Door: Leen
Datum: 20-11-2025 | Cijfer: 9.9 | Gelezen: 450
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 5
Trefwoord(en): Buitensex, Exhibitionisme, Fotoshoot, Klaarkomen, Naakt, Neuken, Tuin, Verlangen,
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 5
Trefwoord(en): Buitensex, Exhibitionisme, Fotoshoot, Klaarkomen, Naakt, Neuken, Tuin, Verlangen,
Vervolg op: Dare Bloot In Het Bos - 6 : Slot
Intro
De zomerlucht plákt. Een vochtige, hete hand die zich aan onze naakte huid vastklampt, hier in de verborgen hoek van de tuin. De geur van jasmijn is bijna verstikkend, een zware, zoete siroop die zich mengt met de diepe, zoute geur van zweet en verlangen. Van ons. Ik zit gespreid op de schoot van Kristof, mijn dijen strak om zijn heupen geklemd. Onder me is zijn lichaam een en al gespannen spier, een hard, heet anker in de draaikolk van genot die ik creëer. De late middagzon werpt gouden, dansende vlekken op mijn borsten, maar het is zijn blik die me verschroeit. Zijn ogen branden, ze verslinden me.
Ik wieg mijn heupen in een langzame, plagende cirkel, net genoeg om hem te voelen zwellen, net genoeg om een diepe grom uit zijn borstkas te lokken. Mijn borsten, zwaar en pijnlijk gevoelig, strijken bij elke golf over zijn bezwete borstkas. Ik kijk hem in de ogen. Zijn vingers zijn bezitterig. Ze graven zich in mijn heupen, niet zacht, maar eisend. Ze drukken me op hem, pinnen me vast, alsof hij zijn stempel op mijn huid wil drukken.
"God," gromt hij, zijn lippen vinden de gevoelige huid net onder mijn oor. Zijn adem is een hete, vochtige stoot die me van top tot teen doet rillen. Hij fluistert. En het zijn geen zoete woordjes; het is de rauwe, ongefilterde waarheid. "Kijk eens wat ik met je doe," hijgt hij, zijn stem is een vibratie die rechtstreeks mijn kern raakt. "Je hele lichaam trilt voor me. Je bent zo prachtig als je je zo laat gaan. Zeg het me, schat... zeg me hoe graag je dit wilt."
"Je weet dat ik dit wil," fluister ik terug. Ik gooi mijn hoofd achterover, een gebaar van pure overgave aan de sensatie die hij bouwt. "Je ziet er prachtig uit," lacht hij, een laag, geil geluid. "Ik wou dat je kon zien wat ik zie." Zijn hand verlaat mijn heup en zijn vingers strijken over de ronding van mijn borst, plagend dichtbij, maar zonder de tepel aan te raken. "Dit... Deze perfecte, zachte huid." Zijn andere hand glijdt lager, over mijn buik, naar de plek waar we samenkomen. "En dit."
Hij duwt zachtjes omhoog, en ik hap naar adem. Zijn greep verstrakt. Hij is niet meer speels. Hij is serieus. "God, je bent zo verdomd mooi," hijgt hij, zijn eigen ritme begint te versnellen onder me. "Zo open... zo nat en bereidwillig. Het is..." Hij pauzeert, zijn adem stokt. "Het is bijna zonde dat alleen ik dit zie." Ik lach, een kort, ademloos geluid. "Jij bent de enige die telt," hijg ik, terwijl ik mijn bekken tegen hem kantel, hem dieper uitlokkend. "Nee," dringt hij aan. "Ik meen het. Ik zat net te denken... Stel je voor..." Hij stopt, en de stilte zindert. Ik voel de spanning in zijn spieren, de naderende explosie. Hij duwt dieper omhoog, precies op het moment dat hij de woorden loslaat.
"Een fotoshoot. Voor jou. Een boudoir shoot." Ik stop met bewegen. Mijn hele lichaam verstijft. "Jij," fluistert hij, zijn stem is nu een rauw verzoek, "in die zwarte lingerie die ik zo geil vind. Dat kanten korset. Hoge hakken. Alles." Zijn woorden zijn geen olie op het vuur; ze zijn de fucking ontsteking. Het beeld dat hij schetst – ik, uitgestald, ingesnoerd, mijn lichaam een object van verlangen voor de lens van een vreemde – het is zo pervers. Zo… ondeugend. Een siddering, zo intens dat het pijn doet, schiet door me heen. Dit is niet alleen seks meer; dit is een fantasie die plotseling tot leven komt.
"Je lichaam is een kunstwerk, schat," hijgt hij, nu dicht bij de rand, zijn heupen beginnen tegen de mijne te stoten. "En een kunstwerk... verdient het om bewonderd te worden." Het idee is de sleutel. Het is de ultieme daad van overgave. De controle die ik zo zorgvuldig vasthield, verdampt. Het tergende, langzame ritme is weg, vervangen door een wild, dierlijk verlangen. Ik ben niet meer aan het plagen. Ik neem. Ik klem mijn benen vast, mijn nagels graven in de spieren van zijn schouders, ik eis alles wat hij te geven heeft.
"Kristof!" Het is geen woord, het is een schreeuw, gescheurd uit mijn longen. De wereld lost op in een verblindende, witte flits. Mijn orgasme is geen lawine; het is een implosie, een samentrekking van elke spier, een elektrische schok die me van binnenuit verschroeit. Het pulseert, golf na golf, wilder en dieper dan ooit tevoren, rechtstreeks aangewakkerd door het meest geile idee dat ik ooit heb gehoord. Ik stort in, ademloos en trillend, mijn voorhoofd rustend op zijn bezwete schouder. En terwijl de wereld langzaam terugkeert, blijft één beeld hangen, helder en verleidelijk. Het is niet de tuin. Het is een studio, met zacht, rood fluweel, gedimde lichten, en ik... Ik, vastgelegd in al mijn zondige glorie. Gevangen door de lens van een vreemde. En ik besef, met een laatste, diepe siddering... dat ik het wil.
- - -
Weken zijn voorbijgegleden, maar de hitte van die middag in de tuin is nooit echt weggegaan. Het heeft zich genesteld. Het is een constante, smeulende gloed diep in mijn onderbuik, een verlangen dat mijn lichaam warm houdt, zelfs als ik hier alleen in de stille woonkamer zit. Het huis is stil. Te stil. Zo stil dat het gefluister in mijn hoofd oorverdovend wordt.
Ik zit voor mijn laptop, maar ik ben hier niet. Ik ben terug in de tuin, mijn huid gloeiend, mijn lichaam vastgeklemd aan het zijne. Ik voel nog steeds de bezitterige druk van Kristofs vingers, als zachte, zoete blauwe plekken in mijn heupen. Ik hoor zijn stem, niet als een vage herinnering, maar als een rauw, hees gegrom dat hij rechtstreeks in mijn ziel leek te ademen: Je lichaam is een kunstwerk... het verdient het om gedeeld te worden. De herinnering alleen al is genoeg. Een warme, zware tinteling verspreidt zich traag vanuit mijn kern, maakt mijn dijen zwaar en mijn huid vochtig. Een lome, zelfgenoegzame glimlach speelt om mijn lippen.
Die vonk die hij ontstak? Die is niet blijven smeulen. Het is een jeuk geworden. Een onweerstaanbare, prikkelende, ondeugende drang. Dit is geen nieuwsgierigheid meer; het is een verkenningstocht. Mijn vinger glijdt over de trackpad van mijn laptop, mijn blik gefixeerd op de lege zoekbalk. Ik bijt op mijn onderlip. Er is niemand thuis. Niemand die me kan betrappen op deze geheime jacht.
Mijn vingers trillen een heel klein beetje als ik ze op het toetsenbord plaats. Ze voelen zwaar aan, bijna alsof ze een eigen wil hebben. B-O-U-D-O-I-R... F-O-T-O-G-R-A-A-F. Het woord zelf voelt al decadent en zondig aan op het verlichte scherm. Het smaakt naar fluweel en verboden fantasieën. Ik druk op 'Enter' en voel hoe mijn adem in mijn keel stokt. De beelden die verschijnen zijn precies wat ik hoopte. En dan, sneller, dwingender, alsof ik een sluis openzet: A-R-T-I-S-T-I-E-K-E... N-A-A-K-T-F-O-T-O-G-R-A-F-I-E. Het voelt alsof ik het wachtwoord voor een verboden, geheime wereld heb ingetypt. En de deur staat op het punt wagenwijd open te zwaaien.
Mijn scherm licht op, en mijn adem stokt. Een hoorbaar, scherp hapje naar lucht in de doodstille kamer. Ik val. Ik klik en ik val, dieper en dieper in een konijnenhol van kant, leer en blote huid. De ene portfolio is nog verleidelijker, nog intiemer dan de andere. Dit is geen goedkope porno; dit is een altaar. Dit is aanbidding. Dit is de kunst van de belofte, van het plagen, van het nét niet laten zien. Licht. De manier waarop het als een vloeibare streling over de ronding van een heup glijdt. Schaduwen die zich nestelen in het kuiltje van een ruggengraat, die precies genoeg verhullen om je gek te maken van verlangen. Vrouwenlichamen. Gehuld in niets dan een strategisch gedrapeerd stuk fluweel dat vraagt om weggeschoven te worden. Ingesnoerd in korsetten die de taille martelen tot een onmogelijke, perfecte curve en de borsten omhoogduwen als een prachtig, uitdagend offer. En de blikken. De ogen van die vrouwen... ze kijken niet gewoon. Ze kijken recht door het scherm, dwars door mij heen. Ze zijn niet onderdanig of verlegen. Ze zijn krachtig. Ze stralen een pure, onbeschaamde sensualiteit uit. Ze dagen je uit. Ze zeggen: Kijk maar. Bewonder me. Maar je mag niet aankomen.
De koffie naast me is allang koud, maar ik gloei. Een zware, vloeibare hitte verspreidt zich traag door mijn lichaam. Het pulseert laag in mijn buik, een zachte, eisende tromslag die ik herken. Mijn vinger bevriest boven de trackpad. Eén foto. Een vrouw op een dieprode, fluwelen chaise longue. Haar lichaam is een en al verleidelijke, uitgerekte boog. Eén been elegant opgetrokken, de naad van haar kous perfect zichtbaar. Mijn ademhaling versnelt, wordt oppervlakkig. Ik betrap mezelf er niet zomaar op dat ik me iets inbeeld. Ik projecteer. Ik verlies mezelf, en in een duizelingwekkende seconde is zij het niet meer die daar ligt.
Ik ben het. Ik voel het bijna. De strakke, onverbiddelijke, bijna pijnlijke omhelzing van het korset dat mijn adem afsnijdt en mijn taille insnoert. Het zachte, kriebelende gewicht van een veren boa tegen mijn blote schouders. Ik voel de kille lucht op mijn ontblote huid. Ik voel het koude, oordelende oog van de camera op mij gericht, wachtend... en dan... FLITS. Het verblindende, genadeloze licht dat elke porie, elke ronding, elke imperfectie onthult en vastlegt. De gedachte alleen al doet mijn tepels pijnlijk verharden onder de stof van mijn trui. Het idee voelt zo ontzettend stout. Zo zondig. En, God... zo ongelooflijk, ondraaglijk opwindend.
Ik ben weg. Volledig verloren. De stille woonkamer om me heen is vervaagd tot een betekenisloze waas. Ik ben opgeslokt door dit web van zijde en schaduwen, zo diep verzonken in de geile, ondeugende fantasie die Kristof in mij heeft geplant, dat de wereld buiten mijn laptopscherm niet meer bestaat. Ik ben doof, blind, en alleen nog maar gevoel. De zachte voetstappen op de houten vloer? Ik hoor ze niet. Ik ben mijlenver weg, dansend op de rand van mijn eigen stoutste verbeelding.
En dan, uit het niets, is hij er. Zijn aanwezigheid is geen geluid; het is een verandering in de atmosfeer. De lucht wordt zwaarder, de temperatuur in de kamer stijgt met een paar graden. Eerst is er de schaduw. Een plotselinge duisternis valt over mijn handen op het toetsenbord, en over het helder verlichte scherm. Nog voordat mijn verstand kan registeren wat die schaduw betekent, voel ik de hitte. Zijn lichaamswarmte, vlak achter mijn stoel, een levende, brandende muur. En dan, zijn geur. Die onmiskenbare, diepe, mannelijke geur van hem – een mix van frisse buitenlucht en de pure, muskusachtige geur van zijn huid. Het omhult me, trekt me uit mijn fantasie en een nieuwe, veel directere realiteit in.
Hij leunt voorover. Hij raakt me niet aan. Nog niet. Zijn lippen, ik voel ze centimeters van mijn huid, strijken zachtjes langs mijn haarlijn. Een ademtocht, geen kus. Zijn adem is een hete, vochtige bries die rechtstreeks mijn nek in strijkt, en een siddering, zo scherp als een bliksemschicht, trekt langs mijn ruggengraat. "Zo..." Zijn stem. Het is geen fluistering; het is een diepe, lage grom, zwaar van ingehouden amusement. Het is een geluid dat ik niet alleen hoor, maar voel. Het trilt door de rugleuning van de stoel, plant zich voort door mijn schouderbladen, en landt als een zwaar, warm gewicht rechtstreeks in mijn onderbuik. "Je bent je huiswerk aan het doen, zie ik."
Slik. Mijn adem stokt in mijn keel. Ik kan niet bewegen. Ik kan niet spreken. Ik zit bevroren. Een golf van kokende hitte schiet omhoog, van mijn borst naar mijn wangen, mijn oren. Mijn hele gezicht staat in brand. Betrapt. Zo volkomen en totaal betrapt. Zo naakt als de vrouwen op het scherm.
Hij staat nog steeds achter me, zijn hitte straalt op mijn rug. Zijn ogen zijn nu ongetwijfeld gericht op het scherm. Hij ziet alles. Hij ziet de zoektermen. Hij ziet de portfolio's. Hij ziet de foto waar mijn muis nog steeds op rust: die vrouw in dat schandalig rode korset, die hem net zo brutaal aankijkt als ik dat nu niet durf. Hij ziet het onmiskenbare, gloeiende bewijs van mijn geheime verkenningstocht.
Zijn lippen... God, ze zijn er, ze strijken bijna over mijn oorlel terwijl hij praat. Zo gevaarlijk dichtbij dat ik de textuur ervan kan voelen. "Zo," fluistert hij, en het woord is een hete ademstoot die mijn huid doet prikkelen en mijn hele lichaam doet verstijven. "Gaan we iets boeken?" De woorden blijven niet hangen; ze landen. Ze vallen in de geladen, intieme stilte van de kamer als stenen in diep water, elke letter zwaar van betekenis. Het is een speelse vraag, maar de ondertoon is allesbehalve onschuldig. Het is een uitdaging. Een geile, plagende dolksteek, en hij weet verdomd goed waar hij mikt.
Een golf van pure paniek – heet, scherp en plotseling – schiet door me heen. Het is niet zomaar angst. Het is de verpletterende, gloeiende hitte van blootstelling. Van betrapt worden in het diepste, stoutste hoekje van mijn fantasie. "Nee!" Het woord vliegt uit mijn mond, veel te scherp, veel te snel. Ik schud mijn hoofd, een wilde, bijna spastische beweging, en voel mijn haar tegen de harde, warme muur van zijn borst zwiepen. Mijn handen schieten naar voren, klungelig, in een wanhopige, instinctieve poging het laptopscherm dicht te klappen. Alsof ik mijn fantasie kan dichtdrukken. Alsof ik het bewijs kan verbergen dat hij al lang heeft gezien, dat ongetwijfeld al op zijn netvlies is gebrand.
"Nee, natuurlijk niet." Mijn stem is een flinterdun, trillend draadje. Het klinkt belachelijk, zelfs in mijn eigen oren. Een leugen zo doorzichtig als het kant op het scherm. "Dat... dat is niks voor mij," stamel ik, mijn wangen gloeien nog heter, een verraad dat mijn leugen logenstraft. Ik probeer het nog eens, wanhopig op zoek naar een greintje geloofwaardigheid. "Ik was gewoon... nieuwsgierig. Gewoon aan het kijken. Meer niet." De leugen hangt tussen ons in, naakt, trillend en volkomen belachelijk. En aan het zachte, ingehouden gegrinnik dat ik meer voel dan hoor tegen mijn ruggengraat, weet ik dat hij er geen seconde van gelooft.
Hij negeert mijn pathetische, halfslachtige poging om de laptop te sluiten. Hij duwt het niet weg; hij laat het openstaan. Het bewijs van mijn schuld blijft ons aanstaren. Zijn hand, de hand die zwaar op mijn schouder rustte, begint te bewegen. Langzaam. Een zinderend spoor over de blote huid van mijn nek, een pad van vuur achterlatend. Zijn vingers, zo sterk en warm, verstrengelen zich in mijn haar, precies bij mijn schedelbasis. Hij tilt het zachtjes op, mijn nek volledig blootgevend aan zijn blik en zijn lippen. En dan... zijn duim. Die begint te bewegen. Langzame, martelende, zinderende cirkels over dat ene, hypergevoelige plekje net achter mijn oorlel. Ik moet mijn ogen sluiten. Ik kan niet anders. Het is te veel. Zijn lippen zijn terug bij mijn oor, zo dichtbij dat ze mijn huid schroeien. "Niks voor jou?" fluistert hij.
De hete, vochtige lucht van die drie woorden is een vonk op de plek die zijn duim al in brand heeft gezet. Ik kan geen woord uitbrengen. Ik kan alleen maar trillen. Zijn mond volgt het pad van zijn duim. Hij duwt zijn duim weg en vervangt die door zijn lippen. Een kusje. Zacht. Zo zacht dat het bijna onschuldig lijkt. Maar het is een leugen. In de context van mijn geheime fantasie, van de schaamteloze beelden op het scherm, voelt deze kus als een brandmerk. Een claim. Je bent van mij, en ik weet precies wat je wilt. Hij lacht weer zachtjes tegen mijn huid. "Lieverd," mompelt hij, zijn mond nu lager, natter, tegen de trillende, blootgestelde pees in mijn nek. Ik voel elk woord als een diepe, zware vibratie. "Je kunt het verbergen zoveel je wilt, maar ik zag je." Ik hap naar adem. "Ik zag hoe je keek toen ik binnenkwam. Je was hier niet. Je was mijlenver weg..." Zijn kin gebaart naar het scherm, naar de vrouw op de chaise longue. "...precies dáár."
Zijn andere hand landt op mijn arm. Het is geen toevallige aanraking. Het is een statement. Zijn vingertoppen, zo warm dat ik ze door de stof van mijn trui heen voel, beginnen te strelen. Niet zomaar. Ze traceren. Langzaam, als een vederlicht spoor van vuur, volgen ze de lijn van mijn onderarm omhoog, van mijn pols tot de binnenkant van mijn elleboog. Het zou kalmerend moeten zijn, maar het is waanzinnig opwindend. Elke zenuw in mijn lichaam springt op scherp. Hij bespeelt me. Hij weet precies welke snaren hij moet raken. Deze tederheid is zijn meest geraffineerde wapen; het omzeilt al mijn paniekerige protesten en ontwapent elk verdedigingsmechanisme dat ik probeer op te trekken.
"Kom, schat." Zijn stem is nu geen fluistering meer. Het is puur, donker fluweel. Een geluid dat me niet alleen bereikt, maar me omhult. Zo overtuigend. Zo gevaarlijk verleidelijk. Oh, god, hij weet precies wat hij doet. "Je hoeft je niet te verstoppen," mompelt hij, de woorden een hete, vochtige belofte tegen de huid van mijn nek. "Niet voor mij."
En dan, de kus opnieuw. Deze is anders. Hij is niet zacht. Hij is natter. Brutaler. Een open, eisende mond die zich vastzuigt aan de trillende pees net onder mijn kaaklijn, precies op de plek waar mijn hartslag verraadt hoe opgewonden ik ben. Ik hap hoorbaar naar adem. De wereld kantelt. Mijn ogen vallen dicht, te zwaar om nog open te houden. Ik geef me over aan de sensatie. "Ik zag het in de tuin al," hijgt hij zachtjes tegen mijn huid, zijn lippen nog steeds in beweging, een voortdurende, zinderende marteling. "Ik zag het in je ogen. Ze lichtten op." Hij trekt zich een fractie terug, net genoeg om te spreken, zijn adem nog steeds een streling. "Je kwam klaar op het idee alleen al, hè?"
Voordat ik kan antwoorden, grijpen zijn handen de leuningen van mijn bureaustoel. Hij draait me. Een zachte, maar onverbiddelijke beweging. De wereld tolt voor een duizelingwekkende seconde, en dan... stopt het. Ik zit nu half naar hem gedraaid, mijn knieën gevangen tussen de zijne, gedwongen om naar hem op te kijken. Zijn ogen. Donker. Zo donker. Ze branden van een explosieve, onmiskenbare mix van puur, rauw verlangen en dat alwetende, geile amusement. Ze boren zich in de mijne. Ze pinnen me vast. "Volgens mij," zegt hij, zijn stem nu weer zacht, bijna een streling. Zijn vinger komt omhoog, vangt een verdwaalde haarlok die aan mijn gloeiende wang plakt, en strijkt die langzaam, tergend langzaam, achter mijn oor. Zijn knokkel schuurt over mijn jukbeen, een aanraking die me van binnenuit doet smelten. "Wil jij dit dolgraag."
Ik open mijn mond. Een protest. Een "nee". Iets. Maar er komt geen geluid uit. Het woord "dolgraag" blijft in mijn keel hangen, zwaar en zoet als honing. Hij heeft gelijk. God, hij heeft zo vreselijk, verschrikkelijk gelijk. De schaamte (ik ben betrapt!) en de opwinding (ik wil dit!) voeren een verhitte, pulserende oorlog in mijn onderbuik. Het is een zwaar, kloppend gevoel dat mijn dijen week maakt en mijn ademhaling oppervlakkig.
Hij ziet het. Hij leest me als een open boek. Hij ziet de twijfel in mijn ogen, en hij ziet de overgave die de twijfel verdrinkt. Hij ziet hoe mijn lippen lichtjes opengaan, wachtend, uitnodigend. Een glimlach spreidt zich langzaam over zijn gezicht. Het is niet arrogant. Het is... triomfantelijk, ja, maar ook zo ongelooflijk teder. Hij weet het. Hij buigt zich voorover, zijn gezicht vult mijn hele blikveld, zijn geur benevelt me. "Wat kan er misgaan?" fluistert hij, zijn adem een belofte die zich met de mijne mengt. En dan drukt hij zijn lippen zachtjes op de mijne. Het is geen eisende kus. Het is een zegel. Een contract.
Zijn lippen op de mijne zijn de genadeklap. Ze zijn zacht, bedrieglijk zacht, maar daaronder schuilt een bezitterigheid die me de adem ontneemt. Ze proeven naar overwinning. Naar de zekerheid van een man die weet dat hij gewonnen heeft nog voor het spel goed en wel begonnen is. Het protest dat ik wilde vormen – een redelijk, verstandig argument – smelt weg op mijn tong als sneeuw voor de zon. Het enige dat overblijft is een trillende, zoete golf van pure overgave die mijn knieën week maakt. Ik trek me net genoeg terug om lucht in mijn brandende longen te zuigen, maar ik durf zijn ogen niet te ontmoeten. Ik kan die intensiteit nu niet aan.
Mijn blik schiet paniekerig terug naar de laptop. Naar die zelfverzekerde, perfect belichte vrouwen op het scherm. Godinnen van licht en schaduw die geen schaamte lijken te kennen. "Maar, Kristof..." piep ik. Mijn stem is nauwelijks een fluistering, een iel geluidje dat in het niets valt bij de zware spanning in de kamer. Het klinkt zwak, zelfs kinderachtig. "Een vreemd iemand..." Ik slik, de gedachte alleen al doet mijn keel dichtknijpen. "Die gaat mij zien. Zoals... dit." Ik maak een vaag, onhandig gebaar naar mijn eigen lichaam, veilig verborgen onder mijn trui en jeans. "Naakt."
Kristof lacht. Het is een diep, warm gerommel dat begint in zijn borstkas. Omdat hij nog steeds zo dicht tegen me aan leunt, voel ik die vibratie resoneren tegen mijn eigen borsten, door mijn ribben, recht naar mijn hart. Het is een lach vol tederheid, zonder ook maar een greintje spot. Dan beweegt hij. Zijn vinger, sterk en vastberaden, haakt onder mijn kin. Hij tilt mijn gezicht op, dwingt me genadeloos maar zacht om hem aan te kijken. Ik kijk. En ik verdrink. De speelse twinkeling is verdwenen uit zijn ogen. Wat er nu brandt, is een intense, donkere zekerheid. Een honger die mijn laatste restje weerstand in één klap verschroeit.
"Schat," zegt hij. Zijn stem zakt naar een intiem, ruw niveau, een frequentie die alleen mijn lichaam lijkt te kunnen horen. Hij hoeft me niet te overtuigen met argumenten; hij hoeft het alleen maar te benoemen. "Kijk me aan." Ik gehoorzaam. Mijn adem stokt ergens halverwege mijn keel. Ik ben verloren in die donkere poelen. "Dat is juist het hele punt," fluistert hij, en de woorden zijn als een stroomstoot. "Dat is wat het zo verdomd geil maakt." Zijn hand verlaat mijn kin niet, maar zijn duim komt omhoog. Langzaam, tergend langzaam en ongelofelijk bezitterig, wrijft hij over mijn onderlip. Die is nog vochtig en gezwollen van zijn kus. Hij raakt me aan alsof ik al van hem ben, alsof ik al naakt voor die camera sta. "Stop met vechten, lieverd," gromt hij zacht. "Ik weet dat je het wilt."
"Dat zie je verkeerd," antwoord ik. Maar mijn stem is een ademstoot, een flinterdun protest dat in de zware lucht verdampt nog voor het hem goed en wel bereikt heeft. Het klinkt als een leugen. Erger nog, het voelt als een leugen. Zelfs in mijn eigen oren klinkt het ongeloofwaardig, en ik zie aan de donkere gloed in zijn ogen dat hij het hoort. Hij weet de waarheid beter dan ikzelf.
Kristof negeert mijn zwakke verzet niet alleen; hij veegt het van tafel alsof het rook is. Het is alsof ik net zo goed niets had kunnen zeggen, alsof mijn woorden verdrinken in de golf van zijn vastberadenheid. Een zachte, superieure glimlach krult zijn mondhoeken omhoog. Hij laat mijn kin los, maar de vrijheid is een illusie. In één vloeiende beweging plant hij zijn handen op de armleuningen van mijn bureaustoel. Klap. Klap. Hij sluit me in. Ik zit effectief, en oh zo teder, gevangen in een kooi van zijn armen. Zijn lichaam torent boven me uit, een warme muur, een onontkoombare, zware aanwezigheid die de lucht uit de kamer zuigt.
Met een soepele, zelfverzekerde beweging reikt hij over mijn schouder en trekt de laptop resoluut naar zich toe. Hij neemt het over. Zijn vingers, die sterke, geaderde vingers die mijn lichaam zo goed kennen, nemen de controle over de trackpad. Waar de mijne net nog zo aarzelend, trillend en dromerig overheen gleden, bewegen die van hem met een dodelijke precisie. "Laat mij eens kijken," zegt hij. Zijn stem is veranderd. Het is niet langer vragend, niet langer alleen maar verleidelijk. Het is een bevel, verpakt in het donkere fluweel van zijn diepe bariton. Het is een daad van puur bezit, van overname. Hij vraagt geen toestemming om mijn fantasie binnen te treden; hij trapt de deur in en eigent zich de plek toe.
Ik blijf doodstil zitten, mijn adem stokt ergens hoog in mijn keel. Mijn hart is een holle, wilde tromslag tegen mijn ribben. Ik durf niet naar het scherm te kijken, bang voor wat ik daar zal zien weerspiegeld. In plaats daarvan kijk ik naar zijn hand. Ik kijk gefascineerd toe hoe hij navigeert. Hoe hij klikt op de links die ik met zoveel bonzende, geheime opwinding had bekeken. Hij scrolt door de portfolio's, zijn blik scherp, kritisch en beoordelend. Hij bestudeert niet langer mij; hij keurt de kunstenaars die zijn vrouw zouden moeten vastleggen. Hij bladert letterlijk door mijn diepste, natste fantasieën alsof het een catalogus is. En terwijl hij dat doet, voel ik hoe de laatste restjes van mijn verzet wegebben, weggespoeld door een zinderende, machteloze spanning die me van binnenuit week maakt. Hij heeft mijn gedachten gelezen, en nu... nu heeft hij ze letterlijk in zijn handen.
Plotseling bevriest zijn vinger.Hij blijft hangen. Precies bij die ene foto. Die foto die ik net minutenlang, bijna in trance, had verslonden: een vrouw, lui achteroverleunend op een dieprode, fluwelen divan. Ze draagt niets. Helemaal niets, behalve een paar donkere kousen en een web van ingewikkelde schaduwen die haar rondingen meer suggereren dan onthullen. Hij leunt dichter naar het scherm, alsof hij de details wil absorberen, zijn torso drukt zwaar tegen mijn rug. "Dat," zegt hij langzaam. De klank is donker, rauw. Een lage, waarderende grom die uit de diepte van zijn borstkas komt en door mijn eigen ribbenkast trilt. "Dat ziet er verdomd geil uit." Het woord slaat in als een fysieke aanraking.
Geil. Ik klem mijn dijen onmiddellijk, instinctief samen onder het bureaublad, een wanhopige poging om de plotselinge, zware hitte die daar opwelt te bedwingen. Ik sluit mijn ogen. De hele wereld krimpt ineen tot de klank van dat ene, rauwe woord en de zwaarte van zijn lichaam tegen het mijne. Hij zegt het over haar. Over een volslagen onbekende, over een vakkundig belichte curve op een koud computerscherm. Maar een venijnige, waanzinnig opwindende vraag boort zich onmiddellijk in mijn achterhoofd. Zou hij dat ook zeggen als ik daar zo lag? Als het mijn heup was die het licht ving? Mijn huid, mijn overgave? Als ik daar lag, uitgestald en vastgelegd door de hongerige lens van een vreemde man, speciaal voor zijn genot? De gedachte is niet alleen een fantasie; het is een fysieke sensatie. Het jaagt een hete, verboden rilling van mijn nek langs mijn ruggengraat, een siddering van pure, zondige verwachting die me bijna doet kreunen.
De stilte die volgt is zwaar, stroperig. Het enige geluid in de kamer is het ruisen van mijn eigen bloed in mijn oren en mijn ingehouden, oppervlakkige ademhaling. En dan, dwars door de spanning heen, klinkt het. Scherp. Beslissend. Onverbiddelijk. Tik. Tik-tik-tak. Mijn ogen vliegen open. Hij is niet meer aan het scrollen. Hij is aan het typen. Ik zie het contactformulier van de fotograaf op het scherm openstaan. De cursor knippert niet eens; hij vreet zich een weg door het witte vlak. Zijn vingers, diezelfde vingers die me net nog zo teder streelden, bewegen nu met een angstaanjagende snelheid en efficiëntie over het toetsenbord. Zelfverzekerd. Doelgericht.
"Kristof!" De schok is als een emmer ijswater die over mijn verhitte huid wordt uitgegoten. Ik grijp naar zijn pols, maar mijn greep is zwak. "Wat doe je?" piep ik. Mijn stem is teruggebracht tot dat iel, machteloos geluidje, ergens tussen paniek en opwinding in. Hij stopt niet. Hij kijkt niet eens op. Hij maakt zijn zin af, zijn ritme onverstoorbaar. Tap. Tik. En dan, met een duidelijke, harde haal van zijn pink: Enter. De pagina ververst. Verzonden.
Pas dan, als de daad onomkeerbaar is, draait hij zijn hoofd naar mij. De rauwe, donkere lust die net nog in zijn ogen brandde, is verdwenen. In de plaats daarvan speelt die kalme, irritant redelijke glimlach om zijn lippen – de glimlach die hij altijd opzet als hij weet dat hij gewonnen heeft, als hij weet dat hij de touwtjes in handen heeft. "Rustig, schat," zegt hij. Zijn stem is een zachte, kalmerende streling, een balsem die in schril contrast staat met de wilde hamer van mijn hartslag die tegen mijn ribben beukt. "Gewoon wat informatie vragen," gaat hij verder, alsof hij het over de boodschappen heeft. "Een vrijblijvend mailtje sturen. Kijken naar de beschikbaarheid, de prijzen. Niks definitiefs." Hij leunt weer naar me toe. Zijn gezicht komt dichterbij, en hij geeft me die blik – die intense, doordringende blik die zegt dat hij dwars door mijn kleren, dwars door mijn huid, recht in mijn verlangende ziel kijkt. "Dan heb je alle opties," fluistert hij, en hij strijkt een haarlok uit mijn gezicht. "En dan kan jij nog altijd beslissen wat je doet."
- - -
Meer weten over deze dare en de vrouw achter dit verhaal? abonneer je dan op de nieuwsbrief door mij een mail te sturen. Mijn emailadres vind je op mijn profielpagina.
Ik wieg mijn heupen in een langzame, plagende cirkel, net genoeg om hem te voelen zwellen, net genoeg om een diepe grom uit zijn borstkas te lokken. Mijn borsten, zwaar en pijnlijk gevoelig, strijken bij elke golf over zijn bezwete borstkas. Ik kijk hem in de ogen. Zijn vingers zijn bezitterig. Ze graven zich in mijn heupen, niet zacht, maar eisend. Ze drukken me op hem, pinnen me vast, alsof hij zijn stempel op mijn huid wil drukken.
"God," gromt hij, zijn lippen vinden de gevoelige huid net onder mijn oor. Zijn adem is een hete, vochtige stoot die me van top tot teen doet rillen. Hij fluistert. En het zijn geen zoete woordjes; het is de rauwe, ongefilterde waarheid. "Kijk eens wat ik met je doe," hijgt hij, zijn stem is een vibratie die rechtstreeks mijn kern raakt. "Je hele lichaam trilt voor me. Je bent zo prachtig als je je zo laat gaan. Zeg het me, schat... zeg me hoe graag je dit wilt."
"Je weet dat ik dit wil," fluister ik terug. Ik gooi mijn hoofd achterover, een gebaar van pure overgave aan de sensatie die hij bouwt. "Je ziet er prachtig uit," lacht hij, een laag, geil geluid. "Ik wou dat je kon zien wat ik zie." Zijn hand verlaat mijn heup en zijn vingers strijken over de ronding van mijn borst, plagend dichtbij, maar zonder de tepel aan te raken. "Dit... Deze perfecte, zachte huid." Zijn andere hand glijdt lager, over mijn buik, naar de plek waar we samenkomen. "En dit."
Hij duwt zachtjes omhoog, en ik hap naar adem. Zijn greep verstrakt. Hij is niet meer speels. Hij is serieus. "God, je bent zo verdomd mooi," hijgt hij, zijn eigen ritme begint te versnellen onder me. "Zo open... zo nat en bereidwillig. Het is..." Hij pauzeert, zijn adem stokt. "Het is bijna zonde dat alleen ik dit zie." Ik lach, een kort, ademloos geluid. "Jij bent de enige die telt," hijg ik, terwijl ik mijn bekken tegen hem kantel, hem dieper uitlokkend. "Nee," dringt hij aan. "Ik meen het. Ik zat net te denken... Stel je voor..." Hij stopt, en de stilte zindert. Ik voel de spanning in zijn spieren, de naderende explosie. Hij duwt dieper omhoog, precies op het moment dat hij de woorden loslaat.
"Een fotoshoot. Voor jou. Een boudoir shoot." Ik stop met bewegen. Mijn hele lichaam verstijft. "Jij," fluistert hij, zijn stem is nu een rauw verzoek, "in die zwarte lingerie die ik zo geil vind. Dat kanten korset. Hoge hakken. Alles." Zijn woorden zijn geen olie op het vuur; ze zijn de fucking ontsteking. Het beeld dat hij schetst – ik, uitgestald, ingesnoerd, mijn lichaam een object van verlangen voor de lens van een vreemde – het is zo pervers. Zo… ondeugend. Een siddering, zo intens dat het pijn doet, schiet door me heen. Dit is niet alleen seks meer; dit is een fantasie die plotseling tot leven komt.
"Je lichaam is een kunstwerk, schat," hijgt hij, nu dicht bij de rand, zijn heupen beginnen tegen de mijne te stoten. "En een kunstwerk... verdient het om bewonderd te worden." Het idee is de sleutel. Het is de ultieme daad van overgave. De controle die ik zo zorgvuldig vasthield, verdampt. Het tergende, langzame ritme is weg, vervangen door een wild, dierlijk verlangen. Ik ben niet meer aan het plagen. Ik neem. Ik klem mijn benen vast, mijn nagels graven in de spieren van zijn schouders, ik eis alles wat hij te geven heeft.
"Kristof!" Het is geen woord, het is een schreeuw, gescheurd uit mijn longen. De wereld lost op in een verblindende, witte flits. Mijn orgasme is geen lawine; het is een implosie, een samentrekking van elke spier, een elektrische schok die me van binnenuit verschroeit. Het pulseert, golf na golf, wilder en dieper dan ooit tevoren, rechtstreeks aangewakkerd door het meest geile idee dat ik ooit heb gehoord. Ik stort in, ademloos en trillend, mijn voorhoofd rustend op zijn bezwete schouder. En terwijl de wereld langzaam terugkeert, blijft één beeld hangen, helder en verleidelijk. Het is niet de tuin. Het is een studio, met zacht, rood fluweel, gedimde lichten, en ik... Ik, vastgelegd in al mijn zondige glorie. Gevangen door de lens van een vreemde. En ik besef, met een laatste, diepe siddering... dat ik het wil.
- - -
Weken zijn voorbijgegleden, maar de hitte van die middag in de tuin is nooit echt weggegaan. Het heeft zich genesteld. Het is een constante, smeulende gloed diep in mijn onderbuik, een verlangen dat mijn lichaam warm houdt, zelfs als ik hier alleen in de stille woonkamer zit. Het huis is stil. Te stil. Zo stil dat het gefluister in mijn hoofd oorverdovend wordt.
Ik zit voor mijn laptop, maar ik ben hier niet. Ik ben terug in de tuin, mijn huid gloeiend, mijn lichaam vastgeklemd aan het zijne. Ik voel nog steeds de bezitterige druk van Kristofs vingers, als zachte, zoete blauwe plekken in mijn heupen. Ik hoor zijn stem, niet als een vage herinnering, maar als een rauw, hees gegrom dat hij rechtstreeks in mijn ziel leek te ademen: Je lichaam is een kunstwerk... het verdient het om gedeeld te worden. De herinnering alleen al is genoeg. Een warme, zware tinteling verspreidt zich traag vanuit mijn kern, maakt mijn dijen zwaar en mijn huid vochtig. Een lome, zelfgenoegzame glimlach speelt om mijn lippen.
Die vonk die hij ontstak? Die is niet blijven smeulen. Het is een jeuk geworden. Een onweerstaanbare, prikkelende, ondeugende drang. Dit is geen nieuwsgierigheid meer; het is een verkenningstocht. Mijn vinger glijdt over de trackpad van mijn laptop, mijn blik gefixeerd op de lege zoekbalk. Ik bijt op mijn onderlip. Er is niemand thuis. Niemand die me kan betrappen op deze geheime jacht.
Mijn vingers trillen een heel klein beetje als ik ze op het toetsenbord plaats. Ze voelen zwaar aan, bijna alsof ze een eigen wil hebben. B-O-U-D-O-I-R... F-O-T-O-G-R-A-A-F. Het woord zelf voelt al decadent en zondig aan op het verlichte scherm. Het smaakt naar fluweel en verboden fantasieën. Ik druk op 'Enter' en voel hoe mijn adem in mijn keel stokt. De beelden die verschijnen zijn precies wat ik hoopte. En dan, sneller, dwingender, alsof ik een sluis openzet: A-R-T-I-S-T-I-E-K-E... N-A-A-K-T-F-O-T-O-G-R-A-F-I-E. Het voelt alsof ik het wachtwoord voor een verboden, geheime wereld heb ingetypt. En de deur staat op het punt wagenwijd open te zwaaien.
Mijn scherm licht op, en mijn adem stokt. Een hoorbaar, scherp hapje naar lucht in de doodstille kamer. Ik val. Ik klik en ik val, dieper en dieper in een konijnenhol van kant, leer en blote huid. De ene portfolio is nog verleidelijker, nog intiemer dan de andere. Dit is geen goedkope porno; dit is een altaar. Dit is aanbidding. Dit is de kunst van de belofte, van het plagen, van het nét niet laten zien. Licht. De manier waarop het als een vloeibare streling over de ronding van een heup glijdt. Schaduwen die zich nestelen in het kuiltje van een ruggengraat, die precies genoeg verhullen om je gek te maken van verlangen. Vrouwenlichamen. Gehuld in niets dan een strategisch gedrapeerd stuk fluweel dat vraagt om weggeschoven te worden. Ingesnoerd in korsetten die de taille martelen tot een onmogelijke, perfecte curve en de borsten omhoogduwen als een prachtig, uitdagend offer. En de blikken. De ogen van die vrouwen... ze kijken niet gewoon. Ze kijken recht door het scherm, dwars door mij heen. Ze zijn niet onderdanig of verlegen. Ze zijn krachtig. Ze stralen een pure, onbeschaamde sensualiteit uit. Ze dagen je uit. Ze zeggen: Kijk maar. Bewonder me. Maar je mag niet aankomen.
De koffie naast me is allang koud, maar ik gloei. Een zware, vloeibare hitte verspreidt zich traag door mijn lichaam. Het pulseert laag in mijn buik, een zachte, eisende tromslag die ik herken. Mijn vinger bevriest boven de trackpad. Eén foto. Een vrouw op een dieprode, fluwelen chaise longue. Haar lichaam is een en al verleidelijke, uitgerekte boog. Eén been elegant opgetrokken, de naad van haar kous perfect zichtbaar. Mijn ademhaling versnelt, wordt oppervlakkig. Ik betrap mezelf er niet zomaar op dat ik me iets inbeeld. Ik projecteer. Ik verlies mezelf, en in een duizelingwekkende seconde is zij het niet meer die daar ligt.
Ik ben het. Ik voel het bijna. De strakke, onverbiddelijke, bijna pijnlijke omhelzing van het korset dat mijn adem afsnijdt en mijn taille insnoert. Het zachte, kriebelende gewicht van een veren boa tegen mijn blote schouders. Ik voel de kille lucht op mijn ontblote huid. Ik voel het koude, oordelende oog van de camera op mij gericht, wachtend... en dan... FLITS. Het verblindende, genadeloze licht dat elke porie, elke ronding, elke imperfectie onthult en vastlegt. De gedachte alleen al doet mijn tepels pijnlijk verharden onder de stof van mijn trui. Het idee voelt zo ontzettend stout. Zo zondig. En, God... zo ongelooflijk, ondraaglijk opwindend.
Ik ben weg. Volledig verloren. De stille woonkamer om me heen is vervaagd tot een betekenisloze waas. Ik ben opgeslokt door dit web van zijde en schaduwen, zo diep verzonken in de geile, ondeugende fantasie die Kristof in mij heeft geplant, dat de wereld buiten mijn laptopscherm niet meer bestaat. Ik ben doof, blind, en alleen nog maar gevoel. De zachte voetstappen op de houten vloer? Ik hoor ze niet. Ik ben mijlenver weg, dansend op de rand van mijn eigen stoutste verbeelding.
En dan, uit het niets, is hij er. Zijn aanwezigheid is geen geluid; het is een verandering in de atmosfeer. De lucht wordt zwaarder, de temperatuur in de kamer stijgt met een paar graden. Eerst is er de schaduw. Een plotselinge duisternis valt over mijn handen op het toetsenbord, en over het helder verlichte scherm. Nog voordat mijn verstand kan registeren wat die schaduw betekent, voel ik de hitte. Zijn lichaamswarmte, vlak achter mijn stoel, een levende, brandende muur. En dan, zijn geur. Die onmiskenbare, diepe, mannelijke geur van hem – een mix van frisse buitenlucht en de pure, muskusachtige geur van zijn huid. Het omhult me, trekt me uit mijn fantasie en een nieuwe, veel directere realiteit in.
Hij leunt voorover. Hij raakt me niet aan. Nog niet. Zijn lippen, ik voel ze centimeters van mijn huid, strijken zachtjes langs mijn haarlijn. Een ademtocht, geen kus. Zijn adem is een hete, vochtige bries die rechtstreeks mijn nek in strijkt, en een siddering, zo scherp als een bliksemschicht, trekt langs mijn ruggengraat. "Zo..." Zijn stem. Het is geen fluistering; het is een diepe, lage grom, zwaar van ingehouden amusement. Het is een geluid dat ik niet alleen hoor, maar voel. Het trilt door de rugleuning van de stoel, plant zich voort door mijn schouderbladen, en landt als een zwaar, warm gewicht rechtstreeks in mijn onderbuik. "Je bent je huiswerk aan het doen, zie ik."
Slik. Mijn adem stokt in mijn keel. Ik kan niet bewegen. Ik kan niet spreken. Ik zit bevroren. Een golf van kokende hitte schiet omhoog, van mijn borst naar mijn wangen, mijn oren. Mijn hele gezicht staat in brand. Betrapt. Zo volkomen en totaal betrapt. Zo naakt als de vrouwen op het scherm.
Hij staat nog steeds achter me, zijn hitte straalt op mijn rug. Zijn ogen zijn nu ongetwijfeld gericht op het scherm. Hij ziet alles. Hij ziet de zoektermen. Hij ziet de portfolio's. Hij ziet de foto waar mijn muis nog steeds op rust: die vrouw in dat schandalig rode korset, die hem net zo brutaal aankijkt als ik dat nu niet durf. Hij ziet het onmiskenbare, gloeiende bewijs van mijn geheime verkenningstocht.
Zijn lippen... God, ze zijn er, ze strijken bijna over mijn oorlel terwijl hij praat. Zo gevaarlijk dichtbij dat ik de textuur ervan kan voelen. "Zo," fluistert hij, en het woord is een hete ademstoot die mijn huid doet prikkelen en mijn hele lichaam doet verstijven. "Gaan we iets boeken?" De woorden blijven niet hangen; ze landen. Ze vallen in de geladen, intieme stilte van de kamer als stenen in diep water, elke letter zwaar van betekenis. Het is een speelse vraag, maar de ondertoon is allesbehalve onschuldig. Het is een uitdaging. Een geile, plagende dolksteek, en hij weet verdomd goed waar hij mikt.
Een golf van pure paniek – heet, scherp en plotseling – schiet door me heen. Het is niet zomaar angst. Het is de verpletterende, gloeiende hitte van blootstelling. Van betrapt worden in het diepste, stoutste hoekje van mijn fantasie. "Nee!" Het woord vliegt uit mijn mond, veel te scherp, veel te snel. Ik schud mijn hoofd, een wilde, bijna spastische beweging, en voel mijn haar tegen de harde, warme muur van zijn borst zwiepen. Mijn handen schieten naar voren, klungelig, in een wanhopige, instinctieve poging het laptopscherm dicht te klappen. Alsof ik mijn fantasie kan dichtdrukken. Alsof ik het bewijs kan verbergen dat hij al lang heeft gezien, dat ongetwijfeld al op zijn netvlies is gebrand.
"Nee, natuurlijk niet." Mijn stem is een flinterdun, trillend draadje. Het klinkt belachelijk, zelfs in mijn eigen oren. Een leugen zo doorzichtig als het kant op het scherm. "Dat... dat is niks voor mij," stamel ik, mijn wangen gloeien nog heter, een verraad dat mijn leugen logenstraft. Ik probeer het nog eens, wanhopig op zoek naar een greintje geloofwaardigheid. "Ik was gewoon... nieuwsgierig. Gewoon aan het kijken. Meer niet." De leugen hangt tussen ons in, naakt, trillend en volkomen belachelijk. En aan het zachte, ingehouden gegrinnik dat ik meer voel dan hoor tegen mijn ruggengraat, weet ik dat hij er geen seconde van gelooft.
Hij negeert mijn pathetische, halfslachtige poging om de laptop te sluiten. Hij duwt het niet weg; hij laat het openstaan. Het bewijs van mijn schuld blijft ons aanstaren. Zijn hand, de hand die zwaar op mijn schouder rustte, begint te bewegen. Langzaam. Een zinderend spoor over de blote huid van mijn nek, een pad van vuur achterlatend. Zijn vingers, zo sterk en warm, verstrengelen zich in mijn haar, precies bij mijn schedelbasis. Hij tilt het zachtjes op, mijn nek volledig blootgevend aan zijn blik en zijn lippen. En dan... zijn duim. Die begint te bewegen. Langzame, martelende, zinderende cirkels over dat ene, hypergevoelige plekje net achter mijn oorlel. Ik moet mijn ogen sluiten. Ik kan niet anders. Het is te veel. Zijn lippen zijn terug bij mijn oor, zo dichtbij dat ze mijn huid schroeien. "Niks voor jou?" fluistert hij.
De hete, vochtige lucht van die drie woorden is een vonk op de plek die zijn duim al in brand heeft gezet. Ik kan geen woord uitbrengen. Ik kan alleen maar trillen. Zijn mond volgt het pad van zijn duim. Hij duwt zijn duim weg en vervangt die door zijn lippen. Een kusje. Zacht. Zo zacht dat het bijna onschuldig lijkt. Maar het is een leugen. In de context van mijn geheime fantasie, van de schaamteloze beelden op het scherm, voelt deze kus als een brandmerk. Een claim. Je bent van mij, en ik weet precies wat je wilt. Hij lacht weer zachtjes tegen mijn huid. "Lieverd," mompelt hij, zijn mond nu lager, natter, tegen de trillende, blootgestelde pees in mijn nek. Ik voel elk woord als een diepe, zware vibratie. "Je kunt het verbergen zoveel je wilt, maar ik zag je." Ik hap naar adem. "Ik zag hoe je keek toen ik binnenkwam. Je was hier niet. Je was mijlenver weg..." Zijn kin gebaart naar het scherm, naar de vrouw op de chaise longue. "...precies dáár."
Zijn andere hand landt op mijn arm. Het is geen toevallige aanraking. Het is een statement. Zijn vingertoppen, zo warm dat ik ze door de stof van mijn trui heen voel, beginnen te strelen. Niet zomaar. Ze traceren. Langzaam, als een vederlicht spoor van vuur, volgen ze de lijn van mijn onderarm omhoog, van mijn pols tot de binnenkant van mijn elleboog. Het zou kalmerend moeten zijn, maar het is waanzinnig opwindend. Elke zenuw in mijn lichaam springt op scherp. Hij bespeelt me. Hij weet precies welke snaren hij moet raken. Deze tederheid is zijn meest geraffineerde wapen; het omzeilt al mijn paniekerige protesten en ontwapent elk verdedigingsmechanisme dat ik probeer op te trekken.
"Kom, schat." Zijn stem is nu geen fluistering meer. Het is puur, donker fluweel. Een geluid dat me niet alleen bereikt, maar me omhult. Zo overtuigend. Zo gevaarlijk verleidelijk. Oh, god, hij weet precies wat hij doet. "Je hoeft je niet te verstoppen," mompelt hij, de woorden een hete, vochtige belofte tegen de huid van mijn nek. "Niet voor mij."
En dan, de kus opnieuw. Deze is anders. Hij is niet zacht. Hij is natter. Brutaler. Een open, eisende mond die zich vastzuigt aan de trillende pees net onder mijn kaaklijn, precies op de plek waar mijn hartslag verraadt hoe opgewonden ik ben. Ik hap hoorbaar naar adem. De wereld kantelt. Mijn ogen vallen dicht, te zwaar om nog open te houden. Ik geef me over aan de sensatie. "Ik zag het in de tuin al," hijgt hij zachtjes tegen mijn huid, zijn lippen nog steeds in beweging, een voortdurende, zinderende marteling. "Ik zag het in je ogen. Ze lichtten op." Hij trekt zich een fractie terug, net genoeg om te spreken, zijn adem nog steeds een streling. "Je kwam klaar op het idee alleen al, hè?"
Voordat ik kan antwoorden, grijpen zijn handen de leuningen van mijn bureaustoel. Hij draait me. Een zachte, maar onverbiddelijke beweging. De wereld tolt voor een duizelingwekkende seconde, en dan... stopt het. Ik zit nu half naar hem gedraaid, mijn knieën gevangen tussen de zijne, gedwongen om naar hem op te kijken. Zijn ogen. Donker. Zo donker. Ze branden van een explosieve, onmiskenbare mix van puur, rauw verlangen en dat alwetende, geile amusement. Ze boren zich in de mijne. Ze pinnen me vast. "Volgens mij," zegt hij, zijn stem nu weer zacht, bijna een streling. Zijn vinger komt omhoog, vangt een verdwaalde haarlok die aan mijn gloeiende wang plakt, en strijkt die langzaam, tergend langzaam, achter mijn oor. Zijn knokkel schuurt over mijn jukbeen, een aanraking die me van binnenuit doet smelten. "Wil jij dit dolgraag."
Ik open mijn mond. Een protest. Een "nee". Iets. Maar er komt geen geluid uit. Het woord "dolgraag" blijft in mijn keel hangen, zwaar en zoet als honing. Hij heeft gelijk. God, hij heeft zo vreselijk, verschrikkelijk gelijk. De schaamte (ik ben betrapt!) en de opwinding (ik wil dit!) voeren een verhitte, pulserende oorlog in mijn onderbuik. Het is een zwaar, kloppend gevoel dat mijn dijen week maakt en mijn ademhaling oppervlakkig.
Hij ziet het. Hij leest me als een open boek. Hij ziet de twijfel in mijn ogen, en hij ziet de overgave die de twijfel verdrinkt. Hij ziet hoe mijn lippen lichtjes opengaan, wachtend, uitnodigend. Een glimlach spreidt zich langzaam over zijn gezicht. Het is niet arrogant. Het is... triomfantelijk, ja, maar ook zo ongelooflijk teder. Hij weet het. Hij buigt zich voorover, zijn gezicht vult mijn hele blikveld, zijn geur benevelt me. "Wat kan er misgaan?" fluistert hij, zijn adem een belofte die zich met de mijne mengt. En dan drukt hij zijn lippen zachtjes op de mijne. Het is geen eisende kus. Het is een zegel. Een contract.
Zijn lippen op de mijne zijn de genadeklap. Ze zijn zacht, bedrieglijk zacht, maar daaronder schuilt een bezitterigheid die me de adem ontneemt. Ze proeven naar overwinning. Naar de zekerheid van een man die weet dat hij gewonnen heeft nog voor het spel goed en wel begonnen is. Het protest dat ik wilde vormen – een redelijk, verstandig argument – smelt weg op mijn tong als sneeuw voor de zon. Het enige dat overblijft is een trillende, zoete golf van pure overgave die mijn knieën week maakt. Ik trek me net genoeg terug om lucht in mijn brandende longen te zuigen, maar ik durf zijn ogen niet te ontmoeten. Ik kan die intensiteit nu niet aan.
Mijn blik schiet paniekerig terug naar de laptop. Naar die zelfverzekerde, perfect belichte vrouwen op het scherm. Godinnen van licht en schaduw die geen schaamte lijken te kennen. "Maar, Kristof..." piep ik. Mijn stem is nauwelijks een fluistering, een iel geluidje dat in het niets valt bij de zware spanning in de kamer. Het klinkt zwak, zelfs kinderachtig. "Een vreemd iemand..." Ik slik, de gedachte alleen al doet mijn keel dichtknijpen. "Die gaat mij zien. Zoals... dit." Ik maak een vaag, onhandig gebaar naar mijn eigen lichaam, veilig verborgen onder mijn trui en jeans. "Naakt."
Kristof lacht. Het is een diep, warm gerommel dat begint in zijn borstkas. Omdat hij nog steeds zo dicht tegen me aan leunt, voel ik die vibratie resoneren tegen mijn eigen borsten, door mijn ribben, recht naar mijn hart. Het is een lach vol tederheid, zonder ook maar een greintje spot. Dan beweegt hij. Zijn vinger, sterk en vastberaden, haakt onder mijn kin. Hij tilt mijn gezicht op, dwingt me genadeloos maar zacht om hem aan te kijken. Ik kijk. En ik verdrink. De speelse twinkeling is verdwenen uit zijn ogen. Wat er nu brandt, is een intense, donkere zekerheid. Een honger die mijn laatste restje weerstand in één klap verschroeit.
"Schat," zegt hij. Zijn stem zakt naar een intiem, ruw niveau, een frequentie die alleen mijn lichaam lijkt te kunnen horen. Hij hoeft me niet te overtuigen met argumenten; hij hoeft het alleen maar te benoemen. "Kijk me aan." Ik gehoorzaam. Mijn adem stokt ergens halverwege mijn keel. Ik ben verloren in die donkere poelen. "Dat is juist het hele punt," fluistert hij, en de woorden zijn als een stroomstoot. "Dat is wat het zo verdomd geil maakt." Zijn hand verlaat mijn kin niet, maar zijn duim komt omhoog. Langzaam, tergend langzaam en ongelofelijk bezitterig, wrijft hij over mijn onderlip. Die is nog vochtig en gezwollen van zijn kus. Hij raakt me aan alsof ik al van hem ben, alsof ik al naakt voor die camera sta. "Stop met vechten, lieverd," gromt hij zacht. "Ik weet dat je het wilt."
"Dat zie je verkeerd," antwoord ik. Maar mijn stem is een ademstoot, een flinterdun protest dat in de zware lucht verdampt nog voor het hem goed en wel bereikt heeft. Het klinkt als een leugen. Erger nog, het voelt als een leugen. Zelfs in mijn eigen oren klinkt het ongeloofwaardig, en ik zie aan de donkere gloed in zijn ogen dat hij het hoort. Hij weet de waarheid beter dan ikzelf.
Kristof negeert mijn zwakke verzet niet alleen; hij veegt het van tafel alsof het rook is. Het is alsof ik net zo goed niets had kunnen zeggen, alsof mijn woorden verdrinken in de golf van zijn vastberadenheid. Een zachte, superieure glimlach krult zijn mondhoeken omhoog. Hij laat mijn kin los, maar de vrijheid is een illusie. In één vloeiende beweging plant hij zijn handen op de armleuningen van mijn bureaustoel. Klap. Klap. Hij sluit me in. Ik zit effectief, en oh zo teder, gevangen in een kooi van zijn armen. Zijn lichaam torent boven me uit, een warme muur, een onontkoombare, zware aanwezigheid die de lucht uit de kamer zuigt.
Met een soepele, zelfverzekerde beweging reikt hij over mijn schouder en trekt de laptop resoluut naar zich toe. Hij neemt het over. Zijn vingers, die sterke, geaderde vingers die mijn lichaam zo goed kennen, nemen de controle over de trackpad. Waar de mijne net nog zo aarzelend, trillend en dromerig overheen gleden, bewegen die van hem met een dodelijke precisie. "Laat mij eens kijken," zegt hij. Zijn stem is veranderd. Het is niet langer vragend, niet langer alleen maar verleidelijk. Het is een bevel, verpakt in het donkere fluweel van zijn diepe bariton. Het is een daad van puur bezit, van overname. Hij vraagt geen toestemming om mijn fantasie binnen te treden; hij trapt de deur in en eigent zich de plek toe.
Ik blijf doodstil zitten, mijn adem stokt ergens hoog in mijn keel. Mijn hart is een holle, wilde tromslag tegen mijn ribben. Ik durf niet naar het scherm te kijken, bang voor wat ik daar zal zien weerspiegeld. In plaats daarvan kijk ik naar zijn hand. Ik kijk gefascineerd toe hoe hij navigeert. Hoe hij klikt op de links die ik met zoveel bonzende, geheime opwinding had bekeken. Hij scrolt door de portfolio's, zijn blik scherp, kritisch en beoordelend. Hij bestudeert niet langer mij; hij keurt de kunstenaars die zijn vrouw zouden moeten vastleggen. Hij bladert letterlijk door mijn diepste, natste fantasieën alsof het een catalogus is. En terwijl hij dat doet, voel ik hoe de laatste restjes van mijn verzet wegebben, weggespoeld door een zinderende, machteloze spanning die me van binnenuit week maakt. Hij heeft mijn gedachten gelezen, en nu... nu heeft hij ze letterlijk in zijn handen.
Plotseling bevriest zijn vinger.Hij blijft hangen. Precies bij die ene foto. Die foto die ik net minutenlang, bijna in trance, had verslonden: een vrouw, lui achteroverleunend op een dieprode, fluwelen divan. Ze draagt niets. Helemaal niets, behalve een paar donkere kousen en een web van ingewikkelde schaduwen die haar rondingen meer suggereren dan onthullen. Hij leunt dichter naar het scherm, alsof hij de details wil absorberen, zijn torso drukt zwaar tegen mijn rug. "Dat," zegt hij langzaam. De klank is donker, rauw. Een lage, waarderende grom die uit de diepte van zijn borstkas komt en door mijn eigen ribbenkast trilt. "Dat ziet er verdomd geil uit." Het woord slaat in als een fysieke aanraking.
Geil. Ik klem mijn dijen onmiddellijk, instinctief samen onder het bureaublad, een wanhopige poging om de plotselinge, zware hitte die daar opwelt te bedwingen. Ik sluit mijn ogen. De hele wereld krimpt ineen tot de klank van dat ene, rauwe woord en de zwaarte van zijn lichaam tegen het mijne. Hij zegt het over haar. Over een volslagen onbekende, over een vakkundig belichte curve op een koud computerscherm. Maar een venijnige, waanzinnig opwindende vraag boort zich onmiddellijk in mijn achterhoofd. Zou hij dat ook zeggen als ik daar zo lag? Als het mijn heup was die het licht ving? Mijn huid, mijn overgave? Als ik daar lag, uitgestald en vastgelegd door de hongerige lens van een vreemde man, speciaal voor zijn genot? De gedachte is niet alleen een fantasie; het is een fysieke sensatie. Het jaagt een hete, verboden rilling van mijn nek langs mijn ruggengraat, een siddering van pure, zondige verwachting die me bijna doet kreunen.
De stilte die volgt is zwaar, stroperig. Het enige geluid in de kamer is het ruisen van mijn eigen bloed in mijn oren en mijn ingehouden, oppervlakkige ademhaling. En dan, dwars door de spanning heen, klinkt het. Scherp. Beslissend. Onverbiddelijk. Tik. Tik-tik-tak. Mijn ogen vliegen open. Hij is niet meer aan het scrollen. Hij is aan het typen. Ik zie het contactformulier van de fotograaf op het scherm openstaan. De cursor knippert niet eens; hij vreet zich een weg door het witte vlak. Zijn vingers, diezelfde vingers die me net nog zo teder streelden, bewegen nu met een angstaanjagende snelheid en efficiëntie over het toetsenbord. Zelfverzekerd. Doelgericht.
"Kristof!" De schok is als een emmer ijswater die over mijn verhitte huid wordt uitgegoten. Ik grijp naar zijn pols, maar mijn greep is zwak. "Wat doe je?" piep ik. Mijn stem is teruggebracht tot dat iel, machteloos geluidje, ergens tussen paniek en opwinding in. Hij stopt niet. Hij kijkt niet eens op. Hij maakt zijn zin af, zijn ritme onverstoorbaar. Tap. Tik. En dan, met een duidelijke, harde haal van zijn pink: Enter. De pagina ververst. Verzonden.
Pas dan, als de daad onomkeerbaar is, draait hij zijn hoofd naar mij. De rauwe, donkere lust die net nog in zijn ogen brandde, is verdwenen. In de plaats daarvan speelt die kalme, irritant redelijke glimlach om zijn lippen – de glimlach die hij altijd opzet als hij weet dat hij gewonnen heeft, als hij weet dat hij de touwtjes in handen heeft. "Rustig, schat," zegt hij. Zijn stem is een zachte, kalmerende streling, een balsem die in schril contrast staat met de wilde hamer van mijn hartslag die tegen mijn ribben beukt. "Gewoon wat informatie vragen," gaat hij verder, alsof hij het over de boodschappen heeft. "Een vrijblijvend mailtje sturen. Kijken naar de beschikbaarheid, de prijzen. Niks definitiefs." Hij leunt weer naar me toe. Zijn gezicht komt dichterbij, en hij geeft me die blik – die intense, doordringende blik die zegt dat hij dwars door mijn kleren, dwars door mijn huid, recht in mijn verlangende ziel kijkt. "Dan heb je alle opties," fluistert hij, en hij strijkt een haarlok uit mijn gezicht. "En dan kan jij nog altijd beslissen wat je doet."
- - -
Meer weten over deze dare en de vrouw achter dit verhaal? abonneer je dan op de nieuwsbrief door mij een mail te sturen. Mijn emailadres vind je op mijn profielpagina.
Trefwoord(en): Buitensex, Exhibitionisme, Fotoshoot, Klaarkomen, Naakt, Neuken, Tuin, Verlangen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10


Bezoek ook eens mijn profiel pagina om meer over mij te weten te komen, een overzicht te zien van mijn verhalen of om een berichtje achter te laten! Ook kun je jezelf aanmelden om een mail te ontvangen als ik een nieuw verhaal heb geplaatst!
