op hun wangen. Ze had haar jas weer aan en haar bril opgezet, alsof ze de rol weer een beetje terugnam. Maar haar blik, haar houding, daar was iets in veranderd. Losser. Vrijer.
Bij haar fiets bleven ze staan. Ze lachten nog wat na, woorden werden zacht. Maarten boog zich naar haar toe, hun monden vonden elkaar weer in een trage, diepe tongzoen. Zijn hand gleed onder haar jas, zijn vingers rustend tegen haar onderrug en dan nét iets verder, tot onder de rand van haar rugpand, waar haar lichaam net wat gevoeliger was. Kiki rilde. Niet van de kou. Ze drukte zich zacht tegen hem aan en voelde het. Iets hards tegen haar onderbuik. Een zucht ontsnapte haar keel, nauwelijks hoorbaar.
En toen, uiteraard, klonk Jeroen.
“OOOH, ja hoor!” brulde hij. “Dát is dus wat je krijgt als je ’t brave christelijke meisje mee op stap neemt!”
Maarten draaide zijn hoofd, grijns breed. Van zijn beste vriend kon hij wel wat hebben “Ga slapen, man.”
Maar Jeroen stak een vinger in de lucht. “Nee serieus, ik geef het toe. Eerst dacht ik: wat moet Maarten met die refo-doos. Echt hoor, we dachten allemaal van: huh? Maar serieus…” Hij keek naar Kiki, ogen halfdronken maar opvallend oprecht. “Je bent gewoon gezellig. Echt. Niet saai. We hadden je onderschat.”
“Je zegt dat ook net iets te hard,” zei Mirthe, zijn vriendin, terwijl ze hem een por gaf.
“En mét bril ook nog aantrekkelijk,” ging hij vrolijk verder. “Je lijkt een beetje op die chick van Game of Thrones. Sophie Turner. Weet je wel? Die heeft ook dat mengsel van netjes, maar niet saai. Die blik van: ik draag een mantelpak, maar ik zou je ook kunnen opvreten.”
Kiki bloosde, maar ze lachte mee. Ze voelde zich gezien. Niet als 'het brave meisje', maar als iemand met gelaagdheid. Maarten keek naar haar en ze zag aan zijn blik dat hij het allemaal allang had gezien, eerder dan de rest.
“Ik ben blij dat ik jullie ontmoet heb,” zei Kiki oprecht.
Mirthe glimlachte. “Dat is wederzijds.” Ze gaf Kiki een warme knuffel en een kus op de wang.
Daarna splitsten de wegen zich.
Kiki fietste samen met Tom terug richting de wijk, hun lichten knipperend door de mistige schemer. Ze praatten wat na, maar het was vooral stil. Kiki voelde haar wangen nog steeds warm, haar lippen tintelend.
Maarten, Jeroen en Mirthe fietsten de andere kant op, door de weilanden naar hun dorp. De lucht rook naar nat gras, de maan hing laag. Jeroen floot een kampvuurlied, Maarten trapte iets achter de rest. Zijn gedachten zaten nog bij haar, bij die blik, die rilling toen hij haar aanraakte, die mond die hem ineens durfde kussen alsof ze dat al jaren deed.
En ergens in die nacht dacht hij:
dit was geen toeval.
Dit was het begin.
Kiki stond al klaar, netjes zoals altijd. Zandkleurige jas, zwarte broe, geen spijkerbroek, maar iets ertussenin. Haar blonde haar zat in een strakke staart. Ze droeg vandaag haar bril. Die gaf haar iets kordaats, een soort stille ernst die de meeste jongens blijkbaar wat intimideerde. Maar Maarten zag het anders. Die bril maakte haar zacht. Kwetsbaar haast.
“Hey,” zei hij, zijn stem nog een tikje schor van het vroege uur.
Kiki keek op, glimlachte een beetje met gesloten lippen. “Hoi Maarten.”
Ze stapten samen in, gingen zitten op een vierzit. Tegenover elkaar. Hij bij het raam, zij aan de andere kant. Haar boekentas lag keurig op schoot, handen er bovenop gevouwen alsof ze hem moest bewaken.
“Gister college van Van Dongen gehad?” vroeg hij.
Ze knikte. “Hij was weer aan het oreren. Vond jij ‘m ook zo… breedsprakig?” Ze trok haar wenkbrauwen iets op.
Maarten grijnsde. “Hij dwaalt meer af dan mijn opa als ie over vroeger begint.”
Kiki lachte zachtjes. Niet hardop, meer met haar ogen. Ze wreef even aan de poot van haar bril. “Jij zat zeker weer voorin?”
Maarten schudde zijn hoofd. “Achterin. Ik heb geleerd: je hoort alles toch wel. En niemand ziet je gapen.”
Ze glimlachte breder dit keer. “Daarom onthoud jij dus ook niks van de colleges.”
Hij haalde zijn schouders op. “Daar zijn samenvattingen voor.”
De trein trok langzaam op. Buiten schoten weilanden voorbij, sloten glinsterden in de ochtendzon als open aderen door het polderland. Kiki keek even naar buiten, haar vingers rustend op de ritssluiting van haar jas. Maarten bewoog wat, trok zijn rugzak tussen zijn benen.
“Zeg… dat feestje zaterdag. Kom jij daar ook?” vroeg hij, alsof het een losse gedachte was.
Ze draaide zich weer naar hem toe. Haar ogen waren warm, maar voorzichtig. “In de stad? Waar iedereen heen gaat?”
“Ja. Bij de havenkade.” Hij grijnsde scheef. “Geen idee wie het allemaal zijn. Mijn vrienden sleuren me mee.”
Ze trok een mondhoek op. “Ik twijfel nog. Niet echt mijn ding.”
“Wat dan? Te veel lawaai of te veel bier?” Hij zei het met een knipoog, maar hield haar blik vast.
Kiki glimlachte en liet haar ogen zakken naar haar handen. “Allebei een beetje misschien. Ik ben daar niet zo in thuis.”
“Is niet erg toch?” zei hij, zijn stem een tikje zachter. “Je hoeft niet met bekers te gooien om het naar je zin te hebben.”
Ze keek hem weer aan. Iets flitste in haar blik, een soort nieuwsgierigheid die ze snel probeerde te onderdrukken. “En jij? Jij drinkt zeker alles wat ze je voorzetten?”
“Kom van de boerderij, hè. We beginnen met bier en eindigen met dingen waarvan niemand meer weet waar het vandaan komt.” Hij grijnsde. “Maar ik kan wel m’n grens houden.”
Ze knikte. Even zweeg ze. Toen: “Je lijkt me niet het type dat zichzelf helemaal verliest.”
Hij haalde zijn schouders op, maar zijn ogen bleven op haar gericht. “Hangt er vanaf wie er tegenover me staat.”
Een tintje rood kroop naar haar wangen, heel licht, als een schaduw onder haar huid. Ze keek weer naar buiten, haar lippen net iets van elkaar, alsof ze iets wilde zeggen maar het toch inslikte.
Maarten leunde iets naar voren. Niet veel, maar genoeg dat hij haar parfum rook, iets lichts, iets fris. Niet meisjesachtig, maar schoon. Eerlijk.
“Als je komt… blijf dan een beetje bij onze groep hangen,” zei hij. “Dan hoef je niet in je eentje in een hoekje te staan.”
“Misschien… als ik durf,” zei ze, een tikkeltje plagerig.
Zijn mondhoeken trokken omhoog. “Durven is overschat. Gewoon doen.”
Ze beet op haar lip. De trein minderde vaart; het volgende station naderde. Ze stond op, haar jas rechtgetrokken, tas weer stevig in de hand. Hij bleef zitten.
“Tot maandag,” zei ze.
“Zaterdag dan?” vroeg hij nog.
Ze knikte. “Misschien.”
En toen liep ze weg. Haar schouders recht, haar loopje beheerst. Maar Maarten zag hoe haar hand even trilde toen ze haar OV-chipkaart weer uit haar jaszak haalde.
---
Het feest was al een tijdje aan de gang toen Maarten met een licht slingerende tred de havenkade op kwam, de muziek van ver al in z’n borst voelbaar. Z’n adem was warm van het bier, een lauwe buzz tintelde achter zijn ogen. De flesjes van eerder in het parkje hadden hun werk gedaan: niet dronken, maar soepel. Net genoeg om woorden minder te wegen.
Zijn vrienden liepen breeduit, handen in de lucht, grappen slingerend over de hoofden van onbekenden. Hij haakte zijn duim achter zijn riem, zijn blik op scherp, speurend door de flikkerende lichtjes en het bewegende decor van lichamen.
En daar stond ze.
Kiki. Bij de rand van het feest, alsof ze er per ongeluk naartoe was gegleden maar nog twijfelde of ze de sprong moest wagen. Ze hield haar mobiel vast als een anker. Om haar heen een groepje waarvan je meteen voelde: christelijke studentenvereniging of iets erger. Eén kerel met z’n poloshirt strak ingestopt, een meisje met vlechtjes en een lange rok die strak naar de grond viel. Ze praatten met keurige handgebaren. Maar Kiki keek rond, afwezig, licht verloren in het neonlicht.
Maarten trok z’n mobiel en tikte met een grijns:
“Kijk eens naar de kerktoren, braaf meisje.”
Hij zag het in realtime: haar ogen gleden omhoog, haar blik kruiste de zijne. Ze glimlachte. Zachtjes. Alsof ze zich betrapt voelde, maar het niet erg vond.
Even later:
“Ik stond net op het punt om te gaan… dit is niet echt mijn ding.”
Maarten tikte terug:
“Je bent hier nu toch. Wacht effe. Ik trap mijn troep maten die kant op.”
Hij draaide zich half om naar zijn maten. “Hé, gasten. Rechts van het midden is meer ruimte. En de bar staat daar. Minder zweet, meer bier.”
“Goed man,” zei Jeroen, al half onderweg. Niemand stelde vragen, het bier woog zwaarder dan strategie.
Ze verplaatsten zich, niet als groep maar als los zand, in kleine hoopjes. Nu stonden ze op een paar meter van Kiki’s clubje. Maarten bleef nét iets voorop, draaide z’n plastic beker tussen z’n vingers, zijn ogen af en toe naar haar. Zij maakte een klein gebaar naar het meisje naast zich, en schuifelde langzaam los van haar groep.
Ze kwam dichterbij. Niet dapper, maar ook niet aarzelend. Alsof iets haar duwde wat ze nog niet helemaal begreep.
“Je bleef toch,” zei Maarten. Zijn stem iets dieper, losser dan normaal.
Kiki knikte, haar blik snel even over zijn gezicht. “Tja… na zo’n mysterieus kerktorenbericht kon ik moeilijk meteen vertrekken.”
Hij grijnsde. “Kijk, dat bedoel ik. Zie je nou wel dat ik goede invloed heb?”
Ze glimlachte, iets breder nu. “Jij hebt sowieso al iets losser in je blik vanavond. Beetje... vrolijk?”
Hij hief z’n beker. “Vooronderzoek. Veldwerk. Zorgen dat je genoeg in de tank hebt voor sociaal contact.”
Ze hief haar wenkbrauwen. “Dus dit ben jij… op halve kracht?”
Maarten leunde iets dichter naar haar toe, zijn adem warm van het bier. “O je hebt geen idee. Maar ik hou me in. Uit respect voor jouw vlekkeloze reputatie.”
Ze lachte zacht, en het was geen nerveus lachje. Eerder een glimp van iets dat ze misschien nog niet aan zichzelf wilde toegeven.
“Niet te hard van stapel lopen, Maarten,” zei ze, maar er zat een glans in haar ogen. Iets wat hij herkende. Nieuwsgierigheid, net onder de oppervlakte.
Hij tikte met zijn beker tegen de hare. “Ik zal m’n best doen. Maar als jij nu ineens begint te dansen op Snollebollekes, dan gooi ik alles overboord.”
Kiki haalde haar schouders op, licht uitdagend. “Daar is de gracht voor, toch?”
En voor het eerst die avond keek ze niet meer om zich heen. Ze keek alleen nog naar hem.
---
De havenkade was inmiddels veranderd in een lichtgevend organisme, een levend, dampend beest vol dreunen, flarden muziek en de geur van bier en opgewarmde mens. Maarten voelde zich er soepel tussen bewegen, het indrinken had zijn schouders losgewrikt, zijn tong net wat losser gemaakt, zijn houding nonchalanter.
Hij stond nog steeds bij Kiki toen de groep zich langzaam mengde. Jeroen, die altijd wel ergens een bekende tegenkwam, sloeg een jongen uit Kiki’s groepje op de schouder. “Wacht effe… heb jij niet bij Jumbo gewerkt in ’t dorp?” riep hij met die halve schorre stem van iemand die er al een avond op had zitten. Ze begonnen te praten over rotatieschema’s, gestolen croissantjes en die ene teamleider met z’n halve snor.
Maarten had daar geen oren naar. Zijn blik bleef hangen op Kiki, die hem af en toe aankeek met dat schuin glimlachje, alsof ze nog steeds niet helemaal wist wat ze hier deed, maar ook niet meer twijfelde.
Toen kwam die opmerking. Eén van zijn maten, halfdronken en zonder filter, boog zich naar Maarten toe en mompelde: “Wat moet jij met die refo’s, gozer?”
Maarten draaide zijn hoofd scherp, ogen donker. “Doe normaal man.”
“Grapje joh.”
“Je kent haar niet eens.”
Er viel even een koele stilte tussen hen, voordat Jeroen er luchtig tussenkwam. “Rustig aan gasten, het is feest.” En hij trok de sfeer met een luchtige schouderklop weer vlot. Maar Maarten week niet van Kiki’s zijde. Zij had het gehoord. En ze keek hem aan, langer nu. Iets zachts in haar blik. Dankbaarheid? Misschien. Of iets dat daaronder zat, dat zwaarder woog.
Ze praatten verder, los van studie dit keer. Geloof kwam ter sprake. Kiki hield haar handen om haar beker gevouwen terwijl ze zei: “Ik vind het belangrijk. Maar ik ben geen heilige hoor. Echt niet. Ik ben ook gewoon…”
“Een mens,” vulde Maarten aan. “Ik snap het. Mijn ouders zitten er nog middenin. Maar ikzelf… ik geloof het allemaal wel. Alleen niet alsof ik elke week in m’n nette pak in die houten bankjes zit.”
Kiki knikte. “Ik zou willen dat ik het ook soms wat losser kon nemen. Maar… het zit gewoon diep.”
“Ik snap dat ook,” zei Maarten. “Is niks mis mee.”
Toen werd ze geraakt. Een feestganger met een te volle armzwaai en een bierbeker die deels zijn doel miste. Gouden pils op haar wang, haar jas, haar bril.
“Shit,” zei ze, een beetje lachend, een beetje geschrokken.
Maarten pakte de onderkant van zijn shirt en wilde de druppels wegvegen, maar zij was hem al voor – jas uit, bril af. Onder de jas zat een wit hemdje, en daaroverheen een open zwart spijkerjasje. Simpel, maar plots was ze minder ‘gereformeerde studente’ en meer… jonge vrouw. Haar haar was deels nat, plakkerig tegen haar slaap.
“Wacht,” zei Maarten zacht. Hij strekte zijn hand uit, gleed met zijn vingers door haar haar, streek een natte streng achter haar rechteroor. Zijn knokkels streelden haar wang. Zijn vingertoppen raakten haar hals, subtiel, warm.
Kiki verstijfde even, maar niet van angst. Haar huid tintelde. Zijn aanraking was zacht, maar zeker. Haar adem stokte en haar hart bonsde. Ze wilde hem zoenen. Heel haar lijf schreeuwde het. Maar ze slikte het in. Ze wist niet hoe.
De tijd verstreek. Twee uur later dan ze eigenlijk had willen gaan stond ze nog steeds daar. Bij hem.
“Even naar het toilet,” zei ze met een verlegen lachje. “Ben zo terug.”
In het kleine, walmende hokje keek ze in de spiegel. Haar ogen leken groter zonder bril, haar wangen gloeiden. De oogschaduw die ooit subtiel was, was door het bier net iets uitgesmeerd. Ze pakte haar kleine tasje, werkte het bij, en maakte het iets zwaarder. Iets donkerder. Haar haar zat losser nu, met glans van vocht, en ze veegde het half achter haar oren. Ze leek… een vrouw. Niet dat meisje dat ze dacht te zijn.
Toen ze terugkwam, stond Maarten te praten met Tom, die ex-collega van Jeroen. Maar zodra hij haar zag naderen, viel zijn gesprek stil. Zijn ogen volgden haar alsof hij haar voor het eerst zag. En misschien was dat ook zo.
Ze straalde. Niet met kracht, maar met rust. Zekerheid. De onzekerheid zat nu in de blikken van anderen.
“Daar ben je weer,” zei Maarten, zijn glimlach iets warmer dan eerder.
Ze knikten, liepen samen richting de bar. Jeroen stond daar met zijn vriendin Mirthe, iets te luid, zijn armen breed. Hij trok zijn ex-collega Tom mee het feestgedruis in. Nu was het Kiki, Maarten en de rest van Maarten zijn groepje.
Hij wilde haar voorstellen, maar zij nam het over. Stelde zich netjes voor aan zijn vrienden, zelfs aan die eikel van eerder.
“Jij was dat meisje… sorry nog, dat was een stomme opmerking van me,” zei hij.
Kiki lachte beleefd. “Maakt niet uit.”
Maar toen probeerde hij te flirten. “Jullie zijn toch van dat seks-na-het-huwelijk gedoe? Hoe hou je dat vol?”
Voordat Kiki iets kon zeggen, stond Maarten al tussenbeide. “Houd je bek. Echt.”
Het werd kort feller. Vrienden trokken hem weg, sussend.
Mirthe, de vriendin van Jeroen kwam erbij staan, nam Kiki even apart. “Wat een klootzak. Jij ziet er juist hartstikke leuk uit, joh.”
Kiki bloosde. “Dank je.”
Ze praatten over van alles. Toen, tussen twee zinnen door: “Ben je hier met Maarten?”
Kiki keek opzij. Daar stond hij, met dat slordige haar en die losse houding. Ze glimlachte. “Ja… soort van.”
“Wat vind je van hem?”
Kiki aarzelde. Toen: “Hij is… een leuke man. Of jongen. Ik weet het niet. Maar ja, leuk.”
De vriendin grijnsde. “Dacht ik al. En? Al iets meegemaakt?”
“Ik… ik ben nog niet zo ver. Heb nog niet veel gedaan. Ik wil maagd blijven tot m’n huwelijk. Denk ik.”
“Dat is oké. Maar weet je: er zijn meer wegen naar Rome. Je moet alleen ontdekken welke jouw pad is. En Maarten… die lijkt me niet iemand die je ergens in dwingt.”
Kiki keek naar hem. Hij lachte naar haar, die diepe blik in zijn ogen, biertje losjes in de hand.
Toen liep ze naar hem toe. De beats om hen heen leken te dimmen.
“Mag ik je wat vragen?”
“Tuurlijk,” zei hij, licht verbaasd. “Jij mag alles vragen.”
Ze keek naar hem, lippen licht vochtig, ogen donkerder dan voorheen, licht aangeschoten. “Ik heb pas een paar keer gezoend met iemand. Heel kort. Maar… mag ik jou zoenen?”
Maarten bewoog meteen, traag en kalm. Zijn hand gleed opnieuw langs haar haar, streek het weer achter haar oor, rustte even op haar wang, haar nek. En toen boog hij zijn hoofd, heel dichtbij, en kuste haar.
Warm. Traag. Nat. Vol, zonder haast. Zijn lippen op de hare, haar mond iets aarzelend, maar gretiger dan verwacht. Zijn tong proefde haar, zacht. Haar adem stokte.
Dertig seconden later trokken ze zich los, hun voorhoofden bijna tegen elkaar.
Kiki ademde diep in. “Zo… pfoe he. Dat moest even.”
Maarten grinnikte, duim nog tegen haar wang. “Nou, nu heb je ook echt lang gezoend.”
“En ik vond het lekker,” fluisterde ze.
“Dat maakt twee van ons,” zei hij. En de nacht voelde ineens niet meer koud.
---
De lichten op het plein waren inmiddels gedimd. Alleen wat doffe schijnsels van de bar en een paar bouwlampen hielden de nacht overeind. Een paar achterblijvers bleven zwalkend staan, halfleeggegoten bekers in de hand. De beveiliging had er een dagtaak aan om ze vriendelijk maar dringend richting huis te sturen.
Maarten liep met Kiki naar de fietsen, de lucht fris op hun wangen. Ze had haar jas weer aan en haar bril opgezet, alsof ze de rol weer een beetje terugnam. Maar haar blik, haar houding, daar was iets in veranderd. Losser. Vrijer.
Bij haar fiets bleven ze staan. Ze lachten nog wat na, woorden werden zacht. Maarten boog zich naar haar toe, hun monden vonden elkaar weer in een trage, diepe tongzoen. Zijn hand gleed onder haar jas, zijn vingers rustend tegen haar onderrug en dan nét iets verder, tot onder de rand van haar rugpand, waar haar lichaam net wat gevoeliger was. Kiki rilde. Niet van de kou. Ze drukte zich zacht tegen hem aan en voelde het. Iets hards tegen haar onderbuik. Een zucht ontsnapte haar keel, nauwelijks hoorbaar.
En toen, uiteraard, klonk Jeroen.
“OOOH, ja hoor!” brulde hij. “Dát is dus wat je krijgt als je ’t brave christelijke meisje mee op stap neemt!”
Maarten draaide zijn hoofd, grijns breed. Van zijn beste vriend kon hij wel wat hebben “Ga slapen, man.”
Maar Jeroen stak een vinger in de lucht. “Nee serieus, ik geef het toe. Eerst dacht ik: wat moet Maarten met die refo-doos. Echt hoor, we dachten allemaal van: huh? Maar serieus…” Hij keek naar Kiki, ogen halfdronken maar opvallend oprecht. “Je bent gewoon gezellig. Echt. Niet saai. We hadden je onderschat.”
“Je zegt dat ook net iets te hard,” zei Mirthe, zijn vriendin, terwijl ze hem een por gaf.
“En mét bril ook nog aantrekkelijk,” ging hij vrolijk verder. “Je lijkt een beetje op die chick van Game of Thrones. Sophie Turner. Weet je wel? Die heeft ook dat mengsel van netjes, maar niet saai. Die blik van: ik draag een mantelpak, maar ik zou je ook kunnen opvreten.”
Kiki bloosde, maar ze lachte mee. Ze voelde zich gezien. Niet als 'het brave meisje', maar als iemand met gelaagdheid. Maarten keek naar haar en ze zag aan zijn blik dat hij het allemaal allang had gezien, eerder dan de rest.
“Ik ben blij dat ik jullie ontmoet heb,” zei Kiki oprecht.
Mirthe glimlachte. “Dat is wederzijds.” Ze gaf Kiki een warme knuffel en een kus op de wang.
Daarna splitsten de wegen zich.
Kiki fietste samen met Tom terug richting de wijk, hun lichten knipperend door de mistige schemer. Ze praatten wat na, maar het was vooral stil. Kiki voelde haar wangen nog steeds warm, haar lippen tintelend.
Maarten, Jeroen en Mirthe fietsten de andere kant op, door de weilanden naar hun dorp. De lucht rook naar nat gras, de maan hing laag. Jeroen floot een kampvuurlied, Maarten trapte iets achter de rest. Zijn gedachten zaten nog bij haar, bij die blik, die rilling toen hij haar aanraakte, die mond die hem ineens durfde kussen alsof ze dat al jaren deed.
En ergens in die nacht dacht hij:
dit was geen toeval.
Dit was het begin.
Lees verder: De Geest Is Gewillig, Maar Het Vlees Zwak - 2
Trefwoord(en): Ontdekken,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10