Door: Homem-Christo
Datum: 03-09-2025 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 1804
Lengte: Lang | Leestijd: 14 minuten | Lezers Online: 25
Trefwoord(en): Camping, Cuckolding, Dochter, Vader, Vakantie,
Lengte: Lang | Leestijd: 14 minuten | Lezers Online: 25
Trefwoord(en): Camping, Cuckolding, Dochter, Vader, Vakantie,
Vervolg op: Verleid Door De Duivel - 3
Tim is uit het veld geslagen als Denise, zijn grote vakantieliefde, hem plotseling lijkt te negeren en alleen nog oog heeft voor zijn zusje, Saar. Maar liefde maakt blind en Tim doet er alles aan om Denise alsnog voor zich te winnen. Hoe kan hij immers weten dat hij slechts een pion is in haar schijnheilige spel?
-- -- -- -- --
De ochtend na ons visuitje werd ik wakker met een knoop in mijn maag. De teleurstelling van gisteren hing als een grauwe sluier over me heen. Het gevoel dat ik buiten de boot was gevallen, dat er een band was gesmeed tussen Denise en Saar waar ik geen deel van uitmaakte, voelde als een lichte maar aanhoudende pijn. Ik was helemaal niet ‘speciaal’. Ik was een onhandige, stamelende puber gebleken in plaats van de zelfverzekerde man die ik wilde zijn.
Saar snurkte zachtjes naast me. Ze had de hele avond met een domme grijns op haar gezicht rondgelopen, vervuld van haar ‘meidenmiddag’. Ik draaide me met een zucht om, wilde me nog even in de veiligheid van de slaap verstoppen, maar het geluid van zachte stemmen en het rinkelen van kopjes buiten trok mijn aandacht.
Ik kroop voorzichtig uit de tent, mijn haar een warboel, mijn ogen nog vol slaap. En daar zat ze. Denise. Alweer. Alsof ze nooit was weggeweest. Ze zat aan onze picknicktafel, met een kopje koffie voor zich, in gesprek met mijn moeder. Ze droeg een luchtig bloemenjurkje dat haar schouders vrijliet en, toen ze opstond om mijn moeder bij te schenken, een glimp van haar billen liet zien. Mijn hart deed onmiddellijk een sprongetje.
“Goedemorgen, slaapkop!” riep mijn moeder vrolijk. “Kijk eens, Denise heeft zelfgemaakte appeltaart meegenomen!”
Denise draaide zich naar me toe en haar glimlach was zo stralend, zo ongedwongen, dat al mijn sombere gedachten van de afgelopen twaalf uur onmiddellijk verdampten. Alsof er nooit een ongemakkelijke afronding van de avond was geweest.
“Tim! Goed geslapen? Je zag eruit alsof je gisteren door een wervelstorm was geraakt toen we afscheid namen,” zei ze, en er klonk oprechte bezorgdheid in haar stem. Echte, oprechte bezorgdheid.
“Uh, ja. Gewoon… moe,” mompelde ik, mezelf vervloekend omdat ik er niet beter uitzag nu ze naar me keek.
“Natuurlijk was hij moe,” viel mijn moeder me bij. “Al dat hengelen is zwaar werk.” Ze knipoogde naar Denise, die grinnikte.
“Ja, dat geloof ik graag,” zei Denise. Haar ogen twinkelden. Ze wees naar de stoel naast haar. “Kom, zit. Er is taart. Dat lost altijd alles op.”
Ik liet me willoos naast haar zakken. Ze schoof een bordje met een groot stuk taart naar me toe. Haar vingers raakten de mijne aan tijdens de handeling. Het was vluchtig, bijna niets, maar het voelde als een elektrische schok. Ik trok mijn hand terug alsof ik in brand stond, waardoor het bord bijna omviel.
“Oeps, sorry!” zei ik, mijn wangen in lichterlaaie.
Maar Denise lachte alleen maar, een warme, diepe lach. “Rustig aan, hè? Je bent echt nog niet goed wakker.” Ze deed alsof het mijn slaperigheid was. Niet mijn complete verlies van alle zenuwbanen wanneer ze in de buurt was. Het was een reddingsboei. Ze redde me van mezelf.
Ze bleef nog een tijdje zitten, pratend met mijn moeder over de plannen voor de dag. Mijn vader en Frank waren ergens naartoe, waarschijnlijk voor vers brood. Saar sliep nog. Het was even… normaal. Gezellig. En zij zat naast mij. Haar knie raakte bijna de mijne onder de tafel. Elke keer dat ze zich naar me toe boog om iets tegen me te zeggen, waaide de zoete geur van haar parfum en shampoo langs me heen. Ik voelde de hoop, diep in mijn buik, opnieuw ontwaken. Misschien had ik het verkeerd gezien. Misschien was ze gewoon moe gisteravond. Misschien vond ze het wel vervelend dat Frank haar riep. Misschien wilde ze eigenlijk langer met me praten.
Toen ze opstond om terug te gaan naar hun camper, bleef ze even staan. Ze legde haar hand op mijn schouder. Het gewicht was stevig, warm, belovend.
“Weet je, Tim,” zei ze, haar stem zacht, alleen voor mij bestemd. “Die vis… die je bijna had gevangen. Soms moet je gewoon geduld hebben. Soms komt het vanzelf goed.”
Ze kneep even in mijn schouder, glimlachte, en liep weg. Ik keek haar na, mijn hoofd tollend. Dat was geen afwijzing. Dat was… advies. Aanmoediging. Alsof ze tegen me zei: wacht maar, jouw tijd komt nog.
De rest van de dag werd gedragen door die ene aanraking, die ene zin. Het was het enige waar ik aan kon denken. ‘Soms komt het vanzelf goed.’ Het was een mantra geworden. Ik was niet misleid. Ik was niet gek. Ze gaf me een teken. Een gecodeerd bericht dat alleen ik kon begrijpen.
Ik zag hoe ze de hele dag met Saar omging. Ze waren onafscheidelijk. Ze gingen samen douchen, lazen tijdschriften in het gras, en fluisterden samen. Maar in plaats van jaloers te zijn, zag ik het nu door de lens van haar woorden. Dit was gewoon… tussentijd. Saar was haar nieuwe vriendin, dat was logisch. Maar ‘soms komt het vanzelf goed'. Dat ging over mij. Over ons.
Die avond, na het eten, zat ons gezin rond het kampvuur. Frank en Denise waren bij de camper, maar het geluid van hun gitaar en gelach drong af en toe door. Ik probeerde niet al te duidelijk naar ze te staren, maar het was alsof een magneet mijn ogen naar haar toe trok.
Op een gegeven moment stonden ze op en liepen ze naar ons toe. Frank had een fles wijn in zijn hand, Denise droeg een paar glazen.
“Buurtjes!” kondigde Frank aan. “We komen wat gezelligheid brengen.”
Mijn ouders verwelkomden ze hartelijk. Er werden glazen ingeschonken. Toen Denise bij Saar kwam, aarzelde ze even en schonk toen, met een stiekem knipoogje naar mijn ouders, ook een klein scheutje in een glas voor Saar.
“Voor de grote meid,” zei ze zacht.
Saar bloosde dieprood, alsof haar een enorme eer was bewezen. Ze nam een voorzichtig slokje en proestte het bijna uit, wat iedereen liet lachen.
“Weet je wat?” zei Denise opeens, terwijl ze zich naar Saar toe draaide. “We hebben gisteren die nieuwe kleren en make-up gekocht. Ik heb nog helemaal niet kunnen zien hoe die oogschaduw je staat. En dat ene topje staat je vast geweldig. Kom je mee naar de camper? We kunnen een modeshow voor onszelf houden.” Haar stem was opgewekt en uitnodigend, exclusief gericht aan Saar.
Mijn hart kromp ineen. Alleen Saar.
Saar’s ogen lichtten op. “Echt? Ja, leuk!”
“Perfect!” zei Denise. Ze wierp een snelle, bijna plichtmatige blik naar mij en mijn ouders. “Ik leen haar even hoor! Maar ik beloof dat ik haar niet te lang zal houden.” Het was duidelijk dat ik niet was uitgenodigd. Dit was een meidending.
Mijn ouders knikten lachend. “Geen probleem! Veel plezier, meiden!”
Saar sprong op en liep met Denise mee naar de witte camper. Frank bleef even bij het vuur staan, nam een slok van zijn wijn, en zei: “Laat ze maar. Meidentijd. Ik blijf nog even van jullie gezelligheid genieten.” Hij liet zich op een lege stoel vallen en begon een verhaal over bezienswaardigheden in de omgeving.
Ik bleef achter. De hoop die de hele dag had gebrand, werd vervangen door een koude steen in mijn maag. Dit was niet het ‘vanzelf goed komen’ waar ik op had gehoopt. Dit was uitsluiting. Ik keek naar de verlichte camper, een warme bubbel waar ik niet welkom was, en voelde me meer dan ooit een buitenstaander.
~
~~
~~~
Binnen in de camper was de sfeer aanvankelijk luidruchtig en lacherig. Denise had een speaker met zachte popmuziek aan staan. Er lagen kleren en make-up spullen op het bed. Denise schonk opnieuw wijn in. “Voor de modeshow!” zei ze, en ze tikte haar glas tegen dat van Saar aan. Saar lachte, dronk een grotere slok dan de vorige keer, en proestte niet.
“Oké, laat eens zien!” zei Denise enthousiast. “Doe die bloementop maar aan. Ik wil zien of de maat goed is.”
Aarzelend, maar aangemoedigd door de wijn en Denise’s aanwezigheid, trok Saar haar T-shirt uit. Ze stond in een eenvoudige, blauwe beha. Denise floot speels. “Wauw, Saar. Echt waar. Je hebt een geweldig figuur.” Haar blik was bewonderend, maar ook beoordelend, als een handelaar die een mooi stuk vlees keurt.
Saar bloosde en trok snel het nieuwe topje aan. Het was iets krapper en lager uitgesneden dan wat ze normaal droeg.
“Draai je eens om,” zei Denise. Ze stond op en liep om Saar heen, haar blikken overal. “Perfect. Echt heel mooi.” Haar handen streelden even over Saar’s rug, een aanraking die net iets te lang duurde om nog louter vriendelijk te zijn. Saar rilde lichtjes, maar schreef het toe aan de alcohol.
Op dat moment klonk er een klop op de deur. Voordat iemand iets kon zeggen, zwaaide deze open en verscheen Frank. “Dames? Mag de publieksjury binnenkomen?” Hij grinnikte en zijn ogen namen onmiddellijk Saar in haar nieuwe topje in zich op. Hij floot, een lang, bewonderend geluid. “Kijk eens aan! Daar word je stil van, Saar. Je bent een beauty.”
Saar voelde zich opgelaten maar ook gevleid door de aandacht van beiden. Frank schonk zichzelf een glas wijn in en ging zitten aan het tafeltje. “Gaan jullie verder. Doe alsof ik er niet ben.”
"Je hebt een goddelijk lichaam, Saar," zei Denise, haar ogen donker van bewondering. "Echt waar. Zo puur." Terwijl ze sprak, trok ze haar eigen shirt uit. Saar's adem stokte.
Denise lachte. "Relax, schatje. Lichamen zijn er om te bewonderen." Ze liep rond alsof het niets was, haar zware borsten paraderend door de ruimte.
“Denise! Je… je vader,” stamelde Saar, haar wangen gloeiden.
Denise keek op, eerst naar Saar's verraste gezicht, toen naar Frank. “Oh, pap? Die ziet me wel vaker zo,” lachte ze nonchalant, terwijl ze haar haren opstak.
Frank haalde zijn schouders op, nam een slok wijn en keek toe alsof het de normaalste zaak van de wereld was. “Ze heeft gelijk, Saartje. We zijn hier heel ontspannen.” Het ongemak van Saar werd overschaduwd door een vreemde, prikkelende nieuwsgierigheid. Dit was zo anders dan thuis.
De avond vloeide over in een wazige roes. De lampen werden gedimd. Ze zaten dicht bij elkaar op de bank. Frank’s arm lag nonchalant over de bankleuning, zijn vingers speelden met een lok van Denise’s haar. Toen zijn hand naar haar nek gleed en daar bleef, kneep Saar haar ogen even samen. Het was… intiem. Te intiem. Maar Denise leunde er alleen maar tegenaan, als een kat die geaaid wordt.
Toen zakte Denise’s hand naar beneden. Haar bewegingen werden verborgen door een dekentje dat over hun schoot lag. Frank’s ademhaling veranderde; het werd een zacht, regelmatig gegrom. Saar staarde naar haar wijnglas, probeerde het gesprek vol te houden dat Denise nog steeds voerde, maar haar aandacht werd getrokken door de onzichtbare spanning.
Toen zag ze het: de deken bewoog, heel subtiel, op en neer boven Frank zijn schoot. En Denise’s onderarm was gespannen.
Een golf van misselijkheid, vermengd met een verboden, brandende nieuwsgierigheid, overspoelde haar. Haar mond werd droog. “Wat… wat is dat?” fluisterde ze, haar ogen wijd van schrik.
Frank opende zijn ogen. Denise stopte niet. Ze keek Saar aan, haar blik was trots en uitdagend. “Wat is wat, schatje?” Haar hand bleef bewegen onder de deken.
“Jij… en hij…” Saar kon de woorden niet vormen. Ze sprong overeind, de wereld tolde om haar heen. “Ik moet gaan!” Haar vlucht was een wirwar van trillende ledematen. Ze tuimelde de camper uit, de koele nachtlucht in, weg van de verstikkende hitte.
Binnen zwegen ze even. Frank zuchtte tevreden. Denise trok haar hand terug en kwam overeind. Ze liep naar de open deur en leunde tegen de post, haar ogen volgden de donkere silhouet van Saar terwijl ze in de nacht verdween.
"Die is snel afgedropen," zei Frank. Hij kwam achter haar staan, zijn handen grepen haar borsten en knepen er zacht in.
"Ze bleef zitten," antwoordde Denise, haar stem neutraal. "Ze keek. Saar is niet zo onschuldig als ze lijkt."
Ze spreidde haar benen iets toen Frank haar jurk optilde. "Nee," gromde Frank, terwijl hij zichzelf in haar drong. "Dat zijn ze nooit. Morgen komt ze terug. Met vragen."
"Ja," hijgde Denise, terwijl haar vader ruw in haar begon te stoten. "En ik zal er voor haar zijn. Ik zal haar alle antwoorden geven die ze nodig heeft." Ze keek over haar schouder naar hem, een triomfantelijke glimlach op haar gezicht.
-- -- -- -- --
De ochtend na ons visuitje werd ik wakker met een knoop in mijn maag. De teleurstelling van gisteren hing als een grauwe sluier over me heen. Het gevoel dat ik buiten de boot was gevallen, dat er een band was gesmeed tussen Denise en Saar waar ik geen deel van uitmaakte, voelde als een lichte maar aanhoudende pijn. Ik was helemaal niet ‘speciaal’. Ik was een onhandige, stamelende puber gebleken in plaats van de zelfverzekerde man die ik wilde zijn.
Saar snurkte zachtjes naast me. Ze had de hele avond met een domme grijns op haar gezicht rondgelopen, vervuld van haar ‘meidenmiddag’. Ik draaide me met een zucht om, wilde me nog even in de veiligheid van de slaap verstoppen, maar het geluid van zachte stemmen en het rinkelen van kopjes buiten trok mijn aandacht.
Ik kroop voorzichtig uit de tent, mijn haar een warboel, mijn ogen nog vol slaap. En daar zat ze. Denise. Alweer. Alsof ze nooit was weggeweest. Ze zat aan onze picknicktafel, met een kopje koffie voor zich, in gesprek met mijn moeder. Ze droeg een luchtig bloemenjurkje dat haar schouders vrijliet en, toen ze opstond om mijn moeder bij te schenken, een glimp van haar billen liet zien. Mijn hart deed onmiddellijk een sprongetje.
“Goedemorgen, slaapkop!” riep mijn moeder vrolijk. “Kijk eens, Denise heeft zelfgemaakte appeltaart meegenomen!”
Denise draaide zich naar me toe en haar glimlach was zo stralend, zo ongedwongen, dat al mijn sombere gedachten van de afgelopen twaalf uur onmiddellijk verdampten. Alsof er nooit een ongemakkelijke afronding van de avond was geweest.
“Tim! Goed geslapen? Je zag eruit alsof je gisteren door een wervelstorm was geraakt toen we afscheid namen,” zei ze, en er klonk oprechte bezorgdheid in haar stem. Echte, oprechte bezorgdheid.
“Uh, ja. Gewoon… moe,” mompelde ik, mezelf vervloekend omdat ik er niet beter uitzag nu ze naar me keek.
“Natuurlijk was hij moe,” viel mijn moeder me bij. “Al dat hengelen is zwaar werk.” Ze knipoogde naar Denise, die grinnikte.
“Ja, dat geloof ik graag,” zei Denise. Haar ogen twinkelden. Ze wees naar de stoel naast haar. “Kom, zit. Er is taart. Dat lost altijd alles op.”
Ik liet me willoos naast haar zakken. Ze schoof een bordje met een groot stuk taart naar me toe. Haar vingers raakten de mijne aan tijdens de handeling. Het was vluchtig, bijna niets, maar het voelde als een elektrische schok. Ik trok mijn hand terug alsof ik in brand stond, waardoor het bord bijna omviel.
“Oeps, sorry!” zei ik, mijn wangen in lichterlaaie.
Maar Denise lachte alleen maar, een warme, diepe lach. “Rustig aan, hè? Je bent echt nog niet goed wakker.” Ze deed alsof het mijn slaperigheid was. Niet mijn complete verlies van alle zenuwbanen wanneer ze in de buurt was. Het was een reddingsboei. Ze redde me van mezelf.
Ze bleef nog een tijdje zitten, pratend met mijn moeder over de plannen voor de dag. Mijn vader en Frank waren ergens naartoe, waarschijnlijk voor vers brood. Saar sliep nog. Het was even… normaal. Gezellig. En zij zat naast mij. Haar knie raakte bijna de mijne onder de tafel. Elke keer dat ze zich naar me toe boog om iets tegen me te zeggen, waaide de zoete geur van haar parfum en shampoo langs me heen. Ik voelde de hoop, diep in mijn buik, opnieuw ontwaken. Misschien had ik het verkeerd gezien. Misschien was ze gewoon moe gisteravond. Misschien vond ze het wel vervelend dat Frank haar riep. Misschien wilde ze eigenlijk langer met me praten.
Toen ze opstond om terug te gaan naar hun camper, bleef ze even staan. Ze legde haar hand op mijn schouder. Het gewicht was stevig, warm, belovend.
“Weet je, Tim,” zei ze, haar stem zacht, alleen voor mij bestemd. “Die vis… die je bijna had gevangen. Soms moet je gewoon geduld hebben. Soms komt het vanzelf goed.”
Ze kneep even in mijn schouder, glimlachte, en liep weg. Ik keek haar na, mijn hoofd tollend. Dat was geen afwijzing. Dat was… advies. Aanmoediging. Alsof ze tegen me zei: wacht maar, jouw tijd komt nog.
De rest van de dag werd gedragen door die ene aanraking, die ene zin. Het was het enige waar ik aan kon denken. ‘Soms komt het vanzelf goed.’ Het was een mantra geworden. Ik was niet misleid. Ik was niet gek. Ze gaf me een teken. Een gecodeerd bericht dat alleen ik kon begrijpen.
Ik zag hoe ze de hele dag met Saar omging. Ze waren onafscheidelijk. Ze gingen samen douchen, lazen tijdschriften in het gras, en fluisterden samen. Maar in plaats van jaloers te zijn, zag ik het nu door de lens van haar woorden. Dit was gewoon… tussentijd. Saar was haar nieuwe vriendin, dat was logisch. Maar ‘soms komt het vanzelf goed'. Dat ging over mij. Over ons.
Die avond, na het eten, zat ons gezin rond het kampvuur. Frank en Denise waren bij de camper, maar het geluid van hun gitaar en gelach drong af en toe door. Ik probeerde niet al te duidelijk naar ze te staren, maar het was alsof een magneet mijn ogen naar haar toe trok.
Op een gegeven moment stonden ze op en liepen ze naar ons toe. Frank had een fles wijn in zijn hand, Denise droeg een paar glazen.
“Buurtjes!” kondigde Frank aan. “We komen wat gezelligheid brengen.”
Mijn ouders verwelkomden ze hartelijk. Er werden glazen ingeschonken. Toen Denise bij Saar kwam, aarzelde ze even en schonk toen, met een stiekem knipoogje naar mijn ouders, ook een klein scheutje in een glas voor Saar.
“Voor de grote meid,” zei ze zacht.
Saar bloosde dieprood, alsof haar een enorme eer was bewezen. Ze nam een voorzichtig slokje en proestte het bijna uit, wat iedereen liet lachen.
“Weet je wat?” zei Denise opeens, terwijl ze zich naar Saar toe draaide. “We hebben gisteren die nieuwe kleren en make-up gekocht. Ik heb nog helemaal niet kunnen zien hoe die oogschaduw je staat. En dat ene topje staat je vast geweldig. Kom je mee naar de camper? We kunnen een modeshow voor onszelf houden.” Haar stem was opgewekt en uitnodigend, exclusief gericht aan Saar.
Mijn hart kromp ineen. Alleen Saar.
Saar’s ogen lichtten op. “Echt? Ja, leuk!”
“Perfect!” zei Denise. Ze wierp een snelle, bijna plichtmatige blik naar mij en mijn ouders. “Ik leen haar even hoor! Maar ik beloof dat ik haar niet te lang zal houden.” Het was duidelijk dat ik niet was uitgenodigd. Dit was een meidending.
Mijn ouders knikten lachend. “Geen probleem! Veel plezier, meiden!”
Saar sprong op en liep met Denise mee naar de witte camper. Frank bleef even bij het vuur staan, nam een slok van zijn wijn, en zei: “Laat ze maar. Meidentijd. Ik blijf nog even van jullie gezelligheid genieten.” Hij liet zich op een lege stoel vallen en begon een verhaal over bezienswaardigheden in de omgeving.
Ik bleef achter. De hoop die de hele dag had gebrand, werd vervangen door een koude steen in mijn maag. Dit was niet het ‘vanzelf goed komen’ waar ik op had gehoopt. Dit was uitsluiting. Ik keek naar de verlichte camper, een warme bubbel waar ik niet welkom was, en voelde me meer dan ooit een buitenstaander.
~
~~
~~~
Binnen in de camper was de sfeer aanvankelijk luidruchtig en lacherig. Denise had een speaker met zachte popmuziek aan staan. Er lagen kleren en make-up spullen op het bed. Denise schonk opnieuw wijn in. “Voor de modeshow!” zei ze, en ze tikte haar glas tegen dat van Saar aan. Saar lachte, dronk een grotere slok dan de vorige keer, en proestte niet.
“Oké, laat eens zien!” zei Denise enthousiast. “Doe die bloementop maar aan. Ik wil zien of de maat goed is.”
Aarzelend, maar aangemoedigd door de wijn en Denise’s aanwezigheid, trok Saar haar T-shirt uit. Ze stond in een eenvoudige, blauwe beha. Denise floot speels. “Wauw, Saar. Echt waar. Je hebt een geweldig figuur.” Haar blik was bewonderend, maar ook beoordelend, als een handelaar die een mooi stuk vlees keurt.
Saar bloosde en trok snel het nieuwe topje aan. Het was iets krapper en lager uitgesneden dan wat ze normaal droeg.
“Draai je eens om,” zei Denise. Ze stond op en liep om Saar heen, haar blikken overal. “Perfect. Echt heel mooi.” Haar handen streelden even over Saar’s rug, een aanraking die net iets te lang duurde om nog louter vriendelijk te zijn. Saar rilde lichtjes, maar schreef het toe aan de alcohol.
Op dat moment klonk er een klop op de deur. Voordat iemand iets kon zeggen, zwaaide deze open en verscheen Frank. “Dames? Mag de publieksjury binnenkomen?” Hij grinnikte en zijn ogen namen onmiddellijk Saar in haar nieuwe topje in zich op. Hij floot, een lang, bewonderend geluid. “Kijk eens aan! Daar word je stil van, Saar. Je bent een beauty.”
Saar voelde zich opgelaten maar ook gevleid door de aandacht van beiden. Frank schonk zichzelf een glas wijn in en ging zitten aan het tafeltje. “Gaan jullie verder. Doe alsof ik er niet ben.”
"Je hebt een goddelijk lichaam, Saar," zei Denise, haar ogen donker van bewondering. "Echt waar. Zo puur." Terwijl ze sprak, trok ze haar eigen shirt uit. Saar's adem stokte.
Denise lachte. "Relax, schatje. Lichamen zijn er om te bewonderen." Ze liep rond alsof het niets was, haar zware borsten paraderend door de ruimte.
“Denise! Je… je vader,” stamelde Saar, haar wangen gloeiden.
Denise keek op, eerst naar Saar's verraste gezicht, toen naar Frank. “Oh, pap? Die ziet me wel vaker zo,” lachte ze nonchalant, terwijl ze haar haren opstak.
Frank haalde zijn schouders op, nam een slok wijn en keek toe alsof het de normaalste zaak van de wereld was. “Ze heeft gelijk, Saartje. We zijn hier heel ontspannen.” Het ongemak van Saar werd overschaduwd door een vreemde, prikkelende nieuwsgierigheid. Dit was zo anders dan thuis.
De avond vloeide over in een wazige roes. De lampen werden gedimd. Ze zaten dicht bij elkaar op de bank. Frank’s arm lag nonchalant over de bankleuning, zijn vingers speelden met een lok van Denise’s haar. Toen zijn hand naar haar nek gleed en daar bleef, kneep Saar haar ogen even samen. Het was… intiem. Te intiem. Maar Denise leunde er alleen maar tegenaan, als een kat die geaaid wordt.
Toen zakte Denise’s hand naar beneden. Haar bewegingen werden verborgen door een dekentje dat over hun schoot lag. Frank’s ademhaling veranderde; het werd een zacht, regelmatig gegrom. Saar staarde naar haar wijnglas, probeerde het gesprek vol te houden dat Denise nog steeds voerde, maar haar aandacht werd getrokken door de onzichtbare spanning.
Toen zag ze het: de deken bewoog, heel subtiel, op en neer boven Frank zijn schoot. En Denise’s onderarm was gespannen.
Een golf van misselijkheid, vermengd met een verboden, brandende nieuwsgierigheid, overspoelde haar. Haar mond werd droog. “Wat… wat is dat?” fluisterde ze, haar ogen wijd van schrik.
Frank opende zijn ogen. Denise stopte niet. Ze keek Saar aan, haar blik was trots en uitdagend. “Wat is wat, schatje?” Haar hand bleef bewegen onder de deken.
“Jij… en hij…” Saar kon de woorden niet vormen. Ze sprong overeind, de wereld tolde om haar heen. “Ik moet gaan!” Haar vlucht was een wirwar van trillende ledematen. Ze tuimelde de camper uit, de koele nachtlucht in, weg van de verstikkende hitte.
Binnen zwegen ze even. Frank zuchtte tevreden. Denise trok haar hand terug en kwam overeind. Ze liep naar de open deur en leunde tegen de post, haar ogen volgden de donkere silhouet van Saar terwijl ze in de nacht verdween.
"Die is snel afgedropen," zei Frank. Hij kwam achter haar staan, zijn handen grepen haar borsten en knepen er zacht in.
"Ze bleef zitten," antwoordde Denise, haar stem neutraal. "Ze keek. Saar is niet zo onschuldig als ze lijkt."
Ze spreidde haar benen iets toen Frank haar jurk optilde. "Nee," gromde Frank, terwijl hij zichzelf in haar drong. "Dat zijn ze nooit. Morgen komt ze terug. Met vragen."
"Ja," hijgde Denise, terwijl haar vader ruw in haar begon te stoten. "En ik zal er voor haar zijn. Ik zal haar alle antwoorden geven die ze nodig heeft." Ze keek over haar schouder naar hem, een triomfantelijke glimlach op haar gezicht.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10