Door: Franciesco
Datum: 15-08-2025 | Cijfer: 9 | Gelezen: 1949
Lengte: Lang | Leestijd: 16 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Likken, Neuken, Pijpen, Vakantie, bali,
Lengte: Lang | Leestijd: 16 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Likken, Neuken, Pijpen, Vakantie, bali,
Vervolg op: Vakantie Op Bali - 2
De zon staat hoog als we plaatsnemen op het houten terras van het hotel restaurant. Het uitzicht is prachtig: palmbomen, zee, het zwembad glinsterend in het licht. Maar jij tegenover me in dat witte strandjurkje, je haar nonchalant opgestoken, je huid nog rood van eerder bent mooier dan al het andere om ons heen.
Je speelt met je glas, nipt van je water met munt en limoen. Je ogen zijn zacht, loom. Maar ook helder. Vervuld van iets wat diep in je lijf is losgemaakt.
Ik kijk naar je handen, je hals, het randje van je jurk. En ik weet: ik ben nog lang niet klaar met je. Maar voor nu… even rust. Even zuurstof. Even samen lachen om hoe we elkaar deze vakantie uitkleden zonder woorden.
“Als iemand ons vanochtend gehoord heeft,” zeg je plagend, “kunnen we morgen meteen boeken bij het volgende resort.”
Ik grijns. “Dan nemen we Femke en Thomas gewoon mee.”
Je bijt op je lip. “Als ze willen…”
Na de lunch wandelen we terug naar de kamer, nemen een korte duik in het zwembad, dutten een uur in de schaduw. Bali voelt zacht, zinderend, loom. Alsof het eiland zelf in onze sfeer is meegegaan.
Tegen het einde van de middag wanneer de zon lager zakt en het licht goud wordt lopen we langs het pad richting het strand. Jij pakt mijn hand. En dan, plotseling, hoor je gelach. Bekend.
We draaien ons om.
Femke en Thomas komen net de hoek om van het zwembad, hand in hand. Thomas draagt een open linnen shirt, Femke een luchtig rokje en een strapless top waar haar tepels licht doorheen drukken.
Ze zien ons, en stoppen even.
Dan glimlacht Thomas. Niet speels. Niet onzeker.
Maar… uitnodigend.
Femke kijkt jou aan. Even maar. Dan naar mij.
"Zin in een drankje voor vanavond?" vraagt ze.
Jij antwoordt niet meteen. Maar je trekt mijn hand iets steviger vast.
De avond is warm, de hemel rood paars van de ondergaande zon. Jullie zitten met z’n vieren op het houten terras van het hotelrestaurant, een tafel met zachte kussens en flakkerende kaarsjes. Blote voeten in slippers, gebruinde huid, haren nog zout van zee en wind.
Jij zit naast mij, Femke tegenover je. Thomas leunt relaxed achterover in zijn stoel, zijn glas witte wijn tussen zijn vingers. De sfeer is los, maar geladen. De lucht is vol verwachting. Alsof iedereen voelt dat woorden vanavond maar één functie hebben: de ruimte openen voor meer.
Na wat luchtige grapjes over het eten en de hitte zegt Femke ineens, zacht maar helder:
“Vanacht… die zee… dat was niet zomaar.”
Het gesprek verstomt even. Jij draait je glas rond in je hand. Dan kijk je haar aan.
“Het voelde alsof we iets mochten doen, wat normaal niet ‘mag’,” zeg je. “En dat maakte het juist zó… echt.”
Thomas knikt. “Ik zag het aan jullie. Jullie keken naar elkaar… niet als stel dat iets ‘deelt’. Maar als mensen die elkaar toestemming geven.”
Ik voel mijn hand naar jouw dij glijden onder de tafel. Je legt je hand op de mijne. Geen afremming.
Femke zet haar glas neer. Ze kijkt ons aan. “Ik heb me nog nooit zo vrouw gevoeld… als toen ik mezelf mocht laten zien voor jullie ogen.”
“Je liet alles zien,” zeg ik grijnzend.
Ze lacht. En knipoogt.
Dan, alsof het gestuurd wordt, schuift er een ander stel aan bij de tafel naast jullie. Ook Nederlands, eind 30. Zonnegebruind. De vrouw heeft kort donker haar, een witte jurk zonder rug. De man draagt een open shirt over een gespierd bovenlijf. Ze maken oogcontact met jullie. Hij knikt vriendelijk, zij glimlacht naar jou.
Thomas maakt een opmerking over de wijnkaart. De man hoort het, draait zich om.
“Als jullie iets écht lekkers willen drinken,” zegt hij, “moet je deze proberen.” Hij schuift zijn fles naar jullie toe. “Gekoeld. Lokaal. Maar verrassend goed.”
Er wordt gelachen. Glazen gevuld. De stoelen worden iets verschoven.
En zonder het uitgesproken te hebben,
zijn jullie nu met z’n zessen.
Jij kijkt me aan.
En ik zie dezelfde vonk als vannacht
maar dit keer brandt die niet alleen tussen ons,
maar over de hele tafel.
De kaarsen flakkeren zacht op tafel, de glazen zijn alweer een paar keer gevuld. Het nieuwe stel stelt zich voor als Niels en Eva. Ze zijn uit Utrecht, net als Thomas en Femke. Al snel gaat het over reizen, Balinese keuken, snorkelplekken… maar onder de woorden broeit iets anders.
Eva leunt wat naar voren als ze met jou praat. Haar witte jurk zakt iets open, haar borst licht zichtbaar in het kaarslicht. Ze glimlacht vaak. Subtiel. Soms met haar tong tegen haar lip. Haar ogen zoeken niet alleen jouw blik, maar ook die van je vriendin.
Jij merkt het. Je hand glijdt onder tafel over mijn dij. Je nagel krast zacht over mijn huid. Je praat met Thomas, maar ik voel je aandacht bij Eva.
Femke praat met Niels. Haar been ligt nonchalant over het zijne. Hun glazen raken elkaar vaker dan nodig. Hij kijkt haar vaak aan als ze spreekt, met lichte bewondering in zijn blik of is het begeerte?
Eva draait zich iets op haar stoel. Haar knie raakt die van jou. Ze zegt niks. Jij ook niet. Maar je verplaatst je hand iets. En zij beweegt niet weg.
Thomas merkt het. Hij kijkt op. Naar jou. Dan naar mij.
En ik zie het: we zitten niet meer met twee stellen en een toevallig stel erbij.
We zijn één cirkel geworden. Één mogelijkheid.
Dan begint Eva zacht over gisteravond. Ze had jullie gezien. Niet alles, maar… net genoeg.
“Ik hoorde iets… in het donker. Zachte stemmen. Water dat anders klonk. En ik dacht: of daar wordt gezwommen… of daar gebeurt iets wat veel dieper gaat dan zwemmen.”
Iedereen lacht. Niet hard. Eerder… bevestigend.
“En?” vraag jij.
Ze kijkt je aan. Geen schaamte. Geen blos. Alleen honger.
“Ik vond het prachtig.”
Je schuift iets naar haar toe.
“Wil je het nog eens zien?” vraag je zacht.
Ze slikt. En knikt.
Dan staat ze op. “Wij zitten in bungalow 5.”
Niels staat ook op. Pakt haar hand.
Thomas en Femke kijken naar elkaar. En dan naar jullie.
Jij kijkt mij aan.
En ik knik. Langzaam.
Niet als toestemming. Maar als bevestiging van wat we allebei allang voelen:
De deur van bungalow 5 valt zacht dicht achter ons. Het ruikt er naar hout, aftersun en iets bloemigs. In het midden van de kamer staat een enorm bed breed, uitnodigend, met een wit laken dat strak gespannen ligt onder het warme licht van een wandlamp. De gordijnen zijn open, de zee hoor je in de verte.
Niemand zegt iets.
Tot Eva haar schoenen uitschopt. Ze draait zich naar ons toe, haar jurk licht opwaaiend. Geen slipje. Ze beweegt zich soepel, met zelfvertrouwen. Haar borsten tekenen zich zichtbaar af onder de dunne stof.
Jij stoot zacht mijn hand aan. Je ogen volgen haar. Ik zie het aan je gezicht jij vindt haar fascinerend. Niet bedreigend. Niet verwarrend. Maar… opwindend. Nieuw. Rauw.
Femke komt naast me staan, haar hand op mijn onderrug. Niels schenkt nog een glas in. Thomas trekt langzaam zijn overhemd uit, een trage beweging. Zijn ogen glijden van jou naar Eva. Hij likt zijn lippen. Jij merkt het en doet je haar los, laat het over je schouders vallen.
Dan is er een kus.
Ik weet niet wie hem begon jij en Eva? Femke en Niels? maar plots zijn er drie stelletjes in beweging. Lichamen draaien naar elkaar toe. Lippen vinden elkaar. Stoffen schuiven weg. Knoopjes worden losgemaakt. Monden raken halzen. Handen verkennen heupen, ruggen, bovenbenen.
Ik zie hoe jij met Eva op het bed gaat zitten. Je handen op haar dijen, haar jurk omhoog. Ze fluistert iets in je oor. Jij knikt. Dan kijken jullie samen naar mij.
Femke zit nu op haar knieën, achter me, haar lippen in mijn hals. Niels staat tegenover haar. Zijn shirt is los, zijn blik gefocust. Hij legt zijn hand op jouw onderrug, terwijl jij nog steeds Eva kust. Zijn aanraking is rustig, open, afstemmend.
Thomas gaat op het bed zitten naast Eva en kijkt naar hoe jij haar streelt. Jouw hand glijdt over haar buik, langzaam. Zij ademt diep. Ze sluit haar ogen. Jij kust haar sleutelbeen, terwijl je jouw vingers over haar dijen laat dansen.
Het bed vult zich met lichamen. Blote schouders, naakte huid, zachte zuchten. Alles in ritme.
Ik voel Femke achter me mijn shirt losmaken. Haar borsten drukken tegen mijn rug. Jij kijkt op, zoekt mijn ogen, en glimlacht. Niet om toestemming — maar om me te laten zien: ik ben hier. Ik zie jou. En dit doen we samen.
Langzaam kantelt de groep. Niels naast jou. Jij draait je lichaam naar hem toe, kust zijn borst. Eva leunt naar mij. Haar lippen raken mijn hals. Femke zoent Thomas. Iedereen beweegt. Niemand dwingt.
Het is geen chaos.
Het is een golf.
Zes lichamen, stromend in een langzaam opbouwend ritueel. De kamer vult zich met warmte, geuren, fluisteringen, en het beloftevolle gekreun van wat nog gaat komen.
Het bed is warm van huid. De lakens verfrommeld. Lichamen liggen kriskras door elkaar, als een ritme dat vanzelf is ontstaan. Overal kussen mensen elkaar. Fluisteringen vermengen zich met zachte kreten. Zes ademhalingen vormen samen een golvende puls.
Ik zit tegen het hoofdbord, mijn benen half gespreid. Eva ligt tussen mijn benen, op haar zij. Haar hoofd op mijn dij, haar handen op mijn borst. Haar huid is zacht, haar haren ruiken naar kokos. Ze kijkt me aan met die dromerige blik van iemand die volledig in het moment zit. Ze kust me — eerst mijn buik, dan langzaam omhoog, naar mijn borst.
Naast ons ligt Femke met haar hoofd tussen de dijen van jouw vriendin. Haar handen glijden over jouw partner's bovenbenen. Jij ligt ernaast, op je zij, je gezicht dicht bij Femke's. Je kust haar terwijl zij jouw vriendin verwent. Jullie drieën bewegen als één organisme. Jouw hand ligt op Femke’s onderrug. Haar rug bolt telkens op bij elke zucht die jouw vriendin maakt.
Aan de andere kant zit Niels. Hij knielt achter jou, zijn hand rustend op jouw heup. Jij kijkt even achterom, zoekt zijn blik. Niet vragend. Gewoon… wetend. Hij buigt naar voren, zijn borst tegen jouw rug. Jij draait je hoofd en kust hem, langzaam, met gesloten ogen. Jullie monden blijven even aan elkaar geplakt. Als een bevestiging: het mag. Het klopt. We doen dit samen.
Thomas ligt languit met zijn hoofd vlak bij Eva’s voeten. Hij kust haar enkels, haar kuiten, zijn handen glijden over haar heupen. Zij buigt zich half over mij heen, haar borsten zacht tegen mijn buik, haar adem warm op mijn huid. Haar vingers volgen lijnen over mijn binnenbenen — geen haast, geen doel. Alleen spelen.
Het bed beweegt zacht. Niet wild. Geen storm. Maar als een boot die op het punt staat los te komen van de kade.
Er wordt gefluisterd. Geproefd. Aangeraakt.
Je hoort hoe jouw vriendin zacht kreunt. Je hoort hoe Femke lacht tegen haar huid. Je hoort Eva’s adem versnellen tegen mijn buik. Je voelt Niels achter je, zijn handen op je rug. En ik… ik zie jou. In het midden van dit alles. Vrij. Open. Gezien.
De kamer ruikt naar warmte, huid, wijn en verlangen. De lakens liggen als golven om ons heen warm, nat, verfrommeld. Kussens zijn verschoven, lichamen verstrengeld. Er is geen boven of onder meer, geen vast koppel. Alleen zes mensen die ritmisch om elkaar heen bewegen.
Femke ligt half op haar buik, haar vingers omklemmen een hand die niet meer te herleiden is. Haar rug spant, haar ogen gesloten, haar mond op een kussen gedrukt. Haar ademhaling stottert in korte uitbarstingen. Ze is er bijna.
Eva ligt achterover over jouw benen, haar borsten op en neer met elke ademhaling. Haar ogen zijn wazig, haar dijen trillen bij elke aanraking. Ze gromt zacht, haar hoofd valt achterover.
Jouw vriendin ligt met haar hoofd tegen Niels’ schouder, haar ogen wijd, haar vingers stevig in zijn rug geklauwd. Ze beweegt haar heupen traag, dan sneller. Haar kaak spant zich. Ze is op een rand die niet meer te stoppen is.
Jij zit op je knieën, handen op Eva’s heupen, je borst nat van zweet, je gezicht strak van concentratie. Jouw blik glijdt over elk lichaam — vol, trots, hongerig. Maar ook bewogen. Je ziet hen, haar, mij. En alles klopt.
Thomas kreunt vlak naast jou. Zijn hand ligt op jouw schouder. Een anker. Zijn hoofd tegen Femkes hals. Hij bijt op zijn lip. Zijn bekken trekt samen. Hij houdt zich net vast.
Dan gebeurt het.
Een eerste kreun.
Een adem in stukjes.
Een schok onder de lakens.
Femke's lijf buigt als een pijlboog. Eva klampt zich vast aan jouw dij. Jouw vriendin gilt het bijna uit, haar hele lijf schokkend. Thomas verstijft, gromt hees. Niels perst zijn adem tussen zijn tanden door.
En jij?
Jij laat los.
In het midden van alles beweging, stemmen, zweet geef jij je over. Je komt. In hart, lijf en hoofd. Niet in stilte, maar in een echo van de vijf anderen die net als jij alles voelen branden en oplossen tegelijk.
Zes stemmen. Zes lijven.
Eén ritme.
De kamer valt stil. Alleen ademhaling blijft. En zweet. En strelingen. En de herinnering aan iets wat geen van jullie ooit opnieuw zal kunnen benoemen.
De ochtendzon kleurt de lucht zacht goud wanneer we in alle rust ontbijten op het terras van het hotel. De geur van koffie en fruit vermengt zich met warme herinnering. We zitten met z’n zessen, jij dicht tegen me aan, Femke met haar voeten op Thomas’ schoot, Eva’s hoofd tegen Niels’ schouder. De sfeer is stil, maar niet ongemakkelijk. Eerder… geladen in dankbaarheid.
Er wordt weinig gepraat. Alleen blikken. Lichte glimlachen. De hand op een dij. Een vinger die langs een pols strijkt. Alles zegt: we weten het. We bewaren het. We hoeven het niet uit te leggen.
Wanneer we onze koffers pakken, zijn er geen lange afscheidszinnen. Alleen een laatste kus. Een zachte knuffel. Een blik die langer blijft hangen dan gewoonlijk.
“Dank jullie wel,” zegt jij, terwijl je Femke nog één keer aankijkt. “Voor alles.”
Zij knikt. “We nemen dit voor altijd mee.”
Dan stappen we in de taxi. Hand in hand, zonder te praten. Onze vingers verweven nog steeds als vanzelf. Mijn lichaam is loom, maar mijn hoofd helder. Jouw blik is naar buiten gericht — maar ik zie aan je mondhoeken: jij denkt terug aan alles wat je vannacht voelde. En je lacht.
Je speelt met je glas, nipt van je water met munt en limoen. Je ogen zijn zacht, loom. Maar ook helder. Vervuld van iets wat diep in je lijf is losgemaakt.
Ik kijk naar je handen, je hals, het randje van je jurk. En ik weet: ik ben nog lang niet klaar met je. Maar voor nu… even rust. Even zuurstof. Even samen lachen om hoe we elkaar deze vakantie uitkleden zonder woorden.
“Als iemand ons vanochtend gehoord heeft,” zeg je plagend, “kunnen we morgen meteen boeken bij het volgende resort.”
Ik grijns. “Dan nemen we Femke en Thomas gewoon mee.”
Je bijt op je lip. “Als ze willen…”
Na de lunch wandelen we terug naar de kamer, nemen een korte duik in het zwembad, dutten een uur in de schaduw. Bali voelt zacht, zinderend, loom. Alsof het eiland zelf in onze sfeer is meegegaan.
Tegen het einde van de middag wanneer de zon lager zakt en het licht goud wordt lopen we langs het pad richting het strand. Jij pakt mijn hand. En dan, plotseling, hoor je gelach. Bekend.
We draaien ons om.
Femke en Thomas komen net de hoek om van het zwembad, hand in hand. Thomas draagt een open linnen shirt, Femke een luchtig rokje en een strapless top waar haar tepels licht doorheen drukken.
Ze zien ons, en stoppen even.
Dan glimlacht Thomas. Niet speels. Niet onzeker.
Maar… uitnodigend.
Femke kijkt jou aan. Even maar. Dan naar mij.
"Zin in een drankje voor vanavond?" vraagt ze.
Jij antwoordt niet meteen. Maar je trekt mijn hand iets steviger vast.
De avond is warm, de hemel rood paars van de ondergaande zon. Jullie zitten met z’n vieren op het houten terras van het hotelrestaurant, een tafel met zachte kussens en flakkerende kaarsjes. Blote voeten in slippers, gebruinde huid, haren nog zout van zee en wind.
Jij zit naast mij, Femke tegenover je. Thomas leunt relaxed achterover in zijn stoel, zijn glas witte wijn tussen zijn vingers. De sfeer is los, maar geladen. De lucht is vol verwachting. Alsof iedereen voelt dat woorden vanavond maar één functie hebben: de ruimte openen voor meer.
Na wat luchtige grapjes over het eten en de hitte zegt Femke ineens, zacht maar helder:
“Vanacht… die zee… dat was niet zomaar.”
Het gesprek verstomt even. Jij draait je glas rond in je hand. Dan kijk je haar aan.
“Het voelde alsof we iets mochten doen, wat normaal niet ‘mag’,” zeg je. “En dat maakte het juist zó… echt.”
Thomas knikt. “Ik zag het aan jullie. Jullie keken naar elkaar… niet als stel dat iets ‘deelt’. Maar als mensen die elkaar toestemming geven.”
Ik voel mijn hand naar jouw dij glijden onder de tafel. Je legt je hand op de mijne. Geen afremming.
Femke zet haar glas neer. Ze kijkt ons aan. “Ik heb me nog nooit zo vrouw gevoeld… als toen ik mezelf mocht laten zien voor jullie ogen.”
“Je liet alles zien,” zeg ik grijnzend.
Ze lacht. En knipoogt.
Dan, alsof het gestuurd wordt, schuift er een ander stel aan bij de tafel naast jullie. Ook Nederlands, eind 30. Zonnegebruind. De vrouw heeft kort donker haar, een witte jurk zonder rug. De man draagt een open shirt over een gespierd bovenlijf. Ze maken oogcontact met jullie. Hij knikt vriendelijk, zij glimlacht naar jou.
Thomas maakt een opmerking over de wijnkaart. De man hoort het, draait zich om.
“Als jullie iets écht lekkers willen drinken,” zegt hij, “moet je deze proberen.” Hij schuift zijn fles naar jullie toe. “Gekoeld. Lokaal. Maar verrassend goed.”
Er wordt gelachen. Glazen gevuld. De stoelen worden iets verschoven.
En zonder het uitgesproken te hebben,
zijn jullie nu met z’n zessen.
Jij kijkt me aan.
En ik zie dezelfde vonk als vannacht
maar dit keer brandt die niet alleen tussen ons,
maar over de hele tafel.
De kaarsen flakkeren zacht op tafel, de glazen zijn alweer een paar keer gevuld. Het nieuwe stel stelt zich voor als Niels en Eva. Ze zijn uit Utrecht, net als Thomas en Femke. Al snel gaat het over reizen, Balinese keuken, snorkelplekken… maar onder de woorden broeit iets anders.
Eva leunt wat naar voren als ze met jou praat. Haar witte jurk zakt iets open, haar borst licht zichtbaar in het kaarslicht. Ze glimlacht vaak. Subtiel. Soms met haar tong tegen haar lip. Haar ogen zoeken niet alleen jouw blik, maar ook die van je vriendin.
Jij merkt het. Je hand glijdt onder tafel over mijn dij. Je nagel krast zacht over mijn huid. Je praat met Thomas, maar ik voel je aandacht bij Eva.
Femke praat met Niels. Haar been ligt nonchalant over het zijne. Hun glazen raken elkaar vaker dan nodig. Hij kijkt haar vaak aan als ze spreekt, met lichte bewondering in zijn blik of is het begeerte?
Eva draait zich iets op haar stoel. Haar knie raakt die van jou. Ze zegt niks. Jij ook niet. Maar je verplaatst je hand iets. En zij beweegt niet weg.
Thomas merkt het. Hij kijkt op. Naar jou. Dan naar mij.
En ik zie het: we zitten niet meer met twee stellen en een toevallig stel erbij.
We zijn één cirkel geworden. Één mogelijkheid.
Dan begint Eva zacht over gisteravond. Ze had jullie gezien. Niet alles, maar… net genoeg.
“Ik hoorde iets… in het donker. Zachte stemmen. Water dat anders klonk. En ik dacht: of daar wordt gezwommen… of daar gebeurt iets wat veel dieper gaat dan zwemmen.”
Iedereen lacht. Niet hard. Eerder… bevestigend.
“En?” vraag jij.
Ze kijkt je aan. Geen schaamte. Geen blos. Alleen honger.
“Ik vond het prachtig.”
Je schuift iets naar haar toe.
“Wil je het nog eens zien?” vraag je zacht.
Ze slikt. En knikt.
Dan staat ze op. “Wij zitten in bungalow 5.”
Niels staat ook op. Pakt haar hand.
Thomas en Femke kijken naar elkaar. En dan naar jullie.
Jij kijkt mij aan.
En ik knik. Langzaam.
Niet als toestemming. Maar als bevestiging van wat we allebei allang voelen:
De deur van bungalow 5 valt zacht dicht achter ons. Het ruikt er naar hout, aftersun en iets bloemigs. In het midden van de kamer staat een enorm bed breed, uitnodigend, met een wit laken dat strak gespannen ligt onder het warme licht van een wandlamp. De gordijnen zijn open, de zee hoor je in de verte.
Niemand zegt iets.
Tot Eva haar schoenen uitschopt. Ze draait zich naar ons toe, haar jurk licht opwaaiend. Geen slipje. Ze beweegt zich soepel, met zelfvertrouwen. Haar borsten tekenen zich zichtbaar af onder de dunne stof.
Jij stoot zacht mijn hand aan. Je ogen volgen haar. Ik zie het aan je gezicht jij vindt haar fascinerend. Niet bedreigend. Niet verwarrend. Maar… opwindend. Nieuw. Rauw.
Femke komt naast me staan, haar hand op mijn onderrug. Niels schenkt nog een glas in. Thomas trekt langzaam zijn overhemd uit, een trage beweging. Zijn ogen glijden van jou naar Eva. Hij likt zijn lippen. Jij merkt het en doet je haar los, laat het over je schouders vallen.
Dan is er een kus.
Ik weet niet wie hem begon jij en Eva? Femke en Niels? maar plots zijn er drie stelletjes in beweging. Lichamen draaien naar elkaar toe. Lippen vinden elkaar. Stoffen schuiven weg. Knoopjes worden losgemaakt. Monden raken halzen. Handen verkennen heupen, ruggen, bovenbenen.
Ik zie hoe jij met Eva op het bed gaat zitten. Je handen op haar dijen, haar jurk omhoog. Ze fluistert iets in je oor. Jij knikt. Dan kijken jullie samen naar mij.
Femke zit nu op haar knieën, achter me, haar lippen in mijn hals. Niels staat tegenover haar. Zijn shirt is los, zijn blik gefocust. Hij legt zijn hand op jouw onderrug, terwijl jij nog steeds Eva kust. Zijn aanraking is rustig, open, afstemmend.
Thomas gaat op het bed zitten naast Eva en kijkt naar hoe jij haar streelt. Jouw hand glijdt over haar buik, langzaam. Zij ademt diep. Ze sluit haar ogen. Jij kust haar sleutelbeen, terwijl je jouw vingers over haar dijen laat dansen.
Het bed vult zich met lichamen. Blote schouders, naakte huid, zachte zuchten. Alles in ritme.
Ik voel Femke achter me mijn shirt losmaken. Haar borsten drukken tegen mijn rug. Jij kijkt op, zoekt mijn ogen, en glimlacht. Niet om toestemming — maar om me te laten zien: ik ben hier. Ik zie jou. En dit doen we samen.
Langzaam kantelt de groep. Niels naast jou. Jij draait je lichaam naar hem toe, kust zijn borst. Eva leunt naar mij. Haar lippen raken mijn hals. Femke zoent Thomas. Iedereen beweegt. Niemand dwingt.
Het is geen chaos.
Het is een golf.
Zes lichamen, stromend in een langzaam opbouwend ritueel. De kamer vult zich met warmte, geuren, fluisteringen, en het beloftevolle gekreun van wat nog gaat komen.
Het bed is warm van huid. De lakens verfrommeld. Lichamen liggen kriskras door elkaar, als een ritme dat vanzelf is ontstaan. Overal kussen mensen elkaar. Fluisteringen vermengen zich met zachte kreten. Zes ademhalingen vormen samen een golvende puls.
Ik zit tegen het hoofdbord, mijn benen half gespreid. Eva ligt tussen mijn benen, op haar zij. Haar hoofd op mijn dij, haar handen op mijn borst. Haar huid is zacht, haar haren ruiken naar kokos. Ze kijkt me aan met die dromerige blik van iemand die volledig in het moment zit. Ze kust me — eerst mijn buik, dan langzaam omhoog, naar mijn borst.
Naast ons ligt Femke met haar hoofd tussen de dijen van jouw vriendin. Haar handen glijden over jouw partner's bovenbenen. Jij ligt ernaast, op je zij, je gezicht dicht bij Femke's. Je kust haar terwijl zij jouw vriendin verwent. Jullie drieën bewegen als één organisme. Jouw hand ligt op Femke’s onderrug. Haar rug bolt telkens op bij elke zucht die jouw vriendin maakt.
Aan de andere kant zit Niels. Hij knielt achter jou, zijn hand rustend op jouw heup. Jij kijkt even achterom, zoekt zijn blik. Niet vragend. Gewoon… wetend. Hij buigt naar voren, zijn borst tegen jouw rug. Jij draait je hoofd en kust hem, langzaam, met gesloten ogen. Jullie monden blijven even aan elkaar geplakt. Als een bevestiging: het mag. Het klopt. We doen dit samen.
Thomas ligt languit met zijn hoofd vlak bij Eva’s voeten. Hij kust haar enkels, haar kuiten, zijn handen glijden over haar heupen. Zij buigt zich half over mij heen, haar borsten zacht tegen mijn buik, haar adem warm op mijn huid. Haar vingers volgen lijnen over mijn binnenbenen — geen haast, geen doel. Alleen spelen.
Het bed beweegt zacht. Niet wild. Geen storm. Maar als een boot die op het punt staat los te komen van de kade.
Er wordt gefluisterd. Geproefd. Aangeraakt.
Je hoort hoe jouw vriendin zacht kreunt. Je hoort hoe Femke lacht tegen haar huid. Je hoort Eva’s adem versnellen tegen mijn buik. Je voelt Niels achter je, zijn handen op je rug. En ik… ik zie jou. In het midden van dit alles. Vrij. Open. Gezien.
De kamer ruikt naar warmte, huid, wijn en verlangen. De lakens liggen als golven om ons heen warm, nat, verfrommeld. Kussens zijn verschoven, lichamen verstrengeld. Er is geen boven of onder meer, geen vast koppel. Alleen zes mensen die ritmisch om elkaar heen bewegen.
Femke ligt half op haar buik, haar vingers omklemmen een hand die niet meer te herleiden is. Haar rug spant, haar ogen gesloten, haar mond op een kussen gedrukt. Haar ademhaling stottert in korte uitbarstingen. Ze is er bijna.
Eva ligt achterover over jouw benen, haar borsten op en neer met elke ademhaling. Haar ogen zijn wazig, haar dijen trillen bij elke aanraking. Ze gromt zacht, haar hoofd valt achterover.
Jouw vriendin ligt met haar hoofd tegen Niels’ schouder, haar ogen wijd, haar vingers stevig in zijn rug geklauwd. Ze beweegt haar heupen traag, dan sneller. Haar kaak spant zich. Ze is op een rand die niet meer te stoppen is.
Jij zit op je knieën, handen op Eva’s heupen, je borst nat van zweet, je gezicht strak van concentratie. Jouw blik glijdt over elk lichaam — vol, trots, hongerig. Maar ook bewogen. Je ziet hen, haar, mij. En alles klopt.
Thomas kreunt vlak naast jou. Zijn hand ligt op jouw schouder. Een anker. Zijn hoofd tegen Femkes hals. Hij bijt op zijn lip. Zijn bekken trekt samen. Hij houdt zich net vast.
Dan gebeurt het.
Een eerste kreun.
Een adem in stukjes.
Een schok onder de lakens.
Femke's lijf buigt als een pijlboog. Eva klampt zich vast aan jouw dij. Jouw vriendin gilt het bijna uit, haar hele lijf schokkend. Thomas verstijft, gromt hees. Niels perst zijn adem tussen zijn tanden door.
En jij?
Jij laat los.
In het midden van alles beweging, stemmen, zweet geef jij je over. Je komt. In hart, lijf en hoofd. Niet in stilte, maar in een echo van de vijf anderen die net als jij alles voelen branden en oplossen tegelijk.
Zes stemmen. Zes lijven.
Eén ritme.
De kamer valt stil. Alleen ademhaling blijft. En zweet. En strelingen. En de herinnering aan iets wat geen van jullie ooit opnieuw zal kunnen benoemen.
De ochtendzon kleurt de lucht zacht goud wanneer we in alle rust ontbijten op het terras van het hotel. De geur van koffie en fruit vermengt zich met warme herinnering. We zitten met z’n zessen, jij dicht tegen me aan, Femke met haar voeten op Thomas’ schoot, Eva’s hoofd tegen Niels’ schouder. De sfeer is stil, maar niet ongemakkelijk. Eerder… geladen in dankbaarheid.
Er wordt weinig gepraat. Alleen blikken. Lichte glimlachen. De hand op een dij. Een vinger die langs een pols strijkt. Alles zegt: we weten het. We bewaren het. We hoeven het niet uit te leggen.
Wanneer we onze koffers pakken, zijn er geen lange afscheidszinnen. Alleen een laatste kus. Een zachte knuffel. Een blik die langer blijft hangen dan gewoonlijk.
“Dank jullie wel,” zegt jij, terwijl je Femke nog één keer aankijkt. “Voor alles.”
Zij knikt. “We nemen dit voor altijd mee.”
Dan stappen we in de taxi. Hand in hand, zonder te praten. Onze vingers verweven nog steeds als vanzelf. Mijn lichaam is loom, maar mijn hoofd helder. Jouw blik is naar buiten gericht — maar ik zie aan je mondhoeken: jij denkt terug aan alles wat je vannacht voelde. En je lacht.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10