Door: Mucike
Datum: 11-08-2025 | Cijfer: 9.8 | Gelezen: 1192
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 34 minuten | Lezers Online: 10
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 34 minuten | Lezers Online: 10
Proeftijd
Ik was te vroeg, iets dat ik van mijn vader had. Als ex-KNIL-er was hij erg gedisciplineerd en stipt. Je kon maar beter tien minuten te vroeg zijn dan 1 minuut te laat, was zijn credo.
Buiten hing de lucht laag boven het Stationsplein, grauw met een vettige waas. De draaideur van het kantoorgebouw liep traag, alsof het systeem moest opstarten. Ik merkte dat mijn schouders gespannen stonden en liet ze bewust zakken. De jas die ik droeg was net iets te formeel voor mijn gevoel, maar ik had geen alternatief gehad. Bij de balie kreeg ik een bezoekerspas overhandigd, een standaard exemplaar zonder foto of naam, bedoeld voor de eerste dag. De definitieve pas zou pas later volgen, met handtekening en personeelsnummer, zodra de onboarding was afgerond. Terwijl ik de lift zocht, vroeg ik me af hoeveel dagen ik nodig zou hebben om me aan dit ritme aan te passen. Drie, misschien vier.
We waren met z’n vijven, drie mannen en twee vrouwen, allemaal begin twintig, vers van de universiteit. In de ontvangsthal van het kantoor hing een kunstwerk van geslepen staal dat het logo van het bureau voorstelde, een onleesbare samenstelling van drie pijlvormen die elkaar tegenhielden.
Een assistente van HR verzamelde ons bij de koffiebar en liep voorop naar de zevende verdieping. De lucht was droog, het tl-licht hard, de vloerbedekking stug onder onze schoenen.
In de instructieruimte stonden vijf gelijke bureaus in een halve cirkel, elk met een laptop en een badge. Ik koos de plek aan het raam. De vrouw naast mij zette haar tas neer met een korte, beheerste beweging. Blond haar, scherp profiel, donkerblauw colbert dat iets te ruim viel over haar schouders.
Ze stak haar hand uit. “Catarina Veloso de Almeida.”
“Mucike van Dongen,” zei ik glimlachend, terwijl ik haar hand stevig, maar kort schudde. “Nou, het zal me benieuwen wat dit allemaal inhoudt.”
Ze knikte glimlachend, keek naar mijn handen, en zei: “Ja, het is allemaal nogal indrukwekkend. En ik hoop dat we vanavond nog weten wat er allemaal is verteld!”
De onboarding was zakelijk: uitleg over gedragscodes, rapportagelijnen en soorten projecten. Daarna een presentatie van het directieteam waarin ambitie, groei en ‘persoonlijke fit’ centraal stonden. Ik stelde één vraag over de norm voor factureerbare uren die de spreker deed aarzelen. Catarina zei niets, maar noteerde iets op haar blocnote.
Ook werden we gevraagd om kort iets over ons zelf te zeggen. Zo kwam ik erachter dat beide andere mannen Frits en Roel heetten en de andere dame Janine.
Tijdens de lunch ontstond er een soort van tweedeling in onze groep. Frits, Roel en Janine konden het erg goed met elkaar vinden en waren al rap in een gesprek verwikkeld geraakt over hockey, een sport die ze kennelijk alledrie beoefenden. Ook bleken ze van dezelfde opleiding af te komen aan de Universiteit van Groningen. Zouden het Vindicatters zijn? vroeg ik mij af. Voor mij zou dat een reden zijn om uit hun buurt te blijven. Er kan niets goeds van komen.
Vindicat is immers een elitaire studentenvereniging die tegenwoordig bekend staat om vernederende ontgroeningen, vrouwonvriendelijke tradities en een verstikkende groepscultuur. Pogingen tot modernisering zijn vaak cosmetisch en gericht op reputatieherstel. De hiërarchie stimuleert conformisme en het uitsluiten van andersdenkenden. Vrouwen zijn formeel welkom, maar functioneren in een door mannen gedomineerd systeem. Voor velen belichaamt Vindicat een arrogante, xenofobe, overgeprivilegieerde studentencultuur.
Catarina had in Utrecht gestudeerd, en was, met een Nederlandse moeder en een Portugese vader, net zoals ik van gemengde afkomst. Dat was ook wel te zien aan haar licht getinte huidskleur.
Nadat we klaar waren met eten, werden we naar beneden geroepen. In de parkeergarage stonden twee grijze leasewagens klaar voor de rit naar het conferentiecentrum, met in de kofferbak voor ieder een sporttas en map. We zouden drie keer drie weken op locatie blijven, negen weken, één kamer per persoon, gezamenlijke trainingen, elke dag tot 21:00.
De Groningers, zoals ik het trio Frits, Roel en Janine inwendig noemde, liepen gezamenlijk naar de ene auto.
Catarina stond met een hand op haar heup en één van haar wenkbrauwen licht omhoog getrokken, het allemaal even aan te kijken. Ik ving haar blik en hield die even vast en zei: “Nou, het ziet ernaar uit dat wij met elkaar opgescheept zijn!”
Ze trok één mondhoek omhoog, een halve glimlach, net niet flirterig. “Ach, ik kan niet zeggen dat ik dat erg vind!”
“Wil jij rijden?” vroeg ik haar, toen we gezamenlijk naar de tweede auto liepen.
“Ik dacht dat mannen altijd achter het stuur willen zitten,” antwoordde ze plagend.
“Ik heb nooit last gehad van dat soort macho gedrag,” zei ik met een grijns, “zeg maar wat je wilt!”
Ze glimlachte en nam zonder verder commentaar plaats achter het stuur van de andere auto. Ik borg mijn tas achterin en ging naast haar zitten. Terwijl zij haar stoel verstelde, vouwde ik het schema uit dat in de map zat en probeerde iets zinnigs te maken van de eerste trainingsweek. Er werd niets gezegd, maar de stilte was niet ongemakkelijk.
Ze had de route uitgeschreven op een kladblokje dat tussen de stoelen lag. We zouden de A12 volgen tot Driebergen en dan via een provinciale weg de bossen in. Ze reed met haar rechterhand laag op het stuur, de linker losjes in haar schoot. Haar colbert lag op de achterbank. Het witte overhemd sloot hoog, maar volgde de lijnen van haar lijf bij elke ademhaling.
Ik zat iets gedraaid, niet omdat het nodig was, maar omdat het me dichter bij haar bracht. Haar dij raakte de mijne af en toe bij het schakelen. Haar parfum hing laag, niet sterk, iets van lavendel dat bleef hangen als ze bewoog. Bij een bocht raakten haar haren mijn onderarm, en ze keek even opzij om te zien of ik iets zei.
Ze zei niets.
“Heb jij vaker zo’n traject gedaan?” vroeg ik.
“Voor mij is dit de eerste keer, in ieder geval bij een bedrijf. Tijdens mijn studie hebben we wel soortgelijke trajecten gehad. Jij?”
“Idem.”
Ze hield haar blik op de weg, maar haar mond bewoog kort, alsof ze op iets wilde reageren en het toch niet deed.
“Ze hadden iemand van het bureau op een bedrijvendag,” zei ze na een paar kilometer. “Hij was jong, zelfverzekerd, te veel cologne. Maar hij kon praten.”
“Werkte blijkbaar.”
“Bijna tegen mijn zin.”
Ik glimlachte. “Bij mij ging het via een scriptiebegeleider. Die had hier ooit gezeten.”
Ze knikte. Haar knieën stonden iets naar buiten, en bij elke beweging van haar voet tegen het koppelingspedaal verschoof haar dij net iets. Ik voelde haar gewicht zonder dat ze me aanraakte.
Bij Bunnik keek ze opzij. Haar blik bleef hangen, onderzoekend, niet afwerend.
“Denk je dat ze dit expres doen?” vroeg ze. “Twee onbekenden samen de weg op, lange rit, geen instructies?”
“Zou kunnen. Kijken of we onze handen thuishouden.”
Ze lachte kort, niet om het grapje, maar om de implicatie.
“Ik ben goed in zelfbeheersing,” zei ze.
“Dat is dan jammer,” zei ik met een grijns.
Ze keek me glimlachend aan en zei: “Volgens mij ben jij een deugniet, Mucike!”
Ik knipoogde. “Maar altijd met goede bedoelingen!”
Ze keek me nog kort veelbetekenend aan draaide zich toen terug naar voren, maar haar dij bleef tegen de mijne rusten.
Nadat we de afslag Driebergen namen, sloegen we af richting Zeist en kwamen de bomen dichter langs de weg. Ik keek naar haar profiel. Ze deed geen moeite om afstand te houden.
Bij aankomst bij het conferentiecentrum stonden er al medewerkers van het bureau te wachten die de twee auto’s van ons overnamen. Die hadden kennelijk net een evenement achter de rug.
De gevel van het conferentiecentrum Oud London was breed en laag, met houten kozijnen en een entree die eerder aan een ziekenhuis deed denken dan aan een hotel. Binnen rook het naar tapijt, koffie en iets geurigs dat uit de keuken leek te komen.
Bij de receptie lag een lijst met namen. We meldden ons aan, kregen een sleutel in een papieren hoesje en een genummerde map met het programma voor de eerste week. Onze kamers lagen op de tweede verdieping, naast elkaar. Bij het openen van mijn deur zag ik dat er een tussendeur was, laag en smal, af te sluiten met een draaiknop.
“Gedeelde muren, gedeelde zorgen,” zei ik toen ze haar sleutel omdraaide.
“Als je maar niet gaat snurken,” zei ze terwijl ze naar binnen liep, zonder zich om te draaien.
Ik legde mijn tas op het bed, waste mijn gezicht en keek even uit het raam. De parkeerplaats liep langzaam vol. Uit één van de auto’s stapte een oudere man met een leren aktetas. Zijn bewegingen waren langzaam maar vast. Anderen volgden, een mix van leeftijden, stijlen, houdingen.
Om drie uur begon het eerste programmaonderdeel: kennismaking met de volledige opleidingsgroep. Twaalf mensen, afkomstig van verschillende vestigingen, de meesten nog onbekend met elkaar. In een vierkante zaal met grijze vloerbedekking stonden stoelen in een kring. Een jonge trainer die zich voorstelde als Jeroen leidde het gesprek. Iedereen moest in twee minuten iets over zichzelf vertellen, inclusief een ‘persoonlijk feitje’.
Ik hield het op mijn roots, Nuenen, Noord Brabant, jongste van vijf, vader ex-militair. Catarina zei dat ze uit Utrecht kwam, een Portugese vader had, en als kind hardnekkig weigerde haar zwemdiploma te halen.
De groep lachte. Niet overdreven, maar oprecht.
Tijdens het diner, bestaande uit soep, een warm gerecht en fruitsalade, zaten we aan lange tafels, vrij om te kiezen waar we gingen zitten. Catarina ging naast mij zitten. Ze zei niets, maar legde haar servet keurig opgevouwen naast haar bord. Haar been raakte het mijne onder tafel. Ze trok het niet weg.
Tijdens de maaltijd ontspon zich aan tafel een geanimeerd gesprek waar we met zijn allen aan deelnamen. Hoewel het gesprek een groot deel van mijn aandacht vergde, probeerde ik toch door subtiele aanrakingen Catarina te laten weten dat haar signalen luid en duidelijk bij me waren binnengekomen.
Na het eten liepen we terug naar de kamers. De gang was stil, de vloerbedekking dof, de deuren dicht. Ze bleef even staan voor haar kamer en draaide zich toen naar mij toe.
“Is de tussendeur op slot?”
“Volgens mij aan mijn kant niet.”
“Mooi.”
Ze verdween naar binnen. Ik deed hetzelfde, waste mijn gezicht, trok mijn schoenen uit, maar liet mijn overhemd aan. Ik had net het programma voor de volgende dag op het bureau gelegd, toen ik de draaiknop aan haar kant van de tussendeur hoorde ontsluiten. Hij kraakte licht, met de hapering van een ouder slot.
Ze kwam binnen zonder iets te zeggen. Met haar ene hand hield ze de deur even vast, in de andere een halflege glazen fles met water. Haar hemd had ze losgeknoopt tot net boven haar navel. Ze stond stil, schuin in het licht.
“Als ik slim was,” zei ze terwijl de deur zachtjes dicht drukte, “zou ik dit niet doen, maar jij doet me wat, Mucike.”
“Mijn vrienden noemen me Moets!”
“Noem mij dan maar Cat,” zei ze, “en ik ben heel erg moe van slim zijn.”
Ze zette de fles neer, liep naar me toe en legde haar hand op mijn borst. Haar vingers bleven even liggen, zonder druk. Toen keek ze op, en kuste me.
“Dit is onverwacht,” zei ik toen we de kus even verbraken, “maar wel èrg lekker!”
We trokken zonder haast elkaars kleding uit, gretig en warm, zonder terughoudendheid, terwijl we elkaar gulzig zoenden. Geen woorden of uitleg, alleen pure lust. Haar lichaam was gespierd onder de rondingen, haar huid licht en warm. Ik legde haar op bed, bewoog over haar heen en wachtte tot ze zich naar mij toe bewoog. Ze greep mijn heupen, trok me naar zich toe en duwde haar bekken omhoog.
“Neuk me, Moets! Ik ben er zo aan toe om eens lekker genomen te worden!”
We vrijden langzaam, zonder zoeken, zonder onrust. Alles wat zich al in de auto en tijdens het eten had aangekondigd, vond hier een bestemming in onze fysieke intimiteit. Ze kwam zacht kreunend klaar, haar vingers in mijn schouders, haar ogen dicht. Daarna bleef ze liggen, één been over het mijne, haar hand op mijn buik.
“Dat was precies wat ik nodig had,” zei ze.
Ik knikte. “Het had ook niet anders gekund, het was onvermijdelijk.”
We bleven liggen, dicht tegen elkaar aan, haar hand rustend op mijn borst, mijn vingers traag over haar onderrug. Ze zei niets, maar schoof haar gezicht dichter naar mijn hals en zoende me zachtjes, haar adem warm tegen mijn huid. Ik streek met mijn duim langs haar sleutelbeen, langzaam, zonder doel.
Ze ademde diep in, zuchtte zacht, en trok het laken over ons heen. Toen manoeuvreerde ze haar billen tegen mijn onderbuik, bleef zo liggen, terwijl ze mijn arm over zich heen trok. “Dit is hopelijk niet eenmalig,” murmelde ze voordat ze in slaap viel.
“Wees maar niet bang,” zei ik zachtjes terug terwijl ik me lepeltje lepeltje tegen haar aan koesterde, “dit was te lekker om niet te herhalen.”
De volgende ochtend werd ik wakker van haar ademhaling. Ze lag op haar zij, rug tegen mijn borst, mijn hand onder haar arm, vlak tegen haar borsten aan. De kamer was schemerig, gordijnen nog gesloten. Ik rook haar huid, warm en licht bezweet.
Ze rekte zich uit en schoof haar billen iets dichter tegen me aan.
“Goedemorgen, Moets,” zei ze zonder om te kijken.
“Zeker weten,” zei ik terwijl ik mijn neus tegen haar nek drukte, eens diep adem haalde, haar een zoen gaf en met mijn hand over haar buik naar beneden ging.
Maar ze legde er zacht de hare overheen en zei zonder streng te klinken: “niet nu.”
Ik knikte, zei: “okay,” en kuste haar schouder.
Ze draaide zich om, keek me aan. “Dit was heerlijk,” zei ze, “maar ik ga geen relatie met je beginnen. Daar heb ik de ruimte niet voor.”
“Mooi,” zei ik. “Ik wil ook geen gedoe. Geen afspraken of verwachtingen.”
“Alléén als het goed voelt.”
“Èn als het discreet blijft.”
Ze glimlachte. “Natuurlijk.”
We stonden op, douchten in de eigen badkamer en kleedden ons aan, gemakkelijke kleding zoals in het programma stond aangekondigd. Beneden in de ontbijtruimte zaten de eersten al met koffie en broodjes. Catarina nam een gekookt ei en een snee roggebrood, ik hield het bij yoghurt, wat muesli en thee. We zaten bij anderen aan tafel, maar zwegen over de nacht.
Om negen uur begon de eerste training in zaal 2. De stoelen stonden in een hoefijzeropstelling. Voorin lagen naamkaartjes, flip-overs en viltstiften. Een trainer met een zandkleurig colbert vroeg ons om iets over onze ‘professionele voorkant’ te vertellen.
Ik voelde haar blik even, toen ik ging zitten. Daarna keek ze weg.
De trainer heette Ewout. Hij droeg een colbert zonder das en sprak met de gezagvolle luchtigheid van iemand die niet meer hoefde te twijfelen aan zijn methode. Na een korte introductie over het programma verdeelde hij ons in vier groepjes van drie. Ik kwam terecht bij Frits en Janine. Catarina werd ingedeeld met Roel en Mirjam, een wat kleurloze vrouw van de vestiging Den Bosch.
De opdracht was eenvoudig: ontwerp in twintig minuten een korte intake voor een fictieve klant met motivatieproblemen. Eén speelt de klant, de anderen zijn adviseurs. Daarna presenteert het groepje hun aanpak.
Ik hield mijn aandacht bij ons gesprek, maar mijn blik gleed steeds terug naar de overkant. Roel zat onderuit, benen gespreid, armen losjes over elkaar, het type dat zijn positie zonder woorden opeist. Cat zat rechtop, pen in de hand, het voorstel opbouwend. Roel onderbrak haar een paar keer.
“Wacht even,” zei hij, “dat is wel erg schools. Misschien moeten we dit gewoon pragmatischer benaderen.”
Toen ze een toelichting gaf op een interviewtechniek, grijnsde hij: “Kijk aan, de theorie hebben we binnen.”
Cat legde haar pen neer, keek hem aan. “Wil je meedoen of alleen commentaar leveren?”
“Gewoon meedenken,” zei hij. “Maar voel je vrij om het voortouw te nemen hoor. Lijkt me dat je daar toch op mikt.”
Mirjam keek naar haar notities en zei niets.
Tijdens de presentatie nam Roel vanzelfsprekend het woord. Hij zette de context uiteen, schoof de aanpak toe aan Cat, “die had daar al een vrij uitgewerkt beeld bij”, en keek daarbij kort om zich heen alsof hij controleerde of we dat ook zagen.
Toen Cat sprak, hield ze haar toon strak, maar haar gezicht was iets bleker dan anders.
Ewout wachtte tot ze klaar was. “Hoe hebben jullie dit voorbereid?”
Roel antwoordde direct. “We hebben het samen doorgesproken, maar de insteek kwam van haar.”
Ik stak mijn hand op. “Mag ik iets zeggen als observator?”
Ewout knikte. “Graag.”
“Wat ik zag,” zei ik, “was dat Catarina inhoudelijk het voortouw nam, en Roel vooral commentaar leverde, tot aan de presentatie. De credit ging naar haar, de controle bleef bij hem. Als dit een intake was geweest, had de klant in elk geval geweten wie er de grootste mond had.”
Er viel een korte stilte.
Roel trok één wenkbrauw op, glimlachte dun. “Zeg je nu dat ik haar overschreeuwde?”
“Dat hoeft niemand te zeggen,” antwoordde ik. “Je liet het zien.”
Ewout knikte. “Dat is precies de waarde van observatie. Dank je, Mucike.”
Catarina liep terug naar haar stoel en ging zitten. Haar voet raakte de mijne, kort maar duidelijk.
Tijdens de koffiepauze stonden we verspreid bij de hoge tafels naast de schuifdeuren naar het terras. Er was filterkoffie in thermoskannen, met suikerzakjes en poedermelk in een bakje ernaast alsook plakjes marmercake. Catarina stond iets apart, haar rug naar de rest. Ik liep naar haar toe en schonk mezelf koffie in. Ze zei niets, maar toen ik naast haar ging staan, draaide ze zich iets naar me toe.
“Dat was scherp daarnet,” zei ze zacht. “Dank je.”
Ik knikte. “Het viel te veel op om niks te zeggen.”
Ze keek opzij naar de groep. “Ze houden van spelletjes, die drie.”
“Dat maakt het gemakkelijker,” zei ik. “Spelletjes kun je winnen.”
Na de lunch liep ik even naar buiten. Naast de parkeerplaats stond een stenen bank in de zon, met uitzicht op de weg. Mirjam zat er al, benen over elkaar, rok net boven de knie, een beker met thee in haar handen. Ze keek niet op toen ik eraan kwam, dus ging ik naast haar zitten zonder iets te zeggen.
Na een halve minuut zei ze: “Ik was het niet eens met hoe Roel zich gedroeg vanmorgen.”
Ik knikte. “Dat viel me op.”
Ze draaide haar hoofd iets. “Ik ben niet zo van het conflict. Zeker niet in een groep. Maar ik zag wat er gebeurde.”
“Ik zag het ook, vandaar dat ik er iets van zei. Maar ik vind dan ook dat elke adviseur het in zich moet hebben om dit soort situaties aan de kaak te stellen. Het gaat erom dat wij een verhelderende functie hebben in plaats van dat we door ons gedrag bijdragen tot misleiding.”
Ze zweeg even. “Je hebt gelijk, misschien had ik wel moeten ingrijpen tijdens ons voorbereidende werk. Catarina heeft een sterke aanwezigheid. Niet luid, maar helder. Dat triggert hem, denk ik.”
“Of het maakt hem onzeker.”
Ze glimlachte. “Misschien allebei.”
Een auto reed het terrein op, iemand stapte uit met een aktetas. We keken er allebei naar.
“Vind je dit werk leuk?” vroeg ze toen.
“Het is te vroeg om dat te zeggen. Maar ik weet wel dat ik mensen wil kunnen vertrouwen met wie ik samenwerk.”
Ze knikte langzaam, dronk haar thee verder op en stond toen op. “Bedankt dat je voor Cat opkwam. Dat helpt meer mensen dan je denkt.”
Het middagblok vond plaats in zaal 3, waar de tafels aan de kant waren geschoven en drie rijen stoelen klaarstonden. Voorin hing een flip-over waarop met viltstift vier kernbegrippen waren genoteerd: luisteren, structureren, doorvragen, samenvatten. De trainer, een vrouw van in de veertig met kort haar en een vaste stem, lichtte toe dat we in duo’s een intakegesprek zouden oefenen. Eén van ons zou de interviewer zijn, de ander een fictieve klant; de rest observeerde en gaf achteraf feedback.
Ik werd gekoppeld aan Catarina. We wisselden geen woord toen we onze stoelen tegenover elkaar schoven. Zij begon, ik was de klant, een hoofd productie, die geconfronteerd werd door stagnatie in de samenwerking, een verlaagde output en lichte weerstand tegen externe inmenging.
Ze begon direct, zonder aarzelingen, met een neutrale openingsvraag. Ik antwoordde kort en afhoudend, zoals de opdracht voorschreef. Ze liet zich niet opjagen. Haar lichaam was stil en ze hield haar handen losjes op haar bovenbenen. Ze parafraseerde mijn antwoorden nauwkeurig, zonder interpretatie. Alleen haar wenkbrauwen bewogen af en toe, als kleine signalen van concentratie.
Toen ik haar bewust tegensprak op een punt, ik zei dat er geen probleem was, ondanks het verzuim, hield ze even stil. “Wat maakt dat u dat zegt?” vroeg ze. “Want eerder zei u dat er spanningen zijn.”
De trainer krabbelde iets op haar blocnote.
Na tien minuten wisselden we. Zij was nu het hoofd facilitair, vermoeid door een reeks mislukte reorganisaties. Ik bleef dicht bij de rol, stelde weinig vragen, keek vooral. Toen ze op een bepaald moment haar zin onderbrak en naar de grond keek, vroeg ik: “Wanneer was de laatste keer dat u zich gehoord voelde?”
Ze keek op. Even was er geen spel.
“Dat is lang geleden,” zei ze.
Toen was het klaar.
We zetten onze stoelen terug in de kring. De trainer gaf directe feedback. “Jullie waren opvallend goed op elkaar afgestemd. Stiltes werden benut en reacties kwamen niet te snel. En het moment van herkenning, dat was echt.”
Ze zei niets, haar handen stil op haar benen. We zaten dicht genoeg om elkaar te raken, maar deden het niet.
We zeiden niets toen de trainer doorging naar de volgende groep. Het moment ging voorbij in het grotere ritme van de middag, zoals dat de rest van de weken ook zou gebeuren.
De dagen daarna kregen een voorspelbare structuur, waarin concentratie, evaluatie en afwisseling elkaar moeiteloos opvolgden. We wisselden van zaal, van trainer, van opdracht. Soms werkte ik met Janine, soms met Mirjam en af en toe met een van de mannen. De onderlinge verhoudingen begonnen zich af te tekenen. Frits wilde altijd iets toevoegen, Roel iets controleren, Janine iets verduidelijken. Catarina luisterde, woog af en koos momenten.
Tussen haar en mij ontstond een vanzelfsprekendheid die niemand benoemde. We zaten vaak naast elkaar, maar niet altijd. Soms wisselden we blikken, meestal niet. Wanneer we samen een oefening deden, liep het, helder, doelgericht en zonder ruis. We gaven elkaar niets cadeau, maar het klikte. Inhoudelijk én lichamelijk.
De weken die volgden verliepen in een ritme dat zich sneller liet herhalen dan ik had verwacht. Ochtenden gevuld met opdrachten, simulaties, evaluaties. Middagen met oefeningen, presentaties of reflecties.
Catarina en ik werkten regelmatig samen, niet op voorstel van de trainers, maar omdat het efficiënt was. Onze verhouding bleef zoals we hadden afgesproken. En soms gebeurde het. Geen afspraak of aanloop. Maar als het moment er was, gingen we dan ook voluit zonder enig voorbehoud.
De eerste keer na die nacht vond plaats na een lange trainingsdag. We hadden samen een groepsproces moeten analyseren en waren het op details oneens geweest, tot op de grens van irritatie. Na afloop bleven we hangen in de zaal, veegden een whiteboard schoon en zetten stoelen recht. De spanning van de dag hing nog in ons lijf.
Zonder iets te zeggen liep ze met me mee naar boven. Ik deed de tussendeur open. Ze kwam meteen achter me aan.
We kleedden elkaar uit zoals je een routine uitvoert die je door en door kent: gericht, met de juiste druk en alles in de juiste volgorde. Ze ging op handen en knieën voor me zitten, draaide haar gezicht daarna naar mij toe en zei: “Niet lief doen,” zei ze, “neem me hard, zo hard als je kan!”
Ik pakte haar heupen vast en spietste me in één korte felle beweging in haar waarna ik me traag in haar bewoog, elke stoot zwaar en diep. Elke stoot harder dan de vorige.
“Is dit wat je wilt?” vroeg terwijl ik haar steeds feller en harder neukte.
“Ja,” kreunde ze, “harder, nog harder!”
Ze kreunde niet hard, maar hijgde met open mond en haar ogen dicht.
“Ja, toe dan!”
Toen ze kwam met haar hoofd zijwaarts op bed liggend, had ze haar ogen wijd open terwijl ze verkrampt, schokkend tegen mijn buik op de toppen van haar climax haar orgasme onderging. Ik voelde haar sap langs mijn lul naar buiten druipen.
Daarna liet ze los en liet zich volkomen ontspannen op het bed zakken. “Ben jij al gekomen?” vroeg ze na een tijdje toen ze me tegen zich aan trok.
Ik schudde mijn hoofd en zei: “We hebben toch nog tijd, of niet soms? Of ben je aan het eind van je Latijn?”
“Ik weet niet of ik je nog in mijn kut kan hebben, Moets,” antwoordde ze, “maar als je wil mag je me in mijn kontje neuken! Maar ik wil nog wel even bijkomen, okay?”
Ik kuste haar op haar mond en humde bevestigend.
“Wil je wat drinken?” vroeg ik terwijl ik even van bed opstond om voor mezelf een glas water in te schenken.
“Water is wel lekker!”
Nadat we hadden gedronken en de glazen op het nachtkastje hadden gezet, nam ze mijn half harde lul in haar hand en begon me af te trekken totdat hij weer fier overeind stond.
“Heb je geen glijmiddel nodig?” vroeg ik toen ze zich op haar buik draaide en haar kont pront naar boven stak.
“Neen, ik ben wel wat gewend,” zei ze met een luchtige stem, “kom, pak me!”
Ik duwde mijn eikel voorzichtig tegen haar poepgaatje aan en merkte dat ik heel gemakkelijk naar bunnen gleed.
“Ohhh! Wat is dit lekker!” kreunde ze, “neuk me, Moets!”
Ik begon te bewegen, eerst rustig, toen steeds harder en feller.
“Ja, ohhh, ja, hmmm! Ik kom weer!!!”
Op het moment dat zij haar tweede climax van de avond kreeg, kwam ook ik klaar en spoot haar anus helemaal vol met mijn zaad.
We lieten ons als een vaatdoeken op bed neervallen.
“Dit was erg goed, Moets. Jij weet hoe je een vrouw moet verwennen!”
“Je moet jezelf niets tekort doen, Cat! Je kunt er anders ook wat van!”
Badend in het zweet lagen we nog even uit te hijgen van de inspanning die we beiden hadden geleverd. Mijn bed was een zooitje geworden na onze vrijpartij, zodat we , na eerst een verfrissende douche te hebben genomen, in haar bed de nacht doorbrachten.
In de weken daarna gebeurde het nog een paar keer. De tweede keer gebeurde na een lange dag vol rollenspellen, waarin we aan drie verschillende duo’s observaties moesten geven. Het was laat geworden, de sfeer loom. Ik had me gedoucht, zat op mijn kamer met een handdoek over mijn schouders, toen ik haar stem hoorde door de tussendeur.
“Ben je daar?”
Ik stond op en draaide de sleutel om. Ze kwam binnen in joggingbroek en shirt, geen make-up, haar haar los.
“Ik kon niet slapen.”
Ze bleef staan, keek naar me. Ik hield mijn hand op haar buik en wachtte. Ze kwam dichterbij, trok mijn hand naar beneden en zei: “Zonder praten, Moets.”
Ik trok haar shirt uit, duwde haar tegen de muur en trok haar broek naar beneden. Ze had niets eronder. We zoenden hard, met tanden, terwijl ik haar vingers in haar heupen kneep. Ze draaide zich om, leunde voorover met haar handen tegen de muur en duwde haar kont naar achteren.
“Doe het.”
Ik ging achter haar staan en drong in haar, traag en diep. Ze kreunde laag, haar adem haperde bij elke stoot. “O, mijn God, ik heb dit zo nodig!”
Ik hield haar vast bij haar heupen, trok haar naar me toe en kwam met mijn gezicht in haar nek, nat van het zweet.
Toen we klaar waren, bleef ze zo staan, haar hoofd gebogen, handen nog op de muur.
“Weet je wat ik zo fijn vind?” vroeg ze terwijl ze haar broek weer optrok.
“Zeg het maar.”
“Dat je me geen vragen stelt.”
Ze verliet de kamer zonder zich om te draaien.
Andere keren waren soms kort en soms langer. Eén keer onder de douche, zonder voorspel. Eén keer op haar kamer, op het tapijt, tussen de meubels. Er werd niet over gepraat. Er waren geen signalen vooraf, noch werd er toestemming gevraagd, het gebeurde gewoon alsof het een vanzelfsprekendheid was.
Ik voelde aan alles dat ze niets wilde uitleggen of wilde bespreken. Ze wilde gewoon genomen worden.
De laatste keer gebeurde op de vooravond van de allerlaatste trainingsdag. Het had geregend, de lucht was zwaar. We hadden die dag een eindpresentatie gedaan en onze samenwerking was strak geweest, zonder ruis. Ik stond bij het raam toen ze, zonder kloppen, binnenkwam. Ze had alleen een badjas aan. Opnieuw werden geen woorden uitgesproken; er was ook geen echt voorspel. Ze knoopte het kledingstuk los en ging op bed zitten.
Ik liep naar haar toe en knielde tussen haar benen. Ze spreidde zich vanzelf. Haar geur was scherp en warm. Ik likte haar clitoris tot ze begon te trillen en haar eerste climax kreeg. Ik likte haar sap op en kuste de binnenkant van haar dijen. Toen ze weer een beetje bijgekomen was, drukte ze mijn hoofd tegen haar vulva aan terwijl ze haar vagina tegen mijn mond aan wreef totdat ze haar tweede orgasme kreeg.
“Jah! Wat kun je dat toch lekker, Moets!”
Ze ging verder op bed liggen en spreidde haar benen. “Kom, neuk me nu!”
Ik duwde mijn lul in haar en begon te stoten. Ze klemde zich onder me vast, haar nagels in mijn onderarmen.
“Harder,” zei ze. “Blijf erin.”
Ik bleef, tot het klaar was.
We lagen naakt op bed, haar benen over de mijne, onze handen verstrengeld. Ze zei: “Ik wil niet dat dit iets wordt, Moets. Ook al ben je wellicht de beste sekspartner die ik ooit heb gehad. Ik wil er nu geen ruimte voor in mijn leven maken!’”
“Dat wordt het dan ook niet, ook al denk ik dat het iets zouden zijn tussen ons beiden” zei ik.
Ze viel in slaap met haar hoofd op mijn schouder. Ik bleef nog even wakker.
Op de laatste vrijdag kregen we te horen dat onze opleiding werd afgesloten met een meeloop-opdracht. En als die goed zou worden afgesloten, was dat meteen het einde van de proeftijd. Iedereen werd aan een vestiging gekoppeld, met een ervaren adviseur uit de praktijk. Ik ging naar de RPD in Den Haag. Catarina werd toegewezen aan het AMC in Amsterdam.
Niemand sprak over het einde, maar het hing in de lucht. Tijdens de lunch was het stiller dan anders. Blikken bleven net iets langer hangen. Tassen werden met meer precisie gepakt.
Toen ik mijn kamer verliet, stond ze in de gang met haar jas over haar arm.
“We hebben het overleefd,” zei ik.
Ze knikte. “En niemand weet iets.”
Ik glimlachte. “Zoals het hoort.”
Beneden op het grindpad stonden drie taxi’s en een busje. Ze liep naar een van de wagens, draaide zich half om.
“Moets,” zei ze.
Ik keek haar aan.
“Als je ooit denkt dat dit iets was, vergeet dat dan.”
“Gebeurt niet, Cat. Dat was ook de afspraak”
Ze knikte. “Goed zo.”
Ze stapte in. Ik liep naar de andere kant van het terrein, waar mijn lift al op me wachtte.
-0-0-0-0-0-
Buiten hing de lucht laag boven het Stationsplein, grauw met een vettige waas. De draaideur van het kantoorgebouw liep traag, alsof het systeem moest opstarten. Ik merkte dat mijn schouders gespannen stonden en liet ze bewust zakken. De jas die ik droeg was net iets te formeel voor mijn gevoel, maar ik had geen alternatief gehad. Bij de balie kreeg ik een bezoekerspas overhandigd, een standaard exemplaar zonder foto of naam, bedoeld voor de eerste dag. De definitieve pas zou pas later volgen, met handtekening en personeelsnummer, zodra de onboarding was afgerond. Terwijl ik de lift zocht, vroeg ik me af hoeveel dagen ik nodig zou hebben om me aan dit ritme aan te passen. Drie, misschien vier.
We waren met z’n vijven, drie mannen en twee vrouwen, allemaal begin twintig, vers van de universiteit. In de ontvangsthal van het kantoor hing een kunstwerk van geslepen staal dat het logo van het bureau voorstelde, een onleesbare samenstelling van drie pijlvormen die elkaar tegenhielden.
Een assistente van HR verzamelde ons bij de koffiebar en liep voorop naar de zevende verdieping. De lucht was droog, het tl-licht hard, de vloerbedekking stug onder onze schoenen.
In de instructieruimte stonden vijf gelijke bureaus in een halve cirkel, elk met een laptop en een badge. Ik koos de plek aan het raam. De vrouw naast mij zette haar tas neer met een korte, beheerste beweging. Blond haar, scherp profiel, donkerblauw colbert dat iets te ruim viel over haar schouders.
Ze stak haar hand uit. “Catarina Veloso de Almeida.”
“Mucike van Dongen,” zei ik glimlachend, terwijl ik haar hand stevig, maar kort schudde. “Nou, het zal me benieuwen wat dit allemaal inhoudt.”
Ze knikte glimlachend, keek naar mijn handen, en zei: “Ja, het is allemaal nogal indrukwekkend. En ik hoop dat we vanavond nog weten wat er allemaal is verteld!”
De onboarding was zakelijk: uitleg over gedragscodes, rapportagelijnen en soorten projecten. Daarna een presentatie van het directieteam waarin ambitie, groei en ‘persoonlijke fit’ centraal stonden. Ik stelde één vraag over de norm voor factureerbare uren die de spreker deed aarzelen. Catarina zei niets, maar noteerde iets op haar blocnote.
Ook werden we gevraagd om kort iets over ons zelf te zeggen. Zo kwam ik erachter dat beide andere mannen Frits en Roel heetten en de andere dame Janine.
Tijdens de lunch ontstond er een soort van tweedeling in onze groep. Frits, Roel en Janine konden het erg goed met elkaar vinden en waren al rap in een gesprek verwikkeld geraakt over hockey, een sport die ze kennelijk alledrie beoefenden. Ook bleken ze van dezelfde opleiding af te komen aan de Universiteit van Groningen. Zouden het Vindicatters zijn? vroeg ik mij af. Voor mij zou dat een reden zijn om uit hun buurt te blijven. Er kan niets goeds van komen.
Vindicat is immers een elitaire studentenvereniging die tegenwoordig bekend staat om vernederende ontgroeningen, vrouwonvriendelijke tradities en een verstikkende groepscultuur. Pogingen tot modernisering zijn vaak cosmetisch en gericht op reputatieherstel. De hiërarchie stimuleert conformisme en het uitsluiten van andersdenkenden. Vrouwen zijn formeel welkom, maar functioneren in een door mannen gedomineerd systeem. Voor velen belichaamt Vindicat een arrogante, xenofobe, overgeprivilegieerde studentencultuur.
Catarina had in Utrecht gestudeerd, en was, met een Nederlandse moeder en een Portugese vader, net zoals ik van gemengde afkomst. Dat was ook wel te zien aan haar licht getinte huidskleur.
Nadat we klaar waren met eten, werden we naar beneden geroepen. In de parkeergarage stonden twee grijze leasewagens klaar voor de rit naar het conferentiecentrum, met in de kofferbak voor ieder een sporttas en map. We zouden drie keer drie weken op locatie blijven, negen weken, één kamer per persoon, gezamenlijke trainingen, elke dag tot 21:00.
De Groningers, zoals ik het trio Frits, Roel en Janine inwendig noemde, liepen gezamenlijk naar de ene auto.
Catarina stond met een hand op haar heup en één van haar wenkbrauwen licht omhoog getrokken, het allemaal even aan te kijken. Ik ving haar blik en hield die even vast en zei: “Nou, het ziet ernaar uit dat wij met elkaar opgescheept zijn!”
Ze trok één mondhoek omhoog, een halve glimlach, net niet flirterig. “Ach, ik kan niet zeggen dat ik dat erg vind!”
“Wil jij rijden?” vroeg ik haar, toen we gezamenlijk naar de tweede auto liepen.
“Ik dacht dat mannen altijd achter het stuur willen zitten,” antwoordde ze plagend.
“Ik heb nooit last gehad van dat soort macho gedrag,” zei ik met een grijns, “zeg maar wat je wilt!”
Ze glimlachte en nam zonder verder commentaar plaats achter het stuur van de andere auto. Ik borg mijn tas achterin en ging naast haar zitten. Terwijl zij haar stoel verstelde, vouwde ik het schema uit dat in de map zat en probeerde iets zinnigs te maken van de eerste trainingsweek. Er werd niets gezegd, maar de stilte was niet ongemakkelijk.
Ze had de route uitgeschreven op een kladblokje dat tussen de stoelen lag. We zouden de A12 volgen tot Driebergen en dan via een provinciale weg de bossen in. Ze reed met haar rechterhand laag op het stuur, de linker losjes in haar schoot. Haar colbert lag op de achterbank. Het witte overhemd sloot hoog, maar volgde de lijnen van haar lijf bij elke ademhaling.
Ik zat iets gedraaid, niet omdat het nodig was, maar omdat het me dichter bij haar bracht. Haar dij raakte de mijne af en toe bij het schakelen. Haar parfum hing laag, niet sterk, iets van lavendel dat bleef hangen als ze bewoog. Bij een bocht raakten haar haren mijn onderarm, en ze keek even opzij om te zien of ik iets zei.
Ze zei niets.
“Heb jij vaker zo’n traject gedaan?” vroeg ik.
“Voor mij is dit de eerste keer, in ieder geval bij een bedrijf. Tijdens mijn studie hebben we wel soortgelijke trajecten gehad. Jij?”
“Idem.”
Ze hield haar blik op de weg, maar haar mond bewoog kort, alsof ze op iets wilde reageren en het toch niet deed.
“Ze hadden iemand van het bureau op een bedrijvendag,” zei ze na een paar kilometer. “Hij was jong, zelfverzekerd, te veel cologne. Maar hij kon praten.”
“Werkte blijkbaar.”
“Bijna tegen mijn zin.”
Ik glimlachte. “Bij mij ging het via een scriptiebegeleider. Die had hier ooit gezeten.”
Ze knikte. Haar knieën stonden iets naar buiten, en bij elke beweging van haar voet tegen het koppelingspedaal verschoof haar dij net iets. Ik voelde haar gewicht zonder dat ze me aanraakte.
Bij Bunnik keek ze opzij. Haar blik bleef hangen, onderzoekend, niet afwerend.
“Denk je dat ze dit expres doen?” vroeg ze. “Twee onbekenden samen de weg op, lange rit, geen instructies?”
“Zou kunnen. Kijken of we onze handen thuishouden.”
Ze lachte kort, niet om het grapje, maar om de implicatie.
“Ik ben goed in zelfbeheersing,” zei ze.
“Dat is dan jammer,” zei ik met een grijns.
Ze keek me glimlachend aan en zei: “Volgens mij ben jij een deugniet, Mucike!”
Ik knipoogde. “Maar altijd met goede bedoelingen!”
Ze keek me nog kort veelbetekenend aan draaide zich toen terug naar voren, maar haar dij bleef tegen de mijne rusten.
Nadat we de afslag Driebergen namen, sloegen we af richting Zeist en kwamen de bomen dichter langs de weg. Ik keek naar haar profiel. Ze deed geen moeite om afstand te houden.
Bij aankomst bij het conferentiecentrum stonden er al medewerkers van het bureau te wachten die de twee auto’s van ons overnamen. Die hadden kennelijk net een evenement achter de rug.
De gevel van het conferentiecentrum Oud London was breed en laag, met houten kozijnen en een entree die eerder aan een ziekenhuis deed denken dan aan een hotel. Binnen rook het naar tapijt, koffie en iets geurigs dat uit de keuken leek te komen.
Bij de receptie lag een lijst met namen. We meldden ons aan, kregen een sleutel in een papieren hoesje en een genummerde map met het programma voor de eerste week. Onze kamers lagen op de tweede verdieping, naast elkaar. Bij het openen van mijn deur zag ik dat er een tussendeur was, laag en smal, af te sluiten met een draaiknop.
“Gedeelde muren, gedeelde zorgen,” zei ik toen ze haar sleutel omdraaide.
“Als je maar niet gaat snurken,” zei ze terwijl ze naar binnen liep, zonder zich om te draaien.
Ik legde mijn tas op het bed, waste mijn gezicht en keek even uit het raam. De parkeerplaats liep langzaam vol. Uit één van de auto’s stapte een oudere man met een leren aktetas. Zijn bewegingen waren langzaam maar vast. Anderen volgden, een mix van leeftijden, stijlen, houdingen.
Om drie uur begon het eerste programmaonderdeel: kennismaking met de volledige opleidingsgroep. Twaalf mensen, afkomstig van verschillende vestigingen, de meesten nog onbekend met elkaar. In een vierkante zaal met grijze vloerbedekking stonden stoelen in een kring. Een jonge trainer die zich voorstelde als Jeroen leidde het gesprek. Iedereen moest in twee minuten iets over zichzelf vertellen, inclusief een ‘persoonlijk feitje’.
Ik hield het op mijn roots, Nuenen, Noord Brabant, jongste van vijf, vader ex-militair. Catarina zei dat ze uit Utrecht kwam, een Portugese vader had, en als kind hardnekkig weigerde haar zwemdiploma te halen.
De groep lachte. Niet overdreven, maar oprecht.
Tijdens het diner, bestaande uit soep, een warm gerecht en fruitsalade, zaten we aan lange tafels, vrij om te kiezen waar we gingen zitten. Catarina ging naast mij zitten. Ze zei niets, maar legde haar servet keurig opgevouwen naast haar bord. Haar been raakte het mijne onder tafel. Ze trok het niet weg.
Tijdens de maaltijd ontspon zich aan tafel een geanimeerd gesprek waar we met zijn allen aan deelnamen. Hoewel het gesprek een groot deel van mijn aandacht vergde, probeerde ik toch door subtiele aanrakingen Catarina te laten weten dat haar signalen luid en duidelijk bij me waren binnengekomen.
Na het eten liepen we terug naar de kamers. De gang was stil, de vloerbedekking dof, de deuren dicht. Ze bleef even staan voor haar kamer en draaide zich toen naar mij toe.
“Is de tussendeur op slot?”
“Volgens mij aan mijn kant niet.”
“Mooi.”
Ze verdween naar binnen. Ik deed hetzelfde, waste mijn gezicht, trok mijn schoenen uit, maar liet mijn overhemd aan. Ik had net het programma voor de volgende dag op het bureau gelegd, toen ik de draaiknop aan haar kant van de tussendeur hoorde ontsluiten. Hij kraakte licht, met de hapering van een ouder slot.
Ze kwam binnen zonder iets te zeggen. Met haar ene hand hield ze de deur even vast, in de andere een halflege glazen fles met water. Haar hemd had ze losgeknoopt tot net boven haar navel. Ze stond stil, schuin in het licht.
“Als ik slim was,” zei ze terwijl de deur zachtjes dicht drukte, “zou ik dit niet doen, maar jij doet me wat, Mucike.”
“Mijn vrienden noemen me Moets!”
“Noem mij dan maar Cat,” zei ze, “en ik ben heel erg moe van slim zijn.”
Ze zette de fles neer, liep naar me toe en legde haar hand op mijn borst. Haar vingers bleven even liggen, zonder druk. Toen keek ze op, en kuste me.
“Dit is onverwacht,” zei ik toen we de kus even verbraken, “maar wel èrg lekker!”
We trokken zonder haast elkaars kleding uit, gretig en warm, zonder terughoudendheid, terwijl we elkaar gulzig zoenden. Geen woorden of uitleg, alleen pure lust. Haar lichaam was gespierd onder de rondingen, haar huid licht en warm. Ik legde haar op bed, bewoog over haar heen en wachtte tot ze zich naar mij toe bewoog. Ze greep mijn heupen, trok me naar zich toe en duwde haar bekken omhoog.
“Neuk me, Moets! Ik ben er zo aan toe om eens lekker genomen te worden!”
We vrijden langzaam, zonder zoeken, zonder onrust. Alles wat zich al in de auto en tijdens het eten had aangekondigd, vond hier een bestemming in onze fysieke intimiteit. Ze kwam zacht kreunend klaar, haar vingers in mijn schouders, haar ogen dicht. Daarna bleef ze liggen, één been over het mijne, haar hand op mijn buik.
“Dat was precies wat ik nodig had,” zei ze.
Ik knikte. “Het had ook niet anders gekund, het was onvermijdelijk.”
We bleven liggen, dicht tegen elkaar aan, haar hand rustend op mijn borst, mijn vingers traag over haar onderrug. Ze zei niets, maar schoof haar gezicht dichter naar mijn hals en zoende me zachtjes, haar adem warm tegen mijn huid. Ik streek met mijn duim langs haar sleutelbeen, langzaam, zonder doel.
Ze ademde diep in, zuchtte zacht, en trok het laken over ons heen. Toen manoeuvreerde ze haar billen tegen mijn onderbuik, bleef zo liggen, terwijl ze mijn arm over zich heen trok. “Dit is hopelijk niet eenmalig,” murmelde ze voordat ze in slaap viel.
“Wees maar niet bang,” zei ik zachtjes terug terwijl ik me lepeltje lepeltje tegen haar aan koesterde, “dit was te lekker om niet te herhalen.”
De volgende ochtend werd ik wakker van haar ademhaling. Ze lag op haar zij, rug tegen mijn borst, mijn hand onder haar arm, vlak tegen haar borsten aan. De kamer was schemerig, gordijnen nog gesloten. Ik rook haar huid, warm en licht bezweet.
Ze rekte zich uit en schoof haar billen iets dichter tegen me aan.
“Goedemorgen, Moets,” zei ze zonder om te kijken.
“Zeker weten,” zei ik terwijl ik mijn neus tegen haar nek drukte, eens diep adem haalde, haar een zoen gaf en met mijn hand over haar buik naar beneden ging.
Maar ze legde er zacht de hare overheen en zei zonder streng te klinken: “niet nu.”
Ik knikte, zei: “okay,” en kuste haar schouder.
Ze draaide zich om, keek me aan. “Dit was heerlijk,” zei ze, “maar ik ga geen relatie met je beginnen. Daar heb ik de ruimte niet voor.”
“Mooi,” zei ik. “Ik wil ook geen gedoe. Geen afspraken of verwachtingen.”
“Alléén als het goed voelt.”
“Èn als het discreet blijft.”
Ze glimlachte. “Natuurlijk.”
We stonden op, douchten in de eigen badkamer en kleedden ons aan, gemakkelijke kleding zoals in het programma stond aangekondigd. Beneden in de ontbijtruimte zaten de eersten al met koffie en broodjes. Catarina nam een gekookt ei en een snee roggebrood, ik hield het bij yoghurt, wat muesli en thee. We zaten bij anderen aan tafel, maar zwegen over de nacht.
Om negen uur begon de eerste training in zaal 2. De stoelen stonden in een hoefijzeropstelling. Voorin lagen naamkaartjes, flip-overs en viltstiften. Een trainer met een zandkleurig colbert vroeg ons om iets over onze ‘professionele voorkant’ te vertellen.
Ik voelde haar blik even, toen ik ging zitten. Daarna keek ze weg.
De trainer heette Ewout. Hij droeg een colbert zonder das en sprak met de gezagvolle luchtigheid van iemand die niet meer hoefde te twijfelen aan zijn methode. Na een korte introductie over het programma verdeelde hij ons in vier groepjes van drie. Ik kwam terecht bij Frits en Janine. Catarina werd ingedeeld met Roel en Mirjam, een wat kleurloze vrouw van de vestiging Den Bosch.
De opdracht was eenvoudig: ontwerp in twintig minuten een korte intake voor een fictieve klant met motivatieproblemen. Eén speelt de klant, de anderen zijn adviseurs. Daarna presenteert het groepje hun aanpak.
Ik hield mijn aandacht bij ons gesprek, maar mijn blik gleed steeds terug naar de overkant. Roel zat onderuit, benen gespreid, armen losjes over elkaar, het type dat zijn positie zonder woorden opeist. Cat zat rechtop, pen in de hand, het voorstel opbouwend. Roel onderbrak haar een paar keer.
“Wacht even,” zei hij, “dat is wel erg schools. Misschien moeten we dit gewoon pragmatischer benaderen.”
Toen ze een toelichting gaf op een interviewtechniek, grijnsde hij: “Kijk aan, de theorie hebben we binnen.”
Cat legde haar pen neer, keek hem aan. “Wil je meedoen of alleen commentaar leveren?”
“Gewoon meedenken,” zei hij. “Maar voel je vrij om het voortouw te nemen hoor. Lijkt me dat je daar toch op mikt.”
Mirjam keek naar haar notities en zei niets.
Tijdens de presentatie nam Roel vanzelfsprekend het woord. Hij zette de context uiteen, schoof de aanpak toe aan Cat, “die had daar al een vrij uitgewerkt beeld bij”, en keek daarbij kort om zich heen alsof hij controleerde of we dat ook zagen.
Toen Cat sprak, hield ze haar toon strak, maar haar gezicht was iets bleker dan anders.
Ewout wachtte tot ze klaar was. “Hoe hebben jullie dit voorbereid?”
Roel antwoordde direct. “We hebben het samen doorgesproken, maar de insteek kwam van haar.”
Ik stak mijn hand op. “Mag ik iets zeggen als observator?”
Ewout knikte. “Graag.”
“Wat ik zag,” zei ik, “was dat Catarina inhoudelijk het voortouw nam, en Roel vooral commentaar leverde, tot aan de presentatie. De credit ging naar haar, de controle bleef bij hem. Als dit een intake was geweest, had de klant in elk geval geweten wie er de grootste mond had.”
Er viel een korte stilte.
Roel trok één wenkbrauw op, glimlachte dun. “Zeg je nu dat ik haar overschreeuwde?”
“Dat hoeft niemand te zeggen,” antwoordde ik. “Je liet het zien.”
Ewout knikte. “Dat is precies de waarde van observatie. Dank je, Mucike.”
Catarina liep terug naar haar stoel en ging zitten. Haar voet raakte de mijne, kort maar duidelijk.
Tijdens de koffiepauze stonden we verspreid bij de hoge tafels naast de schuifdeuren naar het terras. Er was filterkoffie in thermoskannen, met suikerzakjes en poedermelk in een bakje ernaast alsook plakjes marmercake. Catarina stond iets apart, haar rug naar de rest. Ik liep naar haar toe en schonk mezelf koffie in. Ze zei niets, maar toen ik naast haar ging staan, draaide ze zich iets naar me toe.
“Dat was scherp daarnet,” zei ze zacht. “Dank je.”
Ik knikte. “Het viel te veel op om niks te zeggen.”
Ze keek opzij naar de groep. “Ze houden van spelletjes, die drie.”
“Dat maakt het gemakkelijker,” zei ik. “Spelletjes kun je winnen.”
Na de lunch liep ik even naar buiten. Naast de parkeerplaats stond een stenen bank in de zon, met uitzicht op de weg. Mirjam zat er al, benen over elkaar, rok net boven de knie, een beker met thee in haar handen. Ze keek niet op toen ik eraan kwam, dus ging ik naast haar zitten zonder iets te zeggen.
Na een halve minuut zei ze: “Ik was het niet eens met hoe Roel zich gedroeg vanmorgen.”
Ik knikte. “Dat viel me op.”
Ze draaide haar hoofd iets. “Ik ben niet zo van het conflict. Zeker niet in een groep. Maar ik zag wat er gebeurde.”
“Ik zag het ook, vandaar dat ik er iets van zei. Maar ik vind dan ook dat elke adviseur het in zich moet hebben om dit soort situaties aan de kaak te stellen. Het gaat erom dat wij een verhelderende functie hebben in plaats van dat we door ons gedrag bijdragen tot misleiding.”
Ze zweeg even. “Je hebt gelijk, misschien had ik wel moeten ingrijpen tijdens ons voorbereidende werk. Catarina heeft een sterke aanwezigheid. Niet luid, maar helder. Dat triggert hem, denk ik.”
“Of het maakt hem onzeker.”
Ze glimlachte. “Misschien allebei.”
Een auto reed het terrein op, iemand stapte uit met een aktetas. We keken er allebei naar.
“Vind je dit werk leuk?” vroeg ze toen.
“Het is te vroeg om dat te zeggen. Maar ik weet wel dat ik mensen wil kunnen vertrouwen met wie ik samenwerk.”
Ze knikte langzaam, dronk haar thee verder op en stond toen op. “Bedankt dat je voor Cat opkwam. Dat helpt meer mensen dan je denkt.”
Het middagblok vond plaats in zaal 3, waar de tafels aan de kant waren geschoven en drie rijen stoelen klaarstonden. Voorin hing een flip-over waarop met viltstift vier kernbegrippen waren genoteerd: luisteren, structureren, doorvragen, samenvatten. De trainer, een vrouw van in de veertig met kort haar en een vaste stem, lichtte toe dat we in duo’s een intakegesprek zouden oefenen. Eén van ons zou de interviewer zijn, de ander een fictieve klant; de rest observeerde en gaf achteraf feedback.
Ik werd gekoppeld aan Catarina. We wisselden geen woord toen we onze stoelen tegenover elkaar schoven. Zij begon, ik was de klant, een hoofd productie, die geconfronteerd werd door stagnatie in de samenwerking, een verlaagde output en lichte weerstand tegen externe inmenging.
Ze begon direct, zonder aarzelingen, met een neutrale openingsvraag. Ik antwoordde kort en afhoudend, zoals de opdracht voorschreef. Ze liet zich niet opjagen. Haar lichaam was stil en ze hield haar handen losjes op haar bovenbenen. Ze parafraseerde mijn antwoorden nauwkeurig, zonder interpretatie. Alleen haar wenkbrauwen bewogen af en toe, als kleine signalen van concentratie.
Toen ik haar bewust tegensprak op een punt, ik zei dat er geen probleem was, ondanks het verzuim, hield ze even stil. “Wat maakt dat u dat zegt?” vroeg ze. “Want eerder zei u dat er spanningen zijn.”
De trainer krabbelde iets op haar blocnote.
Na tien minuten wisselden we. Zij was nu het hoofd facilitair, vermoeid door een reeks mislukte reorganisaties. Ik bleef dicht bij de rol, stelde weinig vragen, keek vooral. Toen ze op een bepaald moment haar zin onderbrak en naar de grond keek, vroeg ik: “Wanneer was de laatste keer dat u zich gehoord voelde?”
Ze keek op. Even was er geen spel.
“Dat is lang geleden,” zei ze.
Toen was het klaar.
We zetten onze stoelen terug in de kring. De trainer gaf directe feedback. “Jullie waren opvallend goed op elkaar afgestemd. Stiltes werden benut en reacties kwamen niet te snel. En het moment van herkenning, dat was echt.”
Ze zei niets, haar handen stil op haar benen. We zaten dicht genoeg om elkaar te raken, maar deden het niet.
We zeiden niets toen de trainer doorging naar de volgende groep. Het moment ging voorbij in het grotere ritme van de middag, zoals dat de rest van de weken ook zou gebeuren.
De dagen daarna kregen een voorspelbare structuur, waarin concentratie, evaluatie en afwisseling elkaar moeiteloos opvolgden. We wisselden van zaal, van trainer, van opdracht. Soms werkte ik met Janine, soms met Mirjam en af en toe met een van de mannen. De onderlinge verhoudingen begonnen zich af te tekenen. Frits wilde altijd iets toevoegen, Roel iets controleren, Janine iets verduidelijken. Catarina luisterde, woog af en koos momenten.
Tussen haar en mij ontstond een vanzelfsprekendheid die niemand benoemde. We zaten vaak naast elkaar, maar niet altijd. Soms wisselden we blikken, meestal niet. Wanneer we samen een oefening deden, liep het, helder, doelgericht en zonder ruis. We gaven elkaar niets cadeau, maar het klikte. Inhoudelijk én lichamelijk.
De weken die volgden verliepen in een ritme dat zich sneller liet herhalen dan ik had verwacht. Ochtenden gevuld met opdrachten, simulaties, evaluaties. Middagen met oefeningen, presentaties of reflecties.
Catarina en ik werkten regelmatig samen, niet op voorstel van de trainers, maar omdat het efficiënt was. Onze verhouding bleef zoals we hadden afgesproken. En soms gebeurde het. Geen afspraak of aanloop. Maar als het moment er was, gingen we dan ook voluit zonder enig voorbehoud.
De eerste keer na die nacht vond plaats na een lange trainingsdag. We hadden samen een groepsproces moeten analyseren en waren het op details oneens geweest, tot op de grens van irritatie. Na afloop bleven we hangen in de zaal, veegden een whiteboard schoon en zetten stoelen recht. De spanning van de dag hing nog in ons lijf.
Zonder iets te zeggen liep ze met me mee naar boven. Ik deed de tussendeur open. Ze kwam meteen achter me aan.
We kleedden elkaar uit zoals je een routine uitvoert die je door en door kent: gericht, met de juiste druk en alles in de juiste volgorde. Ze ging op handen en knieën voor me zitten, draaide haar gezicht daarna naar mij toe en zei: “Niet lief doen,” zei ze, “neem me hard, zo hard als je kan!”
Ik pakte haar heupen vast en spietste me in één korte felle beweging in haar waarna ik me traag in haar bewoog, elke stoot zwaar en diep. Elke stoot harder dan de vorige.
“Is dit wat je wilt?” vroeg terwijl ik haar steeds feller en harder neukte.
“Ja,” kreunde ze, “harder, nog harder!”
Ze kreunde niet hard, maar hijgde met open mond en haar ogen dicht.
“Ja, toe dan!”
Toen ze kwam met haar hoofd zijwaarts op bed liggend, had ze haar ogen wijd open terwijl ze verkrampt, schokkend tegen mijn buik op de toppen van haar climax haar orgasme onderging. Ik voelde haar sap langs mijn lul naar buiten druipen.
Daarna liet ze los en liet zich volkomen ontspannen op het bed zakken. “Ben jij al gekomen?” vroeg ze na een tijdje toen ze me tegen zich aan trok.
Ik schudde mijn hoofd en zei: “We hebben toch nog tijd, of niet soms? Of ben je aan het eind van je Latijn?”
“Ik weet niet of ik je nog in mijn kut kan hebben, Moets,” antwoordde ze, “maar als je wil mag je me in mijn kontje neuken! Maar ik wil nog wel even bijkomen, okay?”
Ik kuste haar op haar mond en humde bevestigend.
“Wil je wat drinken?” vroeg ik terwijl ik even van bed opstond om voor mezelf een glas water in te schenken.
“Water is wel lekker!”
Nadat we hadden gedronken en de glazen op het nachtkastje hadden gezet, nam ze mijn half harde lul in haar hand en begon me af te trekken totdat hij weer fier overeind stond.
“Heb je geen glijmiddel nodig?” vroeg ik toen ze zich op haar buik draaide en haar kont pront naar boven stak.
“Neen, ik ben wel wat gewend,” zei ze met een luchtige stem, “kom, pak me!”
Ik duwde mijn eikel voorzichtig tegen haar poepgaatje aan en merkte dat ik heel gemakkelijk naar bunnen gleed.
“Ohhh! Wat is dit lekker!” kreunde ze, “neuk me, Moets!”
Ik begon te bewegen, eerst rustig, toen steeds harder en feller.
“Ja, ohhh, ja, hmmm! Ik kom weer!!!”
Op het moment dat zij haar tweede climax van de avond kreeg, kwam ook ik klaar en spoot haar anus helemaal vol met mijn zaad.
We lieten ons als een vaatdoeken op bed neervallen.
“Dit was erg goed, Moets. Jij weet hoe je een vrouw moet verwennen!”
“Je moet jezelf niets tekort doen, Cat! Je kunt er anders ook wat van!”
Badend in het zweet lagen we nog even uit te hijgen van de inspanning die we beiden hadden geleverd. Mijn bed was een zooitje geworden na onze vrijpartij, zodat we , na eerst een verfrissende douche te hebben genomen, in haar bed de nacht doorbrachten.
In de weken daarna gebeurde het nog een paar keer. De tweede keer gebeurde na een lange dag vol rollenspellen, waarin we aan drie verschillende duo’s observaties moesten geven. Het was laat geworden, de sfeer loom. Ik had me gedoucht, zat op mijn kamer met een handdoek over mijn schouders, toen ik haar stem hoorde door de tussendeur.
“Ben je daar?”
Ik stond op en draaide de sleutel om. Ze kwam binnen in joggingbroek en shirt, geen make-up, haar haar los.
“Ik kon niet slapen.”
Ze bleef staan, keek naar me. Ik hield mijn hand op haar buik en wachtte. Ze kwam dichterbij, trok mijn hand naar beneden en zei: “Zonder praten, Moets.”
Ik trok haar shirt uit, duwde haar tegen de muur en trok haar broek naar beneden. Ze had niets eronder. We zoenden hard, met tanden, terwijl ik haar vingers in haar heupen kneep. Ze draaide zich om, leunde voorover met haar handen tegen de muur en duwde haar kont naar achteren.
“Doe het.”
Ik ging achter haar staan en drong in haar, traag en diep. Ze kreunde laag, haar adem haperde bij elke stoot. “O, mijn God, ik heb dit zo nodig!”
Ik hield haar vast bij haar heupen, trok haar naar me toe en kwam met mijn gezicht in haar nek, nat van het zweet.
Toen we klaar waren, bleef ze zo staan, haar hoofd gebogen, handen nog op de muur.
“Weet je wat ik zo fijn vind?” vroeg ze terwijl ze haar broek weer optrok.
“Zeg het maar.”
“Dat je me geen vragen stelt.”
Ze verliet de kamer zonder zich om te draaien.
Andere keren waren soms kort en soms langer. Eén keer onder de douche, zonder voorspel. Eén keer op haar kamer, op het tapijt, tussen de meubels. Er werd niet over gepraat. Er waren geen signalen vooraf, noch werd er toestemming gevraagd, het gebeurde gewoon alsof het een vanzelfsprekendheid was.
Ik voelde aan alles dat ze niets wilde uitleggen of wilde bespreken. Ze wilde gewoon genomen worden.
De laatste keer gebeurde op de vooravond van de allerlaatste trainingsdag. Het had geregend, de lucht was zwaar. We hadden die dag een eindpresentatie gedaan en onze samenwerking was strak geweest, zonder ruis. Ik stond bij het raam toen ze, zonder kloppen, binnenkwam. Ze had alleen een badjas aan. Opnieuw werden geen woorden uitgesproken; er was ook geen echt voorspel. Ze knoopte het kledingstuk los en ging op bed zitten.
Ik liep naar haar toe en knielde tussen haar benen. Ze spreidde zich vanzelf. Haar geur was scherp en warm. Ik likte haar clitoris tot ze begon te trillen en haar eerste climax kreeg. Ik likte haar sap op en kuste de binnenkant van haar dijen. Toen ze weer een beetje bijgekomen was, drukte ze mijn hoofd tegen haar vulva aan terwijl ze haar vagina tegen mijn mond aan wreef totdat ze haar tweede orgasme kreeg.
“Jah! Wat kun je dat toch lekker, Moets!”
Ze ging verder op bed liggen en spreidde haar benen. “Kom, neuk me nu!”
Ik duwde mijn lul in haar en begon te stoten. Ze klemde zich onder me vast, haar nagels in mijn onderarmen.
“Harder,” zei ze. “Blijf erin.”
Ik bleef, tot het klaar was.
We lagen naakt op bed, haar benen over de mijne, onze handen verstrengeld. Ze zei: “Ik wil niet dat dit iets wordt, Moets. Ook al ben je wellicht de beste sekspartner die ik ooit heb gehad. Ik wil er nu geen ruimte voor in mijn leven maken!’”
“Dat wordt het dan ook niet, ook al denk ik dat het iets zouden zijn tussen ons beiden” zei ik.
Ze viel in slaap met haar hoofd op mijn schouder. Ik bleef nog even wakker.
Op de laatste vrijdag kregen we te horen dat onze opleiding werd afgesloten met een meeloop-opdracht. En als die goed zou worden afgesloten, was dat meteen het einde van de proeftijd. Iedereen werd aan een vestiging gekoppeld, met een ervaren adviseur uit de praktijk. Ik ging naar de RPD in Den Haag. Catarina werd toegewezen aan het AMC in Amsterdam.
Niemand sprak over het einde, maar het hing in de lucht. Tijdens de lunch was het stiller dan anders. Blikken bleven net iets langer hangen. Tassen werden met meer precisie gepakt.
Toen ik mijn kamer verliet, stond ze in de gang met haar jas over haar arm.
“We hebben het overleefd,” zei ik.
Ze knikte. “En niemand weet iets.”
Ik glimlachte. “Zoals het hoort.”
Beneden op het grindpad stonden drie taxi’s en een busje. Ze liep naar een van de wagens, draaide zich half om.
“Moets,” zei ze.
Ik keek haar aan.
“Als je ooit denkt dat dit iets was, vergeet dat dan.”
“Gebeurt niet, Cat. Dat was ook de afspraak”
Ze knikte. “Goed zo.”
Ze stapte in. Ik liep naar de andere kant van het terrein, waar mijn lift al op me wachtte.
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10