Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Leen
Datum: 16-08-2025 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 1469
Lengte: Lang | Leestijd: 16 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Billen, Bos, Naakt,
Bloot In Het Bos - 4
De eerste tien minuten nadat we het overgroeide pad achter ons laten, ben ik een zenuwpees. Mijn hoofd draait constant, mijn ogen schieten van boom naar boom, op zoek naar een glimp rood. Elke krakende tak is een naderende stap, elke vogel die opvliegt een alarmsignaal.
“Zag je dat?” fluister ik hijgerig en ik grijp Kristofs arm vast. “Wat, liefje?” vraagt hij, terwijl hij de richting uitkijkt die ik aanwijs. “Oh,” zegt hij. “Die eekhoorn die de boom in schiet? Ja, die was snel.” Ik laat zijn arm los en voel me betrapt. “Oh. Ik dacht…” Hij glimlacht en trekt me dichterbij. “Sst, het is oké. Er is niemand hier.”
Zijn kalmte werkt aanstekelijk, maar het duurt even voor ze effect heeft. Pas als we dieper het bos in lopen en we geen enkele andere ziel tegenkomen, begin ik langzaam te ontspannen. De paranoia ebt weg en maakt plaats voor de serene schoonheid van de omgeving. Het zachte licht dat door het bladerdak filtert, de aardse geur, het ritmische geluid van onze voetstappen.
Ik kijk naar Kristof die geduldig naast me loopt, me de ruimte gevend om mijn eigen spoken te bevechten. Een golf van pure verliefdheid overspoelt me. Ik pak zijn warme, sterke hand vast en verstrengel mijn vingers met de zijne. Hij knijpt er zachtjes in. “Sorry,” mompel ik. “Ik ben een beetje opgefokt.” Hij trekt me naar zich toe en geeft een kus op mijn voorhoofd. “Geeft niet. Ik vind je opgefokte kant best wel sexy.” Een oprechte, vrolijke lach ontsnapt me. De spanning is gebroken. Voor het eerst vandaag voel ik me echt ontspannen. We wandelen verder, hand in hand, en voor een zalig halfuur zijn we gewoon Kristof en Leen. Een koppel dat geniet van een wandeling, giechelend om een domme grap, de wereld en alle jagers vergetend.
Dan stopt Kristof plotseling. Hij draait zich naar me toe. Er verschijnt een ondeugende twinkeling in zijn ogen. “Weet je wat er nu eigenlijk mist in ons spel?” vraagt hij. Ik kijk hem vragend aan. “Wat dan? Ik vond deze rust net perfect.” “Precies,” zegt hij met een brede grijns. “Het is veel te rustig. Je jagers zijn je spoor volledig bijster. Ze weten niet eens hoe de prooi waar ze op jagen eruitziet.” Hij laat zijn ogen met een overdreven, trage beweging over mijn lichaam glijden, en laat ze dan met opzet rusten op mijn decolleté. “Je zou ze een nieuwe hint moeten sturen. Een foto. Om ze te helpen.” Hij leunt dichterbij, zijn stem een samenzweerderig gefluister. “En als ik een kleine suggestie mag doen… liefst eentje waarop jouw twee geweldige… euh, meiden… goed uitkomen.” Ik proest het uit en geef hem een speelse duw tegen zijn borst. “Jij bent ongelofelijk!” “Ik probeer alleen maar te helpen,” zegt hij met een grijns die van oor tot oor reikt.
Ik lach om zijn brutale voorstel, een geluid dat vrolijk en onbezorgd door de stille bomen weerklinkt. “Een foto van mijn ‘meiden’, zeg je?” Ik tik met mijn vinger tegen mijn kin en doe alsof ik zijn suggestie serieus overweeg. “Denk je dat hun hartjes dat wel aankunnen?” “Daar ben ik absoluut zeker van,” antwoordt hij met een grijns die geen ruimte voor twijfel laat. “Oké dan,” besluit ik met een speelse fonkeling in mijn ogen. “Jij hebt erom gevraagd. Maar wel op mijn manier.” Terwijl we verder wandelen over het zachte, verende bospad, haal ik mijn telefoon tevoorschijn. Kristof vertraagt zijn pas en kijkt me met een geamuseerde blik aan. Dit wordt mijn eigen, kleine, geheime project.
Ik wacht op een moment dat het licht perfect door de bladeren valt en houd mijn telefoon laag, de camera naar boven gericht. Ik neem een foto, een close-up. Alleen de diepe halslijn van mijn jurk en de belofte van mijn decolleté, half verborgen in de schaduw van de stof. Deze is om ze gek te maken, denk ik bij mezelf. Een paar meter verder leun ik mijn telefoon tegen een boomstam en zet de zelfontspanner aan. Ik neem snel een paar stappen achteruit en poseer. Het resultaat is een uitgezoomde foto waarop het hele zomerkleedje te zien is, onschuldig en alledaags. De valse onschuld, grinnik ik.
Al wandelend neem ik de laatste twee foto's. Ik houd de telefoon iets hoger, richt op mijn borstkas en blur achteraf met een app vakkundig mijn gezicht. Het enige wat je ziet is de jurk, mijn hals, en de bovenste, kanten rand van mijn zwarte beha die er net bovenuit piept. Anoniem, maar zo herkenbaar voor wie goed oplet. Een hint voor de échte fans.
Met vier perfecte, plagende foto’s op mijn telefoon, zoeken we een omgevallen boomstam om even te pauzeren. Het is tijd om mijn meesterwerk van een mail op te stellen. Ik begin met de kalmte. Laat ze maar denken dat ik ontspannen ben, denk ik, dat maakt het contrast alleen maar groter.
Pfoe... hier in de kalmte van de bossen, met het geruis van de bladeren als enige getuige, kom ik eindelijk weer tot rust…
Dan de outfit. Ik voeg de vier foto’s als bijlage toe. Een klein raadsel in vier delen. Eerst de belofte, dan de context, en dan de details. Perfect.
…En bij die focus hoort de onthulling van mijn outfit (zie foto's!). Misschien ben ik een van jullie daarnet ongemerkt gepasseerd?
Wat ik draag: Een eenvoudige, zomerse jurk. Makkelijk om... nu ja, je snapt het wel. Mijn favoriete beha, die sommigen van jullie op de foto misschien nog wel herkennen.

Dan komt het pièce de résistance. Ik kijk even op naar Kristof, bijt op mijn lip om een grijns te onderdrukken, en begin te typen.
En... oh, wacht. Ik ben blijkbaar mijn slipje thuis vergeten.
‘Thuis vergeten,’ type ik, maar we weten allebei beter. Ik denk terug aan de rit hiernaartoe, hoe ik onrustig op mijn stoel zat, de hitte die zich opbouwde. Hoe ik, in een moment van pure overmoed, mijn hand onder mijn kleedje liet glijden en het natte, kanten stukje stof stiekem uittrok en in het handschoenenkastje van de auto propte. Kristof zag het, zijn ogen werden donkerder, maar hij zei niets. De ‘slordige vergissing’ was een bewuste, geile daad.
Slordig van me. Maar ach, dat heb ik hier toch niet nodig, nietwaar?
Het enige wat ik mezelf nu vervloek, is mijn schoenkeuze…

Ik druk op ‘verzenden’ en kijk Kristof met een duivelse blik aan. Hij schudt lachend zijn hoofd. “Slordig, hè? Jij bent een serpent, Leen.” “Ik weet het,” zeg ik, en ik sta op. Ik pak zijn hand en trek hem mee, dieper het woud in. “En nu gaat dit serpent op zoek naar de perfecte plek.”
Terwijl we dieper het bos in wandelen, mijn hand stevig in de zijne, kan ik de verleiding niet weerstaan. De telefoon brandt in mijn zak. Ik haal hem tevoorschijn, mijn duim zweeft even boven het scherm. “Nu al nieuwsgierig?” lacht Kristof. “Je hebt geen idee,” antwoord ik, en ik open mijn inbox. De stroom aan reacties is overweldigend. Een warm bad van opwinding en aanmoediging. Iedereen persoonlijk antwoorden kan ik onmogelijk, daarvoor zijn het er te veel. Ik scan de berichten terwijl ik loop, een brede glimlach verschijnt op mijn gezicht. De meesten wensen me succes en moedigen me aan. Anderen spreken hun bewondering uit voor mijn outfit – of het gebrek daaraan.
En dan blijf ik haperen bij één specifieke mail. De toon is anders. Sceptisch. Uitdagend. “Ik geloof nooit dat je daar echt zonder slip rondloopt,” schrijft de afzender. Ik proest het uit en laat de mail aan Kristof zien. “We hebben een ongelovige Thomas in ons midden,” zeg ik. Kristof leest de zin, en zijn lippen krullen zich in een trage, duivelse grijns. “Volgens mij gelooft hij het best wel,” zegt hij, zijn stem een lage, plagende brom. “Hij wil gewoon foto’s zien.” De suggestie alleen al stuurt een golf van hete opwinding door mijn buik. “Foto’s van mijn kont?” piep ik, een mix van gespeelde schok en echte, kriebelende spanning.
“Waarom niet?” zegt Kristof, en hij stopt met wandelen. Hij draait zich naar me toe, zijn ogen fonkelen van de pret. “Straks ga je toch helemaal naakt, dus heel veel verschil maakt het niet. Beschouw het als een exclusief voorproefje voor de twijfelaars.” Hij wacht niet eens op mijn antwoord. “Geef je telefoon maar hier.”
Zijn hand is uitgestoken. Hij wacht op mijn telefoon. Maar ik twijfel. De opwinding van daarnet maakt plaats voor een golf van ijskoude onzekerheid. Een foto van mijn kont? Ik kijk Kristof met grote, vragende ogen aan. “Maar… mijn kont?” fluister ik. “Die is niet echt mijn meest sexy deel. Veel te dik, niet strak genoeg.” Kristof laat zijn hand zakken en stapt dichterbij. Zijn uitdagende grijns verzacht tot een tedere glimlach. Hij legt zijn handen op mijn heupen en trekt me tegen zich aan. “Leen, kijk naar me,” zegt hij zacht. “Jouw kont is perfect. Het is de kont van de vrouw van wie ik hou. Het is zacht en vrouwelijk en ik word er gek van als je in dat kleedje voor me uit loopt.” Zijn duimen strelen de ronding van mijn billen door de dunne stof van mijn jurk. “En op dit moment, hier in het bos, zonder iets eronder… is het de meest opwindende kont ter wereld.” Zijn woorden, een perfecte cocktail van liefde en lust, doen mijn laatste twijfels smelten. Ik geef hem mijn telefoon.
Midden op de brede, open bosweg til ik langzaam mijn jurkje op, tot de kille lucht mijn blote huid kust. Terwijl Kristof een paar foto’s neemt, kijk ik schuchter heen en weer, mijn zintuigen op scherp. Na een paar klikken, die klinken als kanonschoten in de stilte, laat ik de stof weer vallen.
“En nu sturen,” zegt Kristof.
“Moet dit?” piep ik, een laatste stuiptrekking van paniek.
“Waarom niet? Je staat er beeldig op.”
“Ik ben lelijk,” fluister ik.
“Leen, er is niks verkeerd met je kont,” zegt hij. “Vraag je lezers maar.”
Zijn laatste zin is een openbaring. Een ondeugend, briljant idee. Ik pak de telefoon terug, de twijfel is in één klap verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor een duivels plan. Ik begin te tikken, vastberaden.
Lieve geile volgers,
Oké Leen, adem in. We gaan dit doen.
Het moet gezegd: op dit moment voelt het hier verdacht veel als een doodnormale, bijna saaie zondagse boswandeling. En dat, lieve vrienden, kan ab-so-luut de bedoeling niet zijn van deze hele onderneming, nietwaar?
Ik grijns. 'Saaie wandeling'. Als ze eens wisten. Mijn hart bonkt nog na van de fotoshoot. Maar een beetje misleiding kan geen kwaad. Ik moet ze het gevoel geven dat er iets moet gebeuren, dat ze me moeten aanporren.
Blijkbaar waren er onder jullie een paar sceptici die zich afvroegen of dat van mijn 'vergeten slipje' wel waar was. "Ze durft toch niet," hoor ik jullie al fluisteren.
Nu de confrontatie. Ik richt me rechtstreeks tot die ene mailer, de 'ongelovige Thomas'. Ik maak er een 'jullie' van, zodat iedereen zich aangesproken voelt. Ik daag ze uit. Kom maar op als je durft.
Wel, voor alle ongelovige Thomassen: ik heb zojuist enkele bewijsfoto's de wereld (of toch ten minste, jullie mailbox) ingestuurd. Check ze maar.
Ik voeg de foto's toe. Mijn vinger aarzelt even boven de foto van mijn blote kont. De schaamte flakkert weer op. Maar dan denk ik aan Kristofs woorden. Verdomme, ja. Ik ben trots op deze foto. Het is het bewijs van mijn moed. 'Check ze maar,' type ik, met een gevoel van pure triomf.
En nu we het toch over mijn achterkant hebben, het brengt me bij een belangrijke, filosofische vraag. Een kleine test voor de kenners van het Vlaamse lied.
Oké, nu komt het. Je gaat je grootste onzekerheid nemen en je gaat er een spel van maken. Je gaat de controle volledig overnemen. Precies zoals Kristof zei: 'Vraag je lezers maar'. Ik voel een duivels plezier opborrelen.
Terwijl ik hier tussen de bomen paradeer, kan ik het niet helpen om te denken...
"Vinden jullie mijn kont niet te dik in deze jurk?"
Degene die als eerste het juiste nummer (en de artiest) raadt waarop deze iconische zin is gebaseerd én me een geruststellend, ondeugend of origineel antwoord op de vraag zelf geeft, krijgt een extra, persoonlijke beloning. Laat de antwoorden maar komen!

En de beloning. De ultieme motivator. Een 'persoonlijke beloning'. Ik laat bewust in het midden wat dat is. Laat hun verbeelding maar op hol slaan. Ik heb ze precies waar ik ze wil: hongerig, nieuwsgierig en volledig gefocust op mijn kont.
Ik druk op ‘verzenden’ en kijk Kristof met een stralende, zelfverzekerde glimlach aan.
“Zo,” zeg ik. “Nu is het aan hen.”
Ik heb mijn diepste onzekerheid niet zomaar in een spel veranderd. Ik heb er munitie van gemaakt. De triomfantelijke glimlach blijft nog een hele tijd op mijn gezicht staan nadat de mail is verstuurd. Ik voel me de meester van het spel, de slimme poppenspeler die aan alle touwtjes trekt. Hand in hand met Kristof wandel ik verder, de adrenaline van mijn gedurfde zet zindert nog na in mijn bloed.

Maar naarmate we dieper het gebied intrekken, begint de high langzaam weg te ebben. Het wordt vervangen door een knagend gevoel van onbehagen, een subtiele teleurstelling die ik eerst niet kan plaatsen. Ik kijk om me heen, en het beeld dat ik zie, klopt niet met de fantasie die ik in mijn hoofd had opgebouwd. De dichte, ondoordringbare wildernis uit mijn dromen, waar ik als een onzichtbare nimf doorheen zou dwalen, blijkt een mythe te zijn. Dit is geen oerwoud. Dit is een netwerk van perfect onderhouden wandelpaden en brede, platgetreden dreven. We komen langs bankjes, vuilnisbakken en wegwijzers. En dan, als een klap in mijn gezicht, staan we plots aan de rand van een open weiland dat het bos doorkruist. Volledig open. Geen enkele boom om je achter te verstoppen.

De beschutting die ik zocht, is een illusie. Met elke stap die we zetten, wordt de ontgoocheling groter. Mijn hand klemt zich vaster om die van Kristof. Het speelse zelfvertrouwen van daarnet is ver te zoeken. Mijn ogen schieten niet langer plagend heen en weer, maar scannen de omgeving nu met een serieuze, bijna paniekerige urgentie. De kans om betrapt te worden is hier niet gewoon ‘aanwezig’, het is een bijna-zekerheid. Elke bocht in het pad kan een onverwachte ontmoeting betekenen met een gezin met kinderen, een groep mountainbikers, een jogger.

De zorgvuldig opgebouwde fantasie spat als een zeepbel uit elkaar, en wat overblijft is een zure, knagende twijfel. Het voelt niet langer als een opwindend spel. Het voelt als een onmogelijke, onverantwoorde missie. Ik stop met wandelen en kijk Kristof aan, de wanhoop moet van mijn gezicht af te lezen zijn. “Is mijn dare wel mogelijk in deze omstandigheden?” vraag ik, mijn stem is breekbaar. “Dit is geen geheim bos, Kristof. Dit is een provinciaal domein.”

- - -

Meer weten over deze dare? Schrijf je dan in op de nieuwsbrief door mij een mail te sturen. Mijn emailadres vind je in mijn profiel.
Trefwoord(en): Billen, Bos, Naakt, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...