Door: Stanzie
Datum: 15-12-2025 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 1417
Lengte: Lang | Leestijd: 22 minuten | Lezers Online: 8
Lengte: Lang | Leestijd: 22 minuten | Lezers Online: 8
Vervolg op: Te Nemen Of Te Laten - 14

“Waar alle heisa om draait is ‘Beck Vehicle Technologies’, onze autocar en trailer fabriek in de buurt van Manchester,” zij hij. “In het kader van een reorganisatie moeten we zo'n 200 werknemers tijdelijk ontslaan.”
“Wauw, dat zijn er nogal wat,” zei ik. “Tijdelijk..?”
“Ja, tijdelijk. Zodra de nieuwe productielijn die we daar gaan bouwen klaar is, zouden veruit de meesten mensen weer aangenomen kunnen worden,” legde hij uit.
“Wat is dan precies het probleem?” vroeg ik.
“Ik wil die twee maanden niet betalen.”
“Dat begrijp ik, maar is tijdelijke werkloosheid dan geen oplossing?”
“Dat zou het waarschijnlijk ook worden als het om een bedrijf in België ging, maar hier in Engeland bestaat dat systeem nauwelijks of niet. Werknemers via tijdelijke werkloosheid aan je bedrijf verbonden houden kost je als werkgever hier handen vol geld omdat de staat nauwelijks iets bijpast.”
De sociale wetgeving in Groot Brittannië kende ik vanzelfsprekend helemaal niet, dus daar had Frank allicht een punt. Toch was er mij in zijn uitleg nog iets opgevallen.
“Wat bedoel je precies met de meesten?” vroeg ik.
“Er werken bij BVT ook mensen die we beslist niet meer willen aannemen,” zei Frank.
“Bedoel je dat dit een goede gelegenheid is om die mensen definitief te ontslaan?”
“Precies!”
Op dat moment werd er op de deur geklopt en Frank keek me onzeker aan.
“Binnen!” riep hij.
De deur ging open en een man van middelbare leeftijd kwam de vergaderruimte binnen. Na een vluchtige blik in mijn richting liep hij met uitgestoken hand naar Frank. De mannen begroetten elkaar allerhartelijkst, waarna de man zich bij Frank excuseerde dat het hem niet gelukt was om zelf de onderhandelingen met de vakbonden te leiden. Frank regaarde begripvol en in het Nederlands vertelde hij me dat deze man Harry Walker was, de CEO van de Britse tak van zijn bedrijf. Meteen daarna stelde hij me netjes voor aan meneer Walker, waarbij hij opnieuw de woorden ‘stagiaire’ en ‘kandidaat persoonlijke assistente’ gebruikte. Misschien ergens leuk voor mij, maar dan nog bleef het wennen.
Zonder dat er iemand aanklopte, vloog de deur opnieuw open en Mary werd als het ware door vijf mannen het lokaal ingeduwd.
“Hier zijn we dan eindelijk!” riep een van de mannen luid.
“Ja, dat zien we!” antwoordde ik brutaal.
Het irriteerde me dat de groep vakbondslui zich niet aan de gebruikelijke formaliteiten en etiquetteregels hield. Het was niet eerlijk om die arme secretaresse zo te behandelen. Waarschijnlijk bezorgd omdat ze hierdoor problemen kon krijgen met haar baas, zag Mary er ongelooflijk boos uit. Na hun brutale binnenkomst begreep ik trouwens ook beter waarom dit gesprek met de vakbonden Frank zo dwars zat. Hij was dit lawaaierige gedrag waarschijnlijk niet gewend. Ik dacht zelfs op te merken dat hij er van walgde. Na mijn tussenkomst keek hij me dan ook verbaasd aan, maar zei verder niets. Ik liep tot bij hem en, niet te zien voor wie dan ook, kneep ik eventjes zachtjes in zijn bovenarm.
De vijf mannen kwamen op ons af en bekeken me van top tot teen.
“Wie is die knappe meid?” wilde de man weten, die zich in mijn aanvoelen voordeed als de leider van de delegatie.
Frank rekte zich een beetje uit maar leek toch eerder besluiteloos. “Juffrouw Bemindt loopt stage hier bij ons op het hoofdkantoor,” zei hij uiteindelijk. “Ik verzoek jullie allen om haar met het nodige respect te behandelen.”
“Oh een stagiaire,” reageerde de man neerbuigend. “In welke functie? Is ze een advocaat?”
“Ik ben vandaag maar een toeschouwer.” Omdat Frank zich zichtbaar ongemakkelijk voelde bij die vraag, beantwoordde ik ze maar zelf. “Laten we gaan zitten,” stelde ik voor.
Nog voor ik de kans kreeg om zelf te gaan zitten, zette Mary drie snelle stappen in mijn richting en overhandigde me een magneetpasje. Ik bedankte haar met een vriendelijk knikje voor de snelle service en gelijk stuurde Franks secretaresse mij een al even vriendelijke glimlach terug. Mary leek me een goed mens, met het hart op de juiste plaats, bedacht ik me terwijl ik het bezoekerspasje in mijn handtas opborg. Toch kwam de vraag eventjes in me op wat ze van me zou denken als ze wist waar ik in werkelijkheid door Frank voor betaald werd.
Ondertussen namen de vijf vakbondsvertegenwoordigers aan de overkant van de grote vergadertafel plaats. Op zijn teken ging ik rechts van Frank zitten en meneer Walker nam de stoel links van zijn overste in. De beide kampen zaten nu recht tegenover elkaar, klaar om de verbale strijd aan te gaan.
“Mary, wil jij zorgen voor Koffie en water?” vroeg Frank nog toen Mary al bijna bij de deur was. Ze draaide zich even om en knikte, al was dat duidelijk niet van harte. In haar blik las ik dat, wat haar betrof, minstens de helft van de aanwezigen gerust mocht omkomen van de dorst. Hoe dan ook, de vergadering kon beginnen, dacht ik, maar de leider van de vakbondsdelegatie dacht daar anders over.
“Meneer Beckers, wij als vakbonden liggen al weken op ramkoers met uw CEO,” zei de man. “We kunnen niet accepteren dat meneer Walker bij dit gesprek aanwezig is.”
“Meneer… Wat was uw naam ook alweer?” vroeg Frank. Voor zover ik wist had geen van de heren aan de overkant van de tafel zich tot dusver voorgesteld.
“Shane,” zei de man. “ Will Shane, afgevaardigde van Unison, de grootste vak…”
“Wel meneer Shane,” onderbrak Frank de vakbondsman opvallend rustig. “Dat is dan pech voor u, want ik ga meneer Walker onder geen beding wegsturen. Jullie zijn er verantwoordelijk voor dat ik mijn vakantie voor deze onderhandelingen moest onderbreken. Daar mag wat mij betreft iets tegenover staan en dus zou ik het waarderen als jullie ermee akkoord gaan dat Meneer Walker erbij blijft als waarnemer. Als jullie dat niet aanvaarden is dit meteen al het einde van de vergadering. Vertel me liever waar deze hele heisa precies over gaat.”
Shane ging op fluistertoon in gesprek met de man naast hem. Wat daar gezegd werd konden we aan onze kant niet verstaan, maar toen de vakbondsman zich weer tot Frank richtte, was het duidelijk dat ze besloten hadden om toch maar wat in te binden.
“We kunnen de beslissing van Beck Vehicle Technologies absoluut niet accepteren!” zei Shane kordaat.
“Welke beslissing?” vroeg Frank, die liet uitschijnen dat hij nog niet door Harry Walker was ingelicht.
“Het besluit om 200 werknemers te ontslaan.”
“Ja zeg..! Meneer Beckers laat een nieuwe productielijn instaleren, zodat BVT naar de toekomst toe concurrentieel kan blijven in een sector die voortdurend in beweging is,” wierp ik tegen. Eigenlijk was het niet aan mij om te antwoorden, maar met de voorkennis die ik via Frank meekreeg, was het sterker dan mezelf. Het irriteerde me nogal dat Shane dat ‘detail’ niet eens vernoemde. “De plannen van BVT zijn juist bedoeld om werkzekerheid te garanderen. De ontslagen werknemers zullen per definitie de voorkeur krijgen als het bedrijf weer op volle toeren…”
“Twee maanden later pas!” onderbrak Shane me. “En lang niet iedereen zal een kans krijgen!”
“Ik denk dat over dat soort details makkelijk te praten valt,” reageerde ik rustig.
“Daarover hoeven we niet eens te praten!” hield Shane koppig het been stijf.
“U wil niet praten?” vroeg ik, enigszins verontwaardigd. “Is dat misschien een nieuwe methode van onderhandelen?”
“We onderhandelen niet! We staken!” zei Shane, luid en zelfzeker.
Het gesprek viel stil omdat Mary met een rolkarretje het lokaal binnenkwam. Zonder iemand echt aan te kijken plaatste ze drie thermoskannen koffie en evenveel grote karaffen met gekoeld water op tafel. Zowel aan onze kant als aan de kant van de vakbondslui zette ze een schaal neer met daarop de nodige glazen, kopjes, en verder toebehoren. Eenmaal alles uitgestald bedankte Frank haar vriendelijk, waarna Mary het lokaal weer verliet.
“Wat kan ik voor jullie inschenken?” vroeg Harry Walker. “Dan maak ik me ergens ook nuttig.
“Twee keer koffie zwart graag,” zei ik zonder nadenken, waarna Frank me glimlachend aankeek. Schuldbewust voelde ik mijn gezicht rood aanlopen. Hoe goed ik intussen ook wist hoe Frank zijn koffie wilde hebben, een slimme uitspraak was het allesbehalve.
Terwijl aan de andere kant van de tafel ook de gewenste drankjes werden uitgeschonken, boog Frank naar me toe. De glimlach op zijn gezicht was er nog steeds.
“Ga vooral zo door, Tess,” fluisterde hij in mijn oor.
“Kom ik niet veel te arrogant over?” vroeg ik.
“Helemaal niet. Je doet het geweldig! Shane weet niet wat hij met jou aan moet en dat maakt hem onzeker.”
Franks mooie woorden klonken me als muziek in de oren en een flinke slok hete koffie gaf me dat het gevoel dat ik er weer tegenaan kon.
“Heren,” stak ik van wal. “Om de draad van daarnet weer op te pikken… Eigenlijk hoeft meneer Beckers niet eens met jullie te praten.”
“Wat bedoelt u daarmee?” vroeg Shane.
Frank had het goed ingeschat, want nu viel mij zijn onzekerheid ook op. Zijn stem klonk niet meer zo vastberaden, zijn ademhaling versnelde en zijn blik leek dwars door me heen te kijken. Meneer Shane werd duidelijk nerveus van mij. Ik daarentegen bleef de kalmte zelf. Ik voelde perfect aan dat dit het moment was om even door te drukken.
“Beck Vehicle Technologies moet als bedrijf herstructureren. In een situatie als deze heeft meneer Beckers het volste recht om werknemers tijdelijk te ontslaan,” legde ik uit. “Hij wil binnenkort een nieuwe bedrijfseenheid openen en daarbij allicht ook nieuwe banen creëren. Evengoed wil hij zijn ervaren werknemers graag bij het bedrijf houden. Als jullie als vakbonden nu besluiten om te gaan staken en hem op die manier de mond willen snoeren, dan mogen jullie achteraf niet komen klagen dat hij de hele productie naar een nieuwe fabriek in Polen verhuist. Daar zullen ze wat blij zijn met elke baan die ze daar krijgen.”
Shane staarde me met grote ogen aan, maar ook Frank was verbaasd. Had ik hem door een verhuis naar Polen te suggereren op het verkeerde been gezet? Was ik daarmee mijn boekje te buiten gegaan?
Hoe dan ook leek ik bij de vakbondsmensen een gevoelige snaar te hebben geraakt. Te oordelen aan het onderlinge gemompel aan de andere kant van de tafel maakten zij zich zorgen. Tot dan toe had ik eigenlijk alleen maar over en weer gepraat met meneer Shane vanuit het gevoel dat ik hem gewoonweg moest vertellen wat ik van dit alles vond. Bovendien beviel zijn manier van onderhandelen me niet, dat speelde zeker ook mee. Toch verwonderde het mij dat Frank me de toestemming gaf om me ermee te bemoeien. Ik was bang dat ik te ver was gegaan en dat hij het verkeerd zou opvatten. Een blik opzij leverde me gelijk een niet mis te verstane blik van verstandhouding op. Zijn knipoog en een subtiele duim omhoog, overtuigden me helemaal. Ik had Franks goedkeuring om verder te gaan en dat deed ik dan gelijk ook maar.
“Wat wordt het, heren?” vroeg ik, luid genoeg om boven hun geroezemoes uit te komen. “Praten we of praten we niet!?”
“Wie denk jij wel dat je bent om zo neerbuigend tegen ons te praten?” vroeg Shane, behoorlijk geïrriteerd. De vakbondsafgevaardigde keek me verwijtend aan maar tegelijk wist hij nog steeds niet wat hij met me aan moest. Dat zag ik in zijn ogen, die nerveus heen en weer schoten tussen Frank, Harry en mij.
Ik was een volslagen vreemde voor hem, een jonge meid nog, maar toch een taaiere onderhandelaar dan hij had verwacht. Dit gesprek liep duidelijk niet zoals hij zich dat had voorgesteld en dat bracht hem uit balans.
Hoewel ikzelf best tevreden was met de gang van zaken tot dan toe, had ik tegelijk toch ook een naar gevoel in mijn maag. Ik was ten slotte maar een student. Hoe had ik het überhaupt aangedurfd om te onderhandelen over 200 banen? Anderzijds… Frank leek tevreden, ten minste als ik mocht afgaan op zijn goedkeurende blik.
“Wat wordt het heren!?” herhaalde ik mijn eerdere woorden, deze keer wat dwingender en tegelijk Shane’s vraag negerend. “Gaan we eindelijk in gesprek over de kern van de zaak, of kan meneer Beckers maar beter snel eens polsen welke mogelijkheden Polen voor hem in petto heeft?”
“Godverdomme, jij… jij…” Shane was inmiddels echt woedend en had de grootste moeite om zich in te houden. Zijn hele houding verraadde dat hij me liefst van al mij voor verrot had uitgescholden, maar dat deed hij uiteindelijk toch maar niet. Wellicht om zichzelf een houding te geven, richtte hij zich tot zijn collega’s en breed gesticulerend hield hij hen voor dat het ongehoord was dat de grote baas van Beckers Group zich verschool achter een stagiaire. Een jonge meid, die waarschijnlijk in haar hele leven nog geen dag gewerkt had, de onderhandelingen laten leiden getuigde van weinig respect voor de vakbonden, aldus de aanhoudend foeterende Shane. Het was een uitspraak die bij zijn collega’s op de nodige bijval kon rekenen en dat gaf de vakbondsleider zichtbaar nieuwe moed.
“Meneer Beckers, u moet vooral niet denken dat wij ons door een piepkuiken als zij…”
Wat Frank vooral niet mocht denken werd overschaduwd door een luide gil van mij. Hoewel Shane het vast niet zo bedoelde, maaide hij, met de brede armzwaai die hij maakte terwijl hij zich naar Frank toe draaide, de waterkaraf omver. Dat gebeurde met zoveel kracht dat bijna twee liter ijskoud water met een wijde boog over me heen gutste. Ik probeerde nog wel om de ‘waterval’ te ontwijken door recht te springen, maar mijn reactie kwam te laat. Mijn jas, mijn blouse, mijn broek… Alles was kletsnat. Het water lekte gewoonweg van mij af.
Ook Frank sprong recht. Hij brieste net niet van woede, maar nog voor hij Shane ook maar iets kon toeschreeuwen, sloofde de vakbondsleider zich al uit in verontschuldigingen aan mijn adres. Afgaande op zijn vuurrode kop, schaamde hij zich diep.
“Het is oké, meneer Shane,” zei ik desondanks rustig. “Ik weet dat u het niet met opzet deed.”
Verbaasd keek Frank me aan. Hij begreep duidelijk niet dat ik zo mild reageerde. Aan zijn boze blik te zien, ging hij er ook niet mee akkoord. Vooraleer hij daarover echter ook maar één opmerking kon maken, graaide ik mijn handtas van de droog gebleven stoel naast mij en greep Frank eventjes bij zijn bovenarm.
“Laat maar,” zei ik zacht. “Mag ik van uw appartement gebruik maken om mezelf weer een beetje toonbaar te maken, meneer Beckers?” Hem in dit gezelschap gewoon ‘Frank’ noemen leek me niet gepast.
“Natuurlijk, juffrouw Bemindt,” reageerde Frank al even behoedzaam. “Gebruik je magneetkaart maar om daar binnen te komen en verder doe je maar alsof je thuis bent.”
Ik stuurde hem een dankbaar knikje toe, waarna ik zonder verder nog iemand een blik te gunnen naar de deur liep en de vergaderzaal verliet.
Op weg naar de lift moest ik voorbij de desk van Mary. Met grote ogen keek de secretaresse naar mij en overschouwde de ravage die meneer Shane had aangericht. Ongetwijfeld zou ze gevraagd hebben wat mij was overkomen, maar toen de deur van het vergaderlokaal opnieuw open ging, slikte ze haar woorden maar snel weer in.
“Juffrouw Bemindt, wacht even…” zei Frank.
Alle boosheid was uit zijn stem verdwenen en toen ik me omdraaide, zag ik in zijn ogen opnieuw de zachte, warme blik die mij al meermaals had doen smelten.
“Bedankt Tess,” fluisterde hij, zodra hij vlak voor me stond. “Wat had ik zonder jou moeten beginnen? Je kreeg die Shane zo kwaad dat hij niet logisch meer kon denken."
“Dat zou je zonder mij even goed gelukt zijn,” antwoordde ik, net zo zacht.
“Absoluut niet. Je wond die vakbondsleider om je vinger alsof het niets was. Dat deed je zo geweldig dat ik er geen enkele moeite mee had om de controle uit handen te geven. Geloof me, dat doe ik heus niet zo makkelijk.”
“Heb ik niet meer kwaad dan goed gedaan dan?” vroeg ik.
“Nee, integendeel,” reageerde Frank stellig. “Het eerste wat ik dadelijk ga doen is eisen dat Harry vanaf nu volwaardig kan deelnemen aan de onderhandelingen. Na wat er zojuist allemaal gebeurde, zal Shane dat maar moeilijk kunnen weigeren. Harry is een veel sluwere onderhandelaar dan ik. Met hem erbij heb ik er alle hoop op dat we tegen het einde van de middag er wel uit zullen geraken.”
Begreep ik Frank goed? Wilde hij me liever niet meer in de buurt hebben bij de rest van de onderhandelingen? Die gedachte was even slikken. Ik wilde het hem vragen, maar alweer leek hij mijn gedachten te kunnen lezen.
“Tess, jouw rol was cruciaal om te komen tot het punt waar we nu zijn aanbeland. Dat heb je verbluffend goed gedaan en dankjewel daarvoor, maar vanaf hier gaat het te technisch en vooral saai voor je worden, vrees ik,” zei Frank. “Zoals ik al zei, doe maar alsof je thuis bent hierboven. Neem alle tijd om je kleren te laten drogen en maak het intussen voor jezelf gezellig. Mag ik je telefoonnummer? Dan kan ik je op hoogte houden van de vorderingen die we maken.”
“Euh…” reageerde ik twijfelend. “Zou ik dat wel doen?”
Ik had al zoveel dingen gedaan die Miriam me ten stelligste had afgeraden en je privénummer aan een klant geven was ook zo’n dingetje.
“Tess, je mag me vertrouwen,” zei Frank toen ik naar zijn smaak te lang bleef twijfelen. “Het kan de komende dagen nog handig zijn als we elkaar kunnen bereiken, maar ik beloof je dat ik je na deze week niet ga lastigvallen, oké?”
“Vooruit dan maar,” antwoordde ik met een zucht.
Wat kon ik anders zeggen? Frank was tot hiertoe absoluut een man van zijn woord gebleken, dus had ik geen enkele reden om aan zijn oprechtheid te twijfelen.
Hij opende zijn telefoon en ik dicteerde mijn nummer. Enkele seconden later klonk er een voor mij vertrouwde pieptoon.
“Dat ben ik,” zei Frank, wijzend naar mijn openhangende handtas. “Zo heb jij mijn privénummer ook voor het geval je me de rest van deze week wil bereiken.”
Als blijk van vertrouwen kon dat tellen. Frank gaf zijn nummer niet zomaar aan iedereen maar daar echt blij om zijn lukte me niet. Dat zijn vertrouwen blijkbaar niet verder zou reiken dan de rest van onze week samen zat me meer dwars dan ik ooit zou toegeven.
“Tot straks dan maar, oké?” zei hij.
“Oké” reageerde ik droog. Wat kon ik anders zeggen?
“Tess...!?” riep Frank me nog na, toen ik de klink van de deur naar de gang waar de liften zich bevonden al in mijn hand hield. Vanzelf draaide ik me in zijn richting.
“Ja?” reageerde ik. De grijns op zijn gezicht maakte dat ik meteen op mijn hoede was.
“Zei jij vanochtend toen je voor de spiegel stond niet dat het in die blouse zoeken was naar jouw tietjes?” vroeg hij.
“Ja, hoezo?” vroeg ik, lichtjes rood aanlopend omdat ik in mijn ooghoek zag hoe Mary haar best deed om haar glimlach achter haar hand verborgen te houden.
“Ja zeg… Nu die blouse nat is, vind ik ze als het ware met mijn ogen dicht,” zei Frank lacherig, waarna hij achter de deur naar het vergaderlokaal verdween.
Mary was niet langer in staat om haar brede grijns achter haar hand te verbergen. Ze probeerde het niet eens, want met haar kin op haar samengevouwen handen leunend, keek ze me hoogst geamuseerd aan. Ik had geen idee wat ze van me dacht en ook niet of ze iets verkeerds zag in het gesprek waar ze net getuige van was. Waar ik echter niet aan twijfelde, dat was dat Mary plots veel beter zou begrijpen waarom Frank perse wilde dat mijn bezoekerspasje ‘alle bevoegdheden’ mee moest krijgen…
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10


Bezoek ook eens mijn profiel pagina om meer over mij te weten te komen, een overzicht te zien van mijn verhalen of om een berichtje achter te laten! Ook kun je jezelf aanmelden om een mail te ontvangen als ik een nieuw verhaal heb geplaatst!
