Door: Keith
Datum: 27-09-2025 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 3370
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 50 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 50 minuten | Lezers Online: 1
In bed kroop Joline tegen me aan en sloeg haar armen om mijn nek. Ze kuste me zachtjes. “Weet je dat ik me hier héél veilig voel, Kees? Dicht bij jou… Er kan me niets gebeuren.” Ik bromde zachtjes: “Nou… Er kan natuurlijk een of andere ijsberg op je neerploffen, schat.” Ze keek me aan. “Nu geen gekke grapjes, Kees. Laat me gewoon genieten van het feit dat ik dicht tegen je aan mag liggen.”
Ik kuste haar haren. “Sorry.” Een tijdje lagen we dicht tegen elkaar, genietend van het feit dat we van elkaar hielden, elkaar perfect aanvulden. Toen keek Joline me aan. “Wil jij…?” Ik schudde mijn hoofd langzaam. “Nee Jolien. Nu niet. Ik geniet van het feit dat jij tegen me aan ligt, dat ik je kan voelen, zoenen, strelen… Maar om nu hevig te vrijen, daar ben ik niet voor in de stemming. Daarvoor is dit kwartiertje veel te kostbaar geweest. We gaan lekker slapen, dicht tegen elkaar aan. Morgen weer aan de slag, oké? En overmorgen een hele lange en enorm leuke avond met die andere gekken beleven…”
Ze giebelde. “Heel lang zal het wel worden, ja. Met je zeven limericks… Idioot. En na de laatste limerick wordt je achterna gezeten door An en Henry en kun je in het bos slapen.” “Heb ik vaker gedaan hoor. Geen punt.” Ze wreef haar lichaam lekker tegen me aan. “Mafkees. Lekker slapen nu.” We gaven elkaar nog een zoen, en ontspanden. En al gauw voelde ik me wegzakken… Heerlijk.
Donderdag ging weer snel. Zelda ophalen, samen naar Gorinchem rijden en aan het werk. Ik kreeg van de Piraten een status-update van ‘hun’ ziekenhuizen en meteen een lijstje van nog op te lossen knelpunten. Daar konden we morgen even over bomen, maar ik moest me er nu al in verdiepen, anders kon ik er geen zinnig woord over zeggen. Kortom: ik zat de hele dag achter mijn beeldscherm, verdiept in noodstroomsystemen.
En ’s middags Mocca aan mijn voeten; Joline moest weg, samen met Irene ‘de stad in. Opdracht van Theo!’ Nou ja, het zou wel met Sinterklaas te maken kunnen hebben. En ’s middags een mail van Theo aan de teamleiders:
‘Hoi lui. Net als vorig jaar is DT morgen vanaf 12:00 gesloten. Ik wil dat iedereen nog in alle rust de laatste Sinterklaasgedichten kan schrijven en hoop jullie maandag weer te zien. Geef dit dus even door aan je groepsleden; goed nieuws wordt immers door de direct leidinggevende gebracht. Gr, Theo.’
Ik grinnikte. Dat managementsboek had hij wel héél goed gelezen…
Ik belde de teamleden stuk voor stuk op met deze mededeling. Rogier had nogal wat commentaar. “Potdorie Kees. Dan kan ik morgen vanuit Nijmegen naar Gorinchem rijden, daar een paar uurtjes zitten kleppen, dan weer naar Malden rijden, zaterdag weer naar Arkel… Kan ik niet beter gewoon in Nijmegen blijven? Kunnen Ane en ik nog wat sparren over bepaalde technische zaken.” “Nee, makker. Morgenochtend wil ik jullie allemaal hier hebben en gaan we buddygewijs problemen te lijf. En je had gewoon ook in je tentje kunnen blijven liggen op die camping in Duitsland hoor… Dan had je geen last gehad van op-en-neer rijden naar Arkel of besprekingen met Kees z’n Piraten of een sinterklaasfeest in Malden. Was allemaal veel simpeler geweest. Maar ja, meneer van der Vlist moest zonodig laten zien dat hij óók kon zwemmen… Sukkel.”
Er klonk een grom aan de andere kant van de lijn. “Als ik jou was, zou ik morgen, en speciaal morgenavond, maar heel goed achterom blijven kijken. Anders schrik je misschien een keertje.”
Ik gaf hem lik-op-stuk. “Als ik jou was, zou ik maar geen geintjes met Kees uithalen. Niet alleen loop je dan tegen mijn lieve echtgenote aan, met daarnaast mijn bud, maar mijn lieve moeder en uiterst scherpe schoonmoeder gaan er ook wat van vinden. En waarschijnlijk mijn lieve, roodharige zusjes ook. En vlak je eigen meissie niet uit. Dus als jij zaterdagochtend Malden nog ik goeie gezondheid wil verlaten… Haal geen geintjes met Kees uit.”
Hij gromde weer. “Zoveel beschermengelen? Heb je die allemaal nodig?” “Ja. Zeker bij lui die nogal bedreven zijn in judo of zoiets. Doei, Rogier… Tot morgen, 07:30 in Gorinchem…” Ik hing op. Frits, Willem en Gerben hadden er geen moeite mee. Mooi. Terug naar je beeldscherm, Kees…
Ik had aardig kunnen doorwerken. Geen afleiding, Marion had vandaag in het Backoffice gezeten, bezig met haar eigen werk. Ik had zelfs de koffiepauze overgeslagen; was toen nét bezig met een ingewikkeld probleem bij het LUMC. Om half vijf sloot ik af. “Mocca… Zoek Joline!” Roéfff… de hond sprintte naar het Backoffice en ik hoorde: “Jajaja… Rustig Mocca. Ik was niet op wereldreis hoor.” Joline en Zelda kwamen Backoffice uit. “Hoi, schat. Wil je ons naar huis brengen? Da’s lief. Ik zal je t.z.t. gepast belonen.”
En met een stalen gezicht zei Zelda: “En ja, dat geldt voor mij ook.” “Ik ga jou niet zo belonen als mijn lieve echtgenote, mevrouw van Munsteren. Dan krijg ik problemen met jouw sympathieke Pa en je aristocratische Ma. Ik weet niet wat pijnlijker is…” Zelda grinnikte. “Pa is pijnlijker, Ma is duurder, Kees.” “Nou, dat willen we dus vermijden. Ga jij dus maar achterin zitten.”
Ik keek streng, Joline schudde haar hoofd. “Bovendien zou hij van mij nog even op z’n zielement krijgen, Zelda. Da’s én pijnlijk én duur in één keer.” Toen keek ze dreigend. “En jij ook, dame! Daar helpt je lieve moedertje niks aan!” Zelda stapte in, haar gezicht sip. “Je mag ook niks meer tegenwoordig. Niet eens een knappe vent verleiden… Dat lees je nooit in een Bouquetreeks-romannetje.”
Joline draaide zich naar haar om. “Léés jij dat spul? Ik dacht dat wij een jongedame met een behoorlijk IQ achterin hadden zitten…” Zelda wees naar achteren. “Ik weet niet of het je al is opgevallen, maar Mocca is een reu, Joline. En of hij lezen kan, weet ik niet, hij is in ieder geval best wel slim. Nietwaar, Mocca?” Een lebber over haar wang was de beloning. “Goed zo. Brave hond, hoor!” Bonk-bonk-bonk… Een staart roffelde tegen de zijkant van de achterbak. Joline zuchtte maar weer eens. “Kees, geef straks op de snelweg eens plankgas… Ik wil die jongedame achterin zo snel mogelijk lozen. Ze zit gewoon openlijk toe te geven dat ze je wil verleiden.”
“Hoho mevrouw Jonkman”, zei Zelda gniffelend, “ik had het over een knappe vent verleiden. Geen ijsberg.” Ik gromde. “Jij moet goed zo doorgaan… júffie! Dan ga je eens kennismaken met mijn bud, en wel op een hele andere manier dan tot nu toe! Ik weet niet jij wel eens 110 kilo boos informaticavlees bovenop je heb gevoeld, maar uit ervaring kan ik zeggen dat dat best wel pijnlijk is.” Ik keek in de spiegel en zag Zelda gniffelen. Ik gaf haar een knipoog.
“Laten we deze nogal twijfelachtige discussie maar laten voor wat het is en ons concentreren op hetgeen de avond ons gaat brengen, Kees.” Joline was het verstandigst en ik antwoordde: “Goed plan! Jij gaat iets lekkers koken, ik ga nog een half uurtje blazen. Daarna lekker eten en vervolgens Greet en Brecht pesten.”
“Brecht? Ik weet ondertussen wie Greet is, maar de naam Brecht ken ik nog niet. Vertel eens, Kees…” “Brecht is een jongedame van ongeveer 20 jaar, en een leerlinge op het orgel van Greet. Volgend jaar hoopt ze naar het conservatorium te gaan. Die meid is briljant op het orgel; nu al. Afgelopen zondag hebben we samen in een kerkdienst gespeeld en ik heb genoten. Greet gaat zich langzaam maar zeker terugtrekken als organiste in de kerk waar wij ’s zondags heen gaan en Brecht neemt het over. En dat gaat goedkomen, dat weet ik zeker. Maar Greet blijft ons gelukkig wel les geven en daar zijn we allebei bijzonder blij mee. Niet in het minst omdat we haar dan lekker kunnen blijven plagen…”
Zelda keek twijfelend. “Greet is toch lesbisch? Plagen jullie daar dan mee?” Joline antwoordde. “Soms, ja. En zij plaagt ons wel eens met ons hetero-zijn. En nee, dat gaat niet altijd even zachtzinnig of empatisch. Afgelopen zomer kondigde ze aan dat ze een aantal weken met haar partner Anita op vakantie zou gaan en Kees, subtiel als hij nu eenmaal is, vraagt: ‘En waar gaat de reis naar toe? Lesbos?’ Ik lag natuurlijk slap van het lachen in mijn stoel en Greet antwoord quasi-boos: ‘Wat ben je toch ook een lompe Infanteriehork…’ Daarna moest ze ook lachen.”
Ik vulde aan: “Greet is ook militair. We hebben in dezelfde tijd in Bosnië gezeten. Zijn elkaar daar nooit tegengekomen, maar we spreken wél één taal: de taal van veteranen. Vermengd met een behoorlijke hoeveelheid donkergrijze tot gitzwarte humor. En daar moet je tegen kunnen. Gelukkig kan Greet dat en ik ook, dus we nemen elkaar best wel vaak op de hak. En Joline is er ondertussen wel aan gewend en doet leuk mee.”
“Arme Greet…” mompelde Zelda. “En hoe staat die Brecht er in? Want zo’n onschuldig meisje van twintig… Tussen twee vuilspuitende veteranen… Het arme kind…” Joline zei bijtend: “Ongeveer net zo als jij de eerste week bij DT in de wedstrijd stond, jongedame. Soms met grote ogen om je heen kijkend als Fred en Kees of Fred en Ingrid elkaar weer eens zaten te sarren.” “Ja, breek me de bek niet los…” mopperde Zelda. “Een nogal wat ander niveau van converseren dan op school of in de supermarkt. En dan bedoel ik niet alleen het geluidsvolume.”
“Precies”, antwoordde ik. “Ik heb Greet een aantal weken terug Brecht horen uitkafferen… Daar lustten de honden geen brood van. En Brecht rénde daarna bijna de orgeltrap af, mij voorbij en ramde de kerkdeur achter zich dicht. Had al drie weken lang geen ene moer aan orgelhuiswerk gedaan omdat haar ex-vriendje haar na een paar weken de bons had gegeven. ‘Luduvudu’ dus.”
“Wát?”
Joline verklaarde de term. “Liefdesverdriet. Enfin, na twee weken belde ze Greet op om te vragen of ze tóch weer verder kon gaan met de lessen. En de eerste les daarna hebben ze vrijwel alleen maar zitten kletsen en heeft Greet haar uit de shit getrokken waar ze in zat. Want zo is Greet ook, Zelda. Een prachtmens.” Ik knikte. “Daar kan ik het alleen maar gruwelijk mee eens zijn. Wat ik me ondertussen wél afvraag is of Greet Brecht niet op het lesbische pad heeft gebracht tijdens dat gesprekje van anderhalf uur. Iets in de richting van: ‘Laat die kerels toch stikken, meid. Wij vrouwen weten vee…’
Een vinger kwam tegen mijn lippen. “Tot hier toe en niet verder, Kees Jonkman. Als je het lef hebt: vraag het vanavond maar eens rechtstreeks aan beide dames. Ik hoop dat je je hardloopschoenen aan hebt, want die zul je dan hárd nodig hebben!” Zelda giebelde. “Ik zie het helemaal voor me… Kees die al rennend, met z’n bugel onder de arm, de kerk uit stormt, achterna gezeten door twee vrouwen…” Ik keek somber. “Misschien wel drie, Zelda.” “Zeker weten… majóór!” klonk het ijzig naast me.
“Dat bedoel ik dus… De blonde Feeks van Gorinchem in actie. Heb ik weer.” “Ja, dat heb jij weer, Kees Jonkman. Een bloedstollend knappe vrouw naast je in deze best wel aardige auto. En die vrouw draagt jouw ring. Wees er maar zuinig op!” “Op de auto? Zeker weten. Nee, niet slaan schat, da’s nogal onverstandig vlak voor knooppunt Deil.” Naast me klonk dreigend: “Ik wacht wel tot we thuis zijn. Dan zul je ervan lusten, meneer Jonkman!”
Achter ons giebelde Zelda: “Jullie hadden morgenavond toch een Sinterklaasfeest met de hele vriendenclub? Ik denk dat ik deze conversatie eens in een gedichtje ga verwerken en dan naar Rogier stuur. Met het verzoek dit morgenavond voor te lezen…” Joline keek me aan. “Wil je zo dadelijk even stoppen bij De Lucht-West, Kees? Dan flikkeren we die jongedame op de achterbank er uit en mag ze gaan lopen…” “Goed plan, schat. Dan rijden we honderd meter door, gooien we de rugleuningen plat en gaan het bijzonder gezellig maken achterin. Mocca is dat ondertussen wel gewend.”
Ik zag Zelda omkijken. “Wij moeten eens praten, Mocca.” Er kwam geen response uit de achterbak; Mocca was onder zeil. “Saaie hond…” Ondertussen reden we parkeerplaats De Lucht al voorbij. “Nou, laten we de jongedame dan maar meenemen naar Veldhoven, Jolien. Als ze met Mocca gaat kletsen, ligt onze smetteloze reputatie in no time aan diggelen.” Zonder al teveel geplaag reden we verder. Beide dames hadden in de gaten dat ik nu even m’n aandacht op de weg wilde houden; het werd drukker.
En bij Den Bosch was het helemaal feest: niet alleen druk, maar ook een tweetal medeweggebruikers die het beiden nodig vonden om rechts in te halen en vervolgens met een zwieper de meest linkerbaan te pakken omdat dáár misschien een gaatje was en ze toch zeker wel drie auto’s konden passeren… Om even later op de A2 weer met 40 km per uur naast ons te rijden. “Prutsers”, mopperde ik. “Wat zijn jullie er nu mee opgeschoten? He-le-maal niks, behalve een adrenalinestoot. Geniet ervan, zou ik zeggen.” Joline legde een hand op mijn knie. “Hé ouwe moppersmurf… Láát ze. Vandaag of morgen komen ze met hun rijstijl vast wel een oplettende agent tegen. En dan kost het hen geld.” “Of een plotseling overstekende boom. En dan kost het hen wat meer”, merkte Zelda droogjes op.
Een paar kilometer verder bleek de oorzaak van de drukte: twee auto’s in de berm met de gevolgen van een kop-staartbotsing nogal duidelijk zichtbaar. Een gele auto van een weginspecteur stond er al bij. Daarna kon de meute weer versnellen tot een normale snelheid voor een autoweg en konden we Zelda twintig minuten later thuis afleveren. “Goed weekend, Zelda. Denk er aan: vanaf 12:00 morgenmiddag begint ook jouw weekend!” “Zeker mevrouw Jonkman. Ik moet nog wat gedichten schrijven en aan Rogier mailen, mevrouw Jonkman.”
“Trut!”
Joline’s reactie was nogal fel, vlak voor Zelda de deur dicht deed. “Ik denk dat ik ook nog wat ga dichten, Kees. Ik heb alles klaar voor Melissa, maar mevrouw van Munsteren Junior kan nog wel een poëtische veeg uit de Sinterklaaspan krijgen! En die mag ze dan Maandag in de middagpauze voorlezen…” “Ja… En wat ga je er dan als surprise bij doen, Jolien?”
Even was het stil, toen giebelde Joline: “Als ik ‘m kan vinden: een A.I. bestuurde vibrator. Bij alles wat het meisje bedenkt, genereert de vibrator de bijbehorende stimulans.” “Dat is pure bluf. Bovendien zou zo’n ding in het Backoffice meteen doorbranden; al die schunnige gedachten die daar rondzweven…” “Hé! Er werken daar vier keurige getrouwde dames, twee nette dames die hebben aangegeven over niet al te lange tijd gaan trouwen met een piraat en een voormalig piraat, twee dames uit een uiterst degelijk milieu die dat niét hebben aangegeven, maar uiterst hevige verkering hebben met twee Piraten en een jongedame die nogal rotsvaste verkering heeft met een IT-goeroe. En twee jongedames die nog single zijn, maar die ik wel in de categorie ‘keurig’ schaar. Dus ‘schunnige gedachtes’? Weinig kans, meneertje!”
Ik grinnikte. “Die gedachten van die dames uit een uiterst degelijk milieu waren op een aantal momenten zeer zeker schunnig, mevrouw Jonkman. U en ik waren daar getuige van, volgens mij u een aantal keren meer dan ik.”
Joline zuchtte. “Laat die A.I.-vibrator dan maar zitten.” “Ja, dat zei een zeker voormalig net meisje ook, toen ik haar wees op het feit dat een in de koffer meegenomen vibrator luid en duidelijk zichtbaar zou zijn in de scan op vliegveld Eindhoven. En daarna nog een keer op de scan van een vliegveld in Roemenië. En op de terugweg nog een keer… Toen nam ze haar toevlucht tot een lokaal aangeschafte tandenborstel.” Joline gaf geen antwoord, maar zuchtte diep.
Ondertussen reden we de parkeerplaats van het appartementencomplex op en even later de garagebox in. “Zo, lekkere meid. Heb ik je toch maar weer mooi en veilig thuisgebracht in deze saaie grijze koets.” “Ja hoor, je bent geweldig, kereltje. Húp naar boven, blazen jij. Om half zeven heb ik het eten klaar. Mocca, let’s go!” De hond sprong de auto uit en liep braaf mee. Eenmaal boven verdween ik na een zoentje in de studeerkamer; Joline zou koken, op de vingers gekeken door een bruine Labrador.
Ik oefende eerst ‘riedeltjes’ en toen mijn vingers soepel waren, pakte ik de partituren van een paar stukken van Hummel. Lekkere muziek, pittig, maar melodieus. Daarna een paar Engelse Hymns en voor ik het wist werd ik opgehaald door Mocca die zijn kop om de deur stak. Een blik op mijn horloge: half zeven alweer! Zonder er erg in gehad te hebben alweer een uur gespeeld… Handen wassen, daarna aanschuiven.
Joline had iets nieuws gemaakt: twee uitjes gesneden en samen met een half blik corned beef gebakken. Het contract tussen de zoute corned beef en de zoete ui was heerlijk! Samen met gekookte aardappelen, verse worteltjes en een beetje jus… Ik zat te smullen. “Schat, als jij nog een keer over jouw kookkunst zegt dat die ‘fantasieloos’ is… Waar het je het idee van die corned beef met ui vandaan?” “Gisteren van Gonnie gehoord. Als haar kinderen horen dat ze dat gaan eten, loopt het water al uit hun mond, volgens Gonnie. Alleen moet er bij haar een heel blik in de pan en vier forse uien; ik heb daar de helft maar van genomen, anders ploffen we, denk ik.” “Zeker weten! En die worteltjes waren ook heerlijk. Hier kan ik wel lekker op blazen, schat.”
Droogjes merkte ze op: “Als je die bugel dan maar aan de goeie kant van je spijsverteringskanaal houdt. ‘Al die uien…’ om maar eens mijn jongste broer te citeren…” Kléts! Nu kreeg zij een pets op een oor. Niet hard, maar wel snel. “Auw… Rotzak!” “Dat krijg je ervan als je de verbinding legt tussen het eten van uien en flatulentie, oftewel het ongenuanceerd scheten laten.” Ze keek wraakzuchtig. “Let jij vrijdagavond maar heel goed op, mannetje! En waarschijnlijk zaterdag ook! Er zijn in Malden een stuk of zes dames die ondertussen redelijk routineus oorvijgen uit kunnen delen!” Ze keek dreigend.
Na nog een kopje koffie vertrokken we richting kerk. Mocca ging kwispelend mee. Zou Brecht wel blij mee zijn. En in de hal van de kerk hoorden we haar het Trompetconcert in D van Torelli spelen: deel 1, Allegro Moderato. Ik deed de kerkdeur voorzichtig een stukje open. Een bugel blies de trompetpartij; Greet waarschijnlijk. Na een minuut wist ik het zeker; ik herkende haar typische ademhaling. Klonk goed. Joline wilde al naar binnen lopen; ik hield haar tegen. “Even genieten, schat. Zonder die twee te storen.”
Met deel 1 ten einde hoorde ik Greet zeggen: “Kom Brecht. Even beneden uitpuffen. Kees zal zo wel komen, dan is er van uitpuffen geen sprake meer; dan is het opletten, of je krijgt een smerige Infanterie-opmerking om je oren. Of een draai om diezelfde oren, maar dan van Joline.”
Wat Brecht als antwoord gaf, hoorden we niet, maar wel dat beide dames moesten lachen. Ik trok Joline achter de deur; als ze de hal binnen zouden komen hadden ze ons achter zich en konden Joline en ik hen eens verrassen… Voetstappen naderden, de deur ging nu helemaal open en beide meiden liepen de hal in. “Hé, Kees is er nog niet. Dan is die lummel mooi te laat en dat zal hij weten!”
“Deze lummel is niet te laat, Opper. Ik heet geen Greet en Joline heet geen Anita, denk er aan!”
Beiden schrokken. “Jakkes, Kees, hou op met dit soort hinderlagen!” Greet trok een smerig gezicht en Brecht keek nog steeds geschrokken. “Ik schrok me kapot van die stem achter me, Kees!” “Wees blij dat het alleen zijn stem was, en niet mijn oorvijgen, Brecht!” “Hebben jullie…” Greet keek vragend. “Jullie conversatie na meneer Torelli konden wij hier in de hal woordelijk verstaan, dames.”
Greet haalde haar schouders op. “Niks nieuws voor jullie, toch? Kom Brecht, thee. Wij hebben hard gewerkt, die drie daar nog niet.” Ze liep het keukentje in, maar riep toch: “Joline, Kees, wat drinken jullie?” Tweestemmig klonk: “Thee!” “Je leert het nog wel eens, Kees. Goed zo.” Brecht keek ondertussen Joline aan. “Kun je Mocca even ‘vrij’ laten, Joline?”
Joline deed de riem en het tuigje af. “Mocca, Release!” En hup, hij liep naar Brecht, die op haar hurken ging zitten. “Hé mooie hond…” Ze kreeg een paar lebbers over haar handen. “Jaja, ik heb jou ook gemist, hoor. Brave Mocca!” Toen Greet terug kwam met een blad voor mokken kreeg ook zij alle aandacht.
Joline keek Greet over haar beker thee aan. “Greet… Het gaat ons natuurlijk geen fluit aan, maar…” Greet keek terug. “Je wilt weten hoe en wat zondag?” Joline schudde haar hoofd. “Nee. Ik wil weten of het weer helemaal goed is tussen Anita en jou. De rest gaat ons niets aan.”
“Ik kan jullie geruststellen Jolien. Het is méér dan goed tussen Anita en mij.” Ze wees. “Brecht vroeg het ook al; Ja, we hadden onenigheid over een futiliteit. En dat escaleerde; langzaam maar zeker werden er allerhande zaken bij gehaald die totaal niets met het originele dispuut te maken hadden en na een half uur stonden we elkaar voor rotte vis uit te maken. En toen vertrok Anita; woedend.
“Ik slaap wel in het ziekenhuis!” snauwde ze en smeet de deur keihard achter zich dicht. Enfin, zij woedend, ik ook, maar na verloop van de tijd werd ik alleen maar ongeruster. Geen oog dichtgedaan die nacht. Het was maar goed dat jullie speelden, ik had geen fatsoenlijke noot uit het orgel kunnen halen…”
Haar ogen waren rood. “En toen dat lied ‘Liefde, eenmaal uitgesproken…’ Alsof ik een klap in m’n maag kreeg. Ik zat gelukkig op de achterste bank; weinig mensen konden zien dat ik zat te janken. En na die dienst dat telefoontje van jou, Jolien… Zó lief. En een kwartiertje daarna een appje van Anita: ‘Ik kom naar huis liefje. Als je dat ten minste nog wil…’ Ik heb geantwoord met een gifje van een groot hart. Enfin, na een halfuurtje kwam ze binnen…”
Joline zei lief: “De rest mag je voor je houden, Greet.” Greet zei niets, stond op en gaf Joline een knuffel. “Dank je wel voor je bemiddeling, Jolien.” Toen keek ze mij aan. “En jij ook wel een beetje, Kees…” Ik knipoogde en Brecht giebelde. “Ik mis wat smerige Infanterie-opmerkingen, Kees.” “Die bewaar ik voor wanneer jij elders bent, meisje Solinge. ten slotte ben jij nog jong en onschuldig; ik zal niet meteen mijn hele arsenaal aan militaire uitdrukkingen en gezegden over je uit storten. Doe ik wel wanneer je 21 geworden bent.”
Ze trok een gezicht. Met de thee op gingen we weer de kerk in. Greet zei: “Ik heb de orde van dienst al gekregen, dame en heer. Richard was vlot, deze week en da’s mazzel voor jullie. Meneer Torelli heeft Kees al gehoord; die mogen jullie na de dienst laten horen. We beginnen daarmee.” Ik pakte de bugel uit, Brecht kroop op de orgelbank en even later werd de kerk gevuld met warme klanken.
Natuurlijk had Greet commentaar op mijn spel; maar goed, daarom had ik ook les bij haar. Hier en daar een betere inzet, elders een nootje iets langer aanhouden… Na een half uurtje was Greet redelijk tevreden. “Voor de dienst nog even samen doornemen, jongens. Dan zit het stuk weer tussen de oren.”
De rest van de les ging op aan het doornemen van de kerkdienst en het bestuderen van liedteksten en hoe wij zo’n lied zouden gaan spelen. Weinig aanwijzingen van Greet, meer een discussie tussen Brecht en mij. Greet liet ons gewoon ‘zwemmen’ met de teksten. Het bleek dat Brecht, ondanks haar jonge leeftijd best wel oog had voor de liedteksten en de Bijbelse context. Toen ik haar daar een compliment over maakte, glimlachte ze.
“Mijn moeder is daar een kei in. Kent zo ongeveer de Bijbel uit haar hoofd. En toen ik orgel ging studeren zei ze bijna letterlijk wat Greet ook vaak zegt: ‘Een organist moet óók weten wat de gemeente zingt. En teksten muzikaal accentueren. Als hij dat niet doet, kun je net zo goed een MP-3tje opzetten met de melodie.’
Ik knikte. “En jij hebt dat goed opgepikt, dame. Mooi. En je houd mij op die manier mooi bij de les. Weet je: soms ben ik na vijf minuten al de draad van de preek kwijt. Dan gaat Richard heel diep de tekst in, gaat verbanden leggen met andere Bijbelteksten en ben ik kansloos verloren. Door de muziek en de gemeentezang krijg ik tóch de bedoeling mee.”
“Verbanden leggen is meer een taak voor Anita, Kees", zei Greet droogjes. "En vooruit: ook nog wel een beetje van mij, als voormalig ambulancepiloot. Jij zorgde er meestal voor dat wij die verbanden moesten leggen. Met je Accuracy.”
Ik keek haar recht aan en zei grimmig: “Greet, als ik mijn Accuracy moest gebruiken, had je alle verbanden van de wereld kunnen gebruiken, maar het had geen zier geholpen. Hooguit als dweil op de grond, om vijf liter bloed te absorberen. Maar dat zou zonde geweest zijn van die verbanden; die kon je beter gebruiken om gewonden die nog wél een kans hadden, te verbinden.”
Brecht keek ons beurtelings aan. “Wát…?”
“Brecht, ik was in Bosnië niet alleen chauffeur van een pantservoertuig. Ik was ook Schutter Lange Afstand. ‘Scherpschutter’ noemen de leken het. En die vaardigheid heb ik een aantal keren moeten gebruiken om bij Bosnische oorlogsmisdadigers het lampje uit te blazen. Als ik schoot, mikte ik op de neuswortel of op de slaap van mijn doelen. Als je daar geraakt wordt door een zware, snelle kogel, merk je niet eens dat je dood bent; zó sta je een sjekkie te roken, zó sta je voor Petrus aan de hemelpoort.
Hoewel… Die lui kwamen volgens mij daar niet voor in aanmerking; ik denkt dat de meesten in de hel weer bij bewustzijn kwamen.” Ik zei het rustig, maar voelde mijn ogen vlammen bij de laatste zin.
Brecht keek ontstelt. “Dat… dat wist ik niet…” Joline zei zachtjes: “Dat weet ook niet iedereen, Brecht. Maar de vent die nu zo mooi op die bugel blaast, heeft een nogal hevig verleden.” Greet knikte. “Nogal. Maar dit is geen discussie voor in een kerk; Brecht, orgel afsluiten, Kees bugel inpakken, we drinken nog een kop thee en gaan op huis aan.”
Even later in de hal keek Brecht mij aan. “En ik maar denken dat je een doorsnee ingenieur was, Kees…” Ik liet Joline het woord doen. Die boog naar Brecht toe. “De ingenieurs die ik ken, zijn geen ‘doorsnee’ Brecht. Stuk voor stuk prima vaklui. Maar Kees heeft, voordat hij met z’n studie begon, drie jaar bij de Landmacht gewerkt. Als chauffeur, als scherpschutter in Bosnië, en een jaar later als sergeant in Afghanistan. Heeft daar dingen gezien die we hier in Nederland niet voor mogelijk houden. En is daardoor gevormd, het heeft heel veel invloed gehad op zijn leven.”
Ik knikte. “Verder zullen we je daar niet mee lastig vallen, Brecht. Nogal lang verhaal. Té lang voor een bakje thee na een lesje van een strenge opperwachtmeester.” Greet keek me broeierig aan. “Zorg jij nou maar dat je geen lesje van mij krijgt zondag na de dienst, Kees… Even iets anders: ik kreeg… woensdag?? een mail dat die lezing van C-OOCL niet doorging. Weet jij waarom?”
Ik schudde mijn hoofd. “Het enige dát ik weet was dat er een sterfgeval op de KMA was. Hij had Fred gebeld. Het is verplaatst naar aanstaande maandag.” Greet keek ongelukkig. “Da’s balen… Nou ja, dan moet ik twee lessen verzetten. Want ik wil er wel bij zijn, Kees.” “Da’s fijn Greet. Dan kan iemand die KMA-cadetten ten minste nog een beetje in de gaten houden.” Ze gniffelde. “Ik denk dat Ivo dat ook prima kan. En Fred ook wel, denk ik. Als je die nu eens midden in het publiek zet als jij je verhaal houdt? Dan ligt er niemand te suffen, dat weet ik zeker!”
Ze lachte gemeen, draaide zich naar Brecht om en zei: “Een van de generaals van de Landmacht houdt een lezing over leiderschap. Op de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Heeft Kees en Fred gevraagd om hún visie over leiderschap op het laagste niveau, de Infanteriegroep, weer te geven.”
Joline vulde aan: “Als je nog iets op wil steken van militaire vloeken, ziektes en scheldwoorden, moet je daar beslist heen gaan. Als Fred eenmaal van wal steekt…” Brecht schudde haar hoofd. “Nee, dank je wel. Geen zin om mijn hersencapaciteit te besteden aan militaire vloeken. Die nemen alleen maar plaats in in je hoofd. Plaats die je beter kunt gebruiken voor de Triosonates van Bach bijvoorbeeld.”
Ik begon te grijnzen, Joline ook en Greet keek ons aan.
“Jullie verbergen iets… Húp, voor de draad ermee!” Ik keek Joline aan en knikte. “Mag jij vertellen, schoonheid…” Ze giebelde. “Kees en ik kenden elkaar een paar weken. Nou ja, kennen… Hij liep ’s ochtends en ’s avonds langs mijn receptionistendesk als hij naar huis ging. En groette altijd zeer beleefd met een ‘Prettige avond, mevrouw!’ en dan groette ik terug met ‘U ook een fijne avond, meneer!’ Verder niks.
Totdat hij op een vrijdagavond overwerkte en als laatste het gebouw verliet. Met natuurlijk de bekende groet. Even later sloot ik het gebouw af, wilde m’n auto starten: een hoop gerommel onder de motorkap, maar starten ho maar.
Enfin, Kees was nog niet weggereden, zag mij op mijn auto schelden en vroeg wat er aan de hand was. Kort en goed: hij gaf me een lift naar huis. Ik woonde toen nog in Ter Aar, onder de rook van Schiphol, dus hij moest er wel een behoorlijk stuk voor omrijden.
Eenmaal op de snelweg zette hij de CD-speler aan. Met… jawel: de Triosonates van Bach. En de tekst: ‘Bach op een Engels orgel… zet je stoel wat naar achteren, leuning achterover en geef je eraan over. Je reinste toverij.’ Ik was best wel moe, dus: stoel naar achteren en ik kon wat gaan dutten.
Op een gegeven moment werd ik wat wakker: hij was een parkeerterrein opgereden…” Brecht onderbrak haar. “Kéés! Foei, dat doe je toch niet?”
Joline ging onverstoord door. “Een parkeerterrein opgereden dus. Hij viste mijn jas van de achterbank en legde die over mijn benen heen. Tijdens mijn dommelen had ik niet in de gaten gehad dat mijn keurige receptionistenrokje zodanig hoog was opgekropen dat hij mijn slipje kon zien…” Ik vulde aan: “Weliswaar onder een nette panty, maar Joline’s benen leidden mij nogal af. Hoogst onverstandig als je met 130 over de snelweg rijdt. Uit puur zelfbehoud had ik haar dus maar toegedekt. En wat deze dame niét verteld heeft, was dat ze vrijwel de hele weg van Gorinchem naar Ter Aar naar me keek, terwijl ze deed of ze sliep… Een typische vrouwenstreek.”
“Ja. Met hele vervelende gevolgen voor jou. Je bent uiteindelijk met me getrouwd, macho.” Ik keek Brecht en Greet aan. “En zo is het dus gekomen.”
Greet keek gemeen. “Ja? En toen? Want ik kan me niet voorstellen dat jullie, toen jullie eenmaal in Ter Aar waren aangekomen, meteen…” Ze bloosde en sloeg haar hand voor de mond. “Sorry. Dat zou even iets té direct geweest zijn.” Joline glimlachte. “Nogal, lieve opperwachtmeester. Voordat Kees z’n grote mond voorbij praat, doe ik het woord maar even: het duurde nog bijna een week voordat we… Nou ja, wat jij bedoelde te zeggen dus.”
Ik vulde aan: “Tenslotte was ze, tot dat moment in ieder geval, een net meisje”, wat me op een boze blik van Joline kwam te staan. Brecht lachte. “Een mooie lovestory. Past wel bij jullie. Maar dit nette meisje gaat richting huis; morgen weer op tijd op en naar school.” Ze knielde even bij Mocca. “Zul jij braaf zijn, Mocca? Ik hoop je volgende week weer te zien, mooie hond.” Mocca kwispelde kort en legde zijn kop toen weer op zijn voorpoten. Met een zwaai verdween Brecht.
Joline keek Greet aan. “Is het nu écht weer oké tussen jullie, Greet?” Die knikte overtuigend. “Ja. Toen ik jankend thuis zat besefte ik dat, als Anita niet bij me terug wilde komen, ik in de auto zou zijn gestapt en mezelf dood had gereden. Zonder haar zou ik geen toekomst hebben, Jolien.”
Ik schrok me kapot, maar Joline bleef uiterlijk kalm en ze had exact het goede antwoord.
“Dat wil jij Anita niet aandoen, schat. Dan zou zij de rest van haar leven moeten rondlopen met de gedachte dat zij jou de dood had ingejaagd. Zou je dat willen?” Langzaam vulden de ogen van Greet zich met tranen en ze schudde hevig haar hoofd. “Nee! Want ik wil maar één ding: haar gelukkig maken…”
Joline vervolgde: “Nou dan…” Ik hield mijn mond maar; hier was Joline veel beter in. Wéér zag ik de overeenkomst tussen Joline en Tony. Greet liep even naar het toilet om haar gezicht af te spoelen en ik keek Joline aan. “Wat ben jij vreselijk goed, schat…” Ze glimlachte kort, toen kwam Greet weer terug.
Mocca sprong op en vroeg haar aandacht. Ook zij knielde bij de hond en kroelde onder zijn snuit. Mocca gaf haar een snelle lik over haar gezicht. “Zo. De laatste traan ook weg gelikt. Goed bezig, Mocca!” Ze keek op. “Ik ga naar huis, jongens. Anita is er over een half uurtje; en morgen zijn we allebei vrij. Lekker uitslapen.”
Een voetje op de mijne liet me weten dat ik nu mijn mond moest houden, dus die opmerking van Greet bleef een beetje in de lucht hangen. En dat had ze meteen door. “Wat is er, Kees? Geen lompe Infanteriegrap er overheen?” “Ik kreeg een subtiel seintje van het nette meisje naast me dat ik nu beter het zwijgen er toe moest doen, Greet. Nou ja, volgzaam als ik nu eenmaal ben, doe ik dat dan maar.”
Ze glimlachte breed en omhelsde Joline. “Jij, jij bent een schat, mevrouw Jonkman. Precies het goeie zeggen, waardoor ik me kapot schrok. Dank je wel, lieverd.” “Graag gedaan Greet. Want wij, en dan bedoel ik niet alleen Kees en ik, maar een heleboel mensen willen jou, willen jullie niet kwijt. Ik ken er in ieder geval een paar honderd: deze gemeente. Die bijna elke zondag mogen genieten van jouw muzikale gaven. Je andere leerlingen, de Fanfare, Anita d’r collega’s… We willen jullie gelukkig zien, Greet Zwart. En we willen Anita als mevrouw Zwart-Zondervan door het leven zien gaan. Of wordt het andersom?”
Greet lachte. “Hebben we het een jaar geleden héél kort over gehad: Anita wil heel graag als ‘mevrouw Zwart’ door het leven gaan.”
Joline knikte.
“Mooi, meid… En nu een vraag. Jullie waren morgen de hele dag vrij? En zaterdag?” Greet knikte, enigszins verwonderd. “Mooi. En wellicht overvalt jou dit, en Anita nog veel meer, maar…”Joline keek me aan en ik voelde wat er aan zat te komen. En knikte.
“Wij willen jullie uitnodigen om Sinterklaas te vieren met ‘The Fabulous Fourteen’ en mijn en Kees z’n ouders. In Malden, op onze bruidslocatie. Want om nou met z’n tweeën Sinterklaasliedjes te zingen… hoewel: Anita zingt dan en jij begeleid haar op de bugel… Een beetje kale boel. En als jullie zaterdagochtend niet gillend weggevlucht zijn naar Eindhoven, willen we jullie graag opnemen in ‘The Fabulous Fourteen’ die dan een andere naam moet krijgen.”
Joline trok haar voorhoofd in rimpels. “Lastig, lastig… Nou ja, dat is van later zorg. Onze vriendenclub dus. Vrienden die er altijd voor elkaar zijn. En de meesten ken je ondertussen; Anita moet er maar aan wennen. Hou rekening met uiterst scherpe opmerkingen en vuile grappen, links en rechts een smerige judogreep of rugbymove, maar…”
Verder kwam ze niet, Greet vloog haar om de nek. “Dank je wel…” hoorde ik gesmoord. Toen liet ze Joline los en wilde mij om de hals vliegen, maar ik stak mijn hand op. “Nee dame. Je hoeft mij niet te bedanken; dit kwam voor de volle honderd procent uit Joline d’r koker. Maar ik ben het er wél, ook voor diezelfde volle honderd procent mee eens.” Ik kreeg toch een uitgebreide knuffel, en daarna keek Greet ons samen aan. “Ik ga mijn meisje hier eens mee verrassen. Zij zal hier ook blij mee zijn. Dank jullie wel!” “Ehhh… Greet: fatsoeneer je snoet nog even voor je gaat rijden…”
Ze lachte en knielde weer bij Mocca. “Heb ik personeel voor, Kees.” Aan Mocca lag het niet. Lik-lik-lik…
Toen stond Greet op. “Er uit jullie. Ik moet afsluiten, Gerard is er niet.” Een minuut later, in de auto zei ik: “Jij bent geweldig, Jolien. Zoals je haar confronteerde met de gevolgen voor Anita: je leek weer eens sprekend op je moeder. En daar ben ik heel blij mee. En ook om je voorstel om hen op te nemen in onze vriendengroep… Briljant!” Ze knikte. “Anita vertelde me een paar weken terug dat ze weinig ‘echte’ vrienden hebben, Kees.
Ja, zij heeft haar collega’s in het ziekenhuis, Greet heeft haar collega’s bij de fanfare en haar leerlingen, ze kennen mensen uit de kerk, maar échte vrienden… Nee. En daar wil ik verandering in aanbrengen. Bijna al onze vrienden kennen Greet ondertussen of hebben verhalen over haar gehoord… Ik ga ze thuis appen, maar ik denk dat er niemand is die bezwaar zal hebben.” Ze giebelde. “Bovendien levert hen dat een extra feest op… Op oudejaarsdag.”
“Je bent een lieve ritselaar, Jolien”, bromde ik. “Maar om een of andere reden vind ik het wel een heel goed plan. Moet je jouw lieve ma en stoere pa wel op de hoogte stellen van het feit dat er twee extra dames meekomen.” “Wat dacht je dan, Kees? Dat ik dat zou vergeten? Echt niet.” Joline begon weer te giebelen. “Alleen… Waar kunnen die twee slapen? Om ze de SM-kelder in te sturen, lijkt me een beetje té suggestief…”
“Die twee slapen gewoon op jouw kamertje, schat. Met de rest van alle meiden. Nou ja, op Claar en Mel na, zullen wel weer op de kamers van Ton en Rob verblijven. Ik ga het niet over ‘slapen’ hebben. Wij kerels duiken de kelder wel in. En dat je pa de volgende dag wat wijn mist… Zijn probleem.”
Eenmaal thuisgekomen liet ik Mocca uit. Die ravotte op het losloopveld nog even met een andere hond, maar na tien minuten vond ik het wel genoeg. Het werd ’s avonds best wel fris. “Mocca! Side!” En keurig naast me lopend trippelde Mocca mee naar huis. Toen ik de kamer inliep zat Joline driftig te typen op haar telefoon. Een brede lach op haar gezicht. “Unaniem goedgekeurd! Door de hele meute, Kees!” “Ik had niet anders verwacht, schat. En hoe stonden Tony en Rob Senior in de wedstrijd?” “Ik heb Ma al gebeld. Die zei laconiek: “Dan koop ik morgen nog wat meer broodjes. Geen punt. En waar ze slapen mogen jullie zelf regelen, daar bemoei ik me niet mee.”
“Prima, dan houden we de verdeling zoals die was: de meisjes in jouw ouwe kamertje, wij kerels duiken de kelder wel in. Maar nu een ander probleempje: cadeautjes en surprises! Voor Greet en Anita hebben we nog niks…” Joline keek nadenkend. “Morgenmiddag meteen vanuit DT even Gorinchem in. Ik weet daar een leuk winkeltje met allerlei snuisterijen. Daar ging ik in mijn ‘receptionistentijd’ nog wel eens heen voor spulletjes. Daar iets leuks kopen en thuis meteen aan de gedichten werken.”
Haar ogen lichtten op. “Gerben! Gerben heeft toch een tijdje met Anita zitten kletsen in dat ziekenhuis? Wie weet heeft hij wat nuttigs opgevangen. Moet je hem morgen maar naar vragen, Kees. Niet vergeten!” Ik mopperde: “Verdikkeme… Zitten we morgenmiddag wéér te rijmen en te dichten. Ik dacht dat ik er weer voor een jaar van af was…” Joline kroop tegen me aan. “Niet zo zeuren, ouwe moppersmurf. Als jij een fatsoenlijk gedicht voor Greet in elkaar kan dichten, zal Jolientje haar rokje wel op willen lichten…” Ze voegde de daad bij het woord. “Alarm! Mooie benen op drie uur!”
Ze keek tevreden. “Precies. En daar gaan we nu samen even lekker van genieten, schatje. Ik wil door jou verwend worden.” Ze giebelde. “Want morgen komt het er niet van. Jij in de kelder met al die kettingzagen, ik in mijn ouwe kamertje tussen zes giebels… Ik zal Greet en Anita matsen: die mogen op mijn bedje slapen. Uiteraard wel netjes met de handen boven het dekbed… Kóm, rondje lopen en dan bij me komen, Kees Jonkman.”
Ze verdween in de slaapkamer. Ik gaf Mocca een bak met vers water, de overgebleven ‘beloningsbrokjes’ gingen in de andere bak en daarna rolde hij zich op in de mand. “Lekker slapen, hondenbeest…” En ik sloot de slaapkamerdeur achter me. Joline lag al in bed. “Uitkleden en bij me komen, Kees Jonkman” klonk het van onder het dekbed. “Eerst even de tandjes poetsen, mevrouw.” “Oké, opschieten dan!” Ik kleedde me snel uit en poetste even snel mijn tanden. De mondhygiëniste zou er niet vrolijk van zijn geworden, maar dat was haar probleem.
“Hier ben ik, mevrouw. Geheel tot uw beschikking. Hoe kan ik u gerieven?” Joline grinnikte. “Dat weet je best. Maar we gaan elkaar ‘gerieven’, Kees. Jij mag net zo goed genieten als ik. Kom in bed en in mijn poes.”
Ze giechelde. “Terwijl je tanden poetste, heb ik al wat voorwerk gedaan…” Ik gleed naast haar, maar ze rolde naar me toe en trok me bovenop zich. “Kom in me, Kees. Ik wil je voelen. Diep in mijn natte, geile poes…” Ze spreidde haar benen en pakte mijn paal. “Hier jij…” hoorde ik en ik gleed haar natte, strakke tunneltje in. Van vlakbij keek ik in die mooie blauwe ogen.
“Kus me, Kees. Kus me, streel me en laat me genieten…” Mijn linkerhand gleed over haar borst en langzaam bewoog ik mijn mond naar de hare. Mijn paal hield ik nog even stil; ik zou wel merken al Joline behoefte had aan wat meer beweging tussen haar dijen. Langzaam kusten we elkaar en even langzaam streelde ik haar borsten: eerst de ene, dan weer de andere… Een lange zoen in haar hals liet haar kreunen. “Lekker…”
Haar benen sloten zich om mij heen, haar handen gleden over mijn borst. “Heerlijk Jolien… Je bent zo lekker…” “Jij ook! Ik voel je diep in me en dat is… Zó intiem… Nu langzaam op en neer gaan, schatje. Lekker je mooie meisje verwennen.” Ik gehoorzaamde: langzaam naar binnen, daar even bewegen, langzaam bijna naar buiten…
Joline begon onder me te bewegen: als ik me terugtrok, tilde zij haar heupen een beetje op om me zo lang mogelijk diep in haar te houden. “Hier blijven, lover… Diep in me, en langzaam bewegen… Je zit… ahhh! Precies tegen mijn lekkerste plekje aan! Héén langzaam nu, schatje… Ik lig hier vreselijk te genieten…”
Ik zei: “Wil je omdraaien? Woman on top? Dan mag jij bepalen hoe diep je…” Ik kon niet eens uitspreken; Joline kreunde: “Ja! Lekker…” Ik ging uit haar en ze glipte onder me uit. “Liggen jij!” En meteen klom ze op me en dirigeerde mijn harde paal naar haar natte grotje. Zachtjes hijgend liet ze zich op me zakken en begon te bewegen.
“Stil liggen, Kees… Laat mij m’n gang gaan… Zó lekker!” Ze schoof naar voor en naar achter, iets omhoog, iets omlaag, tot haar blik verstarde. “Niks doen!” Ze snauwde het bijna en met hele kleine bewegingen neukte ze zichzelf naar een hoogtepunt. Vlak voordat ze klaarkwam, ging ze op me liggen en kreunde:
“Neuk je meisje! Lekker hard en diep nu…” Ze kuste me, haar tong diep in mijn mond en plotseling voelde ik haar klaarkomen: haar poesje kneep, haar lichaam schokte en ik voelde warm vocht over me heen. “Jij ook, Kees! Jij nu ook klaarkomen… Dat is…” Ze kuste me weer, haar tong diep ik mijn mond en haar bekken ging snel op en neer. Zo trok ze me heerlijk af…
Ik kón het niet tegenhouden, wilde het ook niet: bij mij ging ook de knop om en ik kwam heerlijk klaar. Mijn harde paal diep in haar warme poesje, haar lichaam tegen me aan, haar haren om mijn hoofd heen, tongen die over elkaar gleden…” Na een paar minuten maakte ze zich voorzichtig van me los en giechelde: “Wat een bende, Kees…” Ik tikte op haar neus. “Dat mogen wij, lieve mevrouw. Wij zijn getrouwd. Niemand die er iets over mag zeggen.”
Met een glimlach stond ze op. “Klopt. Maar we nodigen niemand uit om het te controleren. Kom, douchen!” Ik haalde de handdoeken van het bed; het onderlaken was gelukkig droog gebleven. Een kwartier later lagen we weer in bed. “Hé lieve meid van me… Kun je nou wel lekker slapen?” “Ben al bijna bezig, Kees… Lekker zo’n snelle wip. Werkt volgens mij beter dan een kouwe douche… Welterusten.”
Een lange kus volgde, toen kropen we lekker tegen elkaar. Joline achter me. En vielen we al vrij snel in slaap…
Ik kuste haar haren. “Sorry.” Een tijdje lagen we dicht tegen elkaar, genietend van het feit dat we van elkaar hielden, elkaar perfect aanvulden. Toen keek Joline me aan. “Wil jij…?” Ik schudde mijn hoofd langzaam. “Nee Jolien. Nu niet. Ik geniet van het feit dat jij tegen me aan ligt, dat ik je kan voelen, zoenen, strelen… Maar om nu hevig te vrijen, daar ben ik niet voor in de stemming. Daarvoor is dit kwartiertje veel te kostbaar geweest. We gaan lekker slapen, dicht tegen elkaar aan. Morgen weer aan de slag, oké? En overmorgen een hele lange en enorm leuke avond met die andere gekken beleven…”
Ze giebelde. “Heel lang zal het wel worden, ja. Met je zeven limericks… Idioot. En na de laatste limerick wordt je achterna gezeten door An en Henry en kun je in het bos slapen.” “Heb ik vaker gedaan hoor. Geen punt.” Ze wreef haar lichaam lekker tegen me aan. “Mafkees. Lekker slapen nu.” We gaven elkaar nog een zoen, en ontspanden. En al gauw voelde ik me wegzakken… Heerlijk.
Donderdag ging weer snel. Zelda ophalen, samen naar Gorinchem rijden en aan het werk. Ik kreeg van de Piraten een status-update van ‘hun’ ziekenhuizen en meteen een lijstje van nog op te lossen knelpunten. Daar konden we morgen even over bomen, maar ik moest me er nu al in verdiepen, anders kon ik er geen zinnig woord over zeggen. Kortom: ik zat de hele dag achter mijn beeldscherm, verdiept in noodstroomsystemen.
En ’s middags Mocca aan mijn voeten; Joline moest weg, samen met Irene ‘de stad in. Opdracht van Theo!’ Nou ja, het zou wel met Sinterklaas te maken kunnen hebben. En ’s middags een mail van Theo aan de teamleiders:
‘Hoi lui. Net als vorig jaar is DT morgen vanaf 12:00 gesloten. Ik wil dat iedereen nog in alle rust de laatste Sinterklaasgedichten kan schrijven en hoop jullie maandag weer te zien. Geef dit dus even door aan je groepsleden; goed nieuws wordt immers door de direct leidinggevende gebracht. Gr, Theo.’
Ik grinnikte. Dat managementsboek had hij wel héél goed gelezen…
Ik belde de teamleden stuk voor stuk op met deze mededeling. Rogier had nogal wat commentaar. “Potdorie Kees. Dan kan ik morgen vanuit Nijmegen naar Gorinchem rijden, daar een paar uurtjes zitten kleppen, dan weer naar Malden rijden, zaterdag weer naar Arkel… Kan ik niet beter gewoon in Nijmegen blijven? Kunnen Ane en ik nog wat sparren over bepaalde technische zaken.” “Nee, makker. Morgenochtend wil ik jullie allemaal hier hebben en gaan we buddygewijs problemen te lijf. En je had gewoon ook in je tentje kunnen blijven liggen op die camping in Duitsland hoor… Dan had je geen last gehad van op-en-neer rijden naar Arkel of besprekingen met Kees z’n Piraten of een sinterklaasfeest in Malden. Was allemaal veel simpeler geweest. Maar ja, meneer van der Vlist moest zonodig laten zien dat hij óók kon zwemmen… Sukkel.”
Er klonk een grom aan de andere kant van de lijn. “Als ik jou was, zou ik morgen, en speciaal morgenavond, maar heel goed achterom blijven kijken. Anders schrik je misschien een keertje.”
Ik gaf hem lik-op-stuk. “Als ik jou was, zou ik maar geen geintjes met Kees uithalen. Niet alleen loop je dan tegen mijn lieve echtgenote aan, met daarnaast mijn bud, maar mijn lieve moeder en uiterst scherpe schoonmoeder gaan er ook wat van vinden. En waarschijnlijk mijn lieve, roodharige zusjes ook. En vlak je eigen meissie niet uit. Dus als jij zaterdagochtend Malden nog ik goeie gezondheid wil verlaten… Haal geen geintjes met Kees uit.”
Hij gromde weer. “Zoveel beschermengelen? Heb je die allemaal nodig?” “Ja. Zeker bij lui die nogal bedreven zijn in judo of zoiets. Doei, Rogier… Tot morgen, 07:30 in Gorinchem…” Ik hing op. Frits, Willem en Gerben hadden er geen moeite mee. Mooi. Terug naar je beeldscherm, Kees…
Ik had aardig kunnen doorwerken. Geen afleiding, Marion had vandaag in het Backoffice gezeten, bezig met haar eigen werk. Ik had zelfs de koffiepauze overgeslagen; was toen nét bezig met een ingewikkeld probleem bij het LUMC. Om half vijf sloot ik af. “Mocca… Zoek Joline!” Roéfff… de hond sprintte naar het Backoffice en ik hoorde: “Jajaja… Rustig Mocca. Ik was niet op wereldreis hoor.” Joline en Zelda kwamen Backoffice uit. “Hoi, schat. Wil je ons naar huis brengen? Da’s lief. Ik zal je t.z.t. gepast belonen.”
En met een stalen gezicht zei Zelda: “En ja, dat geldt voor mij ook.” “Ik ga jou niet zo belonen als mijn lieve echtgenote, mevrouw van Munsteren. Dan krijg ik problemen met jouw sympathieke Pa en je aristocratische Ma. Ik weet niet wat pijnlijker is…” Zelda grinnikte. “Pa is pijnlijker, Ma is duurder, Kees.” “Nou, dat willen we dus vermijden. Ga jij dus maar achterin zitten.”
Ik keek streng, Joline schudde haar hoofd. “Bovendien zou hij van mij nog even op z’n zielement krijgen, Zelda. Da’s én pijnlijk én duur in één keer.” Toen keek ze dreigend. “En jij ook, dame! Daar helpt je lieve moedertje niks aan!” Zelda stapte in, haar gezicht sip. “Je mag ook niks meer tegenwoordig. Niet eens een knappe vent verleiden… Dat lees je nooit in een Bouquetreeks-romannetje.”
Joline draaide zich naar haar om. “Léés jij dat spul? Ik dacht dat wij een jongedame met een behoorlijk IQ achterin hadden zitten…” Zelda wees naar achteren. “Ik weet niet of het je al is opgevallen, maar Mocca is een reu, Joline. En of hij lezen kan, weet ik niet, hij is in ieder geval best wel slim. Nietwaar, Mocca?” Een lebber over haar wang was de beloning. “Goed zo. Brave hond, hoor!” Bonk-bonk-bonk… Een staart roffelde tegen de zijkant van de achterbak. Joline zuchtte maar weer eens. “Kees, geef straks op de snelweg eens plankgas… Ik wil die jongedame achterin zo snel mogelijk lozen. Ze zit gewoon openlijk toe te geven dat ze je wil verleiden.”
“Hoho mevrouw Jonkman”, zei Zelda gniffelend, “ik had het over een knappe vent verleiden. Geen ijsberg.” Ik gromde. “Jij moet goed zo doorgaan… júffie! Dan ga je eens kennismaken met mijn bud, en wel op een hele andere manier dan tot nu toe! Ik weet niet jij wel eens 110 kilo boos informaticavlees bovenop je heb gevoeld, maar uit ervaring kan ik zeggen dat dat best wel pijnlijk is.” Ik keek in de spiegel en zag Zelda gniffelen. Ik gaf haar een knipoog.
“Laten we deze nogal twijfelachtige discussie maar laten voor wat het is en ons concentreren op hetgeen de avond ons gaat brengen, Kees.” Joline was het verstandigst en ik antwoordde: “Goed plan! Jij gaat iets lekkers koken, ik ga nog een half uurtje blazen. Daarna lekker eten en vervolgens Greet en Brecht pesten.”
“Brecht? Ik weet ondertussen wie Greet is, maar de naam Brecht ken ik nog niet. Vertel eens, Kees…” “Brecht is een jongedame van ongeveer 20 jaar, en een leerlinge op het orgel van Greet. Volgend jaar hoopt ze naar het conservatorium te gaan. Die meid is briljant op het orgel; nu al. Afgelopen zondag hebben we samen in een kerkdienst gespeeld en ik heb genoten. Greet gaat zich langzaam maar zeker terugtrekken als organiste in de kerk waar wij ’s zondags heen gaan en Brecht neemt het over. En dat gaat goedkomen, dat weet ik zeker. Maar Greet blijft ons gelukkig wel les geven en daar zijn we allebei bijzonder blij mee. Niet in het minst omdat we haar dan lekker kunnen blijven plagen…”
Zelda keek twijfelend. “Greet is toch lesbisch? Plagen jullie daar dan mee?” Joline antwoordde. “Soms, ja. En zij plaagt ons wel eens met ons hetero-zijn. En nee, dat gaat niet altijd even zachtzinnig of empatisch. Afgelopen zomer kondigde ze aan dat ze een aantal weken met haar partner Anita op vakantie zou gaan en Kees, subtiel als hij nu eenmaal is, vraagt: ‘En waar gaat de reis naar toe? Lesbos?’ Ik lag natuurlijk slap van het lachen in mijn stoel en Greet antwoord quasi-boos: ‘Wat ben je toch ook een lompe Infanteriehork…’ Daarna moest ze ook lachen.”
Ik vulde aan: “Greet is ook militair. We hebben in dezelfde tijd in Bosnië gezeten. Zijn elkaar daar nooit tegengekomen, maar we spreken wél één taal: de taal van veteranen. Vermengd met een behoorlijke hoeveelheid donkergrijze tot gitzwarte humor. En daar moet je tegen kunnen. Gelukkig kan Greet dat en ik ook, dus we nemen elkaar best wel vaak op de hak. En Joline is er ondertussen wel aan gewend en doet leuk mee.”
“Arme Greet…” mompelde Zelda. “En hoe staat die Brecht er in? Want zo’n onschuldig meisje van twintig… Tussen twee vuilspuitende veteranen… Het arme kind…” Joline zei bijtend: “Ongeveer net zo als jij de eerste week bij DT in de wedstrijd stond, jongedame. Soms met grote ogen om je heen kijkend als Fred en Kees of Fred en Ingrid elkaar weer eens zaten te sarren.” “Ja, breek me de bek niet los…” mopperde Zelda. “Een nogal wat ander niveau van converseren dan op school of in de supermarkt. En dan bedoel ik niet alleen het geluidsvolume.”
“Precies”, antwoordde ik. “Ik heb Greet een aantal weken terug Brecht horen uitkafferen… Daar lustten de honden geen brood van. En Brecht rénde daarna bijna de orgeltrap af, mij voorbij en ramde de kerkdeur achter zich dicht. Had al drie weken lang geen ene moer aan orgelhuiswerk gedaan omdat haar ex-vriendje haar na een paar weken de bons had gegeven. ‘Luduvudu’ dus.”
“Wát?”
Joline verklaarde de term. “Liefdesverdriet. Enfin, na twee weken belde ze Greet op om te vragen of ze tóch weer verder kon gaan met de lessen. En de eerste les daarna hebben ze vrijwel alleen maar zitten kletsen en heeft Greet haar uit de shit getrokken waar ze in zat. Want zo is Greet ook, Zelda. Een prachtmens.” Ik knikte. “Daar kan ik het alleen maar gruwelijk mee eens zijn. Wat ik me ondertussen wél afvraag is of Greet Brecht niet op het lesbische pad heeft gebracht tijdens dat gesprekje van anderhalf uur. Iets in de richting van: ‘Laat die kerels toch stikken, meid. Wij vrouwen weten vee…’
Een vinger kwam tegen mijn lippen. “Tot hier toe en niet verder, Kees Jonkman. Als je het lef hebt: vraag het vanavond maar eens rechtstreeks aan beide dames. Ik hoop dat je je hardloopschoenen aan hebt, want die zul je dan hárd nodig hebben!” Zelda giebelde. “Ik zie het helemaal voor me… Kees die al rennend, met z’n bugel onder de arm, de kerk uit stormt, achterna gezeten door twee vrouwen…” Ik keek somber. “Misschien wel drie, Zelda.” “Zeker weten… majóór!” klonk het ijzig naast me.
“Dat bedoel ik dus… De blonde Feeks van Gorinchem in actie. Heb ik weer.” “Ja, dat heb jij weer, Kees Jonkman. Een bloedstollend knappe vrouw naast je in deze best wel aardige auto. En die vrouw draagt jouw ring. Wees er maar zuinig op!” “Op de auto? Zeker weten. Nee, niet slaan schat, da’s nogal onverstandig vlak voor knooppunt Deil.” Naast me klonk dreigend: “Ik wacht wel tot we thuis zijn. Dan zul je ervan lusten, meneer Jonkman!”
Achter ons giebelde Zelda: “Jullie hadden morgenavond toch een Sinterklaasfeest met de hele vriendenclub? Ik denk dat ik deze conversatie eens in een gedichtje ga verwerken en dan naar Rogier stuur. Met het verzoek dit morgenavond voor te lezen…” Joline keek me aan. “Wil je zo dadelijk even stoppen bij De Lucht-West, Kees? Dan flikkeren we die jongedame op de achterbank er uit en mag ze gaan lopen…” “Goed plan, schat. Dan rijden we honderd meter door, gooien we de rugleuningen plat en gaan het bijzonder gezellig maken achterin. Mocca is dat ondertussen wel gewend.”
Ik zag Zelda omkijken. “Wij moeten eens praten, Mocca.” Er kwam geen response uit de achterbak; Mocca was onder zeil. “Saaie hond…” Ondertussen reden we parkeerplaats De Lucht al voorbij. “Nou, laten we de jongedame dan maar meenemen naar Veldhoven, Jolien. Als ze met Mocca gaat kletsen, ligt onze smetteloze reputatie in no time aan diggelen.” Zonder al teveel geplaag reden we verder. Beide dames hadden in de gaten dat ik nu even m’n aandacht op de weg wilde houden; het werd drukker.
En bij Den Bosch was het helemaal feest: niet alleen druk, maar ook een tweetal medeweggebruikers die het beiden nodig vonden om rechts in te halen en vervolgens met een zwieper de meest linkerbaan te pakken omdat dáár misschien een gaatje was en ze toch zeker wel drie auto’s konden passeren… Om even later op de A2 weer met 40 km per uur naast ons te rijden. “Prutsers”, mopperde ik. “Wat zijn jullie er nu mee opgeschoten? He-le-maal niks, behalve een adrenalinestoot. Geniet ervan, zou ik zeggen.” Joline legde een hand op mijn knie. “Hé ouwe moppersmurf… Láát ze. Vandaag of morgen komen ze met hun rijstijl vast wel een oplettende agent tegen. En dan kost het hen geld.” “Of een plotseling overstekende boom. En dan kost het hen wat meer”, merkte Zelda droogjes op.
Een paar kilometer verder bleek de oorzaak van de drukte: twee auto’s in de berm met de gevolgen van een kop-staartbotsing nogal duidelijk zichtbaar. Een gele auto van een weginspecteur stond er al bij. Daarna kon de meute weer versnellen tot een normale snelheid voor een autoweg en konden we Zelda twintig minuten later thuis afleveren. “Goed weekend, Zelda. Denk er aan: vanaf 12:00 morgenmiddag begint ook jouw weekend!” “Zeker mevrouw Jonkman. Ik moet nog wat gedichten schrijven en aan Rogier mailen, mevrouw Jonkman.”
“Trut!”
Joline’s reactie was nogal fel, vlak voor Zelda de deur dicht deed. “Ik denk dat ik ook nog wat ga dichten, Kees. Ik heb alles klaar voor Melissa, maar mevrouw van Munsteren Junior kan nog wel een poëtische veeg uit de Sinterklaaspan krijgen! En die mag ze dan Maandag in de middagpauze voorlezen…” “Ja… En wat ga je er dan als surprise bij doen, Jolien?”
Even was het stil, toen giebelde Joline: “Als ik ‘m kan vinden: een A.I. bestuurde vibrator. Bij alles wat het meisje bedenkt, genereert de vibrator de bijbehorende stimulans.” “Dat is pure bluf. Bovendien zou zo’n ding in het Backoffice meteen doorbranden; al die schunnige gedachten die daar rondzweven…” “Hé! Er werken daar vier keurige getrouwde dames, twee nette dames die hebben aangegeven over niet al te lange tijd gaan trouwen met een piraat en een voormalig piraat, twee dames uit een uiterst degelijk milieu die dat niét hebben aangegeven, maar uiterst hevige verkering hebben met twee Piraten en een jongedame die nogal rotsvaste verkering heeft met een IT-goeroe. En twee jongedames die nog single zijn, maar die ik wel in de categorie ‘keurig’ schaar. Dus ‘schunnige gedachtes’? Weinig kans, meneertje!”
Ik grinnikte. “Die gedachten van die dames uit een uiterst degelijk milieu waren op een aantal momenten zeer zeker schunnig, mevrouw Jonkman. U en ik waren daar getuige van, volgens mij u een aantal keren meer dan ik.”
Joline zuchtte. “Laat die A.I.-vibrator dan maar zitten.” “Ja, dat zei een zeker voormalig net meisje ook, toen ik haar wees op het feit dat een in de koffer meegenomen vibrator luid en duidelijk zichtbaar zou zijn in de scan op vliegveld Eindhoven. En daarna nog een keer op de scan van een vliegveld in Roemenië. En op de terugweg nog een keer… Toen nam ze haar toevlucht tot een lokaal aangeschafte tandenborstel.” Joline gaf geen antwoord, maar zuchtte diep.
Ondertussen reden we de parkeerplaats van het appartementencomplex op en even later de garagebox in. “Zo, lekkere meid. Heb ik je toch maar weer mooi en veilig thuisgebracht in deze saaie grijze koets.” “Ja hoor, je bent geweldig, kereltje. Húp naar boven, blazen jij. Om half zeven heb ik het eten klaar. Mocca, let’s go!” De hond sprong de auto uit en liep braaf mee. Eenmaal boven verdween ik na een zoentje in de studeerkamer; Joline zou koken, op de vingers gekeken door een bruine Labrador.
Ik oefende eerst ‘riedeltjes’ en toen mijn vingers soepel waren, pakte ik de partituren van een paar stukken van Hummel. Lekkere muziek, pittig, maar melodieus. Daarna een paar Engelse Hymns en voor ik het wist werd ik opgehaald door Mocca die zijn kop om de deur stak. Een blik op mijn horloge: half zeven alweer! Zonder er erg in gehad te hebben alweer een uur gespeeld… Handen wassen, daarna aanschuiven.
Joline had iets nieuws gemaakt: twee uitjes gesneden en samen met een half blik corned beef gebakken. Het contract tussen de zoute corned beef en de zoete ui was heerlijk! Samen met gekookte aardappelen, verse worteltjes en een beetje jus… Ik zat te smullen. “Schat, als jij nog een keer over jouw kookkunst zegt dat die ‘fantasieloos’ is… Waar het je het idee van die corned beef met ui vandaan?” “Gisteren van Gonnie gehoord. Als haar kinderen horen dat ze dat gaan eten, loopt het water al uit hun mond, volgens Gonnie. Alleen moet er bij haar een heel blik in de pan en vier forse uien; ik heb daar de helft maar van genomen, anders ploffen we, denk ik.” “Zeker weten! En die worteltjes waren ook heerlijk. Hier kan ik wel lekker op blazen, schat.”
Droogjes merkte ze op: “Als je die bugel dan maar aan de goeie kant van je spijsverteringskanaal houdt. ‘Al die uien…’ om maar eens mijn jongste broer te citeren…” Kléts! Nu kreeg zij een pets op een oor. Niet hard, maar wel snel. “Auw… Rotzak!” “Dat krijg je ervan als je de verbinding legt tussen het eten van uien en flatulentie, oftewel het ongenuanceerd scheten laten.” Ze keek wraakzuchtig. “Let jij vrijdagavond maar heel goed op, mannetje! En waarschijnlijk zaterdag ook! Er zijn in Malden een stuk of zes dames die ondertussen redelijk routineus oorvijgen uit kunnen delen!” Ze keek dreigend.
Na nog een kopje koffie vertrokken we richting kerk. Mocca ging kwispelend mee. Zou Brecht wel blij mee zijn. En in de hal van de kerk hoorden we haar het Trompetconcert in D van Torelli spelen: deel 1, Allegro Moderato. Ik deed de kerkdeur voorzichtig een stukje open. Een bugel blies de trompetpartij; Greet waarschijnlijk. Na een minuut wist ik het zeker; ik herkende haar typische ademhaling. Klonk goed. Joline wilde al naar binnen lopen; ik hield haar tegen. “Even genieten, schat. Zonder die twee te storen.”
Met deel 1 ten einde hoorde ik Greet zeggen: “Kom Brecht. Even beneden uitpuffen. Kees zal zo wel komen, dan is er van uitpuffen geen sprake meer; dan is het opletten, of je krijgt een smerige Infanterie-opmerking om je oren. Of een draai om diezelfde oren, maar dan van Joline.”
Wat Brecht als antwoord gaf, hoorden we niet, maar wel dat beide dames moesten lachen. Ik trok Joline achter de deur; als ze de hal binnen zouden komen hadden ze ons achter zich en konden Joline en ik hen eens verrassen… Voetstappen naderden, de deur ging nu helemaal open en beide meiden liepen de hal in. “Hé, Kees is er nog niet. Dan is die lummel mooi te laat en dat zal hij weten!”
“Deze lummel is niet te laat, Opper. Ik heet geen Greet en Joline heet geen Anita, denk er aan!”
Beiden schrokken. “Jakkes, Kees, hou op met dit soort hinderlagen!” Greet trok een smerig gezicht en Brecht keek nog steeds geschrokken. “Ik schrok me kapot van die stem achter me, Kees!” “Wees blij dat het alleen zijn stem was, en niet mijn oorvijgen, Brecht!” “Hebben jullie…” Greet keek vragend. “Jullie conversatie na meneer Torelli konden wij hier in de hal woordelijk verstaan, dames.”
Greet haalde haar schouders op. “Niks nieuws voor jullie, toch? Kom Brecht, thee. Wij hebben hard gewerkt, die drie daar nog niet.” Ze liep het keukentje in, maar riep toch: “Joline, Kees, wat drinken jullie?” Tweestemmig klonk: “Thee!” “Je leert het nog wel eens, Kees. Goed zo.” Brecht keek ondertussen Joline aan. “Kun je Mocca even ‘vrij’ laten, Joline?”
Joline deed de riem en het tuigje af. “Mocca, Release!” En hup, hij liep naar Brecht, die op haar hurken ging zitten. “Hé mooie hond…” Ze kreeg een paar lebbers over haar handen. “Jaja, ik heb jou ook gemist, hoor. Brave Mocca!” Toen Greet terug kwam met een blad voor mokken kreeg ook zij alle aandacht.
Joline keek Greet over haar beker thee aan. “Greet… Het gaat ons natuurlijk geen fluit aan, maar…” Greet keek terug. “Je wilt weten hoe en wat zondag?” Joline schudde haar hoofd. “Nee. Ik wil weten of het weer helemaal goed is tussen Anita en jou. De rest gaat ons niets aan.”
“Ik kan jullie geruststellen Jolien. Het is méér dan goed tussen Anita en mij.” Ze wees. “Brecht vroeg het ook al; Ja, we hadden onenigheid over een futiliteit. En dat escaleerde; langzaam maar zeker werden er allerhande zaken bij gehaald die totaal niets met het originele dispuut te maken hadden en na een half uur stonden we elkaar voor rotte vis uit te maken. En toen vertrok Anita; woedend.
“Ik slaap wel in het ziekenhuis!” snauwde ze en smeet de deur keihard achter zich dicht. Enfin, zij woedend, ik ook, maar na verloop van de tijd werd ik alleen maar ongeruster. Geen oog dichtgedaan die nacht. Het was maar goed dat jullie speelden, ik had geen fatsoenlijke noot uit het orgel kunnen halen…”
Haar ogen waren rood. “En toen dat lied ‘Liefde, eenmaal uitgesproken…’ Alsof ik een klap in m’n maag kreeg. Ik zat gelukkig op de achterste bank; weinig mensen konden zien dat ik zat te janken. En na die dienst dat telefoontje van jou, Jolien… Zó lief. En een kwartiertje daarna een appje van Anita: ‘Ik kom naar huis liefje. Als je dat ten minste nog wil…’ Ik heb geantwoord met een gifje van een groot hart. Enfin, na een halfuurtje kwam ze binnen…”
Joline zei lief: “De rest mag je voor je houden, Greet.” Greet zei niets, stond op en gaf Joline een knuffel. “Dank je wel voor je bemiddeling, Jolien.” Toen keek ze mij aan. “En jij ook wel een beetje, Kees…” Ik knipoogde en Brecht giebelde. “Ik mis wat smerige Infanterie-opmerkingen, Kees.” “Die bewaar ik voor wanneer jij elders bent, meisje Solinge. ten slotte ben jij nog jong en onschuldig; ik zal niet meteen mijn hele arsenaal aan militaire uitdrukkingen en gezegden over je uit storten. Doe ik wel wanneer je 21 geworden bent.”
Ze trok een gezicht. Met de thee op gingen we weer de kerk in. Greet zei: “Ik heb de orde van dienst al gekregen, dame en heer. Richard was vlot, deze week en da’s mazzel voor jullie. Meneer Torelli heeft Kees al gehoord; die mogen jullie na de dienst laten horen. We beginnen daarmee.” Ik pakte de bugel uit, Brecht kroop op de orgelbank en even later werd de kerk gevuld met warme klanken.
Natuurlijk had Greet commentaar op mijn spel; maar goed, daarom had ik ook les bij haar. Hier en daar een betere inzet, elders een nootje iets langer aanhouden… Na een half uurtje was Greet redelijk tevreden. “Voor de dienst nog even samen doornemen, jongens. Dan zit het stuk weer tussen de oren.”
De rest van de les ging op aan het doornemen van de kerkdienst en het bestuderen van liedteksten en hoe wij zo’n lied zouden gaan spelen. Weinig aanwijzingen van Greet, meer een discussie tussen Brecht en mij. Greet liet ons gewoon ‘zwemmen’ met de teksten. Het bleek dat Brecht, ondanks haar jonge leeftijd best wel oog had voor de liedteksten en de Bijbelse context. Toen ik haar daar een compliment over maakte, glimlachte ze.
“Mijn moeder is daar een kei in. Kent zo ongeveer de Bijbel uit haar hoofd. En toen ik orgel ging studeren zei ze bijna letterlijk wat Greet ook vaak zegt: ‘Een organist moet óók weten wat de gemeente zingt. En teksten muzikaal accentueren. Als hij dat niet doet, kun je net zo goed een MP-3tje opzetten met de melodie.’
Ik knikte. “En jij hebt dat goed opgepikt, dame. Mooi. En je houd mij op die manier mooi bij de les. Weet je: soms ben ik na vijf minuten al de draad van de preek kwijt. Dan gaat Richard heel diep de tekst in, gaat verbanden leggen met andere Bijbelteksten en ben ik kansloos verloren. Door de muziek en de gemeentezang krijg ik tóch de bedoeling mee.”
“Verbanden leggen is meer een taak voor Anita, Kees", zei Greet droogjes. "En vooruit: ook nog wel een beetje van mij, als voormalig ambulancepiloot. Jij zorgde er meestal voor dat wij die verbanden moesten leggen. Met je Accuracy.”
Ik keek haar recht aan en zei grimmig: “Greet, als ik mijn Accuracy moest gebruiken, had je alle verbanden van de wereld kunnen gebruiken, maar het had geen zier geholpen. Hooguit als dweil op de grond, om vijf liter bloed te absorberen. Maar dat zou zonde geweest zijn van die verbanden; die kon je beter gebruiken om gewonden die nog wél een kans hadden, te verbinden.”
Brecht keek ons beurtelings aan. “Wát…?”
“Brecht, ik was in Bosnië niet alleen chauffeur van een pantservoertuig. Ik was ook Schutter Lange Afstand. ‘Scherpschutter’ noemen de leken het. En die vaardigheid heb ik een aantal keren moeten gebruiken om bij Bosnische oorlogsmisdadigers het lampje uit te blazen. Als ik schoot, mikte ik op de neuswortel of op de slaap van mijn doelen. Als je daar geraakt wordt door een zware, snelle kogel, merk je niet eens dat je dood bent; zó sta je een sjekkie te roken, zó sta je voor Petrus aan de hemelpoort.
Hoewel… Die lui kwamen volgens mij daar niet voor in aanmerking; ik denkt dat de meesten in de hel weer bij bewustzijn kwamen.” Ik zei het rustig, maar voelde mijn ogen vlammen bij de laatste zin.
Brecht keek ontstelt. “Dat… dat wist ik niet…” Joline zei zachtjes: “Dat weet ook niet iedereen, Brecht. Maar de vent die nu zo mooi op die bugel blaast, heeft een nogal hevig verleden.” Greet knikte. “Nogal. Maar dit is geen discussie voor in een kerk; Brecht, orgel afsluiten, Kees bugel inpakken, we drinken nog een kop thee en gaan op huis aan.”
Even later in de hal keek Brecht mij aan. “En ik maar denken dat je een doorsnee ingenieur was, Kees…” Ik liet Joline het woord doen. Die boog naar Brecht toe. “De ingenieurs die ik ken, zijn geen ‘doorsnee’ Brecht. Stuk voor stuk prima vaklui. Maar Kees heeft, voordat hij met z’n studie begon, drie jaar bij de Landmacht gewerkt. Als chauffeur, als scherpschutter in Bosnië, en een jaar later als sergeant in Afghanistan. Heeft daar dingen gezien die we hier in Nederland niet voor mogelijk houden. En is daardoor gevormd, het heeft heel veel invloed gehad op zijn leven.”
Ik knikte. “Verder zullen we je daar niet mee lastig vallen, Brecht. Nogal lang verhaal. Té lang voor een bakje thee na een lesje van een strenge opperwachtmeester.” Greet keek me broeierig aan. “Zorg jij nou maar dat je geen lesje van mij krijgt zondag na de dienst, Kees… Even iets anders: ik kreeg… woensdag?? een mail dat die lezing van C-OOCL niet doorging. Weet jij waarom?”
Ik schudde mijn hoofd. “Het enige dát ik weet was dat er een sterfgeval op de KMA was. Hij had Fred gebeld. Het is verplaatst naar aanstaande maandag.” Greet keek ongelukkig. “Da’s balen… Nou ja, dan moet ik twee lessen verzetten. Want ik wil er wel bij zijn, Kees.” “Da’s fijn Greet. Dan kan iemand die KMA-cadetten ten minste nog een beetje in de gaten houden.” Ze gniffelde. “Ik denk dat Ivo dat ook prima kan. En Fred ook wel, denk ik. Als je die nu eens midden in het publiek zet als jij je verhaal houdt? Dan ligt er niemand te suffen, dat weet ik zeker!”
Ze lachte gemeen, draaide zich naar Brecht om en zei: “Een van de generaals van de Landmacht houdt een lezing over leiderschap. Op de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Heeft Kees en Fred gevraagd om hún visie over leiderschap op het laagste niveau, de Infanteriegroep, weer te geven.”
Joline vulde aan: “Als je nog iets op wil steken van militaire vloeken, ziektes en scheldwoorden, moet je daar beslist heen gaan. Als Fred eenmaal van wal steekt…” Brecht schudde haar hoofd. “Nee, dank je wel. Geen zin om mijn hersencapaciteit te besteden aan militaire vloeken. Die nemen alleen maar plaats in in je hoofd. Plaats die je beter kunt gebruiken voor de Triosonates van Bach bijvoorbeeld.”
Ik begon te grijnzen, Joline ook en Greet keek ons aan.
“Jullie verbergen iets… Húp, voor de draad ermee!” Ik keek Joline aan en knikte. “Mag jij vertellen, schoonheid…” Ze giebelde. “Kees en ik kenden elkaar een paar weken. Nou ja, kennen… Hij liep ’s ochtends en ’s avonds langs mijn receptionistendesk als hij naar huis ging. En groette altijd zeer beleefd met een ‘Prettige avond, mevrouw!’ en dan groette ik terug met ‘U ook een fijne avond, meneer!’ Verder niks.
Totdat hij op een vrijdagavond overwerkte en als laatste het gebouw verliet. Met natuurlijk de bekende groet. Even later sloot ik het gebouw af, wilde m’n auto starten: een hoop gerommel onder de motorkap, maar starten ho maar.
Enfin, Kees was nog niet weggereden, zag mij op mijn auto schelden en vroeg wat er aan de hand was. Kort en goed: hij gaf me een lift naar huis. Ik woonde toen nog in Ter Aar, onder de rook van Schiphol, dus hij moest er wel een behoorlijk stuk voor omrijden.
Eenmaal op de snelweg zette hij de CD-speler aan. Met… jawel: de Triosonates van Bach. En de tekst: ‘Bach op een Engels orgel… zet je stoel wat naar achteren, leuning achterover en geef je eraan over. Je reinste toverij.’ Ik was best wel moe, dus: stoel naar achteren en ik kon wat gaan dutten.
Op een gegeven moment werd ik wat wakker: hij was een parkeerterrein opgereden…” Brecht onderbrak haar. “Kéés! Foei, dat doe je toch niet?”
Joline ging onverstoord door. “Een parkeerterrein opgereden dus. Hij viste mijn jas van de achterbank en legde die over mijn benen heen. Tijdens mijn dommelen had ik niet in de gaten gehad dat mijn keurige receptionistenrokje zodanig hoog was opgekropen dat hij mijn slipje kon zien…” Ik vulde aan: “Weliswaar onder een nette panty, maar Joline’s benen leidden mij nogal af. Hoogst onverstandig als je met 130 over de snelweg rijdt. Uit puur zelfbehoud had ik haar dus maar toegedekt. En wat deze dame niét verteld heeft, was dat ze vrijwel de hele weg van Gorinchem naar Ter Aar naar me keek, terwijl ze deed of ze sliep… Een typische vrouwenstreek.”
“Ja. Met hele vervelende gevolgen voor jou. Je bent uiteindelijk met me getrouwd, macho.” Ik keek Brecht en Greet aan. “En zo is het dus gekomen.”
Greet keek gemeen. “Ja? En toen? Want ik kan me niet voorstellen dat jullie, toen jullie eenmaal in Ter Aar waren aangekomen, meteen…” Ze bloosde en sloeg haar hand voor de mond. “Sorry. Dat zou even iets té direct geweest zijn.” Joline glimlachte. “Nogal, lieve opperwachtmeester. Voordat Kees z’n grote mond voorbij praat, doe ik het woord maar even: het duurde nog bijna een week voordat we… Nou ja, wat jij bedoelde te zeggen dus.”
Ik vulde aan: “Tenslotte was ze, tot dat moment in ieder geval, een net meisje”, wat me op een boze blik van Joline kwam te staan. Brecht lachte. “Een mooie lovestory. Past wel bij jullie. Maar dit nette meisje gaat richting huis; morgen weer op tijd op en naar school.” Ze knielde even bij Mocca. “Zul jij braaf zijn, Mocca? Ik hoop je volgende week weer te zien, mooie hond.” Mocca kwispelde kort en legde zijn kop toen weer op zijn voorpoten. Met een zwaai verdween Brecht.
Joline keek Greet aan. “Is het nu écht weer oké tussen jullie, Greet?” Die knikte overtuigend. “Ja. Toen ik jankend thuis zat besefte ik dat, als Anita niet bij me terug wilde komen, ik in de auto zou zijn gestapt en mezelf dood had gereden. Zonder haar zou ik geen toekomst hebben, Jolien.”
Ik schrok me kapot, maar Joline bleef uiterlijk kalm en ze had exact het goede antwoord.
“Dat wil jij Anita niet aandoen, schat. Dan zou zij de rest van haar leven moeten rondlopen met de gedachte dat zij jou de dood had ingejaagd. Zou je dat willen?” Langzaam vulden de ogen van Greet zich met tranen en ze schudde hevig haar hoofd. “Nee! Want ik wil maar één ding: haar gelukkig maken…”
Joline vervolgde: “Nou dan…” Ik hield mijn mond maar; hier was Joline veel beter in. Wéér zag ik de overeenkomst tussen Joline en Tony. Greet liep even naar het toilet om haar gezicht af te spoelen en ik keek Joline aan. “Wat ben jij vreselijk goed, schat…” Ze glimlachte kort, toen kwam Greet weer terug.
Mocca sprong op en vroeg haar aandacht. Ook zij knielde bij de hond en kroelde onder zijn snuit. Mocca gaf haar een snelle lik over haar gezicht. “Zo. De laatste traan ook weg gelikt. Goed bezig, Mocca!” Ze keek op. “Ik ga naar huis, jongens. Anita is er over een half uurtje; en morgen zijn we allebei vrij. Lekker uitslapen.”
Een voetje op de mijne liet me weten dat ik nu mijn mond moest houden, dus die opmerking van Greet bleef een beetje in de lucht hangen. En dat had ze meteen door. “Wat is er, Kees? Geen lompe Infanteriegrap er overheen?” “Ik kreeg een subtiel seintje van het nette meisje naast me dat ik nu beter het zwijgen er toe moest doen, Greet. Nou ja, volgzaam als ik nu eenmaal ben, doe ik dat dan maar.”
Ze glimlachte breed en omhelsde Joline. “Jij, jij bent een schat, mevrouw Jonkman. Precies het goeie zeggen, waardoor ik me kapot schrok. Dank je wel, lieverd.” “Graag gedaan Greet. Want wij, en dan bedoel ik niet alleen Kees en ik, maar een heleboel mensen willen jou, willen jullie niet kwijt. Ik ken er in ieder geval een paar honderd: deze gemeente. Die bijna elke zondag mogen genieten van jouw muzikale gaven. Je andere leerlingen, de Fanfare, Anita d’r collega’s… We willen jullie gelukkig zien, Greet Zwart. En we willen Anita als mevrouw Zwart-Zondervan door het leven zien gaan. Of wordt het andersom?”
Greet lachte. “Hebben we het een jaar geleden héél kort over gehad: Anita wil heel graag als ‘mevrouw Zwart’ door het leven gaan.”
Joline knikte.
“Mooi, meid… En nu een vraag. Jullie waren morgen de hele dag vrij? En zaterdag?” Greet knikte, enigszins verwonderd. “Mooi. En wellicht overvalt jou dit, en Anita nog veel meer, maar…”Joline keek me aan en ik voelde wat er aan zat te komen. En knikte.
“Wij willen jullie uitnodigen om Sinterklaas te vieren met ‘The Fabulous Fourteen’ en mijn en Kees z’n ouders. In Malden, op onze bruidslocatie. Want om nou met z’n tweeën Sinterklaasliedjes te zingen… hoewel: Anita zingt dan en jij begeleid haar op de bugel… Een beetje kale boel. En als jullie zaterdagochtend niet gillend weggevlucht zijn naar Eindhoven, willen we jullie graag opnemen in ‘The Fabulous Fourteen’ die dan een andere naam moet krijgen.”
Joline trok haar voorhoofd in rimpels. “Lastig, lastig… Nou ja, dat is van later zorg. Onze vriendenclub dus. Vrienden die er altijd voor elkaar zijn. En de meesten ken je ondertussen; Anita moet er maar aan wennen. Hou rekening met uiterst scherpe opmerkingen en vuile grappen, links en rechts een smerige judogreep of rugbymove, maar…”
Verder kwam ze niet, Greet vloog haar om de nek. “Dank je wel…” hoorde ik gesmoord. Toen liet ze Joline los en wilde mij om de hals vliegen, maar ik stak mijn hand op. “Nee dame. Je hoeft mij niet te bedanken; dit kwam voor de volle honderd procent uit Joline d’r koker. Maar ik ben het er wél, ook voor diezelfde volle honderd procent mee eens.” Ik kreeg toch een uitgebreide knuffel, en daarna keek Greet ons samen aan. “Ik ga mijn meisje hier eens mee verrassen. Zij zal hier ook blij mee zijn. Dank jullie wel!” “Ehhh… Greet: fatsoeneer je snoet nog even voor je gaat rijden…”
Ze lachte en knielde weer bij Mocca. “Heb ik personeel voor, Kees.” Aan Mocca lag het niet. Lik-lik-lik…
Toen stond Greet op. “Er uit jullie. Ik moet afsluiten, Gerard is er niet.” Een minuut later, in de auto zei ik: “Jij bent geweldig, Jolien. Zoals je haar confronteerde met de gevolgen voor Anita: je leek weer eens sprekend op je moeder. En daar ben ik heel blij mee. En ook om je voorstel om hen op te nemen in onze vriendengroep… Briljant!” Ze knikte. “Anita vertelde me een paar weken terug dat ze weinig ‘echte’ vrienden hebben, Kees.
Ja, zij heeft haar collega’s in het ziekenhuis, Greet heeft haar collega’s bij de fanfare en haar leerlingen, ze kennen mensen uit de kerk, maar échte vrienden… Nee. En daar wil ik verandering in aanbrengen. Bijna al onze vrienden kennen Greet ondertussen of hebben verhalen over haar gehoord… Ik ga ze thuis appen, maar ik denk dat er niemand is die bezwaar zal hebben.” Ze giebelde. “Bovendien levert hen dat een extra feest op… Op oudejaarsdag.”
“Je bent een lieve ritselaar, Jolien”, bromde ik. “Maar om een of andere reden vind ik het wel een heel goed plan. Moet je jouw lieve ma en stoere pa wel op de hoogte stellen van het feit dat er twee extra dames meekomen.” “Wat dacht je dan, Kees? Dat ik dat zou vergeten? Echt niet.” Joline begon weer te giebelen. “Alleen… Waar kunnen die twee slapen? Om ze de SM-kelder in te sturen, lijkt me een beetje té suggestief…”
“Die twee slapen gewoon op jouw kamertje, schat. Met de rest van alle meiden. Nou ja, op Claar en Mel na, zullen wel weer op de kamers van Ton en Rob verblijven. Ik ga het niet over ‘slapen’ hebben. Wij kerels duiken de kelder wel in. En dat je pa de volgende dag wat wijn mist… Zijn probleem.”
Eenmaal thuisgekomen liet ik Mocca uit. Die ravotte op het losloopveld nog even met een andere hond, maar na tien minuten vond ik het wel genoeg. Het werd ’s avonds best wel fris. “Mocca! Side!” En keurig naast me lopend trippelde Mocca mee naar huis. Toen ik de kamer inliep zat Joline driftig te typen op haar telefoon. Een brede lach op haar gezicht. “Unaniem goedgekeurd! Door de hele meute, Kees!” “Ik had niet anders verwacht, schat. En hoe stonden Tony en Rob Senior in de wedstrijd?” “Ik heb Ma al gebeld. Die zei laconiek: “Dan koop ik morgen nog wat meer broodjes. Geen punt. En waar ze slapen mogen jullie zelf regelen, daar bemoei ik me niet mee.”
“Prima, dan houden we de verdeling zoals die was: de meisjes in jouw ouwe kamertje, wij kerels duiken de kelder wel in. Maar nu een ander probleempje: cadeautjes en surprises! Voor Greet en Anita hebben we nog niks…” Joline keek nadenkend. “Morgenmiddag meteen vanuit DT even Gorinchem in. Ik weet daar een leuk winkeltje met allerlei snuisterijen. Daar ging ik in mijn ‘receptionistentijd’ nog wel eens heen voor spulletjes. Daar iets leuks kopen en thuis meteen aan de gedichten werken.”
Haar ogen lichtten op. “Gerben! Gerben heeft toch een tijdje met Anita zitten kletsen in dat ziekenhuis? Wie weet heeft hij wat nuttigs opgevangen. Moet je hem morgen maar naar vragen, Kees. Niet vergeten!” Ik mopperde: “Verdikkeme… Zitten we morgenmiddag wéér te rijmen en te dichten. Ik dacht dat ik er weer voor een jaar van af was…” Joline kroop tegen me aan. “Niet zo zeuren, ouwe moppersmurf. Als jij een fatsoenlijk gedicht voor Greet in elkaar kan dichten, zal Jolientje haar rokje wel op willen lichten…” Ze voegde de daad bij het woord. “Alarm! Mooie benen op drie uur!”
Ze keek tevreden. “Precies. En daar gaan we nu samen even lekker van genieten, schatje. Ik wil door jou verwend worden.” Ze giebelde. “Want morgen komt het er niet van. Jij in de kelder met al die kettingzagen, ik in mijn ouwe kamertje tussen zes giebels… Ik zal Greet en Anita matsen: die mogen op mijn bedje slapen. Uiteraard wel netjes met de handen boven het dekbed… Kóm, rondje lopen en dan bij me komen, Kees Jonkman.”
Ze verdween in de slaapkamer. Ik gaf Mocca een bak met vers water, de overgebleven ‘beloningsbrokjes’ gingen in de andere bak en daarna rolde hij zich op in de mand. “Lekker slapen, hondenbeest…” En ik sloot de slaapkamerdeur achter me. Joline lag al in bed. “Uitkleden en bij me komen, Kees Jonkman” klonk het van onder het dekbed. “Eerst even de tandjes poetsen, mevrouw.” “Oké, opschieten dan!” Ik kleedde me snel uit en poetste even snel mijn tanden. De mondhygiëniste zou er niet vrolijk van zijn geworden, maar dat was haar probleem.
“Hier ben ik, mevrouw. Geheel tot uw beschikking. Hoe kan ik u gerieven?” Joline grinnikte. “Dat weet je best. Maar we gaan elkaar ‘gerieven’, Kees. Jij mag net zo goed genieten als ik. Kom in bed en in mijn poes.”
Ze giechelde. “Terwijl je tanden poetste, heb ik al wat voorwerk gedaan…” Ik gleed naast haar, maar ze rolde naar me toe en trok me bovenop zich. “Kom in me, Kees. Ik wil je voelen. Diep in mijn natte, geile poes…” Ze spreidde haar benen en pakte mijn paal. “Hier jij…” hoorde ik en ik gleed haar natte, strakke tunneltje in. Van vlakbij keek ik in die mooie blauwe ogen.
“Kus me, Kees. Kus me, streel me en laat me genieten…” Mijn linkerhand gleed over haar borst en langzaam bewoog ik mijn mond naar de hare. Mijn paal hield ik nog even stil; ik zou wel merken al Joline behoefte had aan wat meer beweging tussen haar dijen. Langzaam kusten we elkaar en even langzaam streelde ik haar borsten: eerst de ene, dan weer de andere… Een lange zoen in haar hals liet haar kreunen. “Lekker…”
Haar benen sloten zich om mij heen, haar handen gleden over mijn borst. “Heerlijk Jolien… Je bent zo lekker…” “Jij ook! Ik voel je diep in me en dat is… Zó intiem… Nu langzaam op en neer gaan, schatje. Lekker je mooie meisje verwennen.” Ik gehoorzaamde: langzaam naar binnen, daar even bewegen, langzaam bijna naar buiten…
Joline begon onder me te bewegen: als ik me terugtrok, tilde zij haar heupen een beetje op om me zo lang mogelijk diep in haar te houden. “Hier blijven, lover… Diep in me, en langzaam bewegen… Je zit… ahhh! Precies tegen mijn lekkerste plekje aan! Héén langzaam nu, schatje… Ik lig hier vreselijk te genieten…”
Ik zei: “Wil je omdraaien? Woman on top? Dan mag jij bepalen hoe diep je…” Ik kon niet eens uitspreken; Joline kreunde: “Ja! Lekker…” Ik ging uit haar en ze glipte onder me uit. “Liggen jij!” En meteen klom ze op me en dirigeerde mijn harde paal naar haar natte grotje. Zachtjes hijgend liet ze zich op me zakken en begon te bewegen.
“Stil liggen, Kees… Laat mij m’n gang gaan… Zó lekker!” Ze schoof naar voor en naar achter, iets omhoog, iets omlaag, tot haar blik verstarde. “Niks doen!” Ze snauwde het bijna en met hele kleine bewegingen neukte ze zichzelf naar een hoogtepunt. Vlak voordat ze klaarkwam, ging ze op me liggen en kreunde:
“Neuk je meisje! Lekker hard en diep nu…” Ze kuste me, haar tong diep in mijn mond en plotseling voelde ik haar klaarkomen: haar poesje kneep, haar lichaam schokte en ik voelde warm vocht over me heen. “Jij ook, Kees! Jij nu ook klaarkomen… Dat is…” Ze kuste me weer, haar tong diep ik mijn mond en haar bekken ging snel op en neer. Zo trok ze me heerlijk af…
Ik kón het niet tegenhouden, wilde het ook niet: bij mij ging ook de knop om en ik kwam heerlijk klaar. Mijn harde paal diep in haar warme poesje, haar lichaam tegen me aan, haar haren om mijn hoofd heen, tongen die over elkaar gleden…” Na een paar minuten maakte ze zich voorzichtig van me los en giechelde: “Wat een bende, Kees…” Ik tikte op haar neus. “Dat mogen wij, lieve mevrouw. Wij zijn getrouwd. Niemand die er iets over mag zeggen.”
Met een glimlach stond ze op. “Klopt. Maar we nodigen niemand uit om het te controleren. Kom, douchen!” Ik haalde de handdoeken van het bed; het onderlaken was gelukkig droog gebleven. Een kwartier later lagen we weer in bed. “Hé lieve meid van me… Kun je nou wel lekker slapen?” “Ben al bijna bezig, Kees… Lekker zo’n snelle wip. Werkt volgens mij beter dan een kouwe douche… Welterusten.”
Een lange kus volgde, toen kropen we lekker tegen elkaar. Joline achter me. En vielen we al vrij snel in slaap…
Lees verder: Mini - 392
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10