Door: Leen
Datum: 13-08-2025 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 4072
Lengte: Lang | Leestijd: 20 minuten | Lezers Online: 5
Trefwoord(en): Bos, Cowgirl, Doggystyle, Exhibitionisme, Naakt, Topless,
Lengte: Lang | Leestijd: 20 minuten | Lezers Online: 5
Trefwoord(en): Bos, Cowgirl, Doggystyle, Exhibitionisme, Naakt, Topless,
Bloot In Het Bos - 1
Dare: Kleed je volledig uit in een bos en maak naakt een wandeling...
Met een diepe zucht klap ik de laptop dicht. Het zachte ‘klik’ van het plastic is het enige geluid in de verder stille woonkamer. Gefrustreerd staar ik voor me uit. “Ik weet het niet, Kristof…” mompel ik, meer tegen mezelf dan tegen hem. “Ik weet echt niet wat ik met die bos-dare aan moet.” Vanuit zijn luie zetel kijkt manlief op van zijn boek, met die fronsende wenkbrauwen die verraden dat hij mijn gepieker niet helemaal kan volgen. “Mij lijkt het simpel,” zegt hij, met een logica die me op dit moment razend maakt. “Je gaat naar een bos, je trekt je kleren uit en je laat je door mij filmen terwijl je een eindje wandelt. Klaar.”
Ik schud mijn hoofd en draai me naar hem toe op de bank. “Nee. Je begrijpt het niet.” Ik zoek naar de juiste woorden. “Dat klinkt allemaal zo… afstandelijk. Zo klinisch. Alsof het een nummertje is dat we opvoeren. Ik wil méér.”
“Ah,” zegt hij, en er verschijnt een plagerig lachje om zijn lippen. “Je wilt publiek. Simpel. Stuur gewoon een aantal van je lezers de locatie door en spreek daar af.” Mijn mond valt open. Ik staar hem met grote ogen aan. “Meen je dat nu? Dat durf ik écht niet. Als er mensen mij bewust staan aan te staren, klap ik volledig dicht, dat weet je toch? Dan is alle magie weg.” De gedachte alleen al bezorgt me een knoop in mijn maag. “Nee, ik wil het gevoel hebben dat ik betrapt kán worden. Die pure, hartkloppende spanning voelen van het onverwachte. En ik wil dat mijn lezers dat ook zo ervaren, alsof ze over mijn schouder meekijken, hopend en vrezend voor hetzelfde.”
Kristof haalt zijn schouders op, een gebaar dat ik normaal irritant zou vinden, maar nu lijkt het alsof er een radertje in zijn hoofd draait. “Dan kies je toch voor een tussenweg.” Ik ga rechtop zitten. “Een tussenweg? Hoe bedoel je?” “Wel,” zegt hij, en hij legt zijn boek weg. Nu heeft hij mijn volledige aandacht. “Je geeft je lezers een paar vage hints. Cryptische omschrijvingen. Ze weten dan ongeveer waar je bent, maar niet precies. Zo creëer je voor hen een soort jacht, een puzzel. En voor jou creëer je de spanning dat er elk moment iemand kan opduiken die de puzzel heeft opgelost.” Hij leunt voorover. “Maar uiteindelijk beslis jij, en alleen jij, waar je exact gaat wandelen. Je houdt de controle.”
Ik blijf stil. De woorden landen en plotseling voel ik het. Een vonk. Een idee dat begint te smeulen en alle twijfel en frustratie verdringt. Dit is het. Dit is precies wat ik zocht. De perfecte balans tussen controle en overgave, tussen geheim en onthulling. Een trage glimlach spreidt zich over mijn gezicht. “Een tussenweg…” fluister ik. En voor het eerst die avond voel ik de angst plaatsmaken voor een pure, onvervalste, gevaarlijke opwinding. “Ja. Dat is het.” De sfeer in de kamer slaat compleet om. De lome frustratie maakt plaats voor een knetterende, elektrische energie. Kristof ziet het ook; de plagerige grijns is van zijn gezicht verdwenen en maakt plaats voor een blik van oprechte nieuwsgierigheid. Hij weet dat als er bij mij eenmaal zo’n vonk overslaat, er geen houden meer aan is.
“Oké,” zeg ik, en ik klap de laptop met een hernieuwde energie open. “Ik ga aan de slag.” Mijn vingers vliegen over het toetsenbord. Google Maps wordt mijn jachtterrein. Ik zweef virtueel over het land, op zoek naar de perfecte locatie. Niet zomaar een bos. Het moet een plek zijn met een ziel, met een verhaal. Een plek waar de grond zelf geheimen fluistert, omringd door genoeg groen waar ik ongestoord mijn gang kan gaan. Mijn ogen scannen de kaart, van de kust tot de Ardennen, tot ze blijven haperen aan een fascinerend litteken in het landschap. Een plek vol geschiedenis. Ik heb hem.
Nu de eerste hint. Het moet vaag zijn, poëtisch bijna. Een raadsel dat de verbeelding prikkelt maar niks met zekerheid weggeeft. Ik glimlach. Het idee voor de metafoor komt plotseling in me op, zo speels en onschuldig dat het perfect is voor het ondeugende spel dat ik wil spelen. “Luister hier eens naar,” zeg ik tegen Kristof, en ik lees de woorden hardop voor terwijl ik ze typ. "Je bevindt je nu aan de rand van een heel bijzonder dorp. Hier wonen de Smurfen niet in paddenstoelen van mos, maar leven ze tussen de heuvels die hun voorouders zelf hebben gebouwd."
Ik kijk hem aan. Hij knikt langzaam, een glimlach van appreciatie op zijn gezicht. Ik ga verder, de woorden vloeien er nu vanzelf uit. "Wandel in gedachten over de kronkelende paadjes en voel de unieke sfeer. Dit is een plek waar de echo van de hardwerkende Grondsmurfen nog voelbaar is, terwijl de pientere Brilsmurfen er vandaag de toekomst uitvinden. Het is een dorp vol wonderlijke tegenstellingen: ruige natuur ligt er naast strakke weiden, en oude geheimen fluisteren naar nieuwe, glimmende bouwsels."
De laatste zinnen voegen de ultieme, vage belofte toe. "Neem de tijd, kijk goed om je heen en adem de sfeer van dit merkwaardige landschap in. Jouw avontuur en mijn dare beginnen hier, in het hart van dit vernieuwde Smurfenrijk. De volgende aanwijzing is verborgen op een plek waar het verleden en de toekomst elkaar de hand schudden."
Mijn vinger zweeft boven de verzendknop. Dit is het. Het punt van geen terugkeer. Met een diepe teug adem en een hart dat plotseling in mijn keel bonkt, klik ik. De boodschap is verstuurd. Ergens in Vlaanderen openen de eerste lezers hun mailbox, lezen ze mijn raadsel en fronsen ze hun wenkbrauwen. De jacht is officieel geopend.
De eerste minuten na het verzenden van de hint zijn stil. Te stil. Ik zit naar mijn scherm te staren, de cursor knippert ritmisch, als een tergend langzame hartslag. Dan, eindelijk, het verlossende ‘ping’ van een nieuwe e-mail. Ik open hem gretig. De gok is een bekend kasteel in de Ardennen. Ik grinnik. Fout. De volgende mail suggereert een pretpark. Weer fout. De antwoorden blijven binnenstromen, de een nog verder van de waarheid dan de ander. “Ze snappen er niks van,” zeg ik vrolijk tegen Kristof. Ik voel me de slimme, ongrijpbare spelbedenker. De controle voelt heerlijk.
Maar dan volgt een nieuwe email. De toon is anders. Zelfverzekerder. De lezer legt zijn logica uit, verbindt de Grondsmurf feilloos aan het mijnverleden en de Brilsmurf aan de moderne reconversieprojecten in… Limburg. Mijn glimlach bevriest. Dit moet toeval zijn. Pure, verdomde mazzel. Ping. Nog een mail. Een andere naam, een andere schrijfstijl, maar exact dezelfde conclusie. De paniek begint als een ijskoude rilling langs mijn ruggengraat te kruipen. En dan komt de derde. Gedetailleerd, met verwijzingen naar de voetbalploeg. Onweerlegbaar. Drie lezers. Los van elkaar. Ze hebben het geraden.
“Dat is onmogelijk!” roep ik uit, en ik duw mijn stoel met een ruk naar achteren. Mijn handen trillen. Het spelletje is plotseling geen spelletje meer. Het veilige, abstracte idee van de ‘jacht’ is in één klap veranderd in een concrete, angstaanjagende realiteit. Ze weten het. Ze weten écht waar ik naartoe ga.
Kristof komt kalm achter me staan. Zijn warmte straalt op mijn rug. Hij buigt zich voorover en drukt een lange, zachte kus in mijn nek, precies op het plekje waar ik het meest gevoelig ben. De paniek in mijn buik maakt een rare sprong, en vermengt zich met een ander, veel dieper gevoel. “Dat wordt een spannend weekend,” fluistert hij hees in mijn oor. En terwijl zijn adem in mijn nek kriebelt, weet ik dat hij gelijk heeft. De jagers zijn los. En ik ben hun prooi.
Ik draai me met een ruk om in mijn stoel en kijk Kristof met grote, verwijtende ogen aan. “Spannend? Kristof, ze wéten het! Drie man! Dit is geen spelletje meer, dit is… dit is een open uitnodiging!” Mijn stem klinkt een octaaf hoger dan normaal, maar het deert hem niet. Integendeel. De bezorgdheid waar ik op hoop, blijft uit. In de plaats daarvan verschijnt er een brede, bijna wolfachtige grijns op zijn gezicht. Zijn ogen twinkelen van puur, onvervalst plezier. Hij vindt dit geweldig. “Mijn vrouwtje wordt het meest gewilde konijntje van heel de omgeving,” lacht hij, een diep, bulderend geluid dat door de stille kamer rolt. En terwijl ik hem zo zie staan, vol zelfvertrouwen en voorpret, begrijp ik het. Hij verheugt zich duidelijk op wat komen gaat en vindt mijn paniekerig gedoe grappig en aandoenlijk. Zijn kalmte is even enerverend als opwindend. Hij is niet bang voor mij, hij is opgewonden door mij. Door mijn angst, door de situatie die ik zelf gecreëerd heb.
Hij trekt me zachtjes overeind uit mijn stoel, tot ik dicht tegen hem aan sta. Zijn handen glijden over mijn rug. “Sst,” fluistert hij, nu op een andere toon. Serieuzer. Intens. “Is dit niet precies wat je wilde? Die spanning? Je weet nooit wie er achter de volgende boom staat. Is het een gewone wandelaar? Of is het een van hen?” Zijn woorden raken de kern van de zaak. Hij gebruikt mijn eigen verlangen tegen me, en het werkt. Mijn hart, dat daarnet nog bonsde van pure paniek, slaat nog steeds even snel, maar nu is het om een andere reden. De angst is er nog, een koude rilling diep in mijn buik, maar ze wordt nu omhuld door een gloeiende laag opwinding. Hij kijkt me aan, en in zijn ogen zie ik niet alleen de jager, maar ook de trotse eigenaar van de prooi. En verdomme als het niet waar is, maar dat idee bevalt me meer dan ik op dit moment durf toe te geven.
Ik maak me los uit Kristofs omhelzing en kijk hem aan met een blik die hij maar al te goed kent. De paniek is niet weg, maar ze heeft gezelschap gekregen van een ondeugende vastberadenheid. Het konijntje heeft besloten dat als het dan toch opgejaagd wordt, het net zo goed van de jacht kan genieten.
"Oké," zeg ik, mijn stem nu een stuk kalmer. "Als ze een spel willen, dan kunnen ze een spel krijgen."
Met een nieuwe focus ga ik weer voor mijn laptop zitten. Als ze de eerste, vage hint al zo snel konden kraken, dan moet de tweede een echte hersenbreker zijn. Een hint met een dubbele bodem, eentje voor de échte slimmeriken onder hen. Het idee vormt zich al in mijn hoofd, een perfecte combinatie van het verleden en het heden van de locatie.
Ik begin te typen, een plagerige glimlach op mijn lippen. Ik besluit om mijn paniek van daarnet niet te verbergen, maar het net te gebruiken. Hen laten voelen welk effect ze op me hebben, dat zal hen alleen maar meer prikkelen.
Hoi lieve ongeduldige lezertjes,
ik moet iets bekennen. Ik zit hier met grote ogen naar mijn scherm te staren en ik weet niet of ik moet lachen of in paniek moet raken. Het lijkt wel alsof ik per ongeluk de rekruteringslijst van de federale politie heb gehackt voor mijn inner circle. Jullie zijn angstaanjagend goed met het speuren naar de locatie voor mijn dare! Met jullie erbij zouden de misdaadcijfers in dit land niet dalen, ze zouden verdampen. Een aantal van jullie zitten zó dichtbij met hun gok... het doet me compleet flippen. De adrenaline giert door mijn lijf bij elke nieuwe mail die binnenkomt.
Ik moet eerlijk zijn: ik had daarnet een klein paniekmomentje. Een moment van zwakte. De gedachte "ik kap ermee, ik kies een totaal andere locatie waar niemand me ooit vindt" heeft door mijn hoofd geschoten. Maar nee. Erewoord is erewoord. Ik wissel niet van locatie. De dare vindt plaats op de plek die we nu samen aan het ontrafelen zijn. Jullie reacties maken het alleen maar... intenser.
Klaar voor de volgende test, Sherlock? Tip #2: De Kanaries zijn niet meer welkom Denk goed na, want deze is misschien wat cryptischer... In dit bijzondere landschap waren de kleine, gele vogeltjes met hun prachtige gezang vroeger meer dan welkom. Ze waren een symbool van leven. Vandaag de dag is hun lied echter verstomd. Sterker nog, nu worden ze met luid kabaal en vuurpijlen weggejaagd,..
Laat die hersencellen maar kraken. Combineer deze tip met de vorige en kijk waar je uitkomt.
Blijf me bestoken met jullie theorieën. Elke gok, goed of fout, gooit een extra blok hout op het vuur dat in mij woedt. En geloof me, het begint een serieuze brand te worden. Hopelijk kan ik deze nacht slapen.
Ik lees de mail nog een laatste keer na en klik op ‘Verzenden’. Geen twijfel meer dit keer, alleen een pure, opwindende zekerheid. “Zo,” zeg ik zachtjes, en ik klap de laptop dicht. Ik draai me om naar Kristof, die weer in de zetel is gaan zitten. “De tweede lading hout is op het vuur gegooid.” Ik sta op en loop langzaam naar hem toe. “En dat vuur woedt nu niet alleen meer in mijn mailbox,” fluister ik, “Het begint hier ook een serieuze brand te worden.”
Zijn ogen volgen elke beweging als ik opsta en naar hem toe loop. Er hangt een geladen stilte in de kamer, een zinderende spanning die zwaarder weegt dan welk woord dan ook. Zonder aarzelen ga ik op zijn schoot zitten. Met een trage, doelbewuste beweging pak ik de zoom van mijn kleedje vast. Ik trek het over mijn hoofd, tot ik het kledingstuk naast me op de grond laat vallen. Enkel nog mijn lingerie scheidt ons. Zijn blik is een heet spoor op mijn huid. Zijn handen, die tot nu toe op mijn heupen rustten, glijden over mijn rug. Zonder te kijken vinden zijn vingers feilloos de sluiting van mijn beha. Een zachte ‘klik’, en de spanning op mijn schouders verdwijnt. De bandjes glijden naar beneden. Topless. Mijn borsten, zwaar en gevoelig, komen vrij in de koele avondlucht.
Ik begin zachtjes heen en weer te wiegen op zijn schoot. Een traag, kwellend ritme. Het is een dans zonder muziek, een gesprek zonder woorden. Zijn ademhaling wordt dieper, en ik voel hem hard worden onder mij, een solide, hete belofte tegen de dunne stof van mijn slipje. Een voldane glimlach krult mijn lippen. De wiegende beweging wordt minder onschuldig, meer eisend. Mijn heupen nemen de leiding. Het is geen vraag meer, het is een bevel. Hij begrijpt het. Zijn mond vindt de mijne in een diepe, bezitterige kus die alle adem uit mijn longen steelt. Het is een kus die smaakt naar de opwinding van het spel, naar zijn overgave en de mijne.
Zijn handen verlaten mijn rug en vinden hun weg naar mijn blote borsten. Zijn aanraking is tegelijk teder en ruw, een perfecte weerspiegeling van de chaos in mijn hoofd. Hij kneedt, plaagt, en een zachte kreun ontsnapt aan mijn lippen, recht in zijn mond. Het ritme van mijn heupen versnelt, gedreven door een oerkracht die ik niet langer kan of wil controleren. De wrijving, de hitte, het geluid van onze verwarde ademhaling… de wereld vervaagt tot enkel nog dit moment bestaat. Alleen nog de hitte, de druk, en het onverbiddelijke, pulserende ritme dat ons samen naar de rand van de waanzin drijft.
De wereld komt langzaam weer in beeld. Het enige wat ik hoor is het bonzen van mijn eigen hart, dat in hetzelfde, onstuimige ritme klopt als dat van hem. Onze voorhoofden rusten tegen elkaar, onze ademhalingen vloeien ineen. De geur van onze passie, een mix van zweet en verlangen, hangt als een deken om ons heen in de schemerige kamer. Ik til mijn hoofd op en kijk hem aan. Zijn ogen zijn donker, zijn lippen licht gezwollen van onze kussen. De wilde jager van daarnet heeft plaatsgemaakt voor de man van wie ik hou. Een golf van tederheid overspoelt me. “Kom mee naar bed,” fluister ik, mijn stem hees en nauwelijks hoorbaar.
Hij hoeft niet te antwoorden. Zijn ogen zeggen genoeg. Zonder de intense blik te verbreken, schuift hij me voorzichtig van zijn schoot. Mijn benen voelen wankel als ik opsta, maar zijn hand blijft stevig op mijn onderrug rusten, een anker in de heerlijke roes. Samen lopen we naar de slaapkamer. Ik, nog steeds topless, hij met zijn kleren verkreukeld. Het is geen haastige, geile vlucht, maar een trage, bijna plechtige processie.
Bij het bed draai ik me niet naar hem toe, maar van hem af. Ik kniel op de koele lakens en wacht, mijn rug naar hem gekeerd in een stil, onuitgesproken aanbod. Een totale overgave. Ik hoor hem achter me, voel de matras veren onder zijn gewicht. Dan voel ik de warmte van zijn lichaam tegen mijn rug, zijn handen die zachtjes op mijn heupen landen om me dichterbij te trekken. Er is geen haast, geen wildheid meer zoals daarnet. Dit is anders. Dieper.
Hij vult de leegte die de adrenaline in mij achterliet. Een zachte zucht ontsnapt aan mijn lippen terwijl hij langzaam en zeker bezit van me neemt. We vinden een traag, wiegend ritme. Hypnotiserend. Elke diepe stoot is een antwoord op een ongestelde vraag, een bevestiging na de chaos van de dag. Zijn lippen vinden mijn schouder, mijn nek, terwijl zijn ene hand verstrengeld raakt met mijn haar en de andere over mijn buik streelt, mijn borsten vindt.
Ik sluit mijn ogen en geef me volledig over aan de sensaties. De diepe, lome bewegingen die een heel ander soort vuur in mij ontsteken. Geen wilde, knetterende bosbrand, maar een gloeiende kern van pure lava, die langzaam en onstuitbaar groeit. Het is een dans van vertrouwen, een intiem, stil gesprek dat onze lichamen voeren in de schaduwen van de nacht, tot de gloed verandert in een diepe, schuddende golf die door ons allebei heen trekt en ons sprakeloos en verweven in de lakens achterlaat.
De genegenheid van nu is de perfecte brandstof voor het gevaar van morgen. Elke tedere aanraking, elke liefdevolle kus is als een zachte, warme wind die de smeulende kolen diep in mij feller doet oplichten. Het vuur dooft niet; het concentreert zich, wordt heter, intenser. Het contrast tussen de prooi die veilig in het hol van haar jager ligt en het verlangen naar de spanning van de open vlakte, is een verslavend spel op zich. Het vuur in mij blijft niet alleen smeulen; het wordt met elke minuut die verstrijkt sterker.
- - -
Meer info ontvangen over deze dare? Abonneer je dan op de nieuwsbrief door mij een email te sturen. Mijn emailadres vind je in mijn profiel.
Met een diepe zucht klap ik de laptop dicht. Het zachte ‘klik’ van het plastic is het enige geluid in de verder stille woonkamer. Gefrustreerd staar ik voor me uit. “Ik weet het niet, Kristof…” mompel ik, meer tegen mezelf dan tegen hem. “Ik weet echt niet wat ik met die bos-dare aan moet.” Vanuit zijn luie zetel kijkt manlief op van zijn boek, met die fronsende wenkbrauwen die verraden dat hij mijn gepieker niet helemaal kan volgen. “Mij lijkt het simpel,” zegt hij, met een logica die me op dit moment razend maakt. “Je gaat naar een bos, je trekt je kleren uit en je laat je door mij filmen terwijl je een eindje wandelt. Klaar.”
Ik schud mijn hoofd en draai me naar hem toe op de bank. “Nee. Je begrijpt het niet.” Ik zoek naar de juiste woorden. “Dat klinkt allemaal zo… afstandelijk. Zo klinisch. Alsof het een nummertje is dat we opvoeren. Ik wil méér.”
“Ah,” zegt hij, en er verschijnt een plagerig lachje om zijn lippen. “Je wilt publiek. Simpel. Stuur gewoon een aantal van je lezers de locatie door en spreek daar af.” Mijn mond valt open. Ik staar hem met grote ogen aan. “Meen je dat nu? Dat durf ik écht niet. Als er mensen mij bewust staan aan te staren, klap ik volledig dicht, dat weet je toch? Dan is alle magie weg.” De gedachte alleen al bezorgt me een knoop in mijn maag. “Nee, ik wil het gevoel hebben dat ik betrapt kán worden. Die pure, hartkloppende spanning voelen van het onverwachte. En ik wil dat mijn lezers dat ook zo ervaren, alsof ze over mijn schouder meekijken, hopend en vrezend voor hetzelfde.”
Kristof haalt zijn schouders op, een gebaar dat ik normaal irritant zou vinden, maar nu lijkt het alsof er een radertje in zijn hoofd draait. “Dan kies je toch voor een tussenweg.” Ik ga rechtop zitten. “Een tussenweg? Hoe bedoel je?” “Wel,” zegt hij, en hij legt zijn boek weg. Nu heeft hij mijn volledige aandacht. “Je geeft je lezers een paar vage hints. Cryptische omschrijvingen. Ze weten dan ongeveer waar je bent, maar niet precies. Zo creëer je voor hen een soort jacht, een puzzel. En voor jou creëer je de spanning dat er elk moment iemand kan opduiken die de puzzel heeft opgelost.” Hij leunt voorover. “Maar uiteindelijk beslis jij, en alleen jij, waar je exact gaat wandelen. Je houdt de controle.”
Ik blijf stil. De woorden landen en plotseling voel ik het. Een vonk. Een idee dat begint te smeulen en alle twijfel en frustratie verdringt. Dit is het. Dit is precies wat ik zocht. De perfecte balans tussen controle en overgave, tussen geheim en onthulling. Een trage glimlach spreidt zich over mijn gezicht. “Een tussenweg…” fluister ik. En voor het eerst die avond voel ik de angst plaatsmaken voor een pure, onvervalste, gevaarlijke opwinding. “Ja. Dat is het.” De sfeer in de kamer slaat compleet om. De lome frustratie maakt plaats voor een knetterende, elektrische energie. Kristof ziet het ook; de plagerige grijns is van zijn gezicht verdwenen en maakt plaats voor een blik van oprechte nieuwsgierigheid. Hij weet dat als er bij mij eenmaal zo’n vonk overslaat, er geen houden meer aan is.
“Oké,” zeg ik, en ik klap de laptop met een hernieuwde energie open. “Ik ga aan de slag.” Mijn vingers vliegen over het toetsenbord. Google Maps wordt mijn jachtterrein. Ik zweef virtueel over het land, op zoek naar de perfecte locatie. Niet zomaar een bos. Het moet een plek zijn met een ziel, met een verhaal. Een plek waar de grond zelf geheimen fluistert, omringd door genoeg groen waar ik ongestoord mijn gang kan gaan. Mijn ogen scannen de kaart, van de kust tot de Ardennen, tot ze blijven haperen aan een fascinerend litteken in het landschap. Een plek vol geschiedenis. Ik heb hem.
Nu de eerste hint. Het moet vaag zijn, poëtisch bijna. Een raadsel dat de verbeelding prikkelt maar niks met zekerheid weggeeft. Ik glimlach. Het idee voor de metafoor komt plotseling in me op, zo speels en onschuldig dat het perfect is voor het ondeugende spel dat ik wil spelen. “Luister hier eens naar,” zeg ik tegen Kristof, en ik lees de woorden hardop voor terwijl ik ze typ. "Je bevindt je nu aan de rand van een heel bijzonder dorp. Hier wonen de Smurfen niet in paddenstoelen van mos, maar leven ze tussen de heuvels die hun voorouders zelf hebben gebouwd."
Ik kijk hem aan. Hij knikt langzaam, een glimlach van appreciatie op zijn gezicht. Ik ga verder, de woorden vloeien er nu vanzelf uit. "Wandel in gedachten over de kronkelende paadjes en voel de unieke sfeer. Dit is een plek waar de echo van de hardwerkende Grondsmurfen nog voelbaar is, terwijl de pientere Brilsmurfen er vandaag de toekomst uitvinden. Het is een dorp vol wonderlijke tegenstellingen: ruige natuur ligt er naast strakke weiden, en oude geheimen fluisteren naar nieuwe, glimmende bouwsels."
De laatste zinnen voegen de ultieme, vage belofte toe. "Neem de tijd, kijk goed om je heen en adem de sfeer van dit merkwaardige landschap in. Jouw avontuur en mijn dare beginnen hier, in het hart van dit vernieuwde Smurfenrijk. De volgende aanwijzing is verborgen op een plek waar het verleden en de toekomst elkaar de hand schudden."
Mijn vinger zweeft boven de verzendknop. Dit is het. Het punt van geen terugkeer. Met een diepe teug adem en een hart dat plotseling in mijn keel bonkt, klik ik. De boodschap is verstuurd. Ergens in Vlaanderen openen de eerste lezers hun mailbox, lezen ze mijn raadsel en fronsen ze hun wenkbrauwen. De jacht is officieel geopend.
De eerste minuten na het verzenden van de hint zijn stil. Te stil. Ik zit naar mijn scherm te staren, de cursor knippert ritmisch, als een tergend langzame hartslag. Dan, eindelijk, het verlossende ‘ping’ van een nieuwe e-mail. Ik open hem gretig. De gok is een bekend kasteel in de Ardennen. Ik grinnik. Fout. De volgende mail suggereert een pretpark. Weer fout. De antwoorden blijven binnenstromen, de een nog verder van de waarheid dan de ander. “Ze snappen er niks van,” zeg ik vrolijk tegen Kristof. Ik voel me de slimme, ongrijpbare spelbedenker. De controle voelt heerlijk.
Maar dan volgt een nieuwe email. De toon is anders. Zelfverzekerder. De lezer legt zijn logica uit, verbindt de Grondsmurf feilloos aan het mijnverleden en de Brilsmurf aan de moderne reconversieprojecten in… Limburg. Mijn glimlach bevriest. Dit moet toeval zijn. Pure, verdomde mazzel. Ping. Nog een mail. Een andere naam, een andere schrijfstijl, maar exact dezelfde conclusie. De paniek begint als een ijskoude rilling langs mijn ruggengraat te kruipen. En dan komt de derde. Gedetailleerd, met verwijzingen naar de voetbalploeg. Onweerlegbaar. Drie lezers. Los van elkaar. Ze hebben het geraden.
“Dat is onmogelijk!” roep ik uit, en ik duw mijn stoel met een ruk naar achteren. Mijn handen trillen. Het spelletje is plotseling geen spelletje meer. Het veilige, abstracte idee van de ‘jacht’ is in één klap veranderd in een concrete, angstaanjagende realiteit. Ze weten het. Ze weten écht waar ik naartoe ga.
Kristof komt kalm achter me staan. Zijn warmte straalt op mijn rug. Hij buigt zich voorover en drukt een lange, zachte kus in mijn nek, precies op het plekje waar ik het meest gevoelig ben. De paniek in mijn buik maakt een rare sprong, en vermengt zich met een ander, veel dieper gevoel. “Dat wordt een spannend weekend,” fluistert hij hees in mijn oor. En terwijl zijn adem in mijn nek kriebelt, weet ik dat hij gelijk heeft. De jagers zijn los. En ik ben hun prooi.
Ik draai me met een ruk om in mijn stoel en kijk Kristof met grote, verwijtende ogen aan. “Spannend? Kristof, ze wéten het! Drie man! Dit is geen spelletje meer, dit is… dit is een open uitnodiging!” Mijn stem klinkt een octaaf hoger dan normaal, maar het deert hem niet. Integendeel. De bezorgdheid waar ik op hoop, blijft uit. In de plaats daarvan verschijnt er een brede, bijna wolfachtige grijns op zijn gezicht. Zijn ogen twinkelen van puur, onvervalst plezier. Hij vindt dit geweldig. “Mijn vrouwtje wordt het meest gewilde konijntje van heel de omgeving,” lacht hij, een diep, bulderend geluid dat door de stille kamer rolt. En terwijl ik hem zo zie staan, vol zelfvertrouwen en voorpret, begrijp ik het. Hij verheugt zich duidelijk op wat komen gaat en vindt mijn paniekerig gedoe grappig en aandoenlijk. Zijn kalmte is even enerverend als opwindend. Hij is niet bang voor mij, hij is opgewonden door mij. Door mijn angst, door de situatie die ik zelf gecreëerd heb.
Hij trekt me zachtjes overeind uit mijn stoel, tot ik dicht tegen hem aan sta. Zijn handen glijden over mijn rug. “Sst,” fluistert hij, nu op een andere toon. Serieuzer. Intens. “Is dit niet precies wat je wilde? Die spanning? Je weet nooit wie er achter de volgende boom staat. Is het een gewone wandelaar? Of is het een van hen?” Zijn woorden raken de kern van de zaak. Hij gebruikt mijn eigen verlangen tegen me, en het werkt. Mijn hart, dat daarnet nog bonsde van pure paniek, slaat nog steeds even snel, maar nu is het om een andere reden. De angst is er nog, een koude rilling diep in mijn buik, maar ze wordt nu omhuld door een gloeiende laag opwinding. Hij kijkt me aan, en in zijn ogen zie ik niet alleen de jager, maar ook de trotse eigenaar van de prooi. En verdomme als het niet waar is, maar dat idee bevalt me meer dan ik op dit moment durf toe te geven.
Ik maak me los uit Kristofs omhelzing en kijk hem aan met een blik die hij maar al te goed kent. De paniek is niet weg, maar ze heeft gezelschap gekregen van een ondeugende vastberadenheid. Het konijntje heeft besloten dat als het dan toch opgejaagd wordt, het net zo goed van de jacht kan genieten.
"Oké," zeg ik, mijn stem nu een stuk kalmer. "Als ze een spel willen, dan kunnen ze een spel krijgen."
Met een nieuwe focus ga ik weer voor mijn laptop zitten. Als ze de eerste, vage hint al zo snel konden kraken, dan moet de tweede een echte hersenbreker zijn. Een hint met een dubbele bodem, eentje voor de échte slimmeriken onder hen. Het idee vormt zich al in mijn hoofd, een perfecte combinatie van het verleden en het heden van de locatie.
Ik begin te typen, een plagerige glimlach op mijn lippen. Ik besluit om mijn paniek van daarnet niet te verbergen, maar het net te gebruiken. Hen laten voelen welk effect ze op me hebben, dat zal hen alleen maar meer prikkelen.
Hoi lieve ongeduldige lezertjes,
ik moet iets bekennen. Ik zit hier met grote ogen naar mijn scherm te staren en ik weet niet of ik moet lachen of in paniek moet raken. Het lijkt wel alsof ik per ongeluk de rekruteringslijst van de federale politie heb gehackt voor mijn inner circle. Jullie zijn angstaanjagend goed met het speuren naar de locatie voor mijn dare! Met jullie erbij zouden de misdaadcijfers in dit land niet dalen, ze zouden verdampen. Een aantal van jullie zitten zó dichtbij met hun gok... het doet me compleet flippen. De adrenaline giert door mijn lijf bij elke nieuwe mail die binnenkomt.
Ik moet eerlijk zijn: ik had daarnet een klein paniekmomentje. Een moment van zwakte. De gedachte "ik kap ermee, ik kies een totaal andere locatie waar niemand me ooit vindt" heeft door mijn hoofd geschoten. Maar nee. Erewoord is erewoord. Ik wissel niet van locatie. De dare vindt plaats op de plek die we nu samen aan het ontrafelen zijn. Jullie reacties maken het alleen maar... intenser.
Klaar voor de volgende test, Sherlock? Tip #2: De Kanaries zijn niet meer welkom Denk goed na, want deze is misschien wat cryptischer... In dit bijzondere landschap waren de kleine, gele vogeltjes met hun prachtige gezang vroeger meer dan welkom. Ze waren een symbool van leven. Vandaag de dag is hun lied echter verstomd. Sterker nog, nu worden ze met luid kabaal en vuurpijlen weggejaagd,..
Laat die hersencellen maar kraken. Combineer deze tip met de vorige en kijk waar je uitkomt.
Blijf me bestoken met jullie theorieën. Elke gok, goed of fout, gooit een extra blok hout op het vuur dat in mij woedt. En geloof me, het begint een serieuze brand te worden. Hopelijk kan ik deze nacht slapen.
Ik lees de mail nog een laatste keer na en klik op ‘Verzenden’. Geen twijfel meer dit keer, alleen een pure, opwindende zekerheid. “Zo,” zeg ik zachtjes, en ik klap de laptop dicht. Ik draai me om naar Kristof, die weer in de zetel is gaan zitten. “De tweede lading hout is op het vuur gegooid.” Ik sta op en loop langzaam naar hem toe. “En dat vuur woedt nu niet alleen meer in mijn mailbox,” fluister ik, “Het begint hier ook een serieuze brand te worden.”
Zijn ogen volgen elke beweging als ik opsta en naar hem toe loop. Er hangt een geladen stilte in de kamer, een zinderende spanning die zwaarder weegt dan welk woord dan ook. Zonder aarzelen ga ik op zijn schoot zitten. Met een trage, doelbewuste beweging pak ik de zoom van mijn kleedje vast. Ik trek het over mijn hoofd, tot ik het kledingstuk naast me op de grond laat vallen. Enkel nog mijn lingerie scheidt ons. Zijn blik is een heet spoor op mijn huid. Zijn handen, die tot nu toe op mijn heupen rustten, glijden over mijn rug. Zonder te kijken vinden zijn vingers feilloos de sluiting van mijn beha. Een zachte ‘klik’, en de spanning op mijn schouders verdwijnt. De bandjes glijden naar beneden. Topless. Mijn borsten, zwaar en gevoelig, komen vrij in de koele avondlucht.
Ik begin zachtjes heen en weer te wiegen op zijn schoot. Een traag, kwellend ritme. Het is een dans zonder muziek, een gesprek zonder woorden. Zijn ademhaling wordt dieper, en ik voel hem hard worden onder mij, een solide, hete belofte tegen de dunne stof van mijn slipje. Een voldane glimlach krult mijn lippen. De wiegende beweging wordt minder onschuldig, meer eisend. Mijn heupen nemen de leiding. Het is geen vraag meer, het is een bevel. Hij begrijpt het. Zijn mond vindt de mijne in een diepe, bezitterige kus die alle adem uit mijn longen steelt. Het is een kus die smaakt naar de opwinding van het spel, naar zijn overgave en de mijne.
Zijn handen verlaten mijn rug en vinden hun weg naar mijn blote borsten. Zijn aanraking is tegelijk teder en ruw, een perfecte weerspiegeling van de chaos in mijn hoofd. Hij kneedt, plaagt, en een zachte kreun ontsnapt aan mijn lippen, recht in zijn mond. Het ritme van mijn heupen versnelt, gedreven door een oerkracht die ik niet langer kan of wil controleren. De wrijving, de hitte, het geluid van onze verwarde ademhaling… de wereld vervaagt tot enkel nog dit moment bestaat. Alleen nog de hitte, de druk, en het onverbiddelijke, pulserende ritme dat ons samen naar de rand van de waanzin drijft.
De wereld komt langzaam weer in beeld. Het enige wat ik hoor is het bonzen van mijn eigen hart, dat in hetzelfde, onstuimige ritme klopt als dat van hem. Onze voorhoofden rusten tegen elkaar, onze ademhalingen vloeien ineen. De geur van onze passie, een mix van zweet en verlangen, hangt als een deken om ons heen in de schemerige kamer. Ik til mijn hoofd op en kijk hem aan. Zijn ogen zijn donker, zijn lippen licht gezwollen van onze kussen. De wilde jager van daarnet heeft plaatsgemaakt voor de man van wie ik hou. Een golf van tederheid overspoelt me. “Kom mee naar bed,” fluister ik, mijn stem hees en nauwelijks hoorbaar.
Hij hoeft niet te antwoorden. Zijn ogen zeggen genoeg. Zonder de intense blik te verbreken, schuift hij me voorzichtig van zijn schoot. Mijn benen voelen wankel als ik opsta, maar zijn hand blijft stevig op mijn onderrug rusten, een anker in de heerlijke roes. Samen lopen we naar de slaapkamer. Ik, nog steeds topless, hij met zijn kleren verkreukeld. Het is geen haastige, geile vlucht, maar een trage, bijna plechtige processie.
Bij het bed draai ik me niet naar hem toe, maar van hem af. Ik kniel op de koele lakens en wacht, mijn rug naar hem gekeerd in een stil, onuitgesproken aanbod. Een totale overgave. Ik hoor hem achter me, voel de matras veren onder zijn gewicht. Dan voel ik de warmte van zijn lichaam tegen mijn rug, zijn handen die zachtjes op mijn heupen landen om me dichterbij te trekken. Er is geen haast, geen wildheid meer zoals daarnet. Dit is anders. Dieper.
Hij vult de leegte die de adrenaline in mij achterliet. Een zachte zucht ontsnapt aan mijn lippen terwijl hij langzaam en zeker bezit van me neemt. We vinden een traag, wiegend ritme. Hypnotiserend. Elke diepe stoot is een antwoord op een ongestelde vraag, een bevestiging na de chaos van de dag. Zijn lippen vinden mijn schouder, mijn nek, terwijl zijn ene hand verstrengeld raakt met mijn haar en de andere over mijn buik streelt, mijn borsten vindt.
Ik sluit mijn ogen en geef me volledig over aan de sensaties. De diepe, lome bewegingen die een heel ander soort vuur in mij ontsteken. Geen wilde, knetterende bosbrand, maar een gloeiende kern van pure lava, die langzaam en onstuitbaar groeit. Het is een dans van vertrouwen, een intiem, stil gesprek dat onze lichamen voeren in de schaduwen van de nacht, tot de gloed verandert in een diepe, schuddende golf die door ons allebei heen trekt en ons sprakeloos en verweven in de lakens achterlaat.
De genegenheid van nu is de perfecte brandstof voor het gevaar van morgen. Elke tedere aanraking, elke liefdevolle kus is als een zachte, warme wind die de smeulende kolen diep in mij feller doet oplichten. Het vuur dooft niet; het concentreert zich, wordt heter, intenser. Het contrast tussen de prooi die veilig in het hol van haar jager ligt en het verlangen naar de spanning van de open vlakte, is een verslavend spel op zich. Het vuur in mij blijft niet alleen smeulen; het wordt met elke minuut die verstrijkt sterker.
- - -
Meer info ontvangen over deze dare? Abonneer je dan op de nieuwsbrief door mij een email te sturen. Mijn emailadres vind je in mijn profiel.
Lees verder: Dare: Bloot In Het Bos - 2
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10