Door: Jefferson
Datum: 07-05-2025 | Cijfer: 8.5 | Gelezen: 2133
Lengte: Lang | Leestijd: 25 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 25 minuten | Lezers Online: 1
Overal En Altijd
Liza had haar knieën nog licht gebogen, haar hand rustte op het smalle randje van de vensterbank terwijl haar ademhaling langzaam terugkeerde naar een rustiger ritme. De geur van Samuel hing nog in de kamer — zweet, opwinding, een vleug aftershave vermengd met iets rauwers — maar de hitte die haar zojuist had overspoeld was op slag verdwenen. Wat haar op de been hield was geen verlangen meer, maar iets anders. Iets kouds. Dreigends.
Het begon met het geluid van stemmen. Niet één, maar meerdere. Laag, gonzend, dan plots luid. Schel. Toen ze opstond, haar blouse snel dichtknopend met trillende vingers, viel het haar meteen op: de stilte van de straat was gebroken. Niet door verkeer, geen kinderen op fietsen of buren die een praatje maakten, maar door iets anders. Iets ongecontroleerds. Ze liep naar het raam en trok het gordijn een stukje opzij, voorzichtig, haar hart al bonkend in haar borst voordat ze wist waarom.
Beneden stond een groepje mensen bijeen. Niet massaal, maar genoeg om haar alarmbellen te laten rinkelen. Bekende gezichten uit de buurt, verspreid over het trottoir, in kleine groepjes samengepakt als kraaien rond een prooi. En dan — midden op de weg — een auto. Niet die van Brian, maar een andere. Donker, laag, met de motor nog zachtjes pruttelend. Daartegenover stond Brian zelf, breed, dominant, maar niet kalm zoals ze hem kende. Zijn stem was rauw, op het randje van controle. En tegenover hem — een vrouw. Donker, even oud als hij, maar volledig buiten zichzelf. Haar stem sneed door de straat als glas. Niet één keer, maar herhaaldelijk. Hysterisch. Woedend. Gekwetst.
“Je denkt dat ik dom ben?! Dat ik niks doorhad?!” riep ze, haar handen gebald, haar lichaam trillerig van woede. “Hij heeft met een slet geneukt, Brian! Een oudere vrouw! Een buurvrouw, verdomme!” Liza had John wel eens een appje gestuurd. Gelukkig voor haar had John nooit haar naam in zijn contacten gezet. ''De Buurtslet'' had hij haar brutaal genoemd. En die vroeg dan wel eens aan John of hij weer langs wilde komen. Flarden had zijn moeder maar gelezen. Niet wetende wie dat dan was. Maar genoeg om conclusies te trekken. En door behoorlijk scène te schoppen, zou die buurtbewoner, wie dat ook zou zijn, dit vast wel meekrijgen.
Liza verstijfde. Alsof haar lichaam in één klap doorzichtig was geworden. De gordijnen, de muren, haar huid — niets leek haar nog te beschermen. Ze voelde Mathijs naast zich komen staan, zijn blik gericht op hetzelfde tafereel. Zijn schouder raakte de hare. Ze deinsde niet achteruit.
De naam viel als een klap.
“John!” gilde de vrouw. “Je eigen fucking zoon, Brian! Heb je enig idee wat hij gedaan heeft?!”
Alsof iemand een emmer ijswater over haar heen gooide, kromp Liza ineen. Niet fysiek — ze bleef stijf rechtop staan — maar vanbinnen begon alles te trillen. Haar knieën, haar maag, haar gedachten. De naam galmde na. De woorden echoëden tussen de huizen. Ze waren niet bedoeld voor haar, maar ze waren van haar. Elk woord. Elke beschuldiging.
Samuel had zich al stilletjes teruggetrokken, als een schaduw die verdwijnt zodra het licht fel genoeg is. Geen woorden, geen uitleg. Alleen stilte. En zijn afwezigheid. Wat overbleef was Mathijs, die niets zei, niets vroeg, alleen staarde. En zij. Die keek. En zweeg.
Toen zag ze hem.
John.
Aan de overkant, net buiten het directe gezichtsveld van zijn ouders, stond hij met een stapel kleding in zijn armen. Zijn gezicht was niet meer dat van een jongen. Geen nervositeit, geen schrik. Alleen stilte. De stilte van iemand die iets heeft geaccepteerd. Hij keek even op, een fractie van een seconde — misschien naar haar raam, misschien ergens anders — en liep toen richting de auto. Zijn moeder rukte het portier open, haar arm trok hem mee alsof hij nog een kind was, maar hij verzette zich niet. Niet één moment. Hij was geen buurjongen meer. Niet voor haar. Niet voor iemand. Hij legde wat spullen in de auto en ging meer halen. Het was leuk zolang het geduurd had.
Liza had zich niet bewogen. Alleen haar ademhaling verraadde haar — hoog, onregelmatig, te snel. Ze wist dat dit niet meer ongedaan kon worden gemaakt. De hele straat wist het. Misschien niet wie. Maar ze wisten genoeg.
Het gordijn viel langzaam terug op zijn plek. De kamer leek kleiner dan net, alsof de muren naar binnen bogen, alsof de lucht verdicht was door wat ze net hadden gezien. Mathijs zei niets. Zijn ogen rustten even op haar, maar gleden daarna weg, alsof hij niet wist waar hij haar moest plaatsen. Of misschien juist precies wél wist, en daarom zweeg. Ze slikte, haar keel droog, haar buik nog altijd in de knoop. De smaak van Samuel zat nog in haar mond, zout, muf, mannelijk – maar wat daaronder lag, wat haar tong werkelijk voelde, was schaamte.
Ze wist niet of ze zich moest aankleden of juist nog even in dit niemandsland wilde blijven, tussen twee werelden in. Maar haar lijf nam het over. Haar hand streek de plooien van haar blouse glad, haar vingers werkten gedachteloos haar knoopje recht. Mathijs draaide zich langzaam om, liep zonder iets te zeggen richting de trap, en zij volgde. De stilte tussen hen was geen verwijt, geen woede. Eerder een soort acceptatie. Alsof ze beiden wisten dat ze zich straks moesten voordoen alsof ze verrast waren, onschuldig, argeloos. Alsof het geen realiteit was die hen langzaam uit elkaar trok en tegelijk vreemd genoeg dichterbij bracht.
Buiten was het schemerig. De straat had een vreemde kleur gekregen in het avondlicht, iets tussen oranje en loodgrijs in. De meeste buren stonden verspreid over het trottoir, doen alsof ze toevallig langs liepen, maar hun ogen gleden steeds terug naar het huis van Brian. Liza zag de vrouw nog staan, met haar handen in haar zij, haar ademhaling zwaar, haar blik schuin over haar schouder. Ze was niet meer aan het schreeuwen, maar haar lichaam trilde nog na van alles wat ze eruit had gegooid.
Liza en Mathijs voegden zich bij een groepje buren aan de overkant. “Wat is er aan de hand?” vroeg Mathijs, zijn stem kalm, beheerst. Liza knikte slechts, trok haar gezicht in een mengeling van bezorgdheid en onbegrip. Een oudere buurvrouw antwoordde fluisterend, alsof de straat een kerk was geworden. “Ze zegt dat John iets gedaan heeft… iets met een oudere vrouw. Ik snap er niks van.”
“Zeker weten dat het geen roddel is?” vroeg Liza, haar stem dun, een tikje hoger dan normaal. Ze voelde de ogen even op haar rusten, maar het moment gleed voorbij. Niemand die het doorhad. Niemand die het kon weten.
Behalve hij.
Haar blik gleed naar links, bijna op automatische piloot. Daar stond John, tussen twee auto’s in, met zijn rug half naar haar toe. Maar op het moment dat ze keek, draaide hij zich iets – en hun ogen ontmoetten elkaar. Geen groet, geen knik, geen frons. Alleen een blik. Tien meter afstand, maar het voelde als een aanraking. Zijn gezicht was strak, zijn ogen donker, maar het was er. Dat onuitgesproken besef: dit gaat over ons. Over wat we deden. Over wat jij me gaf, en wat ik nam.
Toen gebeurde het.
Zijn moeder draaide zich om. Niet naar hem, maar naar de overkant. Haar blik speurde vluchtig over de gezichten, even op zoek naar de waarheid tussen alle gezichten die zich schuilhielden achter bezorgde fronsen. En ergens — heel even — bleef haar blik hangen op Liza. Geen herkenning. Geen zekerheid. Maar een flits van twijfel. Een frons, een omlaaggetrokken mondhoek. “Zou het…?” leek haar blik te fluisteren. Maar het antwoord kwam niet. Nog niet.
Liza voelde hoe haar ademhaling versnelde, haar maag zich aanspande. Ze wilde iets zeggen tegen Mathijs, iets willekeurigs, iets normaals, maar haar stem vond geen uitgang. De straat was ineens te vol, te dichtbij, te echt. De opwinding van net, de drang die haar op haar knieën had gebracht, voelde nu als een verraad aan haar eigen menselijkheid.
En toen voelde ze het.
Zijn hand. Mathijs’ hand, die de hare vond en stevig omvatte. Geen tederheid. Geen troost. Iets anders. Iets wat ze niet meteen kon duiden. Het was geen toestemming, geen straf. Het was een herinnering. Aan wat hij wist. Aan wat hij had gezien. Aan het feit dat dit ook zijn verhaal was.
Ze kneep zachtjes terug. Een reflex. Een schaduw van vroeger.
En toch, in die simpele aanraking, wist ze: ze stond hier niet alleen.
Maar ze wist ook: dit ging groter worden dan zij aankon.
Het was nog vroeg, de zon hing laag en warm in de lucht, een belofte van een lome zomerdag. De gordijnen stonden open, de ramen op een kier, en door het huis stroomde een zwoele, haast zondige stilte. Liza droeg een luchtig zomerjurkje, mouwloos, met een rug die net iets te bloot was voor iemand die hoopte onzichtbaar te blijven. Haar benen waren nog nat van het douchen, haar huid glansde zacht van de lotion. Ze zat op het aanrecht, telefoon tegen haar oor, haar blote voeten bungelend boven de tegelvloer.
"Ik weet het niet, Eva," zuchtte ze. "Sinds die avond voelt alles alsof het ieder moment in kan storten. Alsof ik... door de mand kan vallen."
Aan de andere kant van de lijn klonk Eva’s stem kalm, geruststellend. "Maak je niet gek. Niemand heeft je naam genoemd. En als Brian echt iets vermoedde, had je het allang gemerkt."
Op dat moment ging de deurbel.
Liza verstijfde. Haar hart sloeg een tel over, en haar benen vonden de grond alsof ze zich moesten verankeren voor wat komen ging. Ze liep naar het raam, haar telefoon nog in de hand, en keek naar buiten. Haar adem stokte.
Brian.
Hij stond op de stoep met zijn handen in zijn zakken, nonchalant ogend voor wie hem niet kende. Maar Liza zag het meteen: zijn ogen waren te fel, zijn kaak te strak. Dit was geen vriendelijk bezoek.
"Ik bel je later terug," fluisterde ze in de telefoon. Ze verbrak de verbinding zonder Eva’s reactie af te wachten en liep naar de voordeur.
Ze opende die op een kier.
Zijn blik schoot over haar heen. Haar jurk. Haar blote armen. Haar gezicht, onopgemaakt maar zichtbaar gespannen.
"Mathijs is er niet, toch?" vroeg hij, zijn stem laag, bijna vriendelijk.
Ze knikte automatisch. "Nee."
Hij hield haar blik vast. Een seconde. Twee. Te lang. "Mooi."
Ze wist dat ze de deur dicht moest doen. Dat ze hem moest wegsturen. Maar haar vingers bewogen niet.
"Ik denk dat je wat uit te leggen hebt," zei hij toen, en zijn stem veranderde. Minder vriendelijk. Meer iets wat onder de huid kroop.
Ze slikte. "Ik... ik weet niet waar je het over hebt."
Zijn wenkbrauwen trokken licht omhoog. "Nee?" Hij zette een halve stap naar voren, duwde de deur verder open met zijn hand. Ze week achteruit. Niet veel. Maar genoeg.
"Je weet precies wat ik bedoel, Liza." Zijn stem had nu dat andere randje — dreiging vermengd met opwinding. "Mijn ex is hysterisch, mijn zoon doet alsof z’n tong afgesneden is, en jij... jij speelt alsof je niets weet."
"Ik..." begon ze, haar stem breekbaar, maar hij onderbrak haar.
"Je wilde alleen míj, zei je toch?" Hij was nu binnen, zijn schouder rakelings langs de hare. "En nu doe je ’t met m’n fucking jongen?"
Ze sloeg haar ogen neer, voelde de kleur op haar wangen branden. Hij rook haar angst. Maar ook iets anders.
"Moet heel de buurt dit weten," zei hij langzaam, "of gaan wij wat regelen... zodat ik dit stilhou?"
Daar was het. De grens. Niet als een klap, maar als een fluistering die veel harder binnenkwam. Liza zweeg, haar hart bonkte in haar keel. Ze voelde hoe haar benen zich automatisch aanspanden, haar rug iets holler werd, haar borstkas trilde.
"Wat bedoel je met ‘regelen’?" fluisterde ze.
Zijn ogen gloeiden. "Doe niet alsof je het niet snapt." En voor ze iets kon doen, greep hij haar pols vast en trok haar mee, de gang in. Niet ruw, maar doelgericht. Zijn lichaam was warm, gespannen. Ze voelde de kracht in zijn hand. De onvermijdelijkheid.
"Ik wil je terug, Liza," zei hij zacht, zijn stem vlak naast haar oor. "Maar nu anders. Nu op mijn voorwaarden."
Haar mond opende zich, een protest, misschien een onderhandeling, maar het kwam er niet uit. Want hij was al bezig zijn broek los te maken.
Ze hoorde de rits. De plop van de gesp. En toen — zag ze hem.
Zijn zwarte lul sprong naar voren, half stijgend, half al keihard. Zwaar, dik, glanzend aan de top. Haar keel werd droog, haar blik werd vacuüm getrokken naar dat wat ze al kende, maar waarvan ze wist dat het nu anders zou zijn. Nu zonder keuze. Zonder verleiding.
Maar het deed iets met haar. Hoe verrot ook. Ze voelde het tintelen. Niet alleen van angst. Ook van wat ze geworden was.
Liza slikte. Haar ogen omhoog, dan weer omlaag. De glanzende paal bewoog licht op het ritme van zijn ademhaling. Hij keek haar aan, geen twijfel, alleen verwachting.
En ze wist: pijpen zou niet genoeg zijn.
De zon viel vol naar binnen door de grote ramen, helder en meedogenloos. Er was geen schaduw om zich achter te verschuilen, geen gordijn dat bescherming bood. Alles stond open. Alles werd gezien. En toch deed Brian geen poging om iets te verbergen. Integendeel. Hij duwde haar met zijn brede hand richting het aanrecht, draaide haar met weinig moeite om en liet haar voorover buigen, precies op de plek waar ze eerder nog nonchalant had gezeten, haar voeten bungelend in de ochtendlucht.
Haar adem stokte toen zijn vingers haar zomerjurk omhoog trokken, de stof vouwend tot boven haar billen, haar lichaam plotseling zo bloot dat het haar even duizelde. De koelte van het aanrecht contrasteerde met de warmte van zijn lijf achter haar. Hij zei nog niets. Maar hij keek. Ze voelde zijn blik op haar huid branden. Toen — een klap. Zijn hand hard op haar bil. Een rauwe, meedogenloze tik die haar lijf deed schokken. Ze kreunde. Niet van pijn, niet alleen. Maar van de erkenning. Van het feit dat hij haar als de zijne claimde.
"Wanneer ik wil," zei hij, zijn stem laag, zinderend, zijn adem tegen haar oor. "Waar ik wil."
Ze knikte. Trillend. Geen woorden. Geen protest. Alleen haar lichaam, dat vanzelf meegaf. Haar ademhaling werd sneller, dieper. Er was geen keus meer. Maar het voelde niet als dwang. Het voelde als een roeping die eindelijk beantwoord werd.
Zijn vingers haakten zich achter haar slipje, trokken het ruw opzij. Geen tijd verspild aan finesse. Geen romantiek. Alleen zijn zwarte hand op haar bleke huid, en het gewicht van zijn lul tegen haar opengestelde lippen. Ze was nat. God, ze was nat. Niet een beetje — ze droop. Van angst, van opwinding, van alles wat ze de afgelopen dagen had opgekropt en verdrongen. En hij voelde het. Zijn eikel gleed als vanzelf tussen haar schaamlippen, zwaar en dik en glanzend.
Ze kreunde schor toen hij duwde. Geen pardon. Geen aarzeling. Alleen dat onverbiddelijke gevoel van opengesperd worden door iets dat niet te stoppen was. Ze was strak, veel strakker dan ze zelf had verwacht, maar haar lichaam gaf zich over. Haar kletsnatte vlees omhulde hem alsof het was gemaakt voor dit moment.
Haar hoofd hing omlaag, haar handen stevig op het aanrecht. Elke spier in haar lijf stond strak, maar haar heupen duwden zich tegelijk onbewust naar achteren. Ze wilde meer. Dieper. Harder. Alles.
En toen kwam het eruit, zacht, gebroken, vanuit een diepte in haar die ze nog niet eerder had toegelaten.
"God… neem me…"
Haar stem trilde. Geen bevel, geen verzoek. Een smeekbede. Ze wilde bezeten worden. Niet alleen maar pijpen, niet zich laten verleiden — maar genomen worden. Nu. Hier. Door hem. Volledig. Ongefilterd.
En Brian? Hij hoorde haar. Hij voelde het. En hij begreep al dat pijpen nooit genoeg zou zijn geweest om goed te maken wat zij gedaan had. Boosheid? Ja, ergens was hij wel boos. Maar eerlijk gezegd was hij zijn eigen zoon en wat Liza met hem wel of niet gedaan had al lang vergeten.
Ze voelde het aan alles: de manier waarop hij zich tegen haar aanduwde, zijn ademhaling diep en zwaar, zijn greep onwrikbaar op haar heupen. Haar buik raakte net de rand van het aanrecht terwijl hij zich in haar duwde, stevig, ongeduldig, alsof hij haar lijf wilde straffen voor alles wat ze hem ontnomen had. Ze kreunde diep, haar voorhoofd rustte op haar onderarmen, haar benen trilden al vanaf de tweede stoot. Hij zat diep, veel dieper dan John ooit had gekund, zijn pik vulde haar volledig, hard en heet, alsof hij haar opnieuw vormde vanbinnen.
Haar zomerjurkje hing als een slordige lap boven haar onderrug. Alles stond open. De zon op haar rug, de lucht die zacht bewoog door het huis, maar in haar lichaam woedde een storm. Haar slipje klemde nog half om één dij, maar hij trok het ruw opzij telkens als hij zijn heupen tegen haar kont beukte. Ze was nat. God, ze was zó nat. Elke beweging liet haar soppen. Elke stoot hoorde ze zelf. En hij hoorde het ook. “Vuile, geile slet…” gromde hij terwijl hij haar dieper nam. “Je bent hiervoor gemaakt. Snap je dat?”
Ze kreunde schor, haar knieën knikten onder haar. “Ja…” ademde ze, haar stem een schaduw van zichzelf. “God, ja…”
Toen ze niet meer kon blijven staan, trok hij zich terug. Een klap leegte. Ze hijgde, haar benen leken van rubber. Hij draaide haar om en tilde haar moeiteloos op het aanrecht. Haar benen spreidden zich vanzelf, haar dijen klam van zweet en geilheid. Hij gleed meteen weer naar binnen, zijn gezicht dichtbij het hare, en de intensiteit werd ondraaglijk. Liza greep zijn schouders, haar hoofd viel achterover, haar mond wijd open terwijl hij haar hard en ritmisch nam.
Ze kreunde tussen haar tanden door, maar geen enkele kreet bracht genoeg verlichting. “Harder… neem me harder,” kermde ze uiteindelijk, wanhopig. Zijn ogen flitsten kort. Frustratie. Lust. Triomf. Hij beukte haar dieper, zijn heupen sloegen tegen haar billen. Haar borsten stuiterden tegen zijn borst. Hij greep haar keel, zijn vingers stevig, haar adem even afgeknepen — net genoeg om haar hoofd leeg te maken van alles wat niet puur lichamelijk was.
Toen hij merkte dat ze klaarkwam, weer, voor de tweede keer, haar spieren krampend rond zijn pik, haar ogen glazig, hield hij haar nog strakker vast. “Je gaat eraan wennen,” siste hij tegen haar lippen. “Je gaat het missen als ik er niet ben.”
Ze knikte nauwelijks. Alles in haar lijf was vloeibaar geworden. Alles smeekte om meer.
Hij tilde haar van het aanrecht, draaide haar tegen de muur, haar benen gespreid, haar voeten nauwelijks steunend op de grond. Ze greep zijn nek, haar lippen in zijn schouder gedrukt terwijl hij haar opnieuw nam, deze keer rauwer, dieper. Zijn vingers doken haar mond in — twee tegelijk. Ze zoog erop als een reflex. Als een hongerige vrouw die wist wat haar te wachten stond.
En toen… op de grond.
Hij liet haar zakken, duwde haar door haar knieën tot haar kont in de lucht stond, haar gezicht laag, haar handen plat op het parket. Alles scheef. Haar jurk op haar rug, haar slipje verloren in de keuken, haar haar half losgetrokken. Ze hijgde, haar lijf glanzend van zweet. Hij kwam over haar heen, duwde zich opnieuw in haar. Dieper dan ooit. Ze gilde niet — ze opende haar mond en ademde hem in.
Ze kwam nog een keer. Lang. Doffend. Haar gezicht plat tegen de vloer, haar kont trillend, haar spieren op knappen. En hij… hij bleef gaan. Geen aarzeling, geen twijfel, alleen zijn frustratie, zijn kracht, zijn bezetenheid van haar lijf.
En toen wist hij het.
Hij trok zich terug, zijn handen grepen haar haar en nek, hij trok haar hoofd omhoog — haar kont nog altijd hoog in de lucht — en hijgde zwaar. “Je weet dat ik het niet meer kan houden…”
Liza draaide haar hoofd, haar wang tegen de vloer, haar mond halfopen. Ze antwoordde niet. Ze hoefde het niet.
Met één hand hield hij haar hoofd laag, stevig, dominant. Met de ander trok hij zich af. Zijn pik glinsterde, dik, pulserend. En toen — kwam het.
Een warme, massieve straal spoot over haar gezicht. Eerst op haar wang, dan hoger, over haar slapen, haar nek. Ze kreunde niet. Ze slikte. Haar oog kneep toe onder het geweld van zijn lading, haar huid glibberig van zijn zaad.
Hij bleef nog even hijgen boven haar. Zijn hand op haar achterhoofd. Zijn zaad op haar huid. Zijn geur, zijn stem, zijn kracht.
En toen… was het stil.
Hij zei niets. Liep weg.
En zij?
Zij bleef liggen. Wijdbeens. Gekreukt. Gebruikt.
Haar gezicht plakte. Haar kont trilde nog. De vloer voelde koud onder haar borsten. Ze ademde zwaar. Haar gedachten leeg. Een diepe stilte waarin alleen één zin bleef hangen:
Was dit dan wat ik wilde?
Ze stond voor de spiegel, haar huid nog rood op plekken waar zijn handen haar hadden vastgehouden. Haar wang glansde licht, schoongeveegd maar niet vergeten. Het water had het meeste weggehaald, de geur misschien ook, maar het gevoel bleef. Alsof hij nog steeds achter haar stond, zijn adem in haar nek, zijn woorden in haar oor. Wanneer ik wil. Waar ik wil.
Brian hield zijn mond. Dat wist ze. Ze had het in zijn ogen gezien toen hij haar achterliet: voldaan, triomfantelijk, en zwijgend. Niet uit respect. Uit controle.
Het geheim was veilig.
Voor nu.
Ze had Mathijs niets verteld. Niet omdat ze loog — maar omdat ze wist dat het deze keer anders was. John had hij kunnen verdragen. Samuel, misschien. Maar dit… Brian. Zijn overmacht. Zijn vaderlijke blik. De manier waarop hij haar had genomen alsof ze geen andere optie had gehad. Alsof ze dat ook niet wílde. Ze was bang dat Mathijs haar dan niet meer zou aankijken zoals hij nu nog deed. Alsof ze gered kon worden.
En dus zei ze niets.
Ze leefde haar dagen als altijd. Glimlachte in de keuken. Liet haar hand soms even op zijn arm rusten, alsof haar aanraking nog hetzelfde betekende. En Mathijs? Hij keek haar aan zoals voorheen. Alsof ze zijn vrouw was. Alleen van hem.
Maar als hij de deur uitging, als hij dacht dat ze alleen was…
Dan stond Brian alweer aan de achterkant van het huis.
Geen woorden nodig.
Ze liet hem binnen.
En hij nam haar.
Op de keukentafel, tegen de muur, over de bank, voor het raam, op de trap. Soms met haar jurk nog half aan. Soms alleen haar slipje opzij. Soms half slapend, midden in de middag, als hij haar wakker maakte door zijn harde pik tegen haar billen te duwen.
Ze zei nooit nee.
Nooit meer.
Niet omdat ze moest. Maar omdat ze het niet wilde tegenhouden.
Want de waarheid was: ze dacht aan hem als Mathijs haar streelde. Ze dacht aan hem als ze alleen was in bad. En als ze haar ogen sloot…
Dan voelde ze het weer.
Zijn handen. Zijn ritme. Zijn zaad op haar gezicht.
En ze wist: dit zou niet stoppen.
Niet zolang Brian wilde.
Niet zolang zij het toeliet.
En ze zou het toelaten.
Elke keer weer.
-
Het begon met het geluid van stemmen. Niet één, maar meerdere. Laag, gonzend, dan plots luid. Schel. Toen ze opstond, haar blouse snel dichtknopend met trillende vingers, viel het haar meteen op: de stilte van de straat was gebroken. Niet door verkeer, geen kinderen op fietsen of buren die een praatje maakten, maar door iets anders. Iets ongecontroleerds. Ze liep naar het raam en trok het gordijn een stukje opzij, voorzichtig, haar hart al bonkend in haar borst voordat ze wist waarom.
Beneden stond een groepje mensen bijeen. Niet massaal, maar genoeg om haar alarmbellen te laten rinkelen. Bekende gezichten uit de buurt, verspreid over het trottoir, in kleine groepjes samengepakt als kraaien rond een prooi. En dan — midden op de weg — een auto. Niet die van Brian, maar een andere. Donker, laag, met de motor nog zachtjes pruttelend. Daartegenover stond Brian zelf, breed, dominant, maar niet kalm zoals ze hem kende. Zijn stem was rauw, op het randje van controle. En tegenover hem — een vrouw. Donker, even oud als hij, maar volledig buiten zichzelf. Haar stem sneed door de straat als glas. Niet één keer, maar herhaaldelijk. Hysterisch. Woedend. Gekwetst.
“Je denkt dat ik dom ben?! Dat ik niks doorhad?!” riep ze, haar handen gebald, haar lichaam trillerig van woede. “Hij heeft met een slet geneukt, Brian! Een oudere vrouw! Een buurvrouw, verdomme!” Liza had John wel eens een appje gestuurd. Gelukkig voor haar had John nooit haar naam in zijn contacten gezet. ''De Buurtslet'' had hij haar brutaal genoemd. En die vroeg dan wel eens aan John of hij weer langs wilde komen. Flarden had zijn moeder maar gelezen. Niet wetende wie dat dan was. Maar genoeg om conclusies te trekken. En door behoorlijk scène te schoppen, zou die buurtbewoner, wie dat ook zou zijn, dit vast wel meekrijgen.
Liza verstijfde. Alsof haar lichaam in één klap doorzichtig was geworden. De gordijnen, de muren, haar huid — niets leek haar nog te beschermen. Ze voelde Mathijs naast zich komen staan, zijn blik gericht op hetzelfde tafereel. Zijn schouder raakte de hare. Ze deinsde niet achteruit.
De naam viel als een klap.
“John!” gilde de vrouw. “Je eigen fucking zoon, Brian! Heb je enig idee wat hij gedaan heeft?!”
Alsof iemand een emmer ijswater over haar heen gooide, kromp Liza ineen. Niet fysiek — ze bleef stijf rechtop staan — maar vanbinnen begon alles te trillen. Haar knieën, haar maag, haar gedachten. De naam galmde na. De woorden echoëden tussen de huizen. Ze waren niet bedoeld voor haar, maar ze waren van haar. Elk woord. Elke beschuldiging.
Samuel had zich al stilletjes teruggetrokken, als een schaduw die verdwijnt zodra het licht fel genoeg is. Geen woorden, geen uitleg. Alleen stilte. En zijn afwezigheid. Wat overbleef was Mathijs, die niets zei, niets vroeg, alleen staarde. En zij. Die keek. En zweeg.
Toen zag ze hem.
John.
Aan de overkant, net buiten het directe gezichtsveld van zijn ouders, stond hij met een stapel kleding in zijn armen. Zijn gezicht was niet meer dat van een jongen. Geen nervositeit, geen schrik. Alleen stilte. De stilte van iemand die iets heeft geaccepteerd. Hij keek even op, een fractie van een seconde — misschien naar haar raam, misschien ergens anders — en liep toen richting de auto. Zijn moeder rukte het portier open, haar arm trok hem mee alsof hij nog een kind was, maar hij verzette zich niet. Niet één moment. Hij was geen buurjongen meer. Niet voor haar. Niet voor iemand. Hij legde wat spullen in de auto en ging meer halen. Het was leuk zolang het geduurd had.
Liza had zich niet bewogen. Alleen haar ademhaling verraadde haar — hoog, onregelmatig, te snel. Ze wist dat dit niet meer ongedaan kon worden gemaakt. De hele straat wist het. Misschien niet wie. Maar ze wisten genoeg.
Het gordijn viel langzaam terug op zijn plek. De kamer leek kleiner dan net, alsof de muren naar binnen bogen, alsof de lucht verdicht was door wat ze net hadden gezien. Mathijs zei niets. Zijn ogen rustten even op haar, maar gleden daarna weg, alsof hij niet wist waar hij haar moest plaatsen. Of misschien juist precies wél wist, en daarom zweeg. Ze slikte, haar keel droog, haar buik nog altijd in de knoop. De smaak van Samuel zat nog in haar mond, zout, muf, mannelijk – maar wat daaronder lag, wat haar tong werkelijk voelde, was schaamte.
Ze wist niet of ze zich moest aankleden of juist nog even in dit niemandsland wilde blijven, tussen twee werelden in. Maar haar lijf nam het over. Haar hand streek de plooien van haar blouse glad, haar vingers werkten gedachteloos haar knoopje recht. Mathijs draaide zich langzaam om, liep zonder iets te zeggen richting de trap, en zij volgde. De stilte tussen hen was geen verwijt, geen woede. Eerder een soort acceptatie. Alsof ze beiden wisten dat ze zich straks moesten voordoen alsof ze verrast waren, onschuldig, argeloos. Alsof het geen realiteit was die hen langzaam uit elkaar trok en tegelijk vreemd genoeg dichterbij bracht.
Buiten was het schemerig. De straat had een vreemde kleur gekregen in het avondlicht, iets tussen oranje en loodgrijs in. De meeste buren stonden verspreid over het trottoir, doen alsof ze toevallig langs liepen, maar hun ogen gleden steeds terug naar het huis van Brian. Liza zag de vrouw nog staan, met haar handen in haar zij, haar ademhaling zwaar, haar blik schuin over haar schouder. Ze was niet meer aan het schreeuwen, maar haar lichaam trilde nog na van alles wat ze eruit had gegooid.
Liza en Mathijs voegden zich bij een groepje buren aan de overkant. “Wat is er aan de hand?” vroeg Mathijs, zijn stem kalm, beheerst. Liza knikte slechts, trok haar gezicht in een mengeling van bezorgdheid en onbegrip. Een oudere buurvrouw antwoordde fluisterend, alsof de straat een kerk was geworden. “Ze zegt dat John iets gedaan heeft… iets met een oudere vrouw. Ik snap er niks van.”
“Zeker weten dat het geen roddel is?” vroeg Liza, haar stem dun, een tikje hoger dan normaal. Ze voelde de ogen even op haar rusten, maar het moment gleed voorbij. Niemand die het doorhad. Niemand die het kon weten.
Behalve hij.
Haar blik gleed naar links, bijna op automatische piloot. Daar stond John, tussen twee auto’s in, met zijn rug half naar haar toe. Maar op het moment dat ze keek, draaide hij zich iets – en hun ogen ontmoetten elkaar. Geen groet, geen knik, geen frons. Alleen een blik. Tien meter afstand, maar het voelde als een aanraking. Zijn gezicht was strak, zijn ogen donker, maar het was er. Dat onuitgesproken besef: dit gaat over ons. Over wat we deden. Over wat jij me gaf, en wat ik nam.
Toen gebeurde het.
Zijn moeder draaide zich om. Niet naar hem, maar naar de overkant. Haar blik speurde vluchtig over de gezichten, even op zoek naar de waarheid tussen alle gezichten die zich schuilhielden achter bezorgde fronsen. En ergens — heel even — bleef haar blik hangen op Liza. Geen herkenning. Geen zekerheid. Maar een flits van twijfel. Een frons, een omlaaggetrokken mondhoek. “Zou het…?” leek haar blik te fluisteren. Maar het antwoord kwam niet. Nog niet.
Liza voelde hoe haar ademhaling versnelde, haar maag zich aanspande. Ze wilde iets zeggen tegen Mathijs, iets willekeurigs, iets normaals, maar haar stem vond geen uitgang. De straat was ineens te vol, te dichtbij, te echt. De opwinding van net, de drang die haar op haar knieën had gebracht, voelde nu als een verraad aan haar eigen menselijkheid.
En toen voelde ze het.
Zijn hand. Mathijs’ hand, die de hare vond en stevig omvatte. Geen tederheid. Geen troost. Iets anders. Iets wat ze niet meteen kon duiden. Het was geen toestemming, geen straf. Het was een herinnering. Aan wat hij wist. Aan wat hij had gezien. Aan het feit dat dit ook zijn verhaal was.
Ze kneep zachtjes terug. Een reflex. Een schaduw van vroeger.
En toch, in die simpele aanraking, wist ze: ze stond hier niet alleen.
Maar ze wist ook: dit ging groter worden dan zij aankon.
Het was nog vroeg, de zon hing laag en warm in de lucht, een belofte van een lome zomerdag. De gordijnen stonden open, de ramen op een kier, en door het huis stroomde een zwoele, haast zondige stilte. Liza droeg een luchtig zomerjurkje, mouwloos, met een rug die net iets te bloot was voor iemand die hoopte onzichtbaar te blijven. Haar benen waren nog nat van het douchen, haar huid glansde zacht van de lotion. Ze zat op het aanrecht, telefoon tegen haar oor, haar blote voeten bungelend boven de tegelvloer.
"Ik weet het niet, Eva," zuchtte ze. "Sinds die avond voelt alles alsof het ieder moment in kan storten. Alsof ik... door de mand kan vallen."
Aan de andere kant van de lijn klonk Eva’s stem kalm, geruststellend. "Maak je niet gek. Niemand heeft je naam genoemd. En als Brian echt iets vermoedde, had je het allang gemerkt."
Op dat moment ging de deurbel.
Liza verstijfde. Haar hart sloeg een tel over, en haar benen vonden de grond alsof ze zich moesten verankeren voor wat komen ging. Ze liep naar het raam, haar telefoon nog in de hand, en keek naar buiten. Haar adem stokte.
Brian.
Hij stond op de stoep met zijn handen in zijn zakken, nonchalant ogend voor wie hem niet kende. Maar Liza zag het meteen: zijn ogen waren te fel, zijn kaak te strak. Dit was geen vriendelijk bezoek.
"Ik bel je later terug," fluisterde ze in de telefoon. Ze verbrak de verbinding zonder Eva’s reactie af te wachten en liep naar de voordeur.
Ze opende die op een kier.
Zijn blik schoot over haar heen. Haar jurk. Haar blote armen. Haar gezicht, onopgemaakt maar zichtbaar gespannen.
"Mathijs is er niet, toch?" vroeg hij, zijn stem laag, bijna vriendelijk.
Ze knikte automatisch. "Nee."
Hij hield haar blik vast. Een seconde. Twee. Te lang. "Mooi."
Ze wist dat ze de deur dicht moest doen. Dat ze hem moest wegsturen. Maar haar vingers bewogen niet.
"Ik denk dat je wat uit te leggen hebt," zei hij toen, en zijn stem veranderde. Minder vriendelijk. Meer iets wat onder de huid kroop.
Ze slikte. "Ik... ik weet niet waar je het over hebt."
Zijn wenkbrauwen trokken licht omhoog. "Nee?" Hij zette een halve stap naar voren, duwde de deur verder open met zijn hand. Ze week achteruit. Niet veel. Maar genoeg.
"Je weet precies wat ik bedoel, Liza." Zijn stem had nu dat andere randje — dreiging vermengd met opwinding. "Mijn ex is hysterisch, mijn zoon doet alsof z’n tong afgesneden is, en jij... jij speelt alsof je niets weet."
"Ik..." begon ze, haar stem breekbaar, maar hij onderbrak haar.
"Je wilde alleen míj, zei je toch?" Hij was nu binnen, zijn schouder rakelings langs de hare. "En nu doe je ’t met m’n fucking jongen?"
Ze sloeg haar ogen neer, voelde de kleur op haar wangen branden. Hij rook haar angst. Maar ook iets anders.
"Moet heel de buurt dit weten," zei hij langzaam, "of gaan wij wat regelen... zodat ik dit stilhou?"
Daar was het. De grens. Niet als een klap, maar als een fluistering die veel harder binnenkwam. Liza zweeg, haar hart bonkte in haar keel. Ze voelde hoe haar benen zich automatisch aanspanden, haar rug iets holler werd, haar borstkas trilde.
"Wat bedoel je met ‘regelen’?" fluisterde ze.
Zijn ogen gloeiden. "Doe niet alsof je het niet snapt." En voor ze iets kon doen, greep hij haar pols vast en trok haar mee, de gang in. Niet ruw, maar doelgericht. Zijn lichaam was warm, gespannen. Ze voelde de kracht in zijn hand. De onvermijdelijkheid.
"Ik wil je terug, Liza," zei hij zacht, zijn stem vlak naast haar oor. "Maar nu anders. Nu op mijn voorwaarden."
Haar mond opende zich, een protest, misschien een onderhandeling, maar het kwam er niet uit. Want hij was al bezig zijn broek los te maken.
Ze hoorde de rits. De plop van de gesp. En toen — zag ze hem.
Zijn zwarte lul sprong naar voren, half stijgend, half al keihard. Zwaar, dik, glanzend aan de top. Haar keel werd droog, haar blik werd vacuüm getrokken naar dat wat ze al kende, maar waarvan ze wist dat het nu anders zou zijn. Nu zonder keuze. Zonder verleiding.
Maar het deed iets met haar. Hoe verrot ook. Ze voelde het tintelen. Niet alleen van angst. Ook van wat ze geworden was.
Liza slikte. Haar ogen omhoog, dan weer omlaag. De glanzende paal bewoog licht op het ritme van zijn ademhaling. Hij keek haar aan, geen twijfel, alleen verwachting.
En ze wist: pijpen zou niet genoeg zijn.
De zon viel vol naar binnen door de grote ramen, helder en meedogenloos. Er was geen schaduw om zich achter te verschuilen, geen gordijn dat bescherming bood. Alles stond open. Alles werd gezien. En toch deed Brian geen poging om iets te verbergen. Integendeel. Hij duwde haar met zijn brede hand richting het aanrecht, draaide haar met weinig moeite om en liet haar voorover buigen, precies op de plek waar ze eerder nog nonchalant had gezeten, haar voeten bungelend in de ochtendlucht.
Haar adem stokte toen zijn vingers haar zomerjurk omhoog trokken, de stof vouwend tot boven haar billen, haar lichaam plotseling zo bloot dat het haar even duizelde. De koelte van het aanrecht contrasteerde met de warmte van zijn lijf achter haar. Hij zei nog niets. Maar hij keek. Ze voelde zijn blik op haar huid branden. Toen — een klap. Zijn hand hard op haar bil. Een rauwe, meedogenloze tik die haar lijf deed schokken. Ze kreunde. Niet van pijn, niet alleen. Maar van de erkenning. Van het feit dat hij haar als de zijne claimde.
"Wanneer ik wil," zei hij, zijn stem laag, zinderend, zijn adem tegen haar oor. "Waar ik wil."
Ze knikte. Trillend. Geen woorden. Geen protest. Alleen haar lichaam, dat vanzelf meegaf. Haar ademhaling werd sneller, dieper. Er was geen keus meer. Maar het voelde niet als dwang. Het voelde als een roeping die eindelijk beantwoord werd.
Zijn vingers haakten zich achter haar slipje, trokken het ruw opzij. Geen tijd verspild aan finesse. Geen romantiek. Alleen zijn zwarte hand op haar bleke huid, en het gewicht van zijn lul tegen haar opengestelde lippen. Ze was nat. God, ze was nat. Niet een beetje — ze droop. Van angst, van opwinding, van alles wat ze de afgelopen dagen had opgekropt en verdrongen. En hij voelde het. Zijn eikel gleed als vanzelf tussen haar schaamlippen, zwaar en dik en glanzend.
Ze kreunde schor toen hij duwde. Geen pardon. Geen aarzeling. Alleen dat onverbiddelijke gevoel van opengesperd worden door iets dat niet te stoppen was. Ze was strak, veel strakker dan ze zelf had verwacht, maar haar lichaam gaf zich over. Haar kletsnatte vlees omhulde hem alsof het was gemaakt voor dit moment.
Haar hoofd hing omlaag, haar handen stevig op het aanrecht. Elke spier in haar lijf stond strak, maar haar heupen duwden zich tegelijk onbewust naar achteren. Ze wilde meer. Dieper. Harder. Alles.
En toen kwam het eruit, zacht, gebroken, vanuit een diepte in haar die ze nog niet eerder had toegelaten.
"God… neem me…"
Haar stem trilde. Geen bevel, geen verzoek. Een smeekbede. Ze wilde bezeten worden. Niet alleen maar pijpen, niet zich laten verleiden — maar genomen worden. Nu. Hier. Door hem. Volledig. Ongefilterd.
En Brian? Hij hoorde haar. Hij voelde het. En hij begreep al dat pijpen nooit genoeg zou zijn geweest om goed te maken wat zij gedaan had. Boosheid? Ja, ergens was hij wel boos. Maar eerlijk gezegd was hij zijn eigen zoon en wat Liza met hem wel of niet gedaan had al lang vergeten.
Ze voelde het aan alles: de manier waarop hij zich tegen haar aanduwde, zijn ademhaling diep en zwaar, zijn greep onwrikbaar op haar heupen. Haar buik raakte net de rand van het aanrecht terwijl hij zich in haar duwde, stevig, ongeduldig, alsof hij haar lijf wilde straffen voor alles wat ze hem ontnomen had. Ze kreunde diep, haar voorhoofd rustte op haar onderarmen, haar benen trilden al vanaf de tweede stoot. Hij zat diep, veel dieper dan John ooit had gekund, zijn pik vulde haar volledig, hard en heet, alsof hij haar opnieuw vormde vanbinnen.
Haar zomerjurkje hing als een slordige lap boven haar onderrug. Alles stond open. De zon op haar rug, de lucht die zacht bewoog door het huis, maar in haar lichaam woedde een storm. Haar slipje klemde nog half om één dij, maar hij trok het ruw opzij telkens als hij zijn heupen tegen haar kont beukte. Ze was nat. God, ze was zó nat. Elke beweging liet haar soppen. Elke stoot hoorde ze zelf. En hij hoorde het ook. “Vuile, geile slet…” gromde hij terwijl hij haar dieper nam. “Je bent hiervoor gemaakt. Snap je dat?”
Ze kreunde schor, haar knieën knikten onder haar. “Ja…” ademde ze, haar stem een schaduw van zichzelf. “God, ja…”
Toen ze niet meer kon blijven staan, trok hij zich terug. Een klap leegte. Ze hijgde, haar benen leken van rubber. Hij draaide haar om en tilde haar moeiteloos op het aanrecht. Haar benen spreidden zich vanzelf, haar dijen klam van zweet en geilheid. Hij gleed meteen weer naar binnen, zijn gezicht dichtbij het hare, en de intensiteit werd ondraaglijk. Liza greep zijn schouders, haar hoofd viel achterover, haar mond wijd open terwijl hij haar hard en ritmisch nam.
Ze kreunde tussen haar tanden door, maar geen enkele kreet bracht genoeg verlichting. “Harder… neem me harder,” kermde ze uiteindelijk, wanhopig. Zijn ogen flitsten kort. Frustratie. Lust. Triomf. Hij beukte haar dieper, zijn heupen sloegen tegen haar billen. Haar borsten stuiterden tegen zijn borst. Hij greep haar keel, zijn vingers stevig, haar adem even afgeknepen — net genoeg om haar hoofd leeg te maken van alles wat niet puur lichamelijk was.
Toen hij merkte dat ze klaarkwam, weer, voor de tweede keer, haar spieren krampend rond zijn pik, haar ogen glazig, hield hij haar nog strakker vast. “Je gaat eraan wennen,” siste hij tegen haar lippen. “Je gaat het missen als ik er niet ben.”
Ze knikte nauwelijks. Alles in haar lijf was vloeibaar geworden. Alles smeekte om meer.
Hij tilde haar van het aanrecht, draaide haar tegen de muur, haar benen gespreid, haar voeten nauwelijks steunend op de grond. Ze greep zijn nek, haar lippen in zijn schouder gedrukt terwijl hij haar opnieuw nam, deze keer rauwer, dieper. Zijn vingers doken haar mond in — twee tegelijk. Ze zoog erop als een reflex. Als een hongerige vrouw die wist wat haar te wachten stond.
En toen… op de grond.
Hij liet haar zakken, duwde haar door haar knieën tot haar kont in de lucht stond, haar gezicht laag, haar handen plat op het parket. Alles scheef. Haar jurk op haar rug, haar slipje verloren in de keuken, haar haar half losgetrokken. Ze hijgde, haar lijf glanzend van zweet. Hij kwam over haar heen, duwde zich opnieuw in haar. Dieper dan ooit. Ze gilde niet — ze opende haar mond en ademde hem in.
Ze kwam nog een keer. Lang. Doffend. Haar gezicht plat tegen de vloer, haar kont trillend, haar spieren op knappen. En hij… hij bleef gaan. Geen aarzeling, geen twijfel, alleen zijn frustratie, zijn kracht, zijn bezetenheid van haar lijf.
En toen wist hij het.
Hij trok zich terug, zijn handen grepen haar haar en nek, hij trok haar hoofd omhoog — haar kont nog altijd hoog in de lucht — en hijgde zwaar. “Je weet dat ik het niet meer kan houden…”
Liza draaide haar hoofd, haar wang tegen de vloer, haar mond halfopen. Ze antwoordde niet. Ze hoefde het niet.
Met één hand hield hij haar hoofd laag, stevig, dominant. Met de ander trok hij zich af. Zijn pik glinsterde, dik, pulserend. En toen — kwam het.
Een warme, massieve straal spoot over haar gezicht. Eerst op haar wang, dan hoger, over haar slapen, haar nek. Ze kreunde niet. Ze slikte. Haar oog kneep toe onder het geweld van zijn lading, haar huid glibberig van zijn zaad.
Hij bleef nog even hijgen boven haar. Zijn hand op haar achterhoofd. Zijn zaad op haar huid. Zijn geur, zijn stem, zijn kracht.
En toen… was het stil.
Hij zei niets. Liep weg.
En zij?
Zij bleef liggen. Wijdbeens. Gekreukt. Gebruikt.
Haar gezicht plakte. Haar kont trilde nog. De vloer voelde koud onder haar borsten. Ze ademde zwaar. Haar gedachten leeg. Een diepe stilte waarin alleen één zin bleef hangen:
Was dit dan wat ik wilde?
Ze stond voor de spiegel, haar huid nog rood op plekken waar zijn handen haar hadden vastgehouden. Haar wang glansde licht, schoongeveegd maar niet vergeten. Het water had het meeste weggehaald, de geur misschien ook, maar het gevoel bleef. Alsof hij nog steeds achter haar stond, zijn adem in haar nek, zijn woorden in haar oor. Wanneer ik wil. Waar ik wil.
Brian hield zijn mond. Dat wist ze. Ze had het in zijn ogen gezien toen hij haar achterliet: voldaan, triomfantelijk, en zwijgend. Niet uit respect. Uit controle.
Het geheim was veilig.
Voor nu.
Ze had Mathijs niets verteld. Niet omdat ze loog — maar omdat ze wist dat het deze keer anders was. John had hij kunnen verdragen. Samuel, misschien. Maar dit… Brian. Zijn overmacht. Zijn vaderlijke blik. De manier waarop hij haar had genomen alsof ze geen andere optie had gehad. Alsof ze dat ook niet wílde. Ze was bang dat Mathijs haar dan niet meer zou aankijken zoals hij nu nog deed. Alsof ze gered kon worden.
En dus zei ze niets.
Ze leefde haar dagen als altijd. Glimlachte in de keuken. Liet haar hand soms even op zijn arm rusten, alsof haar aanraking nog hetzelfde betekende. En Mathijs? Hij keek haar aan zoals voorheen. Alsof ze zijn vrouw was. Alleen van hem.
Maar als hij de deur uitging, als hij dacht dat ze alleen was…
Dan stond Brian alweer aan de achterkant van het huis.
Geen woorden nodig.
Ze liet hem binnen.
En hij nam haar.
Op de keukentafel, tegen de muur, over de bank, voor het raam, op de trap. Soms met haar jurk nog half aan. Soms alleen haar slipje opzij. Soms half slapend, midden in de middag, als hij haar wakker maakte door zijn harde pik tegen haar billen te duwen.
Ze zei nooit nee.
Nooit meer.
Niet omdat ze moest. Maar omdat ze het niet wilde tegenhouden.
Want de waarheid was: ze dacht aan hem als Mathijs haar streelde. Ze dacht aan hem als ze alleen was in bad. En als ze haar ogen sloot…
Dan voelde ze het weer.
Zijn handen. Zijn ritme. Zijn zaad op haar gezicht.
En ze wist: dit zou niet stoppen.
Niet zolang Brian wilde.
Niet zolang zij het toeliet.
En ze zou het toelaten.
Elke keer weer.
-
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10