63.601 Gratis Sexverhalen
Klik hier voor meer...
Door: Keith
Datum: 26-05-2024 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 12331
Lengte: Zeer Lang | Lezers Online: 1
Dit is het vervolg op: Tinnitus - 1
Het weekend besteedde ik aan het opruimen van mijn flat en zondagavond pakte ik spullen voor 14 dagen logeren in. ‘Gewone kleren’, sportkleren, ondergoed, sokken en vooruit, ook een nette broek, overhemd-met-stropdas en een colbert. In de documentatie stond dat ik vooral katoenen en linnen kleding mee moest nemen, die had ik ’s zaterdags gekocht. Drie linnen broeken, een paar linnen overhemden een stel nieuwe T-shirts en boxers. Toiletspullen, scheergerei, nou ja, wat een man voor een paar weken nodig heeft, zeg maar.

Ik schreef een paar mails naar m’n vrienden met de reden dat ik twee weken uit beeld was en kreeg wat flauwe antwoorden terug. Daarna: voicemail inspreken, computer uit… Elektronische devices waren niet toegestaan in de kliniek. En op de maandagmorgen, na een ontbijt met de laatste boterhammen uit de broodtrommel, reed ik richting Denekamp.

Om twintig voor negen stond ik voor het hek en belde aan. “Hallo Gijs”, hoorde ik door de intercom. “Ik doe de poort open. Zet je auto maar op het parkeerterrein achter het huis, die is voor onze gasten.” Volgens mij de stem van Irene. Ik volgde haar aanwijzingen en liep toen terug, beladen met m’n twee weekendtassen. In de hal zat Irene achter haar balie.

“Goedemorgen Gijs.” Ze kwam overeind en drukte me de hand. “Zet je tassen maar daar in de hoek. Je bent de eerste; er komen nog vijf andere gasten. Eén heer, vier dames. Allemaal ongeveer dezelfde klachten als jij, maar goed, dat merk je straks wel. Loop maar even mee.” Ze droeg vandaag geen wit uniform, maar een strakke spijkerbroek boven naaldhakken en een truitje. Zag er ook niet verkeerd uit en volgens mij wist ze dat donders goed. Tik-tik-tik… Haar hakken klonken hard op de plavuizen. Een gang door, schuifdeur en toen in een grote ruimte.

Hoog, de wanden deels gevuld met boekenkasten, deels bekleed met doeken. Een tapijt op de vloer, brede, leren stoelen bij kleine tafeltjes… Irene liep naar de overzijde van de ruimte en zei: “Dit is de bibliotheek annex huiskamer. Is speciaal zo ingericht dat het hier niet galmt. En het is ook niet de bedoeling dat er hier veel lawaai gemaakt wordt; dit is voor mensen met gehoorproblemen een ideale ruimte.” Ze stond op meer dan tien meter afstand en sprak zachtjes, maar toch kon ik haar woordelijk verstaan. Ze wees op een barretje.

“Hier staat verse koffie en thee; als je zin hebt: help yourself. Ik ga weer terug, de anderen verwelkomen.” In de bibliotheek liep Irene onhoorbaar door het tapijt; zodra ze de gang in liep, waren haar naaldhakken duidelijk te horen. Maar ook dat geluid stierf weg en toen pas hoorde ik op de achtergrond zachte muziek. Ik herkende Brahms: de Hongaarse dans in G-mineur. Niet storend; juist voldoende om het gefluit en gesis in m’n oren te neutraliseren. Ik schonk een kop koffie in en wachtte op de dingen die komen.

Met de koffie in de hand liep ik langs de boekenkasten. Er was van elk genre wel iets te vinden: romans, thrillers, gedichtenbundels, reisverhalen, technische boeken, zelfs lesboeken voor Engels, Frans en Duits. Ik las veel, dus hier kon ik mijn tijd wel goed besteden! Tik-tik-tik… Achter me hoorde ik weer naaldhakken aankomen en ik draaide me om. Irene kwam binnen met achter zich drie dames en een man van een jaar of veertig. Net als bij mij wees ze hen op de koffie en zegt: “Maak maar even kennis met elkaar; jullie zijn de komende twee weken onze gasten. We wachten nog op één dame.” Daarna liep ze weer terug naar de hal.

De man liep naar me toe en stelde zich voor als Stephan Kooiman. Niet al te groot, stevig postuur met de neiging tot een buikje. Achter hem hadden de drie dames al kennis gemaakt en kwamen dichterbij.

Bij de eerste dacht ik meteen ‘kantoortutje’. Slank, hooguit 1,6 meter lang, zwart haar en nogal donkere make-up, uiterst modieus gekleed, maar met een nogal afstandelijke trek op haar gezicht. Ze stelde zich voor als Chantal Lamee. Ze liep, na me een handje gegeven te hebben, meteen door naar Stephan.

Het contrast met de tweede dame kon niet groter zijn. Die was stevig. Niet dik, alles was prima in proportie, maar het was te zien dat deze dame geen iel poppetje is. Korte, helblonde haren en geen make-up op. Ook niet nodig, zo te zien. Ze droeg een spijkerbroek en trui. Haar gezicht was goedlachs en haar ogen keken mij onbevangen aan. En met een zwaar Fries accent zei ze: “Hoi, ik ben Mona Kingma.” En ze liep door naar de 'bar', richting koffie.

Achter haar stond een … meisje. Inderdaad: een meisje. Zo te zien hooguit achttien jaar, ze keek verlegen uit haar ogen en stelde zich voor met: “Hallo, ik ben Ilse de Wind.” Ze zei het zo zachtjes dat ik bijna niet kon verstaan. Ondanks haar verlegen verschijning was Ilse langer dan Mona. En de moeite van het bekijken meer dan waard. Lang, slank, blond krullend haar, mooie grijsblauwe ogen met hele lange blonde wimpers. Ook zij schoof door naar Stephan en begroette hem op dezelfde, bijna onverstaanbare, wijze.

Stephan schonk de dames in. Van een conversatie was nog geen sprake, behalve tussen Mona en Stephan. Die kletsten meteen geanimeerd met elkaar over een boekenreeks die ze blijkbaar beiden kennen. Chantal en Ilse gingen zitten en nipten aan hun thee. Ik ging erbij zitten en zei terloops: “Nou, dan maar even wachten op de laatste patiënt…” Chantal keek op haar horloge. “Die is dan te laat. Negen uur werden we hier verwacht, het is nu tien over!” Ik haalde mijn schouders op. “Wie weet moet hij of zij nog wat formaliteiten doornemen. Of heeft de bus gemist, wie zal het zeggen?”

Ilse zweeg, en keek in haar theeglas alsof de bruine vloeistof haar nu een correct, een grappig of een sociaal gewenst antwoord zou openbaren. Blijkbaar gaf de thee geen inspiratie, want ze zei niets. Na een paar minuten klonken er meerdere hakjes in de gang. Irene kwam binnen, gevolgd door een dame van een jaar of dertig.

Een totaal ander type; casual gekleed, haar bruine haren nogal chaotisch op haar hoofd, maar wel een redelijk zelfverzekerde blik in haar ogen. Ook zij stelde zich voor en ik was de laatste die haar een hand gaf. “Hallo, ik ben Daisy Vlotter.” Ze scande me snel. En blijkbaar viel ik enigszins in de smaak, want ze schonk me een mooie glimlach. En die glimlach liet plotseling een andere vrouw zien. Een vrouw die zich in elk gezelschap op haar gemak voelt, hoe ze er ook uitziet. En die de aandacht trok.

Ik wees haar op de koffie en zei: “Als je trek hebt: wil je koffie of thee?” Daisy zucht. “Koffie graag. Ik ben al vanaf zes uur in de weer.” Ik schonk haar een kopje in. Irene ging achter een antieke katheder staan en tikte even met een lepeltje tegen een kopje.

“Dames, heren… Welkom hier. U heeft zichzelf beschikbaar gesteld voor onze therapie om uw gehoor te verbeteren. Dank daarvoor. U bent hier twee weken en die twee weken zijn intensief. Daarom is het prettig als u goed met elkaar op kunt schieten, want u zult veel tijd samen doorbrengen. Het is hier geen bootcamp, u zult niet in de modder moeten kruipen of dergelijke, maar onze ervaring is dat uw verblijf hier best wel impact kan hebben. Daarom hechten wij er ook aan dat u zichzelf goed verzorgd, maar ook wij zullen u goed verzorgen, los van alle onderzoeken en therapieën die u zult ondergaan.

Een paar dingen willen wiji vooraf duidelijk maken.

Eén: onze huisregels liggen op uw kamers, kijk ze straks nog even door.

Ten tweede: iedereen tutoyeert elkaar tijdens deze twee weken. Wie het ook zij; een van de artsen, de verpleegkundigen, iemand van het verzorgend personeel: we stellen er prijs op om op voet van gelijkwaardigheid met elkaar om te gaan. En natuurlijk klikt het met de één wat beter dan met de ander; dat is niet erg. Maar conflicten willen we hier vermijden. Gedraagt u zich niet conform onze simpele huisregels dan mag u het hek aan de buitenzijde gaan bekijken. Overigens krijgt u dan wél een rekening van ons, en die is nogal gepeperd. Enfin, dat heeft u kunnen lezen.

U bent hier deels voor u zelf, om verbetering in uw gehoor te krijgen. Maar deels bent u er ook voor ons en onze sponsoren, om onze therapieën verder te ontwikkelen…” Ze glimlachte even. “Proefkonijn is een wat botte benaming, maar in feite klopt hij wel. We verwennen u, maar als tegenprestatie vragen we uw tijd, uw lichaam en uw inspanning. En in de meeste gevallen gaat dat uitstekend en nemen onze gasten na 14 dagen met spijt afscheid. Maar soms gaat het fout, ontstaat er een conflict en dan nemen we maatregelen. Wij kunnen het ons niet veroorloven om slechte recensies te krijgen. We zijn een startup, worden behoorlijk gesponsord, maar moeten onze plaats nog steeds bevechten. De concurrentie is behoorlijk in deze branche. Goed, tot zover het algemene verhaal; de details vindt u in de folder op uw kamers. Ik stel voor we ons nu even nader aan elkaar voorstellen, want verder dan namen uitwisselen zijn jullie geloof ik nog niet gekomen. Wie mag ik als eerste het woord geven?”


Even was het stil, toen zei Chantal: “Oké, dan zal ik het spits maar afbijten… Chantal is mijn voornaam, 28 jaar, drie jaar getrouwd geweest met een inkoper van meubels. Die vond ik op een slechte middag in ons bed met, héél cliché, zijn secretaresse. Ik heb ze beiden er uit gesmeten, zijn spullen in de tuin gemieterd en hem verteld dat hij één dag om de zooi op te halen…” Ze lachte sarcastisch. “Gelukkig kwam die dag de regen met bakken uit de lucht. Dus gescheiden. Mijn beroep: hoofd boekhouding van een middelgroot bouwbedrijf in Almelo.

En ondanks mijn aanvankelijke aversie richting bouwvakkers kan ik ze nu waarderen. Over het algemeen kerels die recht-voor-z’n-raap zijn. En met veel humor en zelfspot. Oké, soms wel eens lomp en seksistisch, maar in ieder geval eerlijker dan inkopers. Ik woon in een woonboerderijtje iets buiten Albergen. Aan de ene kant bos, aan de andere kant akkers waar nu de maïs opkomt. Over twee weken heb ik geen uitzicht meer; dan is de maïs te hoog."

Ze lachte even en vervolgde: "En met mijn lengte is dat nogal snel... De reden dat ik hier ben? Een paar weken terug kwam ik op een bouwproject en terwijl ik in gesprek was met de uitvoerder explodeerde er een drukvat vlak naast ons. Daarna hoorde ik een dag niets meer. Het gehoor kwam deels terug, maar met heel veel gesis en gefluit. Op aanraden van onze directeur deze kant uitgekomen en voilá: nu zit ik hier.”

In gedachten moest ik mijn mening over haar een beetje bijstellen. ‘Kantoortutje’? Ja. Maar wel in een bouwbedrijf. Dan moet je als vrouw stevig in je schoenen staan. En de spullen van jet vent gewoon in de tuin flikkeren… Dapper. Je hebt iets te snel geoordeeld, Gijs!

Stephan nam het woord over. “Hallo. Ik ben Stephan Kooyman, 42 jaar. In het dagelijks leven vertegenwoordiger van een fors bedrijf in audio-apparatuur.” Hij keek opzij naar Chantal. “Gelukkig geen inkoper. Nogal gevaarlijk in dit gezelschap, geloof ik.” Chantal moest glimlachen en hij ging verder.

“Vrijgezel, omdat ik veel op pad ben en weinig thuis. En ‘thuis’ is een flat in Borne. Een typische vrijgezellenflat; het is een plek om te eten en te slapen en een uitvalsbasis voor mijn vele hobby’s. Allereerst muziek, liefst jazz. Verder ben ik graag op het water met mijn kajak, maar dat doe ik de laatste jaren te weinig.” Hij klopte op zijn buikje.

“En dat is te zien, geloof ik. Maar goed, wie weet raak ik hier een paar kilo kwijt. De reden dat ik hier ben? De muziek. Ik speel trombone in een jazzensemble en dat gaat er best wel stevig aan doe. Otoplastieken voor musici zijn er wel, maar we dragen ze niet omdat je dan nét de essentie van de muziek mist. Stom. En té vaak staat de muziek bij mij thuis té hard. En de laatste tijd steeds harder. En in gesprekken moet ik té vaak om herhaling vragen. Dus…”

Hij knikte naar Mona, die naast hem zat. En die nam het woord over.

“Hoi, ik ben Mona Kingma, 26 jaar. Van beroep docente Lichamelijke Opvoeding bij 2 middelbare scholen in Enschede. Ja, ver van mijn geliefde Friesland, maar dat was mijn eigen keuze. L.O. is een pracht vak, op één ding na. In de wintermaanden ben je veel in een sporthal aan het werk. ‘Harde’ ruimtes, gevuld met veel jongelui die veel kabaal maken. De klassen één en twee zijn de ergste: hoge, schelle stemmetjes, ook van de jongens. Langzaam maar zeker kwam Tinnitus in mijn leven en het laatste halve jaar werd het steeds erger. Ik kan zo niet doorgaan, want over een jaar ben ik dan stokdoof. Ik hou van m’n vak, dat wil ik niet opgeven.

En Stephan: geef me de vrije hand en dat buikje van je is binnen twee weken verdwenen…”

We lachten even en Irene zei droogjes: “Hoho, Mona. Het fysieke deel komt straks aan bod. Niet op de dingen vooruitlopen graag.” Stephan keek zuinig. “Hé, ik kom hier voor m’n oren hoor. Niet om af te vallen, ben jij gek…”

Mona lachte en keek naar Ilse. “Ik ben gereed Ilse. The floor is yours.”


Zachtjes begon ze. “Ik ben dus Ilse, ik ben…” Ze werd onderbroken door Stephan. “Ilse, mag het iets harder? Zelfs in deze ruimte versta ik je zo niet.” Ze kleurde. “Sorry…”

Iets harder vertelde ze: “Ik ben Ilse de Wind, 24 jaar en 3e jaar rechtenstudent in Groningen. Daar woon ik ook, met drie andere meiden in één huis. Gezellig en veilig. Geen last van een bepaalde studentenvereniging die de laatste jaren nogal in opspraak is gekomen.

Een maand geleden voor het eerst naar een feestje van een andere studentenvereniging geweest. Oordopjes mee en in. Maar na een kwartier trok een of andere lolbroek ze uit m’n oren en smeet ze weg. ‘Niet nodig hier!’ riep hij nog, de klootzak.

Het bleek de voorzitter te zijn van die vereniging.

Op dat moment had ik weg moeten gaan, maar ja… mijn vriendinnen bleven, dus ik ook. We hanteren het credo 'samen uit, samen thuis'. Aan de ene kant veilig, met vier meiden, aan de andere kant...Stom-stom-stom.

Sinds dat feest ook Tinnitus, dus uiteindelijk hier naar toe.” Ze keek mij aan. “Gijs, jouw beurt.”

Ik knikte. “Dank je. Gijs van Dooren dus. 27 jaren jong, vrijgezel en van beroep software-ontwikkelaar. Geen spelletjes, maar serieuze bouwkundige programma’s voor bouwbedrijven en architecten. Ik woon in m’n eentje op een flat zonder planten; die overleven mij niet, zeg maar. Wel veel mooie foto’s in mijn optrekje; die hoef ik ten minste geen water te geven.

Twee weken terug met vrienden naar een concert geweest en té dicht bij de boxen gestaan. Tot overmaat van ramp de dag erna een boekenkast in elkaar gezet en aan de muur bevestigt. 30 gaten met de klopboor in hard beton.

En Peltors, die gehoorkappen, zijn voor watjes.

Long story short: piep, sis, bonk in m’n oren. Wat gezocht op Internet over Tinnitus en fantoomgeluid en omdat Google dan ziet waar je belangstelling voor hebt uiteindelijk hier terechtgekomen. Eigen schuld, dikke bult dus… Daisy, jij mag.”

Die nam het moeiteloos over. “Hoi, ik ben dus Daisy Vlotter, 29 jaar. Je zou het wellicht niet zeggen door mijn kleding, maar ik ben eigenaresse van een viertal damesmodezaken in Salland en Twenthe. Vanochtend hadden we een crisis in één van mijn zaken, vandaar dat ik geen gelegenheid had om me ‘voor de gelegenheid’ te kleden en m'n haar fatsoenlijk te doen. Sorry.

Nou, hoezo dan gehoorschade? Een damesmodezaak is meestal een oord van serene rust, toch?” Ze lachte even. “Behalve als twee dames hun zinnen op dezelfde jurk gezet hebben, dan breekt de hel los… Nee, grapje. Drie weken terug wilde ik na een koopavond mijn winkel in Holten afsluiten, toen een aantal jongelui het nodig vonden om zwaar vuurwerk af te steken.

Tien meter naast ons. Gelukkig zijn ze in hun nekvel gegrepen en wacht hen een hopelijk pittige straf, maar daarna krijgen ze van mij een civiel proces aan hun broek; mijn gehoor heeft schade opgelopen, maar dat van de bedrijfsleidster van die winkel in Holten nog veel meer.

Die ettertjes gaan spijt krijgen, dat weet ik zeker.” Ze lachte nogal boosaardig.

“Eén van de drie heeft nu al spijt; die hinkt met een been in het gips. In Holten gaan de verhalen dat hij door z’n pa van de trap is gesodemieterd. En ik ken z'n pa; het zou me niets verwonderen. Enfin, de bedrijfsleidster en ik hebben dus beiden hetzelfde als jullie. Maar zij stond nog wat huiverig tegenover deze alternatieve behandeling, dus heb ik me opgeworpen als proefkonijn.

En als laatste: ik was 6 jaar terug bijna getrouwd geweest met een vent van 36 jaar. Echter: een week voor de bruiloft kwam ik er achter wat voor type mijn aanstaande bruidegom écht was; toen heb ik de bruiloft afgezegd. Tot grote ontsteltenis van mijn ouders, en bijna aanstaande schoonouders. Maar meneer had in zijn leven al twee kinderen verwekt bij twee verschillende dames, die hij vervolgens had laten zitten. En wie weet met hoeveel dames hij het bed al had gedeeld. Ik kwam er achter toen ik zijn post openmaakte: een brief van een advocatenkantoor met wat beschuldigingen er in.

Daarna heb ik me op m’n werk gestort en dat heeft me veel opgeleverd… Nou ja, behalve een huwelijk dan.”

Dorothee deed een stap naar voren, richting katheder. “Goed… Nu we van elkaar een beetje weten wie we zijn en wat we doen, ga ik verder met het medische deel..." Een projectiescherm kwam tegen de achterwand naar beneden en een beamer lichtte op. “Beste mensen… Welkom hier. Ondersteund door meneer Powerpoint ga ik jullie iets vertellen over jullie klachten en onze behandeling. Sorry, het is een redelijk lang en vrij medisch verhaal, maar we willen dat jullie weten waarvoor je hier bent.

Intrinsieke motivatie is belangrijk, anders haak je wellicht af.”

Ze klikte op de afstandsbediening van de beamer en de eerste dia verscheen. Daar stond in kale tekst: ‘Vanaf nu: geen enkel geluid meer maken.’ Brahms verstomde ook. Ilse zat nog met haar beker thee in haar handen en zette die neer. Het maakte geluid en Dorothee keek verstoord. Daarna was het doodstil in de ruimte. En het gesis, gefluit en gebonk werd weer keihard hoorbaar in m’n kop. Verdomme, als je het nou hebt over motiveren… Ja, dit werkte wél!

Na een minuut doodse stilte ging Dorothee verder. “Zo… Vertel eens: wat hoorden jullie in deze minuut… Chantal?” Die keek op. “Alsof ik weer op een bouwplaats stond, tussen een dieselaggegaat en een heimachine. Oh, en vergeet de betonpomp niet. Alle rotherrie kwam in één keer terug.” De rest knikte instemmend en Dorothee glimlachte. “Precies. En komt geen input van buiten, dus je hersenen vullen het wel even voor je in. Minder fijn. Maar nu: de reden van dit fenomeen…”

Via een aantal dia’s voerde ze ons het menselijk ook binnen. Oorschelp, gehoorgang, trommelvlies, hamer, aambeeld, stijgbeugel, ronde venster, slakkenhuis, ovale venster, trilhaartjes, gehoorzenuw… Voor mij ondertussen redelijk bekende materie, maar Dorothee vertelde wel een aantal nieuwe dingen. Nou ja, logisch, ze was arts en hierop gespecialiseerd. Na een half uurtje en een aantal vragen onzerzijds kwam er een dia op het scherm met de tekst: “En nu?” Mona zuchtte. “Ja, daar ben ik wel benieuwd naar…”

Dorothee keek ons aan. “Beste mensen: zonder dat jullie het doorhadden: jullie zijn geselecteerd. Voor dit groepje. Bijna allemaal hebben jullie redelijk recent last gekregen van Tinnitus. En niet geleidelijk, maar in één klap of op één dag. Mona is de uitzondering. Maar Mona, ook jij bent hard nodig voor ons, want jij kunt jij dienen als referentiemateriaal. En ja, ook jou proberen we, net als de rest, je gehoor te verbeteren, wees maar niet bang.

Verder is het feit dat geen van jullie gebonden is aan een echtgenoot of gezin voor ons ook wel prettig. Geen verstoringen van de therapie omdat de kleine een vuile luier heeft en papa daar niet kan omgaan. Dat is ons een paar keer overkomen, en is niet prettig.

De therapie bestaat in feite uit een paar delen. Belangrijkste is: de hyperbare kamer. Een groot drukvat, te vergelijken met een decompressiekamer voor duikers, waar jullie ingaan en onder 2,4 Bar druk zuivere zuurstof inademen. Dat is het meest opzienbarende deel van onze therapie. De druk en de zuurstof zorgen voor betere doorbloeding van de organen en Amerikaans onderzoek van het MIT heeft uitgewezen dat dit ook positieve invloed kan hebben de trilhaartjes in je slakkenhuizen. MITS… de beschadiging van recente datum is.

Defensie heeft ongeveer dezelfde therapie in Den Helder en in Huis ter Heide. Bedoeld voor Defensiepersoneel wat plots is blootgesteld aan hoge decibels, zoals schieten zonder oordoppen in. Die sturen hun personeel desnoods met de ziekenauto en veel blauw-blauw naar zo’n hyperbare kamer om maar zo snel mogelijk met de therapie te starten. Hoe eerder, des te beter.

Het AMC in Amsterdam heeft er ook een: zelfde doelstelling.

Elke dag brengen jullie zo’n drie uur in de hyperbare kamer door, ook op zaterdag en zondag. Vanmiddag starten we er mee, maandag over twee weken is de laatste sessie. We hebben jullie gevraagd of je claustrofobisch was: niemand antwoordde positief op die vraag. Da’s mooi. Ik laat jullie een plaatje zien.”

De volgende dia liet een grote, ronde druktank zien met comfortabele stoelen. “Er zit geen TV in, dus ‘As the world turns’ kun je niet volgen, maar we draaien wel zachte muziek. Geen hardrock, maar klassiek. Bach, Händel, Grieg, Sibelius, de wat rustiger stukken van Beethoven en Strauss.” Ze lachte voorzichtig. “Na deze weken ben je liefhebber geworden van klassiek, of fervent hater. Verder is het handig als je een goed boek in de tank meeneemt. Geen kranten of tijdschriften; je zit in een omgeving van 100% zuurstof; dat is uiterst brand bevorderend. Vandaar onze uitgebreide bibliotheek.”

Ze wees om zich heen. “Geen polyester kleding, maar katoen of linnen. Wederom wegens het brandgevaar.

Enfin… Vanmiddag maken jullie er kennis mee. Wie heeft er nog trek in iets drinken?”

“Nou… een sanitaire stop zou ook welkom zijn…” Dorothee knikte. “Prima. Over een kwartiertje ga ik weer verder. Zo dadelijk staat hier verse koffie, thee en water. En een paar broodjes. Kijkt maar even rond, ga anders even naar buiten, het is ten slotte lekker weer!”

Ik deed een grote dubbele deur open en deed een paar stappen op het terras. Ilse kwam ook buiten. We keken samen een mooie, grote tuin in en ze benoemde een paar planten.

Ik bekeek haar zijdelings en schatte haar nog steeds niet ouder dan 18. “Met jouw kennis van bloemen en planten zou je zo voor een botanicus door kunnen gaan, Ilse.” Ze lachte verlegen. “Mijn tante heeft een bloemenwinkel. Daar hielp ik in de vakantie vaak.” “Maar je bent rechtenstudent, 3e jaars… Mag ik vragen hoe oud je bent?”

Ze keek me aan. “Ik ben 23. Maar mensen schatten me vaak veel jonger, vanwege mijn figuur en mijn verlegenheid in vreemd gezelschap.” Ze giechelde even. “Soms is dat wel prettig; soms knap irritant.”

Ik ging niet op die laatste opmerking in, maar zei: “Ik had je in eerste instantie ook niet ouder geschat van 18. Sorry.” Ze glimlachte kort en keek me van onder haar lange wimpers lief aan. “Dank je wel, Gijs. Over 50 jaar is het een mooi compliment als je me nog steeds 5 jaar jonger schat dan dat ik ben.”

Haar stem was nu niet meer zo vreselijk zacht en timide. Oei, Gijs… Pas op voor die ogen onder die lange, blonde wimpers…

“Kom, naar binnen. Nog wat drinken en daarna weer naar dokter Dorothee luisteren.” Ik knikte.

Binnen stonden de deelnemers ook met elkaar te praten, tot Dorothee tegen haar kopje tikte. “Gijs, kun jij de deuren weer sluiten? Dan gaan we verder.”

De volgende dia liet de tuin zien. “Een ander deel van onze therapie: rust. Zowel binnen als buiten. Binnen, in de gastenverblijven, proberen we zoveel mogelijk geluid te dempen. De suites zijn ingericht om geluid van buiten te weren. Nodig om uw oren, en met name de trilhaartjes rust te gunnen. De tuin: idem. Natuurlijk kunnen we de vogels niet afschieten of de wind neutraliseren, maar geluiden van buiten ons terrein zijn niet welkom. Vandaar het wat slecht onderhouden pad naar dit huis, de afgelegen ligging en de dikke en hoge heg. En daarin zit ook nog een geluidsscherm verwerkt. Alles om uw oren rust te geven. Geloof me: over veertien dagen vindt u het zelfs op de Hoge Veluwe, met niemand binnen een straal van een kilometer, nog lawaaierig.

Het derde element: jullie worden elke dag onderworpen aan net zo’n gehoortest als je bij de intake gehad hebt. Daarmee verkrijgen we de benodigde data om onze methode te valideren. Verder zijn er nog andere onderzoeken; dat neemt allemaal een uur of twee per dag in beslag.

Globaal is de dagindeling hier: 3 uur in de hyperbare kamer, inclusief voorbereidingen en een half uur uitloop zijn we daar bijna vier uur mee zoet. Het halve uur uitloop is nodig om de druk geleidelijk af te bouwen. Daar bent u dus een ochtend of middag aan kwijt. Twee uur voor onderzoeken en de overige twee uur van de dag laten we u sporten. We hebben hier een zwembad, fitnessruimte, u kunt in de tuin lopen en we hebben een kleine zaal voor balspelen. Hoe dan ook: u gaat bewegen.”

Ze keek naar Mona. “Gelukkig hebben we deze weken de luxe van een gediplomeerd sportdocente.”

Die glimlachte liefjes. “Ik jaag ze wel op, Dorothee. Geen probleem.”

Stephan keek op. “Niemand jaagt mij op, Mona. Die tijd heb ik gehad.”

Het glimlachje bleef. “Wacht maar, Stephan. Wacht maar…”

Dorothee keek het aan. “Mag ik verder gaan? Dank u wel. Tot slot wil ik jullie nog aan de rest van onze staf voorstellen. Dames, heren: komen jullie er bij?” Een deur ging onhoorbaar open en vijf mensen kwamen binnen: drie dames, twee heren. De dames bleken een arts en twee verpleegkundigen te zijn, de heren technici voor met name de hyperbare kamer. De arts, Anouk, was begin dertig, de anderen midden twintig en de dames waren ook het aanzien meer dan waard. De heren… Volgens mij zouden die ook wel redelijk scoren, maar dat konden de vrouwelijke deelnemers beter beoordelen.

“Verder hebben we hier ook nog een aantal mensen van de civiele dienst, maar die zullen jullie slechts in zeldzame gevallen zien. Als jullie aan het werk zijn maken zij jullie kamers en het huis schoon. Het linker deel van het huis is in principe voor de staf. Daar hoeven jullie niet te komen. Kantoren, de keuken en de slaapvertrekken voor het inwonend personeel. Gun hen ook hun privacy. Het middelste deel van het huis, daar vindt de therapie plaats en jullie suites liggen aan de rechterkant van deze ruimte. En voor de duidelijkheid: de verpleegkundigen en ik hebben daar ook slaapkamers gedurende jullie verblijf hier. Dicht bij jullie in de buurt, da’s makkelijk om jullie te observeren.

Als laatste: jullie zijn onze enige gasten. Gedurende een therapie komen er geen anderen op het terrein. Ook niet voor een intake; als men ons wil spreken geschiedt dat buiten het terrein, in een huis zo’n tweehonderd meter verderop. Honderd procent privacy. We hebben hier maar drie camera’s: eentje net buiten de poort om te zien wie er voor de poort staat, eentje in de hyperbare kamer; die is ervoor om jullie te observeren en te zien of iemand tóch last krijgt van claustrofobie en eentje hier in onze bibliotheek. Verder leg ik er nogmaals de nadruk op dat alles op ons terrein vertrouwelijk is. Merken wij ergens een mobiele telefoon of een ander elektronisch ding op, gaat de eigenaar ervan meteen over het hek en krijgt een nogal pittige rekening thuis. Dus… als een van jullie nog zoiets in de bagage heeft: nú zeggen en inleveren.”

Het bleef stil. “Mooi. Als laatste: jullie zijn de 7e groep die we hier behandelen. En die behandeling is zeer intensief. En dan gebeurt het wel eens dat een dame en een heer iets voor elkaar gaan voelen. Of twee dames, of twee heren… Zolang dat met beider toestemming gebeurd, hebben wij daar geen probleem mee. We zijn allemaal volwassen mensen en voor de komende 14 dagen op elkaar aangewezen.

Het is niet ons hoofddoel dat hier een soort Twents Temptation Island ontstaat, maar hé… we zijn allemaal mensen. Dames, heren: dit was mijn intro. Ik zie jullie straks bij het eerste onderzoek. Vanaf nu neemt Irene het weer over.” Ze liep de bibliotheek uit en in de gang waren meteen haar naaldhakken te horen.

Stephan keek naar mij en fluisterde: “Pittige tante hoor!”

Meteen reageerde Irene van achter uit de ruimte. “Dorothee is geen ‘pittige tante’, Stephan. Dorothee is een uitstekend KNO-arts en een prima werkgever. En hou er rekening mee dat mijn oren meer dan goed zijn en in deze ruimte alles, maar dan ook alles oppikken.”

Ze glimlachte even en Stephan werd wat rood. “Goed, dames, heren: eerst jullie suites; daar is jullie bagage al naar toe gebracht. Kom maar.” Een andere deur door, een gang met ook weer dik tapijt op de grond en doeken aan de wanden; geen spoor van een echo, alle geluid werd meteen geabsorbeerd.

Aan beide zijden deuren met een naamkaartje in een messing houder. Irene wees. “Zoek je eigen kamer maar op. Als je wilt kun je even douchen. Daarna de katoenen of linnen kleding aan; na de lunch gaan jullie meteen in de tank.” Ze lachte even. “Sorry. Onze term voor de hyperbare kamer. Neem ook een goed boek uit de bibliotheek mee. Als jullie uitgekletst zijn, kun je lekker lezen. Om half één verwachten we jullie voor de lunch. In de bibliotheek.”

Mijn kamer bevond zich aan het einde van de gang, tegenover die van Mona. Ik ging naar binnen en stond even versteld. Een hal met drie deuren: toilet, daar tegenover een ruime badkamer met douche en ligbad. En de kamer zelf… Eerst een ruime zithoek met twee leren fauteuils, langs de ene kant een klerenkast en een laag dressoir. Aan de andere kant een enorm bed. Zeker twee bij twee meter. Zijden dekbedhoezen, zijden kussenslopen…

Ik ging er even op zitten en de matras bewoog onder me. Wát…? Ik trok mijn schoenen uit en ging liggen. Het bleek een waterbed te zijn. Het paste zich feilloos aan mijn lichaam aan en ik besloot meteen om ook een waterbed aan te schaffen. Dit was een andere dimensie van ‘liggen’ dan thuis op mijn bedje van twee bij één meter. Met moeite scheurde ik me los van het bed.

Eerst maar eens douchen en omkleden.

De douche was prima: ik kon kiezen uit een zachte regendouche of een harde straal. Een fles shampoo stond op het kastje; zo te zien uiterst verantwoord en vrij van palmolie. En na vijf minuten stond ik me opgefrist af te drogen. Boxer aan, T-shirt, broek, sokken en overhemd. Een beetje deo op; ten slotte zou ik drie uur met een aantal anderen in een vrij kleine ruimte zijn opgesloten. Ik trok mijn nieuwe linnen tennisschoenen aan.

Zo… Volgens mij voldeed ik aan de dresscode. Nu eerst maar eens een goed boek uitzoeken in de bieb… We hadden nog een kwartier voor de lunch begon. Ik liep de gang in en botste bijna tegen Mona aan die ook juist haar kamer uitkwam. Ze lachte en zei met haar Friese accent: “Ik ken hotels waar je een kapitaal betaald voor zo’n suite… En wij krijgen het gratis!” Ik knikte, maar moest toen lachen.

Ze keek me aan. “En waarom gniffel jij zo gemeen, Gijs?” Ik hikte nog wat na. “Niet verkeerd opvatten Mona, maar… Je betaalt hier met je lichaam.” Ze keek me even stomverwonderd aan, maar moest toen ook lachen. “Da’s waar. Maar op een andere manier dan… Nou ja, laat maar. Mooie humor heb jij. Kom, eten.” Ze liep voor me uit en ook zij had zich omgekleed. Een rok, wijde blouse en ook op simpele linnen schoentjes. Ik kon goed zien ze een atletisch figuur had. Deze dame hield haar lichaam in uitstekende conditie! Toch straalde ze één en al ‘vrouw’ uit. Arme puberjongens die les van haar kregen… Die hadden de avond daarna vast hele opwindende dromen!

In de bibliotheek aangekomen stond Stephan al te snuffelen voor een boekenkast en wij voegden ons bij hem. Na wat zoeken vond ik een thriller van Stephen King: ‘The stand’. Lekker in het Engels; Nederlandse vertalingen vond ik de tekst nét niet raken en bovendien onderhield ik mijn kennis van de Engelse taal op een aangename manier. Ik legde het boek op een tafeltje; we gingen eten.

Inderdaad uiterst verantwoorde voeding: volkorenbrood, kaas, jam van een plaatselijke boer, scharrelvlees. Melk en thee. Geen ‘vette hap’ dus. Nou ja, dat wisten we al. Al met al smaakte het prima en het gezelschap was ook goed. Met Mona had ik een duidelijke ‘klik’ evenals met Ilse. Stephan kletste voluit met Irene en Dorothee, Chantal en Daisy praatten over mode. Het viel me op dat ik geen moeite had om mijn gesprekspartners te volgen; de ruimte was akoestisch héél prettig.

Met de maaltijd ten einde, nodigde Dorothee ons uit om naar de hyperbare kamer te gaan. In het middendeel van het gebouw opende ze een deur naar een trap omlaag. We kwamen in een grote ruimte onder de bibliotheek. En daar stond een enorme cylinder met buizen er aan vast en een ronde deur aan de ene kant. Aan de zijkanten een paar patrijspoorten, zoals op een schip. En frontaal ervoor een controletafel met één van de twee technici er achter. “Welkom bij ‘de tank’! Het meest belangrijke apparaat van onze therapie. Niet bang voor zijn; dit apparaat is uit en te na getest. Ga er maar even naar binnen vraag wat je vragen wil aan Jurgen. Technisch is hij helemaal op de hoogte.”

Ik wist wel een beetje van drukvaten en zocht het typeplaatje op. Hmmm… twee jaar geleden gebouwd door Thyssen-Krupp en hier opgeleverd. Geen 2e hands ding dus. Mooi. Ik vroeg de documentatie bij Jurgen en bladerde door een dikke klapper met de testrapporten. Bij aflevering was hij getest, daarna nog twee keer met tussenpozen van een jaar. Prima. En getest door Lloyds, niet door een of andere vage club. En Jurgen was er duidelijk trots op.

“Gijs, ik heb een paar jaar in het AMC gewerkt als bedienaar van hun hyperbare kamer, maar dit ding is van een andere orde.

De 2,5 Bar waar jullie straks in zitten is peanuts voor dit ding. Hij is getest op twee maal de maximaal toegestane werkdruk, dus 12 Bar. De maximale druk waarop er mensen in mogen zitten is 6 Bar. Echt een topding.” Ik geloofde hem op zijn woord.

Dorothee riep ons weer bij elkaar. “Om te zorgen dat jullie gerustgesteld worden: deze middag gaan Irene en ik met jullie mee.” Ze glimlachte. “Jurgen zorgt écht wel dat er niets misgaat, want anders loopt hij z’n salaris mis.” Zullen we naar binnen gaan?” Ze ging ons voor door een ronde deur van 80 cm diameter. In de tank: comfortabele stoelen, om en om tegenover elkaar. Naast elke stoel een plankje met hoofdtelefoon met een kleine microfoontje en een soort afstandsbediening.

Dorothee verklaarde: “Als mensen zitten te kletsen in de tank versta je elkaar nauwelijks vanwege de rondingen en de galm. Met die hoofdtelefoon kun je met iemand communiceren zonder dat de anderen er last van hebben. Of met Jurgen. Boven de stoelen zijn nummerplaatjes; als je met iemand wilt kletsen druk je op zijn of haar nummer en als de ander ook in is voor een gesprekje drukt hij op ‘accept’ en kun je je gang gaan. Verder kun je je stoel in een makkelijke stand zetten. Er zijn mensen die hier heerlijk zitten te slapen. Of je gaat lezen.

En als laatste: zorg dat je naar het toilet bent geweest voor een sessie. Weliswaar wordt de lucht om het kwartier compleet gezuiverd, maar het is nogal onprettig als de darmen van je buurman of -vrouw onrustig zijn. En plassen tijdens een sessie is weliswaar mogelijk, achter dat schot daar, maar da's echt voor noodgevallen. Geen toilet, maar een emmer. Dus: vooraf even een sanitaire stop inbouwen. Wie heeft daar behoefte aan?”

Stephan stak zijn hand op. “Iets teveel thee gedronken vandaag. Sorry!” Even daarna kwam hij weer terug. “Zo, dat lucht op.” Chantal keek hem even wat nuffig aan. “Bespaar ons de bijzonderheden alsjeblieft.”

Jurgen sloot het luik en ik hoorde hem de knevels aandraaien. Naast me werd Ilse wat bleek en ik knipoogde en zette mijn headset op. Ilse had stoel nummer 3, dus die toetste ik in. “Niks aan de hand. Heb je wel eens gevlogen?” Een knik. “Naar Spanje, vakantie.”

Ik vervolgde: “Zo’n vliegtuig is veel gevaarlijker. Die zijn van dunwandig aluminium en vliegen in bijna vacuüm met aan boord een normale luchtdruk. Dit ding is van nogal dik staal. En een ander voordeel is: hij kan niet neerstorten.”

Ze glimlachte mat. “Dat laatste is wel een argument. Dank je wel.”

Ze legde een hand op de mijne. “Mag ik je knijpen als het spannend wordt?”

“Als ik jou mag knijpen…” Ze glimlachte lief. “Dan hoop ik maar dat je boek niet ál te spannend is.”

Iedereen had nu zijn of haar headset op en we hoorden Jurgen. “Mensen, momenteel wordt de druk opgebouwd. Af en toe geeuwen helpt tegen de druk op je oren. Na vijf minuten zijn we op druk, dan verdwijnt dat gevoel en lijkt het alsof we in de bus naar de Efteling zitten. Praat met elkaar, lees je boek of probeer te dutten; zorg voor een bepaalde routine, want dit doen we dus elke dag.”

Ilse liet haar handje op de mijne liggen en af en toe raakten onze ogen elkaar.

Wat had die meid prachtige ogen, onder die lange wimpers…
Lees verder in: Tinnitus - 3
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10