Lekker Anoniem Webcammen!
Donkere Modus
Door: Leen
Datum: 13-12-2025 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 440
Lengte: Lang | Leestijd: 25 minuten | Lezers Online: 6
Trefwoord(en): Gangbang, Kerst, Kerstman,
De eerste noten van Wham!’s Last Christmas sijpelen voor de zevenendertigste keer deze ochtend uit de plafondspeakers. Het is geen muziek meer; het is psychologische oorlogsvoering, verpakt in vrolijke belletjes. Claus verlegt zijn gewicht. De troon, een rococo-monstrositeit van goudverf en rood fluweel, is ontworpen voor een uitzendkracht van zeventig kilo, niet voor een onsterfelijke entiteit met de botstructuur van een viking en een eeuwigheid aan zwaartekracht in zijn leden. Hij zit klem.

Hij kijkt uit over het centrale plein van het Wijnegem Shopping Center. Dit moet het "Winter Wonderland" voorstellen. In werkelijkheid is het een omheinde zone van triestigheid, badend in het genadeloze licht van duizenden tl-buizen. De lucht is zo droog dat Claus zijn slijmvliezen voelt verschrompelen. Het ruikt er niet naar dennennaalden of kaneel, maar naar de weeïge mix van ongewassen haar, Luikse wafels en de gerecyclede lucht van de airconditioning die al sinds 1993 dezelfde stofdeeltjes rondpompt.

En dan is er de sneeuw. Claus strijkt met een gehandschoende vinger over de leuning van zijn troon. Het witte poeder dat hier rijkelijk is rondgestrooid, heeft niets te maken met de kristallijne magie van de Noordpool. Dit is fijn, vettig plastic. Het ligt over het decor als roos op de schouders van een verwaarloosde reus.

"Ho, ho, ho," mompelt hij. Het klinkt hol. Een echo in een lege put. Hij is hier incognito. Geen arrenslee, geen elfen, enkel een goedkoop polyester pak dat hij in een feestwinkel heeft moeten kopen omdat zijn eigen mantel te veel "historische authenticiteit" uitstraalt en de managers bang maakt. Hij is hier uit plichtsbesef. Eens in de zoveel decennia daalt hij af tussen de stervelingen om, zoals de oude teksten het voorschrijven, "de pols van de wereld te voelen".

Hij legt zijn hand op zijn borstkas. Niets. Geen vonk. Zijn magie is geen onuitputtelijke bron; het is een symbiose. Het wordt gevoed door menselijke passie, door vurig verlangen, door de warmte van oprechte hoop. Maar hier, in de buik van dit betonnen koopmonster, stikt de magie. Wat hij voelt is geen verlangen, maar hebzucht. Een klamme, jachtige leegte. Mensen rennen voorbij met tassen vol spullen die ze niet nodig hebben, voor mensen die ze niet leuk vinden. De lucht trilt niet van verwachting, maar van stress en creditcardlimieten.

Hij voelt zich oud. Niet het soort oud dat wijs en krachtig is, zoals een eeuwenoude eik, maar het soort oud dat versleten en overbodig is. Een videorecorder in een tijdperk van streaming. Zijn gedachten glijden, zoals ze de laatste weken constant doen, af naar het Noorden. Naar Magda. Hij ziet haar weer voor zich, aan de overkant van de lange, eikenhouten tafel. Ze ziet er nog steeds prachtig uit, met haar zilveren haar en die ogen die ooit gletsjers konden doen smelten. Maar de herinnering aan haar aanraking vervaagt. "Het vuur is uit, Claus," echoot haar stem in zijn hoofd. "We zijn slechts huisgenoten in een legende." Ze hebben al in geen eeuw meer de lakens doen smeulen. Claus wijt het aan de drukte, aan de globalisering, aan de administratie die exponentieel groeit met de wereldbevolking. Maar diep vanbinnen weet hij het: hij is zijn potentie kwijt. Niet alleen fysiek, maar existentieel. Hij is onzichtbaar geworden, zelfs voor de vrouw die zijn eeuwigheid deelt. Hij is een mascotte geworden, een karikatuur op een Coca-Cola blikje.

"Meneer? De Kerstman?" Claus schrikt op uit zijn overpeinzingen. Voor hem staat een jongetje van een jaar of zeven, gekleed in een veel te duur merkjasje. In zijn hand houdt hij een smartphone die waarschijnlijk meer kost dan de arrenslee. De moeder van het kind staat twee meter verderop ongeïnteresseerd te typen op haar eigen scherm. "Ja, jongeman?" zegt Claus. Zijn stem kraakt. "Is die baard echt?" vraagt het kind, zonder enige verwondering. Het klinkt als een kwaliteitscontrole. Claus wrijft over zijn kin. De witte haren zijn echt, getekend door eeuwen van poolwind, maar hier, onder het tl-licht, zien ze eruit als goedkoop nylon. "Wat denk je zelf?" Het jongetje haalt zijn schouders op. "Maakt niet uit. Ik wil de PlayStation 5 Pro. En niet de gewone, de bundel met Call of Duty. Als je de verkeerde brengt, stuur ik hem terug. We hebben Amazon Prime." De jongen draait zich om en loopt weg zonder te wachten op een antwoord. De moeder kijkt niet eens op.

Claus zakt dieper weg in de krappe troon. De soundtrack begint opnieuw aan het refrein. But the very next day, you gave it away. Hij sluit zijn ogen en probeert zich de geur van Magda's haar te herinneren, of de hitte van een haardvuur. Maar het enige wat hij ruikt is verschaald frituurvet en de muffe geur van zijn eigen wanhoop. De batterij van de wereld is leeg, en hij heeft geen oplader bij zich.

Op dat moment breekt een groepje van vier studentes, gehuld in oversized teddyjassen en sjaals die drie keer om hun nek gedraaid zitten, door de denkbeeldige grens van het Winter Wonderland. Een giechelende stormvloed. Ze ruiken naar een chemische cocktail van goedkope vanille-bodyspray, kauwgomballen en de restwarmte van de Starbucks. Ze vragen niets. Ze kijken Claus niet in de ogen om toestemming te vragen. Voor hen is hij geen persoon; hij is ‘content’. Een interactief decorstuk.

"Omg, ja! Iedereen tegelijk!" roept het meisje met de foute rendiermuts – de belletjes aan het gewei rinkelen agressief. Voordat Claus zijn zware laarzen kan verplaatsen, wordt zijn persoonlijke ruimte geannexeerd. Twee meisjes ploffen zonder pardon op zijn knieën. De andere twee draperen zich over de gouden armleuningen van de troon, hun lichamen in hoekige, onnatuurlijke bochten gewrongen om zo slank mogelijk uit te komen op het scherm. Claus voelt de scherpe hoeken van smartphones in zijn ribben prikken. Het gewicht op zijn benen is niet zwaar, maar het voelt verstikkend.

"Duckface, bitches!" commandeert het meisje op zijn linkerknie. Ze heeft haar lippen zo ver getuit dat het bijna pijnlijk lijkt. Ze leunt naar achteren, drukt haar synthetische bontkraag tegen Claus’ baard aan en houdt haar telefoon hoog in de lucht. "Kijk eens stout, Kerstman!" roept ze, terwijl ze haar tong uitsteekt en een obsceen handgebaar maakt richting de lens. "Laat zien dat je een bad boy bent." De andere meisjes gieren het uit. Het is een lach zonder warmte, een geluid dat puur bedoeld is om sfeer te maken voor de video-opname. Het meisje op de rechterleuning, met een perfect gecontourde kaaklijn, gooit haar been over Claus’ schouder. "Sta ik op de naughty list?" vraagt ze met een stem die druipt van de ironie. Ze trekt een pruillip en laat haar oogleden half zakken, een karikatuur van verleiding. "Ik heb écht heel veel straf nodig."

Claus verstart. Hij is een standbeeld van ijs. Zijn handen, die normaal troost en warmte bieden, zweven ongemakkelijk in de lucht, bang om iets aan te raken en zo een rechtszaak te riskeren. Hij voelt zich vies. Gereduceerd tot een rekwisiet in een slechte slapstick.

"Oké, nu eentje voor de feed," zegt Rendiermuts. "Geef hem een kus, Chloë!" Het meisje op zijn linkerknie draait zich plotseling naar hem toe. Ze pakt zijn muts vast en trekt zijn hoofd ruw omlaag. Claus ruikt de mierzoete geur van aardbeienlipgloss vlak voor ze haar mond op zijn wang drukt. Het is geen kus. Het is een stempel. Nat, plakkerig en volkomen gevoelloos. Ze houdt de pose drie seconden vast – klik, klik, klik – en trekt zich dan direct terug met een vies gezicht, alsof ze net een rauwe vis heeft gekust. "Iew, die baard kriebelt echt fucking hard," zegt ze, terwijl ze verwoed over haar mond veegt.

"Hebben we hem?" vraagt een ander, die alweer op haar scherm staat te turen. "Ja, deze is goud," grinnikt Rendiermuts. Ze staan allemaal tegelijk op, alsof er een onzichtbaar signaal is gegeven dat de act voorbij is. Claus blijft achter, zijn pak verfrommeld, zijn waardigheid aan flarden. Ze blijven nog even staan, twee meter bij hem vandaan, in een cirkeltje van blauw schermlicht. Hun duimen vliegen over het glas.

"Wat is de caption?" vraagt Chloë. Rendiermuts tikt snel, haar nagels tikken ritmisch op het scherm. "Ik heb hem: ‘Op schoot bij de Sugar Daddy van het Noorden. Hopelijk is zijn zak groot genoeg. 💅💸🎅 #wijnegem #broke #daddyissues #hohohoe #sorrynotsorry’"

"Geniáál," roepen ze in koor. "Posten. Nu." Ze kijken nog één keer om naar de troon. Niet naar Claus, maar naar het resultaat van hun creatie op het scherm. "Lekker cringe," oordeelt Chloë tevreden. "Dit gaat sowieso viraal bij de jongens van economie." Ze draaien zich om en lopen weg, hun gelach webt weg in de kakofonie van het winkelcentrum.

Claus zit roerloos. De energie die van hem afstraalt is niet langer neutraal; het is een destructief vacuüm dat de wetten van de chemie tart. Naast de troon staat de trotse, drie meter hoge kunstkerstboom. Een wonder van Chinese techniek, gegarandeerd naaldvast voor de eeuwigheid. Maar de eeuwigheid eindigt hier. Eerst klinkt er een zacht, onheilspellend geknisper, alsof de boom rilt van de kou. Dan valt de eerste pluk. Tik. Meteen gevolgd door een tweede. Een derde. Het versnelt. Tik-tik-tik-tik.

Het is een massale capitulatie. De moleculaire bindingen van het PVC begeven het onder de verpletterende zwaarte van Claus’ depressie. In een onwerkelijke, groene stortbui laat de boom zijn naalden los. Ze regenen neer op het nepsneeuwtapijt en op Claus' schouders, een droog, ritselend geluid dat zelfs de Last Christmas soundtrack even overstemt. Binnen tien seconden staat er naast de troon geen volle dennenboom meer, maar een naakt, stakkerig skelet van gedraaid ijzerdraad en bruine tape, triest en weerloos onder het tl-licht. Aan de voet van de troon ligt een bergje groen plastic, als het stoffelijk overschot van de kerstgedachte.

Het is genoeg. De maat is vol. Claus sluit zijn ogen en balt zijn vuisten. Hij probeert niet eens om magie op te roepen; het is een reflex, een stuiptrekking van een stervende ziel. Vanuit het diepste van zijn wezen, vanuit de plek waar ooit onsterfelijke vreugde huisde, zendt hij een puls uit. Geen welgeformuleerde roep om "hulp". Het is rauwer. Het is een schreeuw om iets. Een wanhopig signaal, de ether in geslingerd, smekend om een teken dat er nog ergens iets van waarde is in deze plastic wereld. Een vraag of er nog iemand is die het verschil kent tussen een prijskaartje en waarde.

De puls golft door het Wijnegem Shopping Center. Hij trekt dwars door de gewapende betonnen muren, door de wifi-signalen en de constante stroom van consumentisme. Onhoorbaar voor het gewone winkelpubliek, dat slechts een lichte, onverklaarbare rilling voelt die ze wijten aan een tochtvlaag van de airco.

Maar de puls vindt vier specifieke doelen. Vier vrouwen die, elk op hun eigen eiland van onvrede, de sfeer van het shoppingcenter al spuugzat zijn. Ze voelen het niet als een rilling, maar als een onweerstaanbare, elektrische schok die door hun ruggengraat trekt. Het stopt hen in hun beweging, dwingt hen om hun huidige koers te wijzigen.

Maria staat bij de balustrade op de eerste verdieping, haar telefoon nog in haar hand. Ze heeft zojuist, met een kille swipe, haar aanwezigheid bij de zoveelste 'strategische alignering' geannuleerd. Ze is vierenveertig, strak in een grijs mantelpak dat even duur als oncomfortabel is. Ze is een fixer, een vrouw die chaos ordent in spreadsheets, maar ze voelt zich de laatste tijd alsof ze de stoelen op de Titanic aan het herschikken is. Alles in haar leven is efficiënt, maar niets heeft nog betekenis. Ze kijkt naar beneden, naar de mierenhoop van shoppers, en voelt een diepe walging voor de nutteloosheid van alles. Dan raakt de puls haar. Het voelt als een alarmbel in een stilstaand kantoor. Niet bedreigend, maar dwingend. Een probleem dat niet in een Excel-sheet past, maar dat schreeuwt om opgelost te worden. Haar analytische brein, dat al maanden op de automatische piloot draait, schiet wakker. Er is een storing in de matrix, en zij moet erheen.

Eva staat bij de retoursbalie van een modeketen, een grote tas in haar hand. In de tas zit een galajurk van donkerblauw zijde. Ze had hem gekocht voor een kerstgala waarvan ze wist dat haar ex er zou zijn met zijn nieuwe vriendin. Vanmorgen, in de spiegel, zag ze niet de femme fatale die ze wilde zijn, maar een vrouw van negenendertig die probeerde te concurreren met meisjes van twintig. Ze voelt zich onzichtbaar, afgeschreven in de liefdesmarkt waar iedereen swipet en niemand blijft. Ze heeft de jurk teruggebracht met de leugen "hij paste niet", terwijl hij perfect zat. De puls treft haar in haar onderbuik. Het is geen koude rilling, maar een vonk van hitte. Een herinnering aan passie die ze dacht kwijt te zijn. Het trekt haar weg van de balie, weg van haar schaamte, richting het atrium. Ze zoekt geen jurk meer; ze zoekt de bron van die plotselinge hitte.

Kathleen beent door de gang, een zware sporttas over haar schouder. Ze komt net uit de Basic-Fit, haar haar nog nat van de douche, haar huid gloeiend van de inspanning. Ze is tweeënvijftig en haar lichaam is een tempel, maar wel een lege tempel. Ze is fysiotherapeut en yogadocent; ze brengt haar dagen door met het losmaken van andermans knopen, met het laten stromen van andermans energie. Maar zelf? Zelf staat ze droog. Ze ziet de mensen in het winkelcentrum sjokken met hun ingezakte schouders en hun textuurnekken, en ze wil ze door elkaar rammelen. "Adem!" wil ze schreeuwen. De puls slaat bij haar in als een fysieke klap tegen haar borstbeen. Ze stopt abrupt. Ze herkent het gevoel: het is de vibratie van een enorme blokkade die op springen staat. Iemand, ergens hier dichtbij, zit zo vast dat het de lucht doet trillen. Haar helersinstinct neemt het onmiddellijk over.

Leen staat in een cadeauwinkel, besluiteloos met een geurkaars in haar handen ("Cedarwood & Melancholy", of zoiets). Ze is achtenveertig en de kinderen zijn het huis uit, of beter gezegd: ze zijn bij hun vader voor de feestdagen. Dit jaar viert ze kerst met een fles wijn en Netflix. Ze zocht een cadeau voor zichzelf, om de leegte onder de boom te maskeren, maar de treurnis van die handeling beneemt haar de adem. Ze heeft zoveel zorg te geven, zoveel warmte die nergens heen kan. Ze is een moeder zonder nest. De puls raakt haar recht in haar hartstreek. Het voelt als het huilen van een kind in de nacht, maar dan duizend keer zwaarder. Een rauwe, eenzame pijn die resoneert met de hare. Iemand heeft troost nodig. Iemand is net zo alleen als zij. Ze zet de kaars terug – klap – en begint te lopen.

Als door een onzichtbare magneet getrokken, convergeren ze richting het centrale plein. Ze kennen elkaar niet, ze hebben niets gemeen behalve dit ene moment, maar ze delen een plotselinge, dwingende urgentie.

Ze naderen het trieste Winter Wonderland vanuit vier verschillende gangpaden. Hun blikken worden onmiddellijk naar de troon getrokken, waar de man in het rode pak ineengezakt zit alsof de zwaartekracht hem persoonlijk haat. En daarnaast, naar een haastig neergezet kartonnen bord op een ezel.

Voor de gemiddelde voorbijganger staat er in simpele zwarte letters: "Elfjes Gezocht. Melden bij de balie." Maar deze vier vrouwen zien door de illusie heen. De letters trillen en vervormen voor hun ogen. De inkt lijkt te gloeien, sissend op het karton met een wanhopige hitte. Ze zien wat er echt staat: VONK GEZOCHT. Ze blijven staan aan de rand van het nepsneeuwtapijt, net buiten het bereik van de genadeloze tl-spotlights. Ze observeren de man op de troon, die nu met zijn hoofd in zijn handen zit, een beeld van monumentale nederlaag naast het skelet van de kerstboom.

Maria, met haar analytische blik die dwars door bullshit heen kijkt, vernauwt haar ogen. Ze ziet geen acteur. Ze ziet een systeemcrash. "Interessant," fluistert ze tegen niemand in het bijzonder, haar stem koel maar geïntrigeerd. "Een burn-out op mythisch niveau. Hij heeft crisismanagement nodig." Eva staat een paar meter verderop. Ze negeert het goedkope, flodderige polyester pak. Haar blik blijft hangen op de brede schouders eronder, de massieve handen die zijn gezicht verbergen, en de glimp van diepe, oneindig treurige ogen die even opkijken. Ze ziet geen oude man. Ze ziet ruwe, onontgonnen mannelijkheid die onder het stof ligt. Ze fluistert, en haar adem stokt even: "O, maar hier zit potentieel. Hij is de definitie van een Zilveren Vos. Hij is het gewoon vergeten."

Kathleen scant zijn lichaamstaal met een professionele, bijna röntgenachtige blik. Ze ziet hoe zijn ruggengraat kromt onder een onzichtbaar gewicht. "Zijn energie is volledig geblokkeerd," mompelt ze, haar hoofdschuddend terwijl ze haar sporttas op de grond laat zakken. "Kijk hoe hij zit. Hij ademt niet eens vanuit zijn bekken. Totaal vast. Die man heeft geen magie nodig, die heeft flow nodig."

En Leen, die de kaars heeft laten staan maar de warmte heeft meegenomen, voelt een pijnscheut in haar eigen borstkas. Ze ziet voorbij de houding, voorbij het pak. Ze ziet de ziel die erin woont. "Hij heeft al heel lang geen echte aanraking meer gehad," zegt ze zacht, en haar ogen vullen zich met tranen van herkenning. "Hij verhongert."

De vier vrouwen kijken elkaar even aan. Ze herkennen de missie in elkaars ogen. Ze stappen tegelijkertijd over de rand van het plastic tapijt, het Winter Wonderland in en melden zich bij de balie, een wankel tafeltje bemand door een verveelde tiener met acne die nauwelijks opkijkt van zijn TikTok-feed. Hij duwt met een slome beweging een kartonnen doos over de toonbank. "Kleedkamer is daarachter. One size fits most. Succes ermee," mompelt hij.

Ze duiken een krappe opslagruimte in, tussen dozen met onverkochte kerstballen en defecte lichtsnoeren. Maria trekt de doos open en haalt de inhoud eruit. Er valt een stilte die zwaarder weegt dan de muffe lucht in het hok. Het zijn geen kostuums. Het zijn lapjes stof die met een niesbui bij elkaar gehouden worden.

"Dit is..." begint Leen, terwijl ze een stukje groen fluweel ter grootte van een pannenlap omhoog houdt. "...weinig." "Dit is geen uniform," corrigeert Maria, terwijl ze de stof tussen haar vingers wrijft. "Dit is een arbeidsinspectie-overtreding verpakt als textiel. Het dekkingspercentage is nog geen vijftien procent." Eva pakt een setje. Ze houdt het voor haar lichaam en kijkt in de gebarsten spiegel die tegen de muur leunt. Haar ogen beginnen te glinsteren. "Het is perfect," zegt ze zacht. "Het is ordinair, goedkoop en totaal schaamteloos. Precies wat deze plek nodig heeft om wakker te worden." Ze trekt haar blouse uit. "Weg met de schaamte, dames. We gaan niet solliciteren, we gaan verleiden."

De transformatie begint. In de benauwde ruimte vliegen mantelpakken, sportleggings en degelijke bh's in de hoek. Maria hijst zich in het pakje. Het groene fluweel spant strak om haar heupen. Het rokje is eigenlijk meer een brede riem. Het bovenstukje is een diep uitgesneden korsetje met nepbont langs de randen dat haar decolleté opstuwt tot ongekende hoogtes. Ze kijkt naar zichzelf en trekt haar bril recht. De zakelijke fixer is verdwenen; er staat nu een strenge meesteres van de administratie. "Strategische herpositionering van de activa," mompelt ze, terwijl ze de netkousen rechttrekt. Kathleen heeft minder moeite. Haar getrainde lichaam vult het pakje moeiteloos. Ze strikt de lintjes rond haar gespierde bovenbenen en bekijkt haar billen in de spiegel. "Bewegingsvrijheid is optimaal," constateert ze droog. Ze spant haar biceps. Het pakje laat elke spiervezel zien. "Als hij hier niet van wakker wordt, is hij klinisch dood."

Leen staat te trillen. Ze heeft haar buik al jaren niet meer aan de wereld getoond. Maar wanneer ze het pakje aantrekt – een gewaagd dingetje met belletjes aan de zoom die rinkelen bij elke ademhaling – gebeurt er iets. De magie van de puls, die nog steeds in haar na-ijlt, neemt haar onzekerheid weg. Ze ziet er niet uit als een moeder van middelbare leeftijd in een fout pakje. Ze ziet eruit als een vrouw die honger heeft. Ze doet haar haar los en schudt het wild om haar schouders. Eva is als laatste klaar. Ze heeft de bijbehorende muts (met hulsttakje) schuin op haar hoofd gezet en heeft ergens rode lippenstift gevonden. Ze stift haar lippen bloedrood. Het pakje zit als gegoten, de stof kleeft aan haar rondingen als een tweede huid. De diepe V-hals laat niets aan de verbeelding over; het is een open uitnodiging.

"Oké," zegt Eva. Ze kijkt de kring rond. Vier vrouwen, getransformeerd tot sexy krijgers van het kerstfeest. "Geen genade. We gaan die man niet helpen met inpakken. We gaan hem laten voelen dat hij leeft." "Ho, ho, ho," grinnikt Kathleen, en het klinkt gevaarlijk. Ze trappen de deur van de opslagruimte open. Het geluid van hun hakken op de harde vloer van het shoppingcenter is als geweervuur. Klik. Klak. Klik. Klak. De muziek lijkt even te stoppen. Shoppers draaien hun hoofden. Mannen struikelen over hun eigen voeten. Vrouwen kijken met open mond.

Maar de vier elfjes hebben maar oog voor één doel. Claus zit nog steeds met zijn hoofd in zijn handen bij de kale boom. Hij hoort het gerinkel van belletjes. Niet de irritante belletjes uit de speakers, maar echte, ritmische belletjes die dichterbij komen. Hij kijkt op. Zijn mond valt open. Zijn pupillen verwijden zich. Voor hem staan ze. Vier visioenen in groen fluweel en rood nepbont. Ze zijn onmogelijk sexy, op het randje van het obscene, maar met een kracht en waardigheid die het goedkope materiaal overstijgt.

Maria staat wijdbeens, handen in haar zij, haar decolleté dominant aanwezig. Kathleen rekt zich even uit, waardoor het rokje nog gevaarlijker omhoog kruipt. Leen bijt op haar lip en kijkt hem smekend en uitdagend tegelijk aan. Eva leunt naar voren, haar handen op de leuningen van zijn troon, haar gezicht centimeters van het zijne. De geur van haar parfum – en iets anders, iets muskusachtigs en vrouwelijks – slaat hem in het gezicht. "Zo, Santa," spint Eva, en haar stem is laag en hees. "De Elfjes zijn zojuist gearriveerd. En we hebben er héél veel zin in."

In de borstkas van Claus, op de plek waar al jaren slechts stof en as lagen, begint iets te gloeien. Een vonk. Klein, maar onmiskenbaar heet.

- - -

De vier vrouwen in dit verhaal zijn dezelfde personages als die in de verhaalreeks "de nerd".

Meer te weten komen? Wil je de kerstsingle horen die ik hierover gecomponeerd heb? Meer nieuws over de vrouw achter dit verhaal? Abonneer je dan op de nieuwsbrief door mij een mail te sturen. Mijn emailadres vind je op mijn profielpagina.
Trefwoord(en): Gangbang, Kerst, Kerstman, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Durf jij met oma te flirten?