Door: Homem-Christo
Datum: 02-09-2025 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 4807
Lengte: Lang | Leestijd: 14 minuten | Lezers Online: 6
Trefwoord(en): Camping, Cuckolding, Dochter, Vader, Vakantie,
Lengte: Lang | Leestijd: 14 minuten | Lezers Online: 6
Trefwoord(en): Camping, Cuckolding, Dochter, Vader, Vakantie,
Vervolg op: Verleid Door De Duivel - 2
Denise is het meisje van zijn dromen, Tim weet het zeker, en tegen alle verwachtingen in lijkt zij ook geïnteresseerd in hem. Tim is naïef en onervaren, maar desondanks vastberaden om Denise's hart te veroveren. Hij heeft geen idee dat Denise en haar vader achter de schermen een heel ander spelletje spelen.
-- -- -- -- --
De stilte was loodzwaar, alleen verbroken door het vage geritsel van het riet en het gespetter van een vis die even boven het donkergroene water uitkwam. Ik zat op een opvouwbaar krukje, de hengelstok onwennig in mijn handen geklemd, en staarde naar de dobber die roerloos op het water dreef. Het voelde alsof we hier al uren zaten, maar mijn horloge vertelde me dat het nog geen drie kwartier was.
Aan mijn ene kant zat mijn vader, geconcentreerd turend naar zijn eigen dobber, af en toe een slok nemend van het biertje naast zijn voeten. Aan mijn andere kant zat Frank. Hij leunde ontspannen achterover, zijn eigen hengel nonchalant tussen zijn knieën geklemd. Hij had een petje diep over zijn ogen getrokken en zijn mond stond in een tevreden, slaperige glimlach. De geur van zonnebrandcrème, water en rotte planten hing om ons heen.
Het was een hel.
Toen Frank vanmorgen, net na het ontbijt, zijn hand op mijn schouder had gelegd en had gevraagd: “Tim, jongen, zin in een middagje hengelen?”, had mijn hart een sprongetje gemaakt. Niet van vreugde om het vissen – een hobby die me altijd koud had gelaten – maar omdat ik automatisch had aangenomen dat Denise dan mee zou gaan. Ik had een beeld voor me gezien van haar naast me in het gras, misschien zou ze haar hand in het water laten hangen, me aanmoedigingen toefluisteren. Misschien zouden we samen weglopen, het bos in, onder het excuus van hout sprokkelen voor een vuur.
“Denise gaat ook, toch?” had ik vol hoop gevraagd.
Frank had gegrinnikt, een diepe, rafelige lach. “Nee, joh. Die is met je zusje op pad. Meidenmiddag, zeiden ze. Winkelen in dat stadje een eindje verderop, of zo. Nee, het is gewoon ons drieën. Ouderwets.”
De teleurstelling was zo acuut en intens geweest dat ik me er letterlijk even misselijk van had gevoeld. Mijn vader, die het gesprek had aangehoord, had me een klopje op mijn rug gegeven. “Kom op, Tim. Gezellig, mannendingen doen.” Alsof ik nog twaalf was.
En dus zat ik hier nu. In de verstikkende stilte, gevangen tussen mijn vader en een man van wie ik de dochter wilde versieren, terwijl diezelfde dochter ergens alleen was met mijn zusje. Het voelde als een gigantische, pijnlijke misrekening. Elke minuut die voorbij tikte was een gemiste kans, een moment waarop ik bij háár had kunnen zijn.
“Tim, joh, je dobber!” riep Frank op een gegeven moment.
Ik schrok op. Mijn dobber danste wild op het water. Ik reikte naar mijn hengel, maar het was te laat. Wat er ook aan had gezeten, het was weg.
“Zo, die was groot,” grapte Frank. “Je moet er wel bij blijven, knul. Een mooie vis laat zich niet zomaar vangen. Hij lokt je, laat je denken dat je een kans maakt, en dan… boem, is-ie weg. Slimme beesten.”
Hij knipoogde naar me, en ik vroeg me af of hij het nog steeds over vissen had. Het voelde alsof er een verborgen laag in zijn woorden zat, een laag die ik niet kon ontcijferen. Was het advies? Of een waarschuwing?
Het zou het enige moment van opwinding zijn, en mijn gedachten dwaalden al snel weer af naar Denise.
Ik probeerde me voor te stellen wat ze deden. Winkelen. Denise die jurkjes paste, Saar die advies gaf. Ze zouden koffie drinken, lachen. Denise zou haar van alles over haar studie vertellen, over het leven in Amsterdam, over mannen. Het idee dat Saar al die tijd met haar doorbracht, intieme meidengesprekken voerde die ik nooit zou horen, terwijl ik hier wortel zat te schieten, vervulde me met een irrationele jaloezie. Zelfs tegenover mijn eigen zusje.
“Alles goed, Tim?” vroeg mijn vader. “Je zit zo te fronsen.”
“Gewoon geconcentreerd, pap,” loog ik, mijn blik strak op de verdomde dobber gericht.
De middag sleepte zich voort. Er beet een vis, een kleine baars, die mijn vader met veel tamtam binnenhaalde en trots aan ons liet zien voordat hij hem weer terugzette. Frank vertelde een paar saaie verhalen over viswedstrijden van vroeger. Ik knikte en glimlachte op de juiste momenten, maar mijn geest was kilometers verderop. Bij haar. Steeds maar weer bij haar.
Toen Frank eindelijk voorstelde om maar eens in te pakken, voelde het als een bevrijding. Ik rolde mijn hengel zo snel op dat de lijn in de knoop raakte. Ik wilde terug. Ik wilde haar zien. Ik wilde de geur van haar parfum opsnuiven en horen wat ze hadden gedaan, hopend op een blik, een aanraking, iets dat me zou bevestigen dat ze ook aan mij had gedacht.
De wandeling terug naar de camping leek eindeloos. Mijn vader en Frank liepen voor me uit, pratend over barbecues en de prijs van bier. Ik sleepte me achter hen aan, mijn gedachten een warboel van hoop en frustratie.
Toen we ons perceel naderden, zag ik ze meteen. Ze zaten bij de camper aan de picknicktafel. Saar en Denise. Er stonden winkeltassen om hen heen. Mijn hart maakte een sprong. Maar toen, terwijl ik dichterbij kwam, verstilde iets in me.
Ze zaten heel dicht bij elkaar. Hun hoofden waren naar elkaar toe gebogen, alsof ze een geheim deelden. Denise’s hand lag op Saar’s onderarm, een intiem, geruststellend gebaar. Saar keek naar haar op met een mengeling van bewondering en… was het aanbidding? Haar wangen waren rood, haar ogen glinsterden. Het was een blik die ik kende. Het was dezelfde blik die ik had wanneer ik naar Denise keek.
Denise keek opzij, merkte ons op, en haar gezicht brak in die vertrouwde, stralende glimlach. Maar het bereikte haar ogen niet helemaal. Er was iets anders, iets vluchtigs en berekenends, alsof ze midden in een toneelstuk was onderbroken.
“Daar zijn onze avonturiers!” riep ze, haar hand trok zich soepel terug van Saar’s arm. “En? Iets gevangen?”
“Peter heeft een jonkie te pakken gehad,” antwoordde Frank, terwijl hij zijn hengel neerzette. Hij liep naar de tafel en gaf zijn dochter een knuffel, een gebaar dat te lang en te stevig aanvoelde. Zijn ogen gleden naar Saar. “En hoe was de meidenmiddag?”
Saar begon meteen te vertellen, haar stem klonk een octaaf hoger dan normaal, opgewonden. “O, het was zo leuk! Denise weet álles van kleding. En we hebben de leukste winkeltjes gevonden. En we hebben ijs gegeten.” Ze keek naar Denise alsof ze een popster was.
“Klinkt productiever dan naar een dobber staren,” grapte mijn vader.
Ik kon mijn ogen niet van Denise afhouden. Ze luisterde naar Saar, glimlachte, knikte. Maar af en toe, heel even, ving ik haar blik. En er was niets. Geen geheime vonk, geen gedeelde herinnering aan het meer, geen spoor van de bijna-intimiteit van gisteravond in de camper. Het was alsof die nooit had bestaan. Alsof de ‘speciaal’-opmerking een hersenspinsel was geweest.
“En Tim?” zei ze opeens, rechtstreeks tegen mij. “Heb je ons gemist?”
De vraag was lichtvoetig, plagerig. Het was precies wat ze tegen mijn vader of tegen Frank had kunnen zeggen. Er zat geen speciale laag onder. Mijn keel kneep zich dicht.
“Ja,” forceerde ik eruit. “Best wel.”
Ze lachte. “Ach, wat lief. Volgende keer mag je met ons mee, als je belooft niet te zeuren over hoe lang we ergens blijven staan.”
Iedereen lachte. Behalve ik. Het voelde als een afwijzing, vermomd als een grap. Alsof ze me in een hokje plaatste: de schattige, jonge buurjongen. Het onnozele broertje van haar nieuwe beste vriendin, Saar.
Tijdens het avondeten – opnieuw een gezamenlijke barbecue – was Saar niet van Denise’s zijde te slaan. Ze hing aan haar lippen, lachte om alles wat ze zei, en leek mijn bestaan amper op te merken. Denise was, zoals altijd, het stralende middelpunt. Ze schonk drankjes in, deelde grappen met de vaste gasten die weer langs liepen, en wierp me af en toe een vluchtige glimlach toe die bedoeld leek om me te sussen, niet om me op te winden.
De vastberadenheid die ik de vorige avond had gevoeld, begon te verkruimelen, vervangen door een knagend gevoel van onzekerheid. Had ik het allemaal verkeerd ingeschat? Was ik gewoon een misleide idioot?
Toen de avond ten einde liep en we afscheid namen, aarzelde ik even. Dit was mijn kans. Ik moest iets zeggen. Iets alleen voor haar.
“Denise?” zei ik, mijn stem klonk zwak in het donker.
Ze draaide zich om, haar gezicht half in de schaduw. “Ja, Tim?”
“Ik… het was leuk, vandaag. Met jou. Gisteren, bedoel ik. Bij het meer.” Het klonk zo stuntelig, zo wanhopig.
Er viel een pauze. Een te lange pauze. Toen glimlachte ze, een trage, bijna vermoeide glimlach. “O, dat. Ja, dat was gezellig, hè? Heel leuk.” Alsof ze het over het weer had.
Voordat ik iets anders kon zeggen, riep Frank haar. “Denise! Kom eens, we moeten de afwas nog doen. Gerard komt zo nog even een borreltje doen en ik wil graag dat het dan opgeruimd is.”
“Kom al, pap!” riep ze terug. Ze keek me weer aan en gaf me een vlugge knipoog. “Slaap lekker, Tim.”
En toen was ze weg, de camper in, het warme licht in, waar ik niet welkom was. Ik bleef achter in het koele donker, met het gevoel dat ik een cruciale slag had gemist, zonder te begrijpen welk spel er eigenlijk werd gespeeld.
~
~~
~~~
De lucht in de camper was dik en blauw van de wietrook, vermengd met de zware, muskusachtige geur van zweet en seks. De gordijnen waren dichtgetrokken, afgesloten voor de wereld buiten.
Op de smalle bank zat Gerard, de eigenaar van de camping. Een grijzende, gespierde man van tegen de zestig, zijn gezicht rood aangelopen, zijn handen grepen om Denise’s heupen. Ze zat bovenop hem, haar lichaam bewoog in een langzaam, gecontroleerd ritme op en neer. Haar hoofd was naar achteren geworpen, haar lange blonde haar zwaaide heen en weer met elke beweging. Ze was naakt, afgezien van een zwarte, kanten string die nog rond haar enkels hing. Haar volle, witte borsten deinden zwaar op en neer, de tepels hard en roze.
Frank zat tegenover hen op een krukje. Zijn dikke, halfstijve pik lag in zijn hand, die hij met een trage, zelfverzekerde beweging heen en weer bewoog. Hij hield een joint tussen zijn vingers en nam een diepe hijs terwijl hij naar zijn dochter keek.
“Lekker, Gerard?” grinnikte Frank. Hij blies de rook langzaam uit. “Ze weet wat ze doet, hè?”
Gerard, wiens ademhaling zwaar en hijgend was, kon alleen maar knikken. Zijn ogen waren strak gericht op Denise’s borsten, die in een hypnotiserende cadans voor zijn gezicht zwaaiden. “Jezus, Frank… al zoveel jaar en ze verveelt nog geen moment.” Zijn handen gleden van haar heupen omlaag, grepen haar billen en knepen er stevig in, waardoor ze een zacht, bijna grommend geluidje maakte.
Denise opende even haar ogen, haar blik glazig en ver weg. De wiet maakte haar loom en extreem geil, ieder gevoel werd versterkt. Ze kon elke centimeter van Gerard’s pik in zich voelen, dik en hard. Ze reikte naar de joint in zijn hand, nam een lange, diepe hijs en blies de rook uit voordat ze hem teruggaf, zonder een moment te stoppen met bewegen.
“Zie je?” zei Frank tegen Gerard, terwijl hij naar zijn eigen dochter keek. “Ik heb je altijd gezegd. Ze is hiervoor gemaakt. Sinds haar zestiende... er is geen dag dat ze geen zin heeft.”
Gerard lachte schor, een beetje rook ontsnapte tussen zijn lippen door. “Ik herinner me nog toen ze een stakerig ding was met vlechtjes dat hier rondrende. Rond haar tiende, denk ik. En kijk haar nu.” Zijn hand schoot uit en kneep in een van haar borsten, zijn vingers verdwenen bijna in het witte vlees. “Godallemachtig, Frank. Worden die dingen elk jaar nog groter?”
Frank knikte, een brede grijns op zijn gezicht. “Het lijkt er wel op, ouwe. Een geschenk van haar moeder, denk ik. Al waren die van haar niet half zo mooi.” Hij zweeg even, genoot van het beeld voor hem. Toen zei hij, bijna terloops: “Al moet ik zeggen… die nieuwe buren. Dat meisje, Saar. Die heeft ook een flink stel, hoor.”
Denise’s bewegingen vertraagden even, een flintertje aandacht in haar verder lege blik. Ze keek naar haar vader.
Frank keek terug. “Zeg eens, schat,” ging hij verder. “Jij bent vandaag met haar gaan winkelen. Heb je al een glimp kunnen opvangen? Zijn ze net zo mooi als die van jou?”
Er gleed een trage, zelfvoldane glimlach over Denise’s gezicht. Ze stopte helemaal met bewegen, bleef zitten op Gerard’s stijve pik, en keek haar vader recht aan.
“Beter,” zei ze, haar stem hees van de rook en opwinding. “Steviger. Ze zijn nog lekker jong en strak, maar ze heeft geen idee wat ze ermee aan moet.”
Er viel een diepe, bewonderende stilte. Toen barstte Frank in lachen uit, een diepe, wellustige bulderlach die de hele camper leek te vullen. “Hoor je dat, Gerard?” hijgde hij. “Beter. Dat belooft wat.”
En terwijl Gerard gromde van opwinding en Denise weer begon te rijden, harder en wilder nu, bleef Frank toekijken, zijn eigen dikke pik stevig in zijn vuist, al dromend over de nieuwe aanwinst naast de deur.
-- -- -- -- --
De stilte was loodzwaar, alleen verbroken door het vage geritsel van het riet en het gespetter van een vis die even boven het donkergroene water uitkwam. Ik zat op een opvouwbaar krukje, de hengelstok onwennig in mijn handen geklemd, en staarde naar de dobber die roerloos op het water dreef. Het voelde alsof we hier al uren zaten, maar mijn horloge vertelde me dat het nog geen drie kwartier was.
Aan mijn ene kant zat mijn vader, geconcentreerd turend naar zijn eigen dobber, af en toe een slok nemend van het biertje naast zijn voeten. Aan mijn andere kant zat Frank. Hij leunde ontspannen achterover, zijn eigen hengel nonchalant tussen zijn knieën geklemd. Hij had een petje diep over zijn ogen getrokken en zijn mond stond in een tevreden, slaperige glimlach. De geur van zonnebrandcrème, water en rotte planten hing om ons heen.
Het was een hel.
Toen Frank vanmorgen, net na het ontbijt, zijn hand op mijn schouder had gelegd en had gevraagd: “Tim, jongen, zin in een middagje hengelen?”, had mijn hart een sprongetje gemaakt. Niet van vreugde om het vissen – een hobby die me altijd koud had gelaten – maar omdat ik automatisch had aangenomen dat Denise dan mee zou gaan. Ik had een beeld voor me gezien van haar naast me in het gras, misschien zou ze haar hand in het water laten hangen, me aanmoedigingen toefluisteren. Misschien zouden we samen weglopen, het bos in, onder het excuus van hout sprokkelen voor een vuur.
“Denise gaat ook, toch?” had ik vol hoop gevraagd.
Frank had gegrinnikt, een diepe, rafelige lach. “Nee, joh. Die is met je zusje op pad. Meidenmiddag, zeiden ze. Winkelen in dat stadje een eindje verderop, of zo. Nee, het is gewoon ons drieën. Ouderwets.”
De teleurstelling was zo acuut en intens geweest dat ik me er letterlijk even misselijk van had gevoeld. Mijn vader, die het gesprek had aangehoord, had me een klopje op mijn rug gegeven. “Kom op, Tim. Gezellig, mannendingen doen.” Alsof ik nog twaalf was.
En dus zat ik hier nu. In de verstikkende stilte, gevangen tussen mijn vader en een man van wie ik de dochter wilde versieren, terwijl diezelfde dochter ergens alleen was met mijn zusje. Het voelde als een gigantische, pijnlijke misrekening. Elke minuut die voorbij tikte was een gemiste kans, een moment waarop ik bij háár had kunnen zijn.
“Tim, joh, je dobber!” riep Frank op een gegeven moment.
Ik schrok op. Mijn dobber danste wild op het water. Ik reikte naar mijn hengel, maar het was te laat. Wat er ook aan had gezeten, het was weg.
“Zo, die was groot,” grapte Frank. “Je moet er wel bij blijven, knul. Een mooie vis laat zich niet zomaar vangen. Hij lokt je, laat je denken dat je een kans maakt, en dan… boem, is-ie weg. Slimme beesten.”
Hij knipoogde naar me, en ik vroeg me af of hij het nog steeds over vissen had. Het voelde alsof er een verborgen laag in zijn woorden zat, een laag die ik niet kon ontcijferen. Was het advies? Of een waarschuwing?
Het zou het enige moment van opwinding zijn, en mijn gedachten dwaalden al snel weer af naar Denise.
Ik probeerde me voor te stellen wat ze deden. Winkelen. Denise die jurkjes paste, Saar die advies gaf. Ze zouden koffie drinken, lachen. Denise zou haar van alles over haar studie vertellen, over het leven in Amsterdam, over mannen. Het idee dat Saar al die tijd met haar doorbracht, intieme meidengesprekken voerde die ik nooit zou horen, terwijl ik hier wortel zat te schieten, vervulde me met een irrationele jaloezie. Zelfs tegenover mijn eigen zusje.
“Alles goed, Tim?” vroeg mijn vader. “Je zit zo te fronsen.”
“Gewoon geconcentreerd, pap,” loog ik, mijn blik strak op de verdomde dobber gericht.
De middag sleepte zich voort. Er beet een vis, een kleine baars, die mijn vader met veel tamtam binnenhaalde en trots aan ons liet zien voordat hij hem weer terugzette. Frank vertelde een paar saaie verhalen over viswedstrijden van vroeger. Ik knikte en glimlachte op de juiste momenten, maar mijn geest was kilometers verderop. Bij haar. Steeds maar weer bij haar.
Toen Frank eindelijk voorstelde om maar eens in te pakken, voelde het als een bevrijding. Ik rolde mijn hengel zo snel op dat de lijn in de knoop raakte. Ik wilde terug. Ik wilde haar zien. Ik wilde de geur van haar parfum opsnuiven en horen wat ze hadden gedaan, hopend op een blik, een aanraking, iets dat me zou bevestigen dat ze ook aan mij had gedacht.
De wandeling terug naar de camping leek eindeloos. Mijn vader en Frank liepen voor me uit, pratend over barbecues en de prijs van bier. Ik sleepte me achter hen aan, mijn gedachten een warboel van hoop en frustratie.
Toen we ons perceel naderden, zag ik ze meteen. Ze zaten bij de camper aan de picknicktafel. Saar en Denise. Er stonden winkeltassen om hen heen. Mijn hart maakte een sprong. Maar toen, terwijl ik dichterbij kwam, verstilde iets in me.
Ze zaten heel dicht bij elkaar. Hun hoofden waren naar elkaar toe gebogen, alsof ze een geheim deelden. Denise’s hand lag op Saar’s onderarm, een intiem, geruststellend gebaar. Saar keek naar haar op met een mengeling van bewondering en… was het aanbidding? Haar wangen waren rood, haar ogen glinsterden. Het was een blik die ik kende. Het was dezelfde blik die ik had wanneer ik naar Denise keek.
Denise keek opzij, merkte ons op, en haar gezicht brak in die vertrouwde, stralende glimlach. Maar het bereikte haar ogen niet helemaal. Er was iets anders, iets vluchtigs en berekenends, alsof ze midden in een toneelstuk was onderbroken.
“Daar zijn onze avonturiers!” riep ze, haar hand trok zich soepel terug van Saar’s arm. “En? Iets gevangen?”
“Peter heeft een jonkie te pakken gehad,” antwoordde Frank, terwijl hij zijn hengel neerzette. Hij liep naar de tafel en gaf zijn dochter een knuffel, een gebaar dat te lang en te stevig aanvoelde. Zijn ogen gleden naar Saar. “En hoe was de meidenmiddag?”
Saar begon meteen te vertellen, haar stem klonk een octaaf hoger dan normaal, opgewonden. “O, het was zo leuk! Denise weet álles van kleding. En we hebben de leukste winkeltjes gevonden. En we hebben ijs gegeten.” Ze keek naar Denise alsof ze een popster was.
“Klinkt productiever dan naar een dobber staren,” grapte mijn vader.
Ik kon mijn ogen niet van Denise afhouden. Ze luisterde naar Saar, glimlachte, knikte. Maar af en toe, heel even, ving ik haar blik. En er was niets. Geen geheime vonk, geen gedeelde herinnering aan het meer, geen spoor van de bijna-intimiteit van gisteravond in de camper. Het was alsof die nooit had bestaan. Alsof de ‘speciaal’-opmerking een hersenspinsel was geweest.
“En Tim?” zei ze opeens, rechtstreeks tegen mij. “Heb je ons gemist?”
De vraag was lichtvoetig, plagerig. Het was precies wat ze tegen mijn vader of tegen Frank had kunnen zeggen. Er zat geen speciale laag onder. Mijn keel kneep zich dicht.
“Ja,” forceerde ik eruit. “Best wel.”
Ze lachte. “Ach, wat lief. Volgende keer mag je met ons mee, als je belooft niet te zeuren over hoe lang we ergens blijven staan.”
Iedereen lachte. Behalve ik. Het voelde als een afwijzing, vermomd als een grap. Alsof ze me in een hokje plaatste: de schattige, jonge buurjongen. Het onnozele broertje van haar nieuwe beste vriendin, Saar.
Tijdens het avondeten – opnieuw een gezamenlijke barbecue – was Saar niet van Denise’s zijde te slaan. Ze hing aan haar lippen, lachte om alles wat ze zei, en leek mijn bestaan amper op te merken. Denise was, zoals altijd, het stralende middelpunt. Ze schonk drankjes in, deelde grappen met de vaste gasten die weer langs liepen, en wierp me af en toe een vluchtige glimlach toe die bedoeld leek om me te sussen, niet om me op te winden.
De vastberadenheid die ik de vorige avond had gevoeld, begon te verkruimelen, vervangen door een knagend gevoel van onzekerheid. Had ik het allemaal verkeerd ingeschat? Was ik gewoon een misleide idioot?
Toen de avond ten einde liep en we afscheid namen, aarzelde ik even. Dit was mijn kans. Ik moest iets zeggen. Iets alleen voor haar.
“Denise?” zei ik, mijn stem klonk zwak in het donker.
Ze draaide zich om, haar gezicht half in de schaduw. “Ja, Tim?”
“Ik… het was leuk, vandaag. Met jou. Gisteren, bedoel ik. Bij het meer.” Het klonk zo stuntelig, zo wanhopig.
Er viel een pauze. Een te lange pauze. Toen glimlachte ze, een trage, bijna vermoeide glimlach. “O, dat. Ja, dat was gezellig, hè? Heel leuk.” Alsof ze het over het weer had.
Voordat ik iets anders kon zeggen, riep Frank haar. “Denise! Kom eens, we moeten de afwas nog doen. Gerard komt zo nog even een borreltje doen en ik wil graag dat het dan opgeruimd is.”
“Kom al, pap!” riep ze terug. Ze keek me weer aan en gaf me een vlugge knipoog. “Slaap lekker, Tim.”
En toen was ze weg, de camper in, het warme licht in, waar ik niet welkom was. Ik bleef achter in het koele donker, met het gevoel dat ik een cruciale slag had gemist, zonder te begrijpen welk spel er eigenlijk werd gespeeld.
~
~~
~~~
De lucht in de camper was dik en blauw van de wietrook, vermengd met de zware, muskusachtige geur van zweet en seks. De gordijnen waren dichtgetrokken, afgesloten voor de wereld buiten.
Op de smalle bank zat Gerard, de eigenaar van de camping. Een grijzende, gespierde man van tegen de zestig, zijn gezicht rood aangelopen, zijn handen grepen om Denise’s heupen. Ze zat bovenop hem, haar lichaam bewoog in een langzaam, gecontroleerd ritme op en neer. Haar hoofd was naar achteren geworpen, haar lange blonde haar zwaaide heen en weer met elke beweging. Ze was naakt, afgezien van een zwarte, kanten string die nog rond haar enkels hing. Haar volle, witte borsten deinden zwaar op en neer, de tepels hard en roze.
Frank zat tegenover hen op een krukje. Zijn dikke, halfstijve pik lag in zijn hand, die hij met een trage, zelfverzekerde beweging heen en weer bewoog. Hij hield een joint tussen zijn vingers en nam een diepe hijs terwijl hij naar zijn dochter keek.
“Lekker, Gerard?” grinnikte Frank. Hij blies de rook langzaam uit. “Ze weet wat ze doet, hè?”
Gerard, wiens ademhaling zwaar en hijgend was, kon alleen maar knikken. Zijn ogen waren strak gericht op Denise’s borsten, die in een hypnotiserende cadans voor zijn gezicht zwaaiden. “Jezus, Frank… al zoveel jaar en ze verveelt nog geen moment.” Zijn handen gleden van haar heupen omlaag, grepen haar billen en knepen er stevig in, waardoor ze een zacht, bijna grommend geluidje maakte.
Denise opende even haar ogen, haar blik glazig en ver weg. De wiet maakte haar loom en extreem geil, ieder gevoel werd versterkt. Ze kon elke centimeter van Gerard’s pik in zich voelen, dik en hard. Ze reikte naar de joint in zijn hand, nam een lange, diepe hijs en blies de rook uit voordat ze hem teruggaf, zonder een moment te stoppen met bewegen.
“Zie je?” zei Frank tegen Gerard, terwijl hij naar zijn eigen dochter keek. “Ik heb je altijd gezegd. Ze is hiervoor gemaakt. Sinds haar zestiende... er is geen dag dat ze geen zin heeft.”
Gerard lachte schor, een beetje rook ontsnapte tussen zijn lippen door. “Ik herinner me nog toen ze een stakerig ding was met vlechtjes dat hier rondrende. Rond haar tiende, denk ik. En kijk haar nu.” Zijn hand schoot uit en kneep in een van haar borsten, zijn vingers verdwenen bijna in het witte vlees. “Godallemachtig, Frank. Worden die dingen elk jaar nog groter?”
Frank knikte, een brede grijns op zijn gezicht. “Het lijkt er wel op, ouwe. Een geschenk van haar moeder, denk ik. Al waren die van haar niet half zo mooi.” Hij zweeg even, genoot van het beeld voor hem. Toen zei hij, bijna terloops: “Al moet ik zeggen… die nieuwe buren. Dat meisje, Saar. Die heeft ook een flink stel, hoor.”
Denise’s bewegingen vertraagden even, een flintertje aandacht in haar verder lege blik. Ze keek naar haar vader.
Frank keek terug. “Zeg eens, schat,” ging hij verder. “Jij bent vandaag met haar gaan winkelen. Heb je al een glimp kunnen opvangen? Zijn ze net zo mooi als die van jou?”
Er gleed een trage, zelfvoldane glimlach over Denise’s gezicht. Ze stopte helemaal met bewegen, bleef zitten op Gerard’s stijve pik, en keek haar vader recht aan.
“Beter,” zei ze, haar stem hees van de rook en opwinding. “Steviger. Ze zijn nog lekker jong en strak, maar ze heeft geen idee wat ze ermee aan moet.”
Er viel een diepe, bewonderende stilte. Toen barstte Frank in lachen uit, een diepe, wellustige bulderlach die de hele camper leek te vullen. “Hoor je dat, Gerard?” hijgde hij. “Beter. Dat belooft wat.”
En terwijl Gerard gromde van opwinding en Denise weer begon te rijden, harder en wilder nu, bleef Frank toekijken, zijn eigen dikke pik stevig in zijn vuist, al dromend over de nieuwe aanwinst naast de deur.
Lees verder: Verleid Door De Duivel - 4
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10