Door: Jerris
Datum: 13-06-2025 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 4871
Lengte: Lang | Leestijd: 20 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Jong En Oud, Oraal, Tiener, Volle Vrouwen,
Lengte: Lang | Leestijd: 20 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Jong En Oud, Oraal, Tiener, Volle Vrouwen,
Sinds een tijdje heb ik een bijbaan bij een snackbar gelegen in een gemengde woonwijk. Er komen klanten van allerlei afkomsten en leeftijden. Zo af en toe komt er een man van middelbare leeftijd die een beetje bijzonder naar me kijkt, wel op een goede manier. Ik weet niet of hij is getrouwd of alleen woont en ik weet ook niet wat ik ervan moet denken. Hij kijkt vriendelijk, hij doet aardig. Laatst gaf hij mij een compliment dat mij een beetje verlegen maakte. Nu ben ik ook niet het type uit een modeblad. Ik ben wat groter dan mijn leeftijdgenoten, zegmaar. Ik heb bijna alleen maar donkere kleding in mijn kast. Al vrij snel waren er geen mooie bh’s meer in mijn maat en kon ik alleen nog van die stomme zwarte en witte dingen. Gelukkig komen er steeds meer kleuren bij in mijn maat. Hoewel ik best stoer ben, maakte zijn compliment mij meer verlegen dan ik had verwacht. Ook ik heb verlangens en fantasieën waarin ik word gezien en gewaardeerd om wie ik ben. En, deze man ziet er ook niet verkeerd uit.
De snackbar ruikt zoals altijd een beetje naar vet en zout, maar vanavond lijkt alles intenser. De warmte van de frituur kleeft aan mijn huid, mijn shirt plakt een beetje aan mijn rug. Ik ben moe, maar alert. Alsof mijn lijf op iets wacht. Alsof het al weet wat er gaat komen. Als hij binnenkomt, is het alsof we elkaar al iets beter kennen. Zijn ogen zoeken de mijne, hij praat iets langzamer en stelt een vraag die niets met snacks te maken heeft. "Je komt mij bekend voor" grapt hij. "Ik ben benieuwd hoe je heet?" Een subtiel spel, doordrenkt met spanning. Zoals vaker de laatste tijd, draagt hij een lichtkleurige zomerjas, heeft hij lichte wallen onder zijn ogen, maar iets in zijn blik maakt dat ik stilval. Hij bestelt het hamburgermenu. Zijn stem is laag, een tikje schor. Hij glimlacht, en geeft mij wederom een compliment. Niet gelikt maar echt gemeend. Ik slik. “Dank je,” stamel ik, en probeer mijn hand stil te houden terwijl ik de saus in het bakje doe. Hij kijkt naar me zoals niemand anders dat doet. Niet opdringerig, maar ook niet afwezig. Alsof hij écht iets in me ziet.
De zaak loopt leeg. Hij blijft nog even staan bij de toonbank, zijn hand rust nonchalant op de rand, zijn vingers tikken zacht. Iets langer dan normaal, rust zijn blik op mijn gezicht. “Je hebt een mooie stem,” zegt hij nog eens, met een glimlach die warm aanvoelt, maar ook een beetje ondeugend. Mijn hart slaat over. Ik stamel iets terug, lach ongemakkelijk maar voel me ook een beetje opgetild. Alsof ik even zweef boven het geroezemoes. Ik voel het in mijn onderbuik, een spanning, een vreemd verlangen dat opborrelt. Dan zegt hij ineens: "Zou je het gek vinden als ik vroeg wat je vanavond doet?". Ik kijk hem aan, mijn hart bonkt in mijn keel. “Ik moet nog even schoonmaken…” Mijn stem trilt een beetje. Hij knikt langzaam als blijk van begrip. “Mag ik blijven wachten? Ik heb geen haast.” Die woorden, uitgesproken met zo’n rustige vanzelfsprekendheid, maken iets los in me. Ik voel dat ik warmer word. Niet alleen mijn wangen maar zelfs mijn hele lijf lijkt te reageren. Ik knik.
Terwijl ik aan het opruimen ben, blijft hij leunen tegen een van de verhoogde zittingen naast de toonbank met een drankje. Zijn ogen volgen mij. Bij elke beweging die ik maak, elke keer dat ik buk, voel ik zijn blik, maar in plaats van me kleiner te maken, recht ik onbewust mijn rug. Ik laat hem kijken. Ik laat hem mij zien zoals ik wil worden gezien. "Weet je..', begint hij. "Ik dacht vandaag een paar keer aan je. Het is gek misschien, maar het deed me iets." Mijn adem stokt. De ruimte is even geladen met stilte. Ik voel mijn wangen nog warmer worden, maar ik kijk hem recht aan.
Als ik klaar ben, kijk ik hem aan. “Wil je even achterom?” vraag ik, zachter dan ik had gedacht. Hij aarzelt niet. We lopen langs de keuken, naar het magazijn. De deur valt dicht, de airco zoemt. Daar staan we dan. Oog in oog. Dichterbij dan ooit. Ik voel kippenvel opkomen. Hij kijkt naar me zoals een hongerige man naar iets wat hij al te lang niet heeft gehad. Zijn hand raakt voorzichtig mijn arm. “Als dit fout is, moet je het zeggen,” zegt hij hees. Ik zeg niets, maar stap naar voren, klein stukje maar, tot onze warme lichamen elkaar bijna raken. Door de spanning volgt een iets verlegen maar lekkere kus. De koude lucht van de airco doet ons besluiten om naar buiten te gaan. We wandelen richting het grote park.
De avondlucht is dik van de warmte, doordrenkt met de geur van bloeiende struiken en vers gemaaid gras. Het is nog licht, al is de zon net onder de horizon gezakt. De straatstenen dampen zacht. Hij loopt naast me, beide met een flesje koud bruiswater in onze hand. De koelte van mijn eigen flesje tegen mijn handpalm, voelt als een verademing tegen de warmte. We zeggen niet veel, maar de spanning tussen ons is tastbaar. Zijn arm raakt even de mijne. Per ongeluk misschien, maar ik voel het tot in mijn onderbuik. We lopen het park in. Het is niet druk, maar we zijn ook niet alleen. Hier en daar zitten mensen op kleedjes, zacht gelach ruist door de lucht. Toch lijkt alles vervaagd, behalve hij en ik.
We vinden een plek iets verder van het pad. Een grasveldje half verscholen tussen hoge struiken en een rij oude bomen. De lantaarns zijn hier net ver genoeg om een schaduw te werpen, maar niet zo donker dat het onveilig voelt. Hij spreidt zijn jas op het gras en kijkt me aan. Zijn blik vraagt niets, maar biedt alles. Ik ga zitten en neem een slok van het koude water. Het prikt tegen mijn lippen, alsof het me wakker maakt. Hij zit naast me. Onze knieën raken elkaar. Zonder iets te zeggen, schuift hij een centimeter dichterbij. Ik voel mijn hart tekeer gaan. “Ben je oké?” vraagt hij zacht. Zijn stem is laag en warm. Ik knik. Mijn adem gaat sneller. Er is iets rauws in hoe hij me aankijkt, iets eerlijks. Niet alleen lust, maar honger naar verbinding. Naar iets dat echt voelt.
Dan buigt hij zich naar me toe. Heel langzaam. Zijn hand rust tegen mijn kaak, zijn duim streelt zacht mijn huid en dan.. een tweede kus. Niet zomaar een, maar een kus waarbij alles in mij openklapt. De spanning van weken, maanden of misschien wel jaren komt los in dat ene moment. Zijn lippen zijn stevig, vol, en zacht genoeg om mijn onzekerheid weg te nemen. Mijn hand glijdt over zijn borst. Zijn shirt voelt dun en warm van zijn huid. Zijn vingers vinden mijn rug onder de rand van mijn shirt en tasten voorzichtig af. Elke aanraking stuurt golven door mijn lijf, haast alsof mijn zenuwen onder stroom staan. Ik voel me groot en klein tegelijk. Krachtig in mijn verlangen, kwetsbaar in mijn blootgeven. Er is niets gehaast aan hoe hij me kust, maar alles aan mijn lichaam zegt: “nu.” Achter het ritselen van bladeren en het zachte lachen in de verte, zijn wij ons eigen universum geworden. De avond valt. De heldere hemel wordt steeds meer verlicht door maneschijn.
Zijn lippen rusten nog tegen de mijne als hij zich net een fractie terugtrekt. Hij kijkt me aan alsof hij wil checken of ik nog mee ben, of ik nog wel wil. Mijn ademhaling is snel, oppervlakkig. Ik knik nauwelijks zichtbaar, maar mijn lichaam verraadt me al. Mijn huid tintelt, mijn benen voelen zwaar en licht tegelijk. Ik wil dichterbij. Ik wil meer. Hij verplaatst zich achter mij, zijn benen aan mijn weerszijden. Zijn armen omsluiten mij losjes. Alsof hij mij wil uittekenen streelt zijn hand over mijn arm, van mijn schouder naar mijn elleboog. Zijn mond vindt mijn hals. Geen zachte kus, maar een zachte aanraking. Ik voel hoe zijn warme adem streelt langs mijn hals en de prikkeling van zijn stoppelbaard. Er gaat een rilling over mijn lijf, maar niet van kou. Ik sluit mijn ogen. Alles van de buitenwereld lijkt te verdwijnen. Er is alleen nog hij. Zijn handen worden iets brutaler, tastender. Ik voel zijn nieuwsgierigheid en verlangen als hij mijn vormen verkent, alsof hij voelt dat ik mezelf vaak probeer te verbergen en daar dwars doorheen gaat. “Je voelt zo goed,” fluistert hij hees in mijn oor, terwijl zijn hand rust op mijn dij. “Je hoeft je nergens voor te schamen.”
Mijn hart klopt in mijn keel. Ik merk hoe mijn lijf reageert, warm, pulserend, levendig. Elke aanraking is geladen met iets wat ik nog niet helemaal ken, maar waar ik me wel aan over wil geven. Niet braaf of voorzichtig, maar rauw en echt. Met net genoeg kracht om mij uit mijn hoofd te trekken, verkennen zijn handen verder mijn lichaam. Mijn gedachten lossen op in een heerlijk gevoel van begeerd te worden. Zijn mond vindt weer mijn huid, mijn sleutelbeen, het zachte stuk tussen mijn kaak en hals. Ik kreun zacht, onverwacht en merk dat zijn adem even stokt. En daar, half verscholen onder bomen en met de lucht nog warm op onze huid, gebeurt er iets. Iets wat niet om aandacht vraagt, geen toestemming van de wereld nodig heeft. Het is geen sprookje. Geen film. Het is onhandig, spannend, vol verlangen en daarmee ook een beetje beangstigend. Het voelt precies zoals het moet zijn.
Zijn handen rusten op mijn heupen, alsof hij wil voelen of ik blijf, of ik mij durf over te geven. Ik blijf. Meer nog, ik duw mijn lichaam iets naar achter, tegen hem aan. Mijn rug raakt zijn borst, mijn billen zijn dijbenen. De spanning tussen ons is niet meer alleen voelbaar, ze is tastbaar, levend, kloppend tussen onze lijven. Zijn adem strijkt langs mijn oor, en ik voel hoe zijn lippen gedwee een spoor trekken over de rand van mijn kaaklijn. Het is alsof hij niet enkel kust, maar mij aanbidt. Ik kantel mijn hoofd naar hem toe, mijn ogen half gesloten. “Ik wil voelen…” fluister ik heel zachtjes. Hij zegt niets met woorden, maar alles met een hand die langzaam onder mijn shirt glijdt. Zijn vingertoppen op mijn buik maken mij zó bewust van mijn lijf, van elke ronding, elk stukje waar ik soms met moeite naar kijk in de spiegel. Maar nu… ik voel mij geen moment teveel. Geen moment te dik. Alleen maar begeerd. En dat doet iets met me.
“Je bent prachtig,” zegt hij, zijn stem rauw en diep, haast trillend van opwinding. “Alles aan jou.” Zijn vingers glijden verder, tasten mijn zij en vinden de rand van mijn bh. Hij schuift het iets opzij, niet haastig, maar alsof hij me laag voor laag uit wil kleden zonder dat ik mij uitgekleed voel. Ik voel hoe mijn adem stokt terwijl zijn hand mijn borst omvat, stevig, warm en verkennend. Niet grijpende lust, maar vol bewondering. Alsof hij wil begrijpen hoe ik in elkaar zit, hoe ik reageer, hoe mijn lijf hem toelaat. Ik kreun, ongecontroleerd maar zacht, mijn dijen tegen elkaar gedrukt. Ik wil hem voelen. Niet alleen zijn handen, zijn mond.. Ik wil weten hoe het is als een man echt alles van je wilt. Niet ondanks wie je bent, maar juist om wie je bént. Mijn hand vindt de zijne. Ik leid hem tussen m'n benen. “Durf je me echt aan te raken?” fluister ik, terwijl mijn hart bonkt in mijn keel. Zijn ogen zoeken de mijne en ik zie twijfel. Niet of hij het wil, maar of ík het echt wil. Mijn vingers drukken zijn hand tegen mijn dij, geleidelijk naar hoger. “Ik wil het,” fluister ik.
Wat daarna gebeurt, is geen aaneenschakeling van technieken of perfecte poses. Het is klunzig, adembenemend, echt. Zijn vingers tussen mijn dijen, strelend over mijn zachte huid, geopend voor al zijn aanrakingen. Hij verkent me met nieuwsgierigheid, verwondering en lust, alsof hij nooit eerder iets zó moois heeft aangeraakt. En misschien, heel even, geloof ik dat ook. Dat ik heel mooi ben. Dat mijn warmte, mijn vormen, mijn geur, mijn zachte kreunen iets in hem oproepen wat niemand anders had gekund.
Mijn hoofd rust tegen zijn schouder. Zijn ademhaling versnelt. “Ik denk de hele dag al aan jou,” fluistert hij naast mijn oor. “Aan hoe je lacht… en hoe je er uit ziet als je met plezier aan het werk bent.” Ik moet lachen, zacht, maar ik voel tranen prikken in mijn ogen. Niet van verdriet natuurlijk maar van zijn erkenning. Dit is geen fabel. Dit ben ik. Gewild. Gezien. En vooral begeerd.
Zijn vingers bewegen langzaam tussen mijn dijen, alsof hij elk zintuig in mij wakker wil strelen. Ik voel hoe mijn heupen hem als vanzelf tegemoet treden, alsof mijn lijf hem uitnodigt, of bijna smeekt: meer… nog een beetje meer. Zijn lippen vinden de blote huid van mijn hals, trekken mijn shirt iets opzij en geven zachte, warme kusjes richting mijn schouder. Tussen mijn benen voel ik een pulserende drang toenemen, één die ik niet meer stil wil houden. “Je maakt me gek,” fluister ik hees. Hij grinnikt zacht, zijn adem warm tegen mijn huid. “Dat is precies wat jij met mij doet.”
De zomernacht lijkt zich langzaam om ons heen te vouwen als een warme deken. De geluiden van het park zijn vager geworden, of misschien hoor ik ze gewoon niet meer. Alles wat ik nu hoor, is zijn ademhaling. Alles wat ik voel, zijn handen, zijn lijf tegen de mijne, zijn verlangen en, zijn onmiskenbare erectie.
Mijn shirt schuift verder omhoog, tot net onder mijn borsten en ik voel hoe zijn hand aandachtig over mijn onderrug glijdt. Alsof hij me wil vastleggen in zijn geheugen en alsof hij bang is dat ik straks weer verdwijn. Hij draait me zachtjes naar hem toe. Onze ogen ontmoeten elkaar in het schemerlicht. Zijn pupillen groot, zijn gezicht gespannen van opwinding. “Mag ik je uitkleden?” vraagt hij, niet als een man die iets neemt maar als iemand die iets eert. Ik knik. Mijn stem is verdwenen, verdronken in alles wat mijn lichaam voor me uitschreeuwt.
Langzaam tilt hij mijn shirt omhoog. Mijn buik, mijn 'love handles', de lijnen die ik zo vaak verstop, hij kijkt ernaar alsof ik een kunstwerk ben dat hem ontroert. “Je bent zó mooi,” zegt hij weer, net niet fluisterend. En ik voel het in mijn borst, het rake antwoord op die honger naar bevestiging die ik had proberen weg te duwen. Ik mag er zijn. Niet omdat ik in een maatje pas, maar omdat ik.. ik ben. Ik die ademt, ik die voelt en ik die verlangt.
Zijn mond vindt mijn borst. Mijn zuchten zijn van verlangen. Hij kust de bovenzijde eerst, likt langs de rand van mijn bh en kijkt me dan aan terwijl zijn hand het losmaakt. "Ga door, ga verder.." is het enige wat ik kan denken. Ik voel zijn lippen om mijn tepel, zacht zuigend.. Ik kreun, ongegeneerd. Mijn benen trekken zich op, mijn voeten schuiven over het gras. Hij streelt over mijn buik terwijl hij me verder kust, lager en lager, tot zijn lippen net boven de rand van mijn slip stoppen. Hij kijkt omhoog, “Zeg me wat je wil.” “Jou,” fluister ik, kort en helder, "met alles wat jij met mij doet. Ik wil jou… alles.”
Dan gaat het snel. Zijn handen trekken mijn slip omlaag en zodra hij de warmte tussen mijn benen voelt, wordt zijn adem hoorbaar zwaarder. Hij kust mijn heup, mijn dij, en als zijn tong mijn vulva raakt, sluit ik mijn ogen en hap ik naar adem. Het is alsof hij me leest met zijn mond, elke beweging zorgvuldig, doordrenkt van lust. Mijn vingers vinden zijn haar, trekken zacht, sturend en hunkerend tegelijk. Heerlijke strelingen van zijn tong over mijn lippen en rond mijn clitje. Mijn lijf kronkelt onder hem. Ik voel hoe de spanning zich opbouwt in golven, warm en wild. “Ja… daar…” kreun ik, mijn stem rauw van genot. Hij gaat door, ongeduldig nu, hij wil mij laten voelen dat ik het waard ben om compleet te worden overweldigd. Al het vocht dat ik voel komen, likt en zuigt hij van mijn lippen. Zo lekker, zo heerlijk..
De bomen boven ons lijken mee te buigen in de schaduw van de roes. Mijn rug kromt, mijn vingers grijpen in het gras, en ik hijg en tril in extase. Oooh mijn god! Als ik kom, is het niet stil maar luid, ruw, en ik schaam me niet eens. Even ben ik helemaal weggeblazen. Ik tril na, puffend, mijn hele huid voelt vochtig van zweet.
Hij komt naast me liggen, zijn hoofd op mijn buik, zijn arm om mij heen. “Ik wil hier niet weg,” fluistert hij. Ik lach, mijn hand rustend in zijn haar. “Nou, dan blijven we nog even.” Hoewel de wereld zojuist schudde, hangt de maan nog aan de heldere hemel. Het licht van lantaarns flikkert in de verte. En wij, ergens op een jas in het gras, zijn niet meer meisje en man. We zijn vlees en vuur, opgeslokt door een nacht die niets vroeg en alles gaf. Langzaam kalmeert ook zijn ademhaling. Met mijn vingers speel door zijn haren. Waar hij begint en ik ophoud, weet ik even niet meer. Onze grenzen lijken vervaagd bij het schemerende maanlicht. Alles voelt zacht en dromerig. Ik voel warmte in mijn lichaam. Geen onrust, maar een tinteling. Alsof ik net wakker ben geworden uit een droom die nog niet af is. Zijn hand glijdt over mijn zij, naar mijn heup, dan naar mijn dij. Ik merk dat hij het ook niet kan laten om aan mij te blijven voelen.
(Zijn er naast lezers ook lezeressen die een vervolg zouden willen lezen?)
De snackbar ruikt zoals altijd een beetje naar vet en zout, maar vanavond lijkt alles intenser. De warmte van de frituur kleeft aan mijn huid, mijn shirt plakt een beetje aan mijn rug. Ik ben moe, maar alert. Alsof mijn lijf op iets wacht. Alsof het al weet wat er gaat komen. Als hij binnenkomt, is het alsof we elkaar al iets beter kennen. Zijn ogen zoeken de mijne, hij praat iets langzamer en stelt een vraag die niets met snacks te maken heeft. "Je komt mij bekend voor" grapt hij. "Ik ben benieuwd hoe je heet?" Een subtiel spel, doordrenkt met spanning. Zoals vaker de laatste tijd, draagt hij een lichtkleurige zomerjas, heeft hij lichte wallen onder zijn ogen, maar iets in zijn blik maakt dat ik stilval. Hij bestelt het hamburgermenu. Zijn stem is laag, een tikje schor. Hij glimlacht, en geeft mij wederom een compliment. Niet gelikt maar echt gemeend. Ik slik. “Dank je,” stamel ik, en probeer mijn hand stil te houden terwijl ik de saus in het bakje doe. Hij kijkt naar me zoals niemand anders dat doet. Niet opdringerig, maar ook niet afwezig. Alsof hij écht iets in me ziet.
De zaak loopt leeg. Hij blijft nog even staan bij de toonbank, zijn hand rust nonchalant op de rand, zijn vingers tikken zacht. Iets langer dan normaal, rust zijn blik op mijn gezicht. “Je hebt een mooie stem,” zegt hij nog eens, met een glimlach die warm aanvoelt, maar ook een beetje ondeugend. Mijn hart slaat over. Ik stamel iets terug, lach ongemakkelijk maar voel me ook een beetje opgetild. Alsof ik even zweef boven het geroezemoes. Ik voel het in mijn onderbuik, een spanning, een vreemd verlangen dat opborrelt. Dan zegt hij ineens: "Zou je het gek vinden als ik vroeg wat je vanavond doet?". Ik kijk hem aan, mijn hart bonkt in mijn keel. “Ik moet nog even schoonmaken…” Mijn stem trilt een beetje. Hij knikt langzaam als blijk van begrip. “Mag ik blijven wachten? Ik heb geen haast.” Die woorden, uitgesproken met zo’n rustige vanzelfsprekendheid, maken iets los in me. Ik voel dat ik warmer word. Niet alleen mijn wangen maar zelfs mijn hele lijf lijkt te reageren. Ik knik.
Terwijl ik aan het opruimen ben, blijft hij leunen tegen een van de verhoogde zittingen naast de toonbank met een drankje. Zijn ogen volgen mij. Bij elke beweging die ik maak, elke keer dat ik buk, voel ik zijn blik, maar in plaats van me kleiner te maken, recht ik onbewust mijn rug. Ik laat hem kijken. Ik laat hem mij zien zoals ik wil worden gezien. "Weet je..', begint hij. "Ik dacht vandaag een paar keer aan je. Het is gek misschien, maar het deed me iets." Mijn adem stokt. De ruimte is even geladen met stilte. Ik voel mijn wangen nog warmer worden, maar ik kijk hem recht aan.
Als ik klaar ben, kijk ik hem aan. “Wil je even achterom?” vraag ik, zachter dan ik had gedacht. Hij aarzelt niet. We lopen langs de keuken, naar het magazijn. De deur valt dicht, de airco zoemt. Daar staan we dan. Oog in oog. Dichterbij dan ooit. Ik voel kippenvel opkomen. Hij kijkt naar me zoals een hongerige man naar iets wat hij al te lang niet heeft gehad. Zijn hand raakt voorzichtig mijn arm. “Als dit fout is, moet je het zeggen,” zegt hij hees. Ik zeg niets, maar stap naar voren, klein stukje maar, tot onze warme lichamen elkaar bijna raken. Door de spanning volgt een iets verlegen maar lekkere kus. De koude lucht van de airco doet ons besluiten om naar buiten te gaan. We wandelen richting het grote park.
De avondlucht is dik van de warmte, doordrenkt met de geur van bloeiende struiken en vers gemaaid gras. Het is nog licht, al is de zon net onder de horizon gezakt. De straatstenen dampen zacht. Hij loopt naast me, beide met een flesje koud bruiswater in onze hand. De koelte van mijn eigen flesje tegen mijn handpalm, voelt als een verademing tegen de warmte. We zeggen niet veel, maar de spanning tussen ons is tastbaar. Zijn arm raakt even de mijne. Per ongeluk misschien, maar ik voel het tot in mijn onderbuik. We lopen het park in. Het is niet druk, maar we zijn ook niet alleen. Hier en daar zitten mensen op kleedjes, zacht gelach ruist door de lucht. Toch lijkt alles vervaagd, behalve hij en ik.
We vinden een plek iets verder van het pad. Een grasveldje half verscholen tussen hoge struiken en een rij oude bomen. De lantaarns zijn hier net ver genoeg om een schaduw te werpen, maar niet zo donker dat het onveilig voelt. Hij spreidt zijn jas op het gras en kijkt me aan. Zijn blik vraagt niets, maar biedt alles. Ik ga zitten en neem een slok van het koude water. Het prikt tegen mijn lippen, alsof het me wakker maakt. Hij zit naast me. Onze knieën raken elkaar. Zonder iets te zeggen, schuift hij een centimeter dichterbij. Ik voel mijn hart tekeer gaan. “Ben je oké?” vraagt hij zacht. Zijn stem is laag en warm. Ik knik. Mijn adem gaat sneller. Er is iets rauws in hoe hij me aankijkt, iets eerlijks. Niet alleen lust, maar honger naar verbinding. Naar iets dat echt voelt.
Dan buigt hij zich naar me toe. Heel langzaam. Zijn hand rust tegen mijn kaak, zijn duim streelt zacht mijn huid en dan.. een tweede kus. Niet zomaar een, maar een kus waarbij alles in mij openklapt. De spanning van weken, maanden of misschien wel jaren komt los in dat ene moment. Zijn lippen zijn stevig, vol, en zacht genoeg om mijn onzekerheid weg te nemen. Mijn hand glijdt over zijn borst. Zijn shirt voelt dun en warm van zijn huid. Zijn vingers vinden mijn rug onder de rand van mijn shirt en tasten voorzichtig af. Elke aanraking stuurt golven door mijn lijf, haast alsof mijn zenuwen onder stroom staan. Ik voel me groot en klein tegelijk. Krachtig in mijn verlangen, kwetsbaar in mijn blootgeven. Er is niets gehaast aan hoe hij me kust, maar alles aan mijn lichaam zegt: “nu.” Achter het ritselen van bladeren en het zachte lachen in de verte, zijn wij ons eigen universum geworden. De avond valt. De heldere hemel wordt steeds meer verlicht door maneschijn.
Zijn lippen rusten nog tegen de mijne als hij zich net een fractie terugtrekt. Hij kijkt me aan alsof hij wil checken of ik nog mee ben, of ik nog wel wil. Mijn ademhaling is snel, oppervlakkig. Ik knik nauwelijks zichtbaar, maar mijn lichaam verraadt me al. Mijn huid tintelt, mijn benen voelen zwaar en licht tegelijk. Ik wil dichterbij. Ik wil meer. Hij verplaatst zich achter mij, zijn benen aan mijn weerszijden. Zijn armen omsluiten mij losjes. Alsof hij mij wil uittekenen streelt zijn hand over mijn arm, van mijn schouder naar mijn elleboog. Zijn mond vindt mijn hals. Geen zachte kus, maar een zachte aanraking. Ik voel hoe zijn warme adem streelt langs mijn hals en de prikkeling van zijn stoppelbaard. Er gaat een rilling over mijn lijf, maar niet van kou. Ik sluit mijn ogen. Alles van de buitenwereld lijkt te verdwijnen. Er is alleen nog hij. Zijn handen worden iets brutaler, tastender. Ik voel zijn nieuwsgierigheid en verlangen als hij mijn vormen verkent, alsof hij voelt dat ik mezelf vaak probeer te verbergen en daar dwars doorheen gaat. “Je voelt zo goed,” fluistert hij hees in mijn oor, terwijl zijn hand rust op mijn dij. “Je hoeft je nergens voor te schamen.”
Mijn hart klopt in mijn keel. Ik merk hoe mijn lijf reageert, warm, pulserend, levendig. Elke aanraking is geladen met iets wat ik nog niet helemaal ken, maar waar ik me wel aan over wil geven. Niet braaf of voorzichtig, maar rauw en echt. Met net genoeg kracht om mij uit mijn hoofd te trekken, verkennen zijn handen verder mijn lichaam. Mijn gedachten lossen op in een heerlijk gevoel van begeerd te worden. Zijn mond vindt weer mijn huid, mijn sleutelbeen, het zachte stuk tussen mijn kaak en hals. Ik kreun zacht, onverwacht en merk dat zijn adem even stokt. En daar, half verscholen onder bomen en met de lucht nog warm op onze huid, gebeurt er iets. Iets wat niet om aandacht vraagt, geen toestemming van de wereld nodig heeft. Het is geen sprookje. Geen film. Het is onhandig, spannend, vol verlangen en daarmee ook een beetje beangstigend. Het voelt precies zoals het moet zijn.
Zijn handen rusten op mijn heupen, alsof hij wil voelen of ik blijf, of ik mij durf over te geven. Ik blijf. Meer nog, ik duw mijn lichaam iets naar achter, tegen hem aan. Mijn rug raakt zijn borst, mijn billen zijn dijbenen. De spanning tussen ons is niet meer alleen voelbaar, ze is tastbaar, levend, kloppend tussen onze lijven. Zijn adem strijkt langs mijn oor, en ik voel hoe zijn lippen gedwee een spoor trekken over de rand van mijn kaaklijn. Het is alsof hij niet enkel kust, maar mij aanbidt. Ik kantel mijn hoofd naar hem toe, mijn ogen half gesloten. “Ik wil voelen…” fluister ik heel zachtjes. Hij zegt niets met woorden, maar alles met een hand die langzaam onder mijn shirt glijdt. Zijn vingertoppen op mijn buik maken mij zó bewust van mijn lijf, van elke ronding, elk stukje waar ik soms met moeite naar kijk in de spiegel. Maar nu… ik voel mij geen moment teveel. Geen moment te dik. Alleen maar begeerd. En dat doet iets met me.
“Je bent prachtig,” zegt hij, zijn stem rauw en diep, haast trillend van opwinding. “Alles aan jou.” Zijn vingers glijden verder, tasten mijn zij en vinden de rand van mijn bh. Hij schuift het iets opzij, niet haastig, maar alsof hij me laag voor laag uit wil kleden zonder dat ik mij uitgekleed voel. Ik voel hoe mijn adem stokt terwijl zijn hand mijn borst omvat, stevig, warm en verkennend. Niet grijpende lust, maar vol bewondering. Alsof hij wil begrijpen hoe ik in elkaar zit, hoe ik reageer, hoe mijn lijf hem toelaat. Ik kreun, ongecontroleerd maar zacht, mijn dijen tegen elkaar gedrukt. Ik wil hem voelen. Niet alleen zijn handen, zijn mond.. Ik wil weten hoe het is als een man echt alles van je wilt. Niet ondanks wie je bent, maar juist om wie je bént. Mijn hand vindt de zijne. Ik leid hem tussen m'n benen. “Durf je me echt aan te raken?” fluister ik, terwijl mijn hart bonkt in mijn keel. Zijn ogen zoeken de mijne en ik zie twijfel. Niet of hij het wil, maar of ík het echt wil. Mijn vingers drukken zijn hand tegen mijn dij, geleidelijk naar hoger. “Ik wil het,” fluister ik.
Wat daarna gebeurt, is geen aaneenschakeling van technieken of perfecte poses. Het is klunzig, adembenemend, echt. Zijn vingers tussen mijn dijen, strelend over mijn zachte huid, geopend voor al zijn aanrakingen. Hij verkent me met nieuwsgierigheid, verwondering en lust, alsof hij nooit eerder iets zó moois heeft aangeraakt. En misschien, heel even, geloof ik dat ook. Dat ik heel mooi ben. Dat mijn warmte, mijn vormen, mijn geur, mijn zachte kreunen iets in hem oproepen wat niemand anders had gekund.
Mijn hoofd rust tegen zijn schouder. Zijn ademhaling versnelt. “Ik denk de hele dag al aan jou,” fluistert hij naast mijn oor. “Aan hoe je lacht… en hoe je er uit ziet als je met plezier aan het werk bent.” Ik moet lachen, zacht, maar ik voel tranen prikken in mijn ogen. Niet van verdriet natuurlijk maar van zijn erkenning. Dit is geen fabel. Dit ben ik. Gewild. Gezien. En vooral begeerd.
Zijn vingers bewegen langzaam tussen mijn dijen, alsof hij elk zintuig in mij wakker wil strelen. Ik voel hoe mijn heupen hem als vanzelf tegemoet treden, alsof mijn lijf hem uitnodigt, of bijna smeekt: meer… nog een beetje meer. Zijn lippen vinden de blote huid van mijn hals, trekken mijn shirt iets opzij en geven zachte, warme kusjes richting mijn schouder. Tussen mijn benen voel ik een pulserende drang toenemen, één die ik niet meer stil wil houden. “Je maakt me gek,” fluister ik hees. Hij grinnikt zacht, zijn adem warm tegen mijn huid. “Dat is precies wat jij met mij doet.”
De zomernacht lijkt zich langzaam om ons heen te vouwen als een warme deken. De geluiden van het park zijn vager geworden, of misschien hoor ik ze gewoon niet meer. Alles wat ik nu hoor, is zijn ademhaling. Alles wat ik voel, zijn handen, zijn lijf tegen de mijne, zijn verlangen en, zijn onmiskenbare erectie.
Mijn shirt schuift verder omhoog, tot net onder mijn borsten en ik voel hoe zijn hand aandachtig over mijn onderrug glijdt. Alsof hij me wil vastleggen in zijn geheugen en alsof hij bang is dat ik straks weer verdwijn. Hij draait me zachtjes naar hem toe. Onze ogen ontmoeten elkaar in het schemerlicht. Zijn pupillen groot, zijn gezicht gespannen van opwinding. “Mag ik je uitkleden?” vraagt hij, niet als een man die iets neemt maar als iemand die iets eert. Ik knik. Mijn stem is verdwenen, verdronken in alles wat mijn lichaam voor me uitschreeuwt.
Langzaam tilt hij mijn shirt omhoog. Mijn buik, mijn 'love handles', de lijnen die ik zo vaak verstop, hij kijkt ernaar alsof ik een kunstwerk ben dat hem ontroert. “Je bent zó mooi,” zegt hij weer, net niet fluisterend. En ik voel het in mijn borst, het rake antwoord op die honger naar bevestiging die ik had proberen weg te duwen. Ik mag er zijn. Niet omdat ik in een maatje pas, maar omdat ik.. ik ben. Ik die ademt, ik die voelt en ik die verlangt.
Zijn mond vindt mijn borst. Mijn zuchten zijn van verlangen. Hij kust de bovenzijde eerst, likt langs de rand van mijn bh en kijkt me dan aan terwijl zijn hand het losmaakt. "Ga door, ga verder.." is het enige wat ik kan denken. Ik voel zijn lippen om mijn tepel, zacht zuigend.. Ik kreun, ongegeneerd. Mijn benen trekken zich op, mijn voeten schuiven over het gras. Hij streelt over mijn buik terwijl hij me verder kust, lager en lager, tot zijn lippen net boven de rand van mijn slip stoppen. Hij kijkt omhoog, “Zeg me wat je wil.” “Jou,” fluister ik, kort en helder, "met alles wat jij met mij doet. Ik wil jou… alles.”
Dan gaat het snel. Zijn handen trekken mijn slip omlaag en zodra hij de warmte tussen mijn benen voelt, wordt zijn adem hoorbaar zwaarder. Hij kust mijn heup, mijn dij, en als zijn tong mijn vulva raakt, sluit ik mijn ogen en hap ik naar adem. Het is alsof hij me leest met zijn mond, elke beweging zorgvuldig, doordrenkt van lust. Mijn vingers vinden zijn haar, trekken zacht, sturend en hunkerend tegelijk. Heerlijke strelingen van zijn tong over mijn lippen en rond mijn clitje. Mijn lijf kronkelt onder hem. Ik voel hoe de spanning zich opbouwt in golven, warm en wild. “Ja… daar…” kreun ik, mijn stem rauw van genot. Hij gaat door, ongeduldig nu, hij wil mij laten voelen dat ik het waard ben om compleet te worden overweldigd. Al het vocht dat ik voel komen, likt en zuigt hij van mijn lippen. Zo lekker, zo heerlijk..
De bomen boven ons lijken mee te buigen in de schaduw van de roes. Mijn rug kromt, mijn vingers grijpen in het gras, en ik hijg en tril in extase. Oooh mijn god! Als ik kom, is het niet stil maar luid, ruw, en ik schaam me niet eens. Even ben ik helemaal weggeblazen. Ik tril na, puffend, mijn hele huid voelt vochtig van zweet.
Hij komt naast me liggen, zijn hoofd op mijn buik, zijn arm om mij heen. “Ik wil hier niet weg,” fluistert hij. Ik lach, mijn hand rustend in zijn haar. “Nou, dan blijven we nog even.” Hoewel de wereld zojuist schudde, hangt de maan nog aan de heldere hemel. Het licht van lantaarns flikkert in de verte. En wij, ergens op een jas in het gras, zijn niet meer meisje en man. We zijn vlees en vuur, opgeslokt door een nacht die niets vroeg en alles gaf. Langzaam kalmeert ook zijn ademhaling. Met mijn vingers speel door zijn haren. Waar hij begint en ik ophoud, weet ik even niet meer. Onze grenzen lijken vervaagd bij het schemerende maanlicht. Alles voelt zacht en dromerig. Ik voel warmte in mijn lichaam. Geen onrust, maar een tinteling. Alsof ik net wakker ben geworden uit een droom die nog niet af is. Zijn hand glijdt over mijn zij, naar mijn heup, dan naar mijn dij. Ik merk dat hij het ook niet kan laten om aan mij te blijven voelen.
(Zijn er naast lezers ook lezeressen die een vervolg zouden willen lezen?)
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10