Lekker Anoniem Webcammen!
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 24-11-2025 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 414
Lengte: Lang | Leestijd: 31 minuten | Lezers Online: 14
Schaarsbergen
We liepen naar buiten, linksaf langs het spoor. “Hoe bevalt het jou tot nu toe, Gonnie?” Ik dacht even na. “Elke dag was anders tot nu toe. Met de collega’s heb ik, geloof ik, wel goed contact, voor zover dat kan, tussen de klanten door. Yvon is ook een prima collega, met de programmeurs boven heb ik weinig contact, maar ik geloof niet dat ze dat erg vinden.”

Frank lachte. “Ken jij ‘The Big Bang Theory’?” “Als ik behoefte heb aan flauwe humor kijk ik er wel eens naar, ja.” “Nou, volgens mij zou Sheldon Cooper zich prima thuis voelen bij hen. Ware het niet dat zijn kwaliteiten niet op programmeursvlak liggen.” Ik trok een scheef gezicht. “Volgens mij zou er in no time een ‘big bang’ ontstaan als Sheldon daar binnen liep. Hij is genoeg overtuigd van z’n eigen, immer onfeilbare, gelijk. Op welk gebied dan ook. Dus laten we dat maar niet doen. Een beetje nerdigheid in de tent is prima, maar je kunt ook te ver gaan. Maar we hadden het over het mij hier beviel… Nou, Yvon is de revue al gepasseerd, de directe collega’s ook, Simon heb ik deze week één keer gezien en niet gesproken; hij was aan het bellen. Blijft over: Frank de kilometervreter. Ook wel een nette vent volgens mij. Gebruikt ten minste geen flauwe smoes om stiekem naar mijn benen te kunnen gluren, da’s al heel wat.”

Hij kleurde even. “Sorry hoor… Ik wilde niet…” Ik kapte hem af. “Frank, ik heb je al gezegd hoe ik er over denk: ik vond het heel netjes van je. Ik ken genoeg kerels die zonder pardon onder het bureau waren gedoken, rokje of niet.” Het was een tijdje stil en toen klonk: “Je zei: ‘Ik ken genoeg kerels die…’ Heb jij een relatie, Gon?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Oh, ik heb wel een paar scharrels gehad hoor; op de hogeschool in Utrecht zwermden er nogal wat mannelijke studenten om ons heen. Maar die heren waren slechts in één ding geïnteresseerd: hoe krijg ik Gonnie of Annet Peters, of allebei, zo snel mogelijk tussen mijn lakens?

En ondanks dat daar best een paar knappe kerels tussen zaten: thuis zie ik échte liefde om me heen. Mijn moeder en m’n stiefvader, m’n zus Annet en haar vriend Hans, mijn broer Rick en zijn vriendin Cora… En Cora’s ouders trouwens ook, Margriet en Abe. Stuk voor stuk mensen die elkaar door en door kennen en vertrouwen. Voor elkaar door het vuur gaan. Dát wil ik ook. Geen scharrel die mij op z’n trofeeënlijstje wil hebben en dan door gaat naar de volgende griet die beschikbaar is voor een nachtje. En als dat wat langer duurt, nou dan duurt het maar wat langer. Meer waard dan een one night stand.”

Deze hele redevoering ratelde ik er in één keer uit. Zo, nu wist Frank ten minste waar hij aan toe was. En dat bleek; de volgende minuten was het stil tussen ons. Toen hoorde ik schuchter: “Volgens mij denk ik er ongeveer hetzelfde over. Mijn vorige relatie… Als ik die uit de ogen van een buitenstaander had bekeken had ik meteen gezegd: ‘Jongens, niet aan beginnen. Jullie hebben totaal verschillende doelen. Fysiek mag het wellicht leuk zijn, maar op een gegeven moment vechten jullie elkaar de tent uit.’ Nou, zover is het niet gekomen, maar de laatste maanden van onze relatie waren, achteraf gezien, uiterst koeltjes. En nee, dat lag niet aan de verwarming op de slaapkamer.”

Ik moest lachen. “Opgestookt tot 25 graden, toch? En een maand later de afrekening zien van het gasbedrijf…” “Ja, zoiets. Je…” Hij zweeg plotseling en ik keek hem aan. “Wát, Frank?” Hij werd rood en zweeg nog een tijdje. Oké, dan niet. Ik hield ook mijn kwebbelmond maar dicht. Genoeg er uit geflapt… Plotseling stond hij stil en keek me recht aan. “Het is natuurlijk te stom voor woorden, maar ik wilde zeggen: je moet maar eens komen kijken, Gonnie. Sorry.”

Ik fronste. “Hoezo te stom voor woorden? Ik kan altijd nog ‘nee’ zeggen, Frank. Maar dat zeg ik nu maar niet. Lijkt me leuk om jouw bijzondere huis eens te bekijken.” Weer een stilte. Toen de vraag: “Morgen? Heb jij morgen iets te doen?” Plagend zei ik: “Misschien wel. Een zeker iemand zou me zo maar eens kunnen vragen om zijn huis in de bossen bij Schaarsbergen te komen bekijken. Afhankelijk daarvan…” Hij gaf een tik op mijn arm. “Potverdorie, het kost me al moeite genoeg om je dit te vragen. En dan ga je me ook nog pesten? Gonnie Peters, af en toe ben je een kreng.”

Ik giebelde. “Het valt me mee dat je nog ‘af en toe’ zegt. Hele volksstammen beweren dat ik dat 24/7 ben. Maar zonder dollen: het lijkt me leuk, Frank.” Hij keek opgelucht. “Leuk! Hoe laat kun jij?” Ik keek zuinig. “Niet te vroeg. Jij moet natuurlijk de puinzooi opruimen, want het is waarschijnlijk zo’n 5 weken terug dat er voor het laatst is afgewassen. Om van stofzuigen maar niet te spreken. Gelukkig heeft je slaapkamer geen ramen; dat scheelt spons-en-zeemwerk.”

Hij zuchtte. “Ik geloof dat ik mijn gastvrije voorstel maar intrek. Als jij denkt dat mijn huis één grote vrijgezellenbende is… Maar ik moet nog wel boodschappen doen. En inderdaad: stofzuigen is er deze week niet van gekomen.” “Nou, dan stel ik voor rond een uur of één ’s middags, oké? Dan kan ik lekker uitslapen en jij hebt vanaf vijf uur ’s ochtends de tijd om te stofzuigen en je boodschappen te doen. Iedereen blij.” Hij zuchtte weer. Diep. “Je zit me ongelooflijk te sarren, mevrouw Peters. Als je een vent was geweest had je nu al een trap onder je gat gekregen waar je van omrolt.” Ik gniffelde. “Ben ik even blij dat ik vrouw ben. Als je dat doet roep ik heel hard ‘Me too!’ en van alle kanten komen de redders aangerend. Soms heeft vrouw zijn wel wat voordelen.”

Hij bromde wat onduidelijks. “Oké morgen om 13:00 ben je welkom. Ik zal je zo op Google Earth laten zien waar ik woon, want met een straatnaam en -nummer kom je er niet.” Ondertussen waren we weer bijna terug en de boterhammen waren op. “Nu op tijd zijn, anders ben ik wéér te laat aan de telefoon. Bij dezelfde klant als vorige week. En dat ga ik niet leuk vinden.”

Eenmaal weer binnen gingen we weer aan het werk. Tot vier uur, waarbij Frank vrijwel ononderbroken aan de telefoon zat. En om vier uur deed hij opgelucht zijn headset af. “Zo. Dat was dat. Sorry, geen administratie kunnen doen. Die doe ik vanavond wel.” Hij grinnikte. “Tussen het stofzuigen door, dan staat het maandag op je mail.” We ruimden de ruimte nog even op en Frank legde een briefje op Mike z’n bureau. ‘Sterkte vandaag maar weer! Gr, Frank.’

Op mijn vragende blik antwoordde hij: “Ik weet dat helpdesk spelen niet de meest favoriete invulling van Mike z’n werkdag is. Vandaar.” Ik knikte langzaam. “Attent dat je daarom denkt.” Hij haalde z’n schouders op. “Kleine moeite. En je krijgt er gemotiveerd personeel voor terug.” Hij sloot zijn laptop af. “Hoho meneer! U zou me nog even laten zien in welke rimboe u verblijft…”

“Shit, ja… Moet ik dat ding weer starten…”

Even later had hij Schaarsbergen op Google Earth staan. “Kijk, dit is de Koningsweg, die ken je?” Ik knikte. “Mooi. Dan op de rotonde bij pannenkoekenrestaurant ‘Den Strooper’ linksaf, de Kemperbergweg op. Op een gegeven moment kom je dan op een Y-splitsing, daar moet je linksaf. Even verderop scherpe bocht links, enfin, gewoon de weg volgen, zeg maar. En na zo’n 300 meter zie je een smal zandpad links met een lage, houten slagboom. Daar je auto parkeren, het zandpad oplopen en na 100 meter rechtsaf, een smal graspaadje in. Even slingeren en je staat bij mijn optrekje.”

Ik keek. “Niks te zien van een huis. Je woont echt in de rimboe!” Hij grinnikte. “Beuken. Groeien boven het huis uit. En het huis staat in hun schaduw én heeft een groen dak. Het enige wat je van mijn huis ziet is een hele kleine verkleuring tussen de bomen. Dat is de carport. Als de foto in de winter zou zijn gemaakt had je iets meer gezien. Kun je hiermee uit de voeten?” Ik pakte mijn telefoon en zette een positiezoeker op de locatie van zijn huis. Met de tekst ‘Frank’. “Als je ooit ontslag neemt, moet je die van je telefoon afhalen, Gonnie. Deze locatie is staatsgeheim. Vanwege die bunker.” “Jaja… Jouw slaapkamer is staatsgeheim? Geloof je het zelf?” Hij grinnikte en sloot zijn laptop weer. “Wacht maar, mevrouw Peters.” Ik pakte mijn tasje en koffertje. “We zien elkaar morgen, Frank. Gezellig!” “Tot morgen, Gonnie.” Ik groette Yvonne op weg naar de uitgang en probeerde ‘gewoon’ te lopen. Want de vlinders in mijn buik maakten er nu een houseparty van, zo te voelen…

Eenmaal thuis deed ik snel nog wat boodschappen. Aardappels, vlees, groenten voor vandaag, morgen en zondag, brood, melk… Zal ik wat voor Frank meenemen? Ja, da’s wel zo netjes. Een doosje ‘Merci’ verdween ook in het karretje. En eenmaal thuis begon ik met het schillen van de aardappels, maar halverwege stopte ik er mee. Helemaal geen zin in eten! Die vlinders namen blijkbaar alle ruimte in met hun feestje. Ik pakte een kom met yoghurt en muesli en lepelde dat naar binnen. Geen gedoe met koken en het gleed er lekker in. Ondertussen dacht ik na over mijn kleding morgen.

Broek en trui? Nah… Zoiets als vandaag: rokje, panty, blouse. En ik had een stel leuke sandaaltjes met een niet al te hoge hak. En als meneer Veenstra een stuk wilde wandelen: dan inderdaad een broek, trui en wandelschoenen in een tas meenemen. Ja, dat moest het maar gaan worden. Ik giebelde inwendig. Nog leuke lingerie meenemen? Ik had nog wel wat leuke setjes die ik op de club wel droeg… Nee, Gon, niet doen. Het setje wat ik nu droeg was sowieso wel leuk. En die had ik ook in het geel. Die morgen maar aan doen.

Bleef het probleem over: wat vertel ik hem over ons ‘werk’ op de club? Ik kon me voorstellen dat hij daar redelijk van zou schrikken. Denk je een leuke dame aan de haak te slaan, blijkt ze een paar jaar lang ‘gastvrouw’ geweest te zijn in een seksclub. En ‘gastvrouw’ was een redelijk understatement; Annet en ik waren escortdames geweest. Oh, redelijk exclusieve, maar dan nog. We hadden het bed gedeeld met tientallen, misschien wel honderden kerels. En dames. De familie Amelink had daar nooit een probleem van gemaakt. Ma en Henk Klok ook niet. Maar niet iedereen was zo ruimdenkend als zij… Moeilijk! Hoe dan ook: als Frank serieus werd en uitsprak dat hij verliefd was, moest ik niet lang wachten om dit te openbaren. Dat zou hij niet op prijs stellen, dat wist ik zeker…

Al piekerend vervloog de tijd. En om half elf vond ik het wel genoeg; naar bed! Morgen een spannende dag! Voor mijn nachtkastje staand twijfelde ik even. Zou ik mezelf nog even verwennen met een speeltje? Uiteindelijk schudde ik mijn hoofd. Nee. De vlinders in mijn buik waren blijkbaar aan het uitrusten van hun feestje; laat die beesten lekker slapen. Ze zouden het morgen misschien druk zat krijgen… En liggend op bed overpeinsde ik de situatie. Ik was ondertussen behoorlijk verliefd op Frank aan het worden. Maar hoe keek hij tegen mij aan? Regelmatig kreeg hij een rooie kop als er een toespeling gemaakt werd. En hij had helemaal een vuurtoren toen hij vroeg of ik maar eens naar zijn huis moest komen kijken. Ja, waarschijnlijk had Frank wel een crush op mij. Ik giebelde. Zou wel door mijn mooie benen komen… Ik draaide me om. Nu slapen, gekke meid. Als het lukt…

Zaterdagochtend werd ik om half acht wakker. Jakkes, wat vroeg voor een zaterdag. En helemaal nu: wat in vredesnaam moest ik in de tijd tot half één doen? Want van hier tot Schaarsbergen was het weliswaar een kippe-eindje, maar ondanks de reservetijd die ik in wilde bouwen zou ik er niet langer dan 25 minuten over doen. Enfin, eerst maar eens ontbijten, want nu had ik wél trek. Duster aan, naar beneden, koffie, beschuitjes, beleg en de zaterdagkrant.

Ik had een abonnement op de krant, door de week digitaal maar op zaterdag ouderwets op papier. En daar genoot ik altijd van: lekker rustig, krant plat op tafel, koffie erbij, muziekje op de achtergrond en letters verorberen. Zo ook nu: voor ik het wist was het bijna tien uur en had ik de krant van voor tot achter gelezen. Met name het economisch nieuws verslond ik altijd; logisch, daar was ik in afgestudeerd. Ik legde de krant in de krantenbak; wellicht volgende week nog iets nalezen. En na een week ging de krant bij het oud papier. De nieuwe krant loste de oude af. Goed… Tien uur.

Maar eens onder de douche. En krijg maar de pip met je ‘zuinig met energie en water’-manie: vandaag ging Gonnie lekker uitgebreid douchen! Eerst onder de niet-zo-erg-warme straal, daarna uitgebreid inzepen en m’n haren wassen. Dan lekker warm afspoelen en crèmespoeling in m’n haar. En weer afspoelen. En even m’n poesje scheren. De laatste keer was een week geleden, vlak voordat ik met Cora en Annet… Heerlijk, die lekkere tongen van hen op mijn gladde lipjes! Wát een heerlijke meiden. Je zou er bijna lesbisch van worden.

Mijn poes begon te kriebelen. Ach verrek ook maar: zo dadelijk even lekker mezelf verwennen. Toen het scheermesje klaar was voelde ik. Ja… Zo glad als babybilletjes. En boven mijn poesje mijn ‘handelsmerk’: een smal pijltje van haartjes wat naar beneden wees en als het ware uitriep: ‘Hier moet je zijn!’ Mijn vingers gleden langzaam naar beneden tot bij mijn clit. En erlangs, tussen mijn lipjes. Eén voet op de kruk in de douche en ik kon er beter bij… Ja, lekker! Twee vingers die langzaam in mijn poes drongen, de duim die m’n clit zachtjes bewerkte… Ik sloot mijn ogen en genoot van het gevoel.

Mijn vingers vonden mijn G-spot trefzeker en ik kreunde toen ik het lekkere plekje zachtjes masseerde. En ik voelde mijn kut samentrekken: teken dat ik nat werd. Glibberig nat, prima om mijn poesje lekker te smeren. Annet vond dat altijd zo heerlijk: een glibberig poesje zo snel vingeren dat het goed te horen was. Ik was meer van het rustiger werk: lekker langzaam strelen en voelen en dan het liefst met een dun onderjurkje of een nylonkous over mijn vingers in mijn poesje… Dat gevoel… Heerlijk!

Ik zakte langzaam naar beneden en ging wijdbeens op de vloer zitten, onder de straal. En zo vingerde ik me langzaam naar een orgasme toe: benen gespreid, één hand in mijn natte kut, de andere hand op een tepel, lekker knijpend en masserend… Tot ik verkrampte: mijn kutje trok samen en ik voelde een verlossend orgasme uit mijn tenen omhoog komen! Lekker… Lekker geil… Ik kneep in een tepel en toen kwam het: een straal geil spoot uit mijn poesje over de vloer van de douche. Niks teder meer: lekker diep en hard in mijn geile kut raggen! Een tweede genotsgolf volgde al snel en een derde, iets minder hevig, maar niet minder lekker…

Toen was het een beetje óp; ik hing als een vaatdoek tegen de muur, op de grond uit te hijgen. En mijn gedachten op een rijtje te zetten. Tijdens het masturberen had ik eerst Annet op m’n netvlies gehad, maar die was plotseling vervangen door Frank! Frank die met een harde pik langzaam in mijn kut doordrong en me daarbij lief aankeek met die bruine ogen en me kuste terwijl hij diep in me klaarkwam… Frank. Zou hij dat wel willen? Ik wist dat ik er goed uitzag; elke gezonde vent tussen de 16 en 80 keek me na op straat. En Annet natuurlijk ook; we leken bijna sprekend op elkaar: lang, slank, mooie figuurtjes, lekkere strakke billen, mooie borsten, lange benen… Onze rossige haren en groene ogen maakten het plaatje áf.

Een van de gasten in de Club kwam om de twee maanden terug en boekte ons altijd samen. En zijn standaardgrapje was: ‘Ik wil een sandwich gingerbread.’ Hij kickte vooral op onze haren. En ging altijd tussen ons in liggen. Geneukt werd er pas rond tien uur, daarvoor genoot hij van het gevoel om tussen ‘de mooiste roodharigen van Nederland’ te liggen. Makkelijk verdiend geld voor de club, voor Annet en voor mij; het kostte hem ruim 2.000 euro en er hoefde maar één keer geneukt te worden. Door één van ons. En als hij klaar was gekomen gingen we lekker ontspannen in het bubbelbad en masseerden wij hem een beetje. En om half twaalf, als hij er uit moest, was de standaardgrap: “Volgende keer naai ik jullie beiden helemaal suf, lieve meiden!” En we wisten alle drie dat dat bluf was; de gast was redelijk op leeftijd en kon slechts één keer presteren. Maar hij genoot er vreselijk van…

Ik schudde mijn hoofd. Hallo Gon Peters! Wakker worden! Je zit hier onder de douche om je gereed te maken voor een date. Opstaan, je poes nog een keer uitspoelen en dan afdrogen. Húp!” Wat moeizaam stond ik op. De sproeier op mijn poes… Dat was even intens, met dat ding in de masseerstand op mijn clit… Oei! Toen ik van onder ook lekker schoon was ging de kraan uit en droogde ik mezelf af. Geel slipje aan, een bijpassende beha en nu opmaken. Niet te veel, niet te fel; mijn ogen wat accentueren, een beetje lipgloss, wat oogschaduw… Ik keek in de spiegel: Ja, dat was prima. Mooie groene ogen met een beetje accent en mooie, glanzende lippen.

In de slaapkamer: een dunne, suntan panty aan. Een geel, luchtig rokje er overheen. Iets boven de knie mocht nu wel. Een witte blouse met lange mouwen. Schoentjes aan… Een blik in de spiegel liet een mooie meid zien die fris in de kleren stak. “Je ziet er goed uit, Gon. Annet zou trots op je zijn!” Ik knipoogde naar mijn spiegelbeeld. Nog een beetje parfum op m’n polsen en achter de oren en ik was er klaar voor. Om tien voor half een deed ik een colbertje aan; dat colbertje deed ik wel uit als de gelegenheid het nodig maakte… Ik giechelde even. Rustig reed ik de route richting Schaarsbergen:

De N225 op richting Oosterbeek, voor Oosterbeek afslaan naar Wolfheze: Oosterbeek vond ik een drama om doorheen te rijden. In Wolfheze het spoor over richting Papendal en daar linksaf de Koningsweg op. En bij de T-splitsing bij die snackbar rechtsaf. Even later kwam ik bij de rotonde bij het pannenkoekenrestaurant. Oké, nu werd het even spannend. Linksaf… Ja, een bordje ‘Kemperbergweg’. So far, so good. Y-splitsing: linksaf. Slinger, bocht… rustig doorrijden en jawel: een pad met een slagboom. Ik zette de auto langs de kant. Tien voor een. Keurig op tijd, Gon!

Een snelle blik in de make-up-spiegel: ik keek in twee groene, stiekem wat nerveuze ogen. Wat als hij alleen maar zijn huisje wilde laten zien als trotse eigenaar? Ik haalde mijn schouders op. Nou ja, dan moesten de vlinders maar weer in winterslaap… Hop, er uit Gon! Doosje Merci in m’n tas, auto dicht en het pad volgen. Even later: een paadje naar rechts. Vage autosporen zichtbaar. En na twee scherpe bochten een dikke heg met een dak wat er bovenuit stak. Bingo. Écht in the middle of nowhere; sinds de rotonde had ik geen levende ziel meer gezien. Ik wilde net om de heg heenlopen toen ik een nogal hartgrondige verwensing hoorde.

Potdomme! Klereding… Moet je juist nú de geest geven?” Ik moest zachtjes lachen en zei nogal duidelijk: “Ja. Omdat u om één uur een afspraak had, meneer Veenstra…” Ik liep grinnikend om de heg heen. Daar stond Frank naast een vuurkorf die op z’n kant lag. Redelijk netjes gekleed, maar met gitzwarte handen en een nogal onbeholpen trek op zijn gezicht. “Dág Frank.” Hij kwam overeind, wilde me een hand geven, maar zag daar toch maar van af. “Hoi Gonnie. Welkom in Schaarsbergen. Ik had je graag een hand gegeven, maar…”

“Ja, laat dat nog maar even achterwege”, zei ik gespeeld nuffig. “Ik weet niet wie er gewonnen heeft, die vuurkorf of jij, maar ik heb zo m’n vermoedens.” Hij bromde. “Het laatste ding wat ik even wilde opruimen. En uitgerekend nú dondert het kreng uit elkaar. Nou ja, hij moest toch naar het oud ijzer. Eerst m’n handen wassen, da’s wel een goed idee. Kom maar mee naar binnen.” Een bungalow. Niet zo gek groot zo te zien.

Binnen liep ik achter Frank aan: een hal met drie deuren door, de woonkamer in. Een uiterst ‘strakke’ woonkamer overigens. Ik keek rond. Bankstel, bureau, de binnenmuren vol met boekenkasten, weinig ‘prullen’. Aan de voorzijde een paar grote ramen. De zijkanten werden ingenomen door boekenkasten, behalve één stuk muur; daar hing een grote foto van een wat ouder echtpaar met een berglandschap op de achtergrond. Frank was ondertussen naar achteren gelopen, de keuken in. Nou ja, keuken: woonkamer en keuken vormden één grote ruimte. De keuken was afgescheiden van de kamer door een open bar. Daarachter een kookeiland met een afzuiging er boven. Kastjes, aanrecht en gootsteen langs één kant, de andere kant bestond uit glas en twee openslaande deuren. Frank had ondertussen zijn handen weer toonbaar gemaakt en kwam de keuken uit. “Zo. Nu kan ik mijn bezoek ten minste een hand geven zonder dat ze meteen onder de douche moet. Hoi Gonnie, welkom in Schaarsbergen.” Hij gaf me een hand. “Koffie?” “Lekker.”

Ik wees op de grote foto tussen de boekenkasten in. “Je ouders?” Hij knikte. “Tijdens een van hun vakanties naar Oostenrijk. Ze waren gek op dat land.” Hij grinnikte. “In de zomer ten minste. In de winter gingen ze er nooit heen; mijn moeder had er een bloedhekel aan om in de winter te rijden. ‘Sneeuwkettingen zijn handig om je vent mee om de oren te slaan. Niet om over je banden te trekken’, zei ze altijd als het onderwerp ter sprake kwam.” “Ik geef haar gelijk. Met het eerste deel ten minste. Maar jij hebt wel wat van je pa weg. En de ogen van je moeder.” Hij liep naar de keuken. “Dank je wel. Da’s een mooi compliment. Mijn moeder zei heel vaak: ‘Ik heb de knapste vent van Nederland getrouwd. Jammer dat hij af en toe stronteigenwijs is.’ En dan lachten ze allebei.”

“Zo te horen was dat een goed huwelijk, Frank.” Een bevestigende brom kwam uit de keuken. “Zeker weten. Yin en Yang. Peppi en Kokkie. En de laatste paar jaar van hun leven noemde ik ze wel eens Stadler & Waldorf, die twee ouwe mopperkonten op dat balkonnetje in het theater van The Muppets. Vulden elkaar voor honderd procent aan. Hen tegen elkaar uitspelen? Kansloos.” Verder kwam hij niet: geraas vulde de ruimte en ik liep richting keuken. “Wie ben jij aan het vermoorden?”

Hij wees op de koffiemachine en riep: “Bonen. Koffiebonen. Zo krijg je de lekkerste koffie, van vers gemalen bonen.” Ik mopperde: “Nou, dan moet je bij elk bakje koffie wel gehoorbescherming dragen… Wát een herrie.” Even later was het lawaai voorbij en hoorde ik alleen nog maar gesis van stoom. En toen kwam hij met twee mokken de kamer in. “Sorry, ik drink altijd uit een mok. Kopjes zijn me te klein en schoteltjes zijn overblijfselen uit het hof van Lodewijk de veertiende en zijn liefje Marie Antoinette. Nou, beiden zijn geëxecuteerd op de guillotine, dus die schoteltjesmanie hadden ze ook overboord kunnen gooien. Had de Franse Revolutie tóch nog wat nuttigs opgeleverd. Ze zijn nergens voor nodig.” Ik pakte mijn tasje. “Behalve om de taart op te leggen, maar die zie ik nergens. Dus… Alsjeblieft, voor de gastheer.”

Ik gaf hem de doos Merci. “Dank je wel. Had niet gehoeven. Want er is taart.” Even zweeg hij. “Die zit voor me.” Ik pakte mijn tasje. “Moet ik hiermee gaan gooien? Dat gaat je niet bevallen, meneer Veenstra, want ik heb er vanochtend een vers geslepen tostie-ijzer in gedaan!” Ik keek boos. “Nou ja, dan pak ik die andere taart wel… Op een functioneel schoteltje. En een gebaksvorkje.” Hij liep weer naar de keuken, om even later terug te komen met een grote schaal met zes verschillende soorten taartpunten. “Kies maar uit wat je lekker vindt.”

“Zóóó… jij bent op alles voorbereid, zie ik wel!” Slagroomtaart, aardbeientaart, appel-kruimelvlaai… Ik koos de laatste. “Dan kan er ten minste geen slagroom in m’n snor blijven hangen.” “Dat zou dan heel weinig slagroom zijn, Gon. Ik zie nul komma nul snor.” Ik streek over mijn bovenlip. “Oh ja, da’s waar ook. Ik heb me vanochtend geschoren. Speciaal voor de gelegenheid…”

Hij zuchtte. “Ik heb wel gemerkt dat ik, met jou in de buurt, goed op m’n woorden moet passen.” “Hou die gedachte vooral vast, meneer Veenstra. Kun je nog lang plezier van hebben…” Een tijdje was het stil, terwijl we onze taart aten. Daarna zette ik een leeg schoteltje op tafel. “Lekker, Frank. Goeie bakker.” Hij wees naar het zuiden. “De bakker van Schaarsbergen. Niet alleen prima gebak, maar ook heel lekker brood.” Toen we de koffie op hadden stond hij op. “Nou… Jij wilde mijn huisje zien? Kom op dan, in de benen.” Hij grijnsde jongensachtig en de vlinders gingen van een beetje sloom rondhangen over op Rock & Roll.

“Eerst de begane grond, dan naar buiten en als laatste de slaapverblijven.” “Ja, da’s wel zo handig.” Ik keek ook ondeugend. Verdomme, wat heeft die vent mooie ogen… Zeker als hij lacht! Frank nam me mee naar buiten. Een klein tuintje met een stukje gras van 6 x 4 meter. Nogal wild gras. “Tja, een keurig Engels gazonnetje is hier kansloos. Eén keer in de maand hou ik het kort. Met een simpele, handbediende grasmaaier. Dit lapje grond is geen elektrische grasmaaier waard.”

De rest van de ‘tuin’ bestond uit struiken, heesters en de heg. Geen hek. “Waarom zou je hier een hek plaatsen? Ten eerste komt hier bijna geen mens, ten tweede zou je dan een aantal struiken moeten weg halen. Onzin. Ik weet waar mijn grond begint; ik heb de meetpunten van het kadaster opgezocht en daar witte paaltjes in gezet. Je bent er langs eentje gekomen toen je het pad op liep. Het is een rechthoekig stukje grond, vanaf de Rolbaan, die asfaltweg langs het vliegveld, tot iets achter het huis. 150 meter diep bij 80 breed. Genoeg voor mij. Mijn eigen paradijsje.”

Ik keek hem aan. “Oh? Paradijsje? Loop je dan ook naakt rond? Interessant…” Hij zuchtte. “Mevrouw Peters. We kennen elkaar net een week en een halve dag. En u heeft belangstelling voor mijn kleding, of juist het gebrek aan, als ik thuis ben? U bent ondeugend. Maar dat weet ik al sinds uw sollicitatiegesprek.” Ik dacht snel na. Wát had ik voor ‘ondeugends’ gezegd ten tijde van het sollicitatiegesprek? Volgens mij helemaal niets…

Hij grijnsde weer. “Een dame die een man zó op het verkeerde been kan zetten dat hij de meest kostbare delen van zijn anatomie voor haar ontbloot, en die delen dan vervolgens keihard in de mangel neemt… Valt bij mij in de categorie ‘ondeugend’, Gon.” Oeps… De vlinders gingen nu over op een hevige Boogiewoogie… Zoals hij ‘Gon’ zei… Ik hield mijn gezicht in de plooi.

“Nou, als dat zijn meest kostbare delen waren, geef ik geen stuiver voor de rest. Het stelde allemaal niet zoveel voor.” Ik snauwde het bijna. Even was het stil en toen zei Frank zachtjes:

“Als je er geen antwoord op wil geven is het ook prima, Gon, maar… Heb je dan vergelijkingsmateriaal?”
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Durf jij met oma te flirten?
Klik hier voor meer...